Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 5 september 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de vervangende toestemming voor de erkenning van een minderjarige. De moeder, zonder bekende woon- of verblijfplaats, heeft in hoger beroep beroep ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank Midden-Nederland van 12 september 2022, waarin de man vervangende toestemming is verleend om het kind te erkennen. De moeder is van mening dat deze beslissing niet in het belang van het kind is en heeft twee grieven ingediend. De man, die de biologische vader van het kind is, verzoekt het hof om de moeder niet-ontvankelijk te verklaren in haar verzoeken in hoger beroep.
Het hof heeft de procedure in hoger beroep behandeld, waarbij de mondelinge behandeling op 8 augustus 2023 heeft plaatsgevonden. De moeder en de man waren aanwezig, bijgestaan door hun advocaten, evenals vertegenwoordigers van de voogd en de bijzondere curator. De pleegouders waren niet aanwezig, ondanks dat zij behoorlijk waren opgeroepen. Het hof heeft de belangen van het kind en de relatie tussen de man en het kind in overweging genomen. De rechtbank had eerder al de voogdij over het kind toegewezen aan de William Schrikker Stichting.
Het hof heeft de beslissing van de rechtbank onderschreven en geconcludeerd dat de erkenning van het kind door de man niet schadelijk zal zijn voor de ontwikkeling van het kind of de relatie tussen de moeder en het kind zal verstoren. De moeder heeft geen concrete feiten of omstandigheden aangedragen die tot een ander oordeel zouden leiden. Het hof heeft daarom de bestreden beschikking bekrachtigd en het meer of anders verzochte afgewezen.