ECLI:NL:GHARL:2023:7270
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van minderjarigen in het kader van gezagskwesties
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 29 augustus 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen, [de minderjarige1] en [de minderjarige2]. De ouders, de moeder en de vader, zijn gezamenlijk belast met het gezag over de kinderen. De moeder heeft in hoger beroep grieven ingediend tegen de beschikking van de kinderrechter van de rechtbank Gelderland, die eerder de machtiging tot uithuisplaatsing had verlengd. De moeder verzoekt het hof om de beschikking te vernietigen en het verzoek tot verlenging van de machtiging af te wijzen, terwijl de vader ook grieven heeft ingediend en vraagt om niet-ontvankelijk verklaring van de GI in hun verzoek tot uithuisplaatsing.
Het hof heeft de feiten en het verloop van de procedure in eerste aanleg en hoger beroep in overweging genomen. De kinderrechter had eerder bepaald dat de kinderen onder toezicht waren gesteld en dat er een machtiging tot uithuisplaatsing was verleend. De ouders hebben beiden aangegeven dat de GI onvoldoende heeft gedaan om de mogelijkheden voor een terugplaatsing van de kinderen te onderzoeken. De GI heeft echter betoogd dat de ouders niet voldoen aan de voorwaarden voor een veilige opvoeding en dat de kinderen goed functioneren in het gezinshuis.
Na beoordeling van de argumenten van beide ouders en de GI, heeft het hof geconcludeerd dat de beslissing van de kinderrechter moet worden bekrachtigd. Het hof is van mening dat de situatie van de moeder onvoldoende stabiel is om de zorg voor de kinderen op zich te nemen. De ouders hebben niet aangetoond dat zij in staat zijn om aan de basisvoorwaarden voor een rol als opvoeder te voldoen. Het hof benadrukt dat de GI zich actief moet blijven inzetten voor een thuisplaatsing van de kinderen, maar dat de machtiging tot uithuisplaatsing niet voor een kortere duur kan worden verlengd dan door de rechtbank is bepaald.