Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 29 augustus 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hier aangeduid als [de minderjarige (M1)]. De vader, verzoeker in hoger beroep, heeft bezwaar gemaakt tegen de verlenging van de ondertoezichtstelling, die oorspronkelijk was opgelegd door de kinderrechter in de rechtbank Midden-Nederland. De vader stelt dat hij in staat is om de zorg voor [de minderjarige (M1)] zelf te dragen en dat de betrokkenheid van de gecertificeerde instelling, de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering (hierna: GI), niet meer nodig is. De GI en de moeder van [de minderjarige (M1)] zijn van mening dat de ondertoezichtstelling moet blijven bestaan, gezien de onrustige situatie en de communicatieproblemen tussen de ouders.
Het hof heeft vastgesteld dat [de minderjarige (M1)] al sinds 2016 onder toezicht staat en dat de situatie complex is. De vader heeft in de afgelopen periode stappen ondernomen om hulp in te schakelen en heeft laten zien dat hij bereid is om samen te werken met de hulpverlening. De zorgregeling tussen de moeder en [de minderjarige (M1)] verloopt goed, maar de communicatie tussen de ouders is nog onvoldoende. Het hof heeft besloten de ondertoezichtstelling te verlengen tot 18 december 2023, zodat de ouders onder regie van de GI een plan kunnen maken voor de toekomst, waarbij de GI op dat moment niet meer betrokken zal zijn.
De beslissing van het hof houdt rekening met de belangen van [de minderjarige (M1)] en de noodzaak voor de ouders om hun verantwoordelijkheden als gezaghebbende ouders te nemen. Het hof heeft de proceskosten in hoger beroep gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.