ECLI:NL:GHARL:2023:7571

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
7 september 2023
Publicatiedatum
11 september 2023
Zaaknummer
P23/0138
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Penitentiair strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde met twee jaar na stagnatie van het verloftraject en afwijzing van verzoeken tot voorwaardelijke beëindiging en heronderzoek in het Pieter Baan Centrum

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 7 september 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde. De terbeschikkinggestelde, geboren in 1965, verblijft in een kliniek en heeft een verzoek ingediend tot het onderzoeken van de mogelijkheden voor een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. Dit verzoek werd afgewezen, evenals het verzoek om opnieuw te worden onderzocht in het Pieter Baan Centrum. Het hof oordeelde dat de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar verlengd moest worden, omdat de behandeling en resocialisatie van de terbeschikkinggestelde meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van een jaar. De rechtbank had eerder de terbeschikkingstelling met een jaar verlengd, maar het hof kwam tot de conclusie dat de situatie van de terbeschikkinggestelde niet verbeterd was en dat er een zorgconferentie georganiseerd moest worden om een impasse in de behandeling te voorkomen. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank vernietigd en de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd, waarbij het belang van de veiligheid van anderen voorop stond. De terbeschikkinggestelde heeft een complexe problematiek, waaronder persoonlijkheidsstoornissen en een hoog recidivegevaar, wat de noodzaak van verlenging onderstreept.

Uitspraak

TBS P23/0138
Beslissing van 7 september 2023
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[de terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedatum] 1965,
verblijvende in [kliniek] te [plaats] , verder te noemen: de terbeschikkinggestelde.
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Den Haag van 21 maart 2023. Deze beslissing houdt in de afwijzing van het verzoek tot het doen onderzoeken van de mogelijkheid van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege en de verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar.
Het hof heeft gelet op dezelfde stukken als de rechtbank en daarnaast op:
  • de processen-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
  • de beslissing waarvan beroep;
  • de akte van 3 april 2023 waarbij de terbeschikkinggestelde beroep heeft ingesteld;
  • de aanvullende informatie van [kliniek] van 10 augustus 2023, met als bijlagen de wettelijke aantekeningen over de periode van 11 oktober 2022 tot en met 7 augustus 2023.
Het hof heeft ter zitting van 24 augustus 2023 gehoord de advocaat-generaal mr. R.J.A. Segerink en de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.A.W. Knoester, advocaat te 's-Gravenhage.

Overwegingen

Het standpunt van de terbeschikkinggestelde
De rechtbank overweegt in haar verlengingsbeslissing dat
“bij een positieve ontwikkeling van het traject van de terbeschikkinggestelde en door de kliniek te betrachten voortvarendheid bij een doorplaatsing naar een pré-resocialisatieafdeling, te verwachten valt dat over een jaar de situatie zodanig is gewijzigd dat mogelijk een andersoortige beslissing van de rechtbank aan de orde is.”Dit zou mogelijk een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege kunnen opleveren. Na de beslissing van de rechtbank is het verlof van de terbeschikkinggestelde stilgezet op basis van de schendingen van verlofvoorwaarden in september 2022, die blijkbaar niet zo heftig waren dat een twee jaar durend en goedlopend verloftraject direct moest worden stopgezet. De interne verloftoetsingscommissie heeft geconcludeerd dat de schendingen van de verlofvoorwaarden binnen het aanvaarbare waren gebleven als het gaat om het risico van gewelddadig gedrag. Onderbuikgevoelens van het personeel hebben een belangrijke rol gespeeld bij de uiteindelijke beslissing van de kliniek om het verlof een half jaar na de schending van de voorwaarden in september 2022 in maart 2023 alsnog stop te zetten. Psychiater Westerborg ziet mogelijkheden tot verdere resocialisatie met professionele ondersteuning buiten de kliniek. De stelling van de kliniek dat de professionele ondersteuning buiten niet aanwezig zal zijn, heeft zij niet onderbouwd. De inschatting van de kliniek dat het risico op geweld bij beëindiging van de maatregel hoog zal zijn, is gebaseerd op historische items die nooit zullen veranderen. De terbeschikkinggestelde heeft geen delicten gepleegd die in ernst vergelijkbaar zijn met het indexdelict dat volgens alle deskundigen na een aanloop in een specifieke situatie is begaan. Ook gelet op de lange duur van de maatregel wordt het tijd dat de terbeschikkinggestelde de kans krijgt om te bewijzen dat het verblijf in een instelling met een lager beveiligingsniveau dan beveiligingsniveau 4 van een FPC volstaat. Namens de terbeschikkinggestelde is primair verzocht de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege te laten onderzoeken door de reclassering. Subsidiair is verzocht de terbeschikkinggestelde te laten observeren in het Pieter Baan Centrum (PBC), waarbij wordt onderzocht of de onderbuikgevoelens van het personeel van de kliniek te objectiveren zijn en of de verpleging van overheidswege nog steeds noodzakelijk is. De raadsman heeft meer subsidiair bepleit de verlengingsduur van de huidige maatregel tot één jaar te beperken, zodat de rechtbank de resultaten van de nog te plannen zorgconferentie na dat jaar kan meewegen bij de volgende verlengingsprocedure.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling verlengd met een termijn van één jaar waarbij is overwogen dat de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege ná dat jaar kunnen worden bezien. Sinds de beslissing van de rechtbank is het niet beter maar juist minder goed met de terbeschikkinggestelde gegaan. De interne verloftoetsingscommissie heeft geadviseerd een pas op de plaats te maken met betrekking tot onbegeleid verlof. Pas als dat veilig wordt geacht, zal het verlof van de terbeschikkinggestelde weer worden opgestart. Vanwege de toenemende dreiging in de richting van het behandelteam heeft de kliniek besloten hem intern over te plaatsen. Daarnaast is aanbevolen de mogelijkheden van medicamenteuze ondersteuning bij de behandeling van de terbeschikkinggestelde te onderzoeken en hem voor een zorgconferentie aan te melden. De kliniek schat het recidivegevaar bij beëindiging van de maatregel nog steeds als hoog in. Zij blijft bij haar advies om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen. Bij verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van één jaar zal die termijn al over vier maanden eindigen, en wel op 23 december 2023. Dan kan er nog geen sprake zijn van een voorwaardelijke beëindiging. Naar aanleiding van de zorgconferentie moet er een nieuw behandel- of resocialisatieplan worden opgesteld. De zorgconferentie zal hebben plaatsgevonden wanneer de volgende 4-jaars rapportages dienen te worden opgemaakt ten behoeve van de verlengingsvordering in 2024. De verschillen tussen de adviezen van psychiater Westerborg en de kliniek zijn meer gelegen in verschillende inzichten met betrekking tot de insteek van de behandeling van de terbeschikkinggestelde en de mogelijkheden voor zijn resocialisatie, dan in de beperkte verschillen tussen de gestelde diagnoses. Juist vanwege die verschillen van inzicht wordt de zorgconferentie georganiseerd. De terbeschikkinggestelde is eerder geobserveerd in het PBC. Het is niet noodzakelijk om hem daar opnieuw te laten onderzoeken. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot vernietiging van de verlengingsbeslissing van de rechtbank en tot verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaren.
Het advies van de kliniek
In het verlengingsadvies van [kliniek] staat dat de terbeschikkinggestelde zich tot het einde van 2021 leek te houden aan de afspraken en de regels. Zijn verloven liepen volgens plan en hij werkte mee aan de behandeling. Naar aanleiding van verschillende incidenten, waaronder overtredingen van de verlofvoorwaarden, in de periode van 6 januari 2022 tot en met 20 september 2022 werd het verlof van de terbeschikkinggestelde meermalen stilgelegd.
Uit de aanvullende informatie van de kliniek komt naar voren dat er in de periode van 20 januari 2023 tot 12 mei 2023 opnieuw incidenten hebben plaatsgevonden. Na het laatste incident heeft de kliniek besloten de terbeschikkinggestelde intern over te plaatsen en zijn onbegeleide verlofkader om te zetten in een begeleid verlofkader met als voorwaarde dat de terbeschikkinggestelde zich op de nieuwe afdeling gedurende een periode begeleidbaar opstelt, zich laat aanspreken en gewenst gedrag laat zien, alvorens dat begeleide verlof wordt ingezet. Het stappenplan voor begeleide verloven wordt medio september besproken door de interne verloftoetsingscommissie. Wanneer de terbeschikkinggestelde laat zien dat hij voldoende betrouwbaar begeleide verloven kan praktiseren, verwacht de kliniek dat hij alsnog vrij voortvarend kan worden uitgeplaatst. De kliniek wil tenminste tot aan de zorgconferentie kunnen toetsen of dit verloftraject op een veilige manier vormgegeven kan worden. De kliniek handhaaft haar advies om de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege te verlengen met een termijn van twee jaren.
Het oordeel van het hof
Vernietiging
Het hof komt tot een andere verlengingsbeslissing dan de rechtbank. Daarom zal het hof de beslissing waarvan beroep vernietigen en opnieuw rechtdoen.
Indexdelicten
De rechtbank Den Haag heeft de terbeschikkinggestelde bij vonnis van 2 mei 2005 veroordeeld voor moord, poging tot moord en poging tot doodslag, meermalen gepleegd. Deze misdrijven zijn gericht tegen of veroorzaken gevaar voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen. De terbeschikkingstelling is daarom niet in duur beperkt.
Stoornissen en recidivegevaar
[kliniek] concludeert in het verlengingsadvies van 19 oktober 2022 dat er bij de terbeschikkinggestelde sprake is van zowel een narcistische persoonlijkheidsstoornis als een antisociale persoonlijkheidsstoornis, een licht verstandelijke beperking en stoornissen in het gebruik van alcohol en cocaïne, beide in langdurige remissie.
De persoonlijkheidsproblematiek van de terbeschikkinggestelde wordt door psychiater Westerborg in zijn rapportage van 27 februari 2023 geclassificeerd als een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met gemengde persoonlijkheidstrekken. Volgens de psychiater functioneert de terbeschikkinggestelde op de grens van zwakbegaafd en beneden gemiddeld niveau. Evenals de kliniek concludeert de psychiater dat de stoornissen van de terbeschikkinggestelde in het gebruik van alcohol en cocaïne beide in langdurige remissie zijn.
In geval van beëindiging van de terbeschikkingstelling wordt het recidiverisico als hoog ingeschat door de kliniek. Naar de inschatting van de kliniek is het recidiverisico ook hoog in geval van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege.
Het risico op nieuw gewelddadig gedrag wordt als matig ingeschat door psychiater Westerborg in het geval de terbeschikkinggestelde passende begeleiding en coaching wordt geboden. De psychiater schat de kans op geweldsrecidive in als matig tot hoog op de korte termijn en als hoog op de lange termijn.
Het hof acht de verschillen tussen de classificaties van de persoonlijkheidsproblematiek van de terbeschikkinggestelde door de kliniek en de psychiater van ondergeschikt belang voor de te nemen beslissing op de verlengingsvordering. Bij de terbeschikkinggestelde is in ieder geval nog steeds sprake van een persoonlijkheidsstoornis en een matig tot hoog recidiverisico indien de terbeschikkingstelling zou worden beëindigd.
Afwijzing van verzoeken
Het hof acht zich op basis van de aanwezige informatie voldoende voorgelicht om te kunnen oordelen over het door de terbeschikkinggestelde ingediende beroep.
Het verzoek tot het door de reclassering doen onderzoeken van de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege wordt afgewezen. De noodzakelijkheid van dit onderzoek is niet gebleken. Het hof acht een voorwaardelijke beëindiging op dit moment niet aan de orde, omdat het verloftraject van de terbeschikkinggestelde in de afgelopen periode is gestagneerd en een gefaseerde uitbreiding van zijn vrijheden aangewezen is. Er wordt een zorgconferentie georganiseerd om een impasse in de behandeling en resocialisatie van de terbeschikkinggestelde te voorkomen, waarbij tevens de verschillen tussen standpunten van de kliniek en de externe deskundige Westerborg aan de orde kunnen worden gesteld.
Het hof ziet ook geen noodzaak de terbeschikkinggestelde opnieuw te laten onderzoeken in het PBC. Er is geen reden om aan te nemen dat de voor de beslissing van het hof relevante elementen van de gestelde diagnose/risicotaxatie/behandeling niet juist zouden zijn. Daarom wordt dit verzoek eveneens afgewezen.
Verlenging
Gelet op de advisering en op hetgeen overigens ter zitting naar voren is gekomen, is het hof van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.
Het hof heeft als uitgangspunt dat de terbeschikkingstelling verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling en resocialisatie van de terbeschikkinggestelde in het bestaande juridische kader meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar. Het hof ziet in dit geval – anders dan de rechtbank - geen aanleiding om af te wijken van dit uitgangspunt. Gelet op het moeizame verloop van de behandeling en resocialisatie van de terbeschikkinggestelde in de afgelopen periode is het hof van oordeel dat de uitkomst van de zorgconferentie dient te worden betrokken bij de vormgeving van zijn traject voor de komende periode. Uitgaande van de huidige expiratiedatum van de terbeschikkingstelling zou een verleningstermijn van één jaar al over vier maanden aflopen. Dan zal het nog niet mogelijk zijn om de vormgeving en het verloop van vervolgtraject te betrekken bij een volgende verlengingsprocedure. Het is bovendien wenselijk dat de 4-jaars rapportages van externe deskundigen – die in ieder geval moeten worden uitgebracht ten behoeve van de volgende verlengingsvordering in 2024 – kunnen worden betrokken bij de volgende verlengingsprocedure. Het hof is van oordeel dat de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaren moet worden verlengd.

BESLISSING

Het hof:
Wijst afhet verzoek tot het door de reclassering doen onderzoeken van de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege.
Wijst afhet verzoek tot onderzoek van de terbeschikkinggestelde in het Pieter Baan Centrum.
Vernietigt de beslissing van de rechtbank Den Haag van 21 maart 2023 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde
[de terbeschikkinggestelde].
Verlengt de terbeschikkingstelling met een termijn van
twee jaar.
Aldus gedaan door
mr. M.J. Vos, voorzitter,
mr. R. Prakke-Nieuwenhuizen en mr. A.B.A.P.M. Ficq, raadsheren,
en drs. A.W.T.M. Vissers en dr. W.J. Canton, raden,
in tegenwoordigheid van mr. R. Hermans, griffier,
en op 7 september 2023 in het openbaar uitgesproken.
De raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.