In deze zaak, onderdeel van het onderzoek Vidar, is een tussenarrest gewezen door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 29 augustus 2023. Het hoger beroep is ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Nederland van 17 augustus 2022. De verdachte, geboren in 1976, is eerder veroordeeld voor feiten die verband houden met de (voorbereiding van) uitvoer van harddrugs, witwassen, deelname aan een criminele organisatie en wapenbezit. In het hoger beroep zijn ook de zaken van 13 medeverdachten aan de orde.
Het hof heeft schriftelijke rondes gelast en de mogelijkheid geboden voor mondelinge toelichting op onderzoekswensen. De raadsvrouw van de verdachte heeft echter op de regiezittingen van 4 en 10 juli 2023 niet verschenen. Het hof heeft op basis van de schriftelijke procedure en eerdere verhoren van getuigen, waaronder de criminele burgerinfiltrant A-4110, beslist op de onderzoekswensen van de verdediging. De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat het recht op verdediging niet vereist dat raadslieden aansluiten bij verhoren die niet in de zaak van hun cliënt worden afgelegd.
Het hof heeft de verzoeken van de verdediging om getuigen opnieuw te horen afgewezen, omdat deze getuigen al eerder zijn gehoord en de verdediging voldoende gelegenheid heeft gehad om vragen te stellen. Het hof heeft geoordeeld dat er geen noodzaak is voor hernieuwde verhoren en dat de procedure voldoet aan het recht op een eerlijk proces zoals gewaarborgd door artikel 6 van het EVRM. Het onderzoek is heropend met schorsing en de oproeping van de verdachte is bepaald voor een nader te bepalen tijdstip.