ECLI:NL:GHARL:2023:7230

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
10 augustus 2023
Publicatiedatum
28 augustus 2023
Zaaknummer
P23/088
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Penitentiair strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging beslissing rechtbank en afwijzing vordering tot verpleging van overheidswege in terbeschikkingstellingzaak

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 10 augustus 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, van 13 februari 2023. De rechtbank had bevolen dat de terbeschikkinggestelde van overheidswege zou worden verpleegd. Het hof heeft deze beslissing vernietigd en de vordering van de officier van justitie tot verpleging van overheidswege afgewezen. Het hof oordeelt dat het op dit moment niet wenselijk is om vooruit te lopen op het eindoordeel van het gerechtshof Amsterdam, dat nog in behandeling is. Het hof ziet mogelijkheden voor voortzetting van de terbeschikkingstelling met voorwaarden, waarbij de terbeschikkinggestelde kan worden geplaatst in een kliniek met beveiligingsniveau drie. Indien de terbeschikkinggestelde meewerkt aan de klinische behandeling, kan het recidiverisico voldoende worden ingeperkt, zodat er geen acuut delictgevaar is. De rechtbank had eerder al een terbeschikkingstelling met voorwaarden opgelegd, maar de terbeschikkinggestelde heeft zich niet aan deze voorwaarden gehouden, wat heeft geleid tot de huidige situatie. Het hof heeft de voorwaarden gewijzigd conform het advies van de reclassering, waarbij de terbeschikkinggestelde moet meewerken aan reclasseringstoezicht en zich moet houden aan de aanwijzingen van de reclassering. De beslissing van het hof is openbaar uitgesproken op 10 augustus 2023.

Uitspraak

TBS P23/088
Beslissing van 10 augustus 2023
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[de terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedatum 1] 1982,
verblijvende in [PI] ,
verder te noemen de terbeschikkinggestelde.
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, van 13 februari 2023. Deze beslissing houdt in het bevel dat de terbeschikkinggestelde alsnog van overheidswege zal worden verpleegd.
Het hof heeft gelet op de stukken genoemd in de tussenbeslissing van 17 mei 2023 en daarnaast op:
- het proces-verbaal van het onderzoek ter zitting op 4 mei 2023;
- de tussenbeslissing van het hof van 17 mei 2023;
- een e-mail van het hof Amsterdam van 18 juli 2023 over de stand van zaken in de strafzaak tegen de terbeschikkinggestelde met parketnummer 23-000270-22;
- een aanvullend advies van Reclassering Nederland
(hierna: reclassering)van 20 juli 2023;
- een e-mail van de raadsman van 21 juli 2023 over het proces-verbaal van de zitting op
4 mei 2023.
Het hof heeft ter zitting van 27 juli 2023 gehoord de advocaat-generaal, mr. V. Smink, en de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman, mr. C.J.J. Kwint, advocaat te
's-Gravenhage.
Het hof heeft ter zitting tevens gehoord:
  • Mevrouw [ toezichthouder 1] , eerste toezichthouder bij de reclassering;
  • De heer [toezichthouder 2] , tweede toezichthouder bij de reclassering.
Overwegingen:
Het standpunt van de terbeschikkinggestelde
De raadsman heeft verzocht de beslissing van de rechtbank te vernietigen, de vordering tot het alsnog verplegen van overheidswege af te wijzen en de voorwaarden te wijzigen conform het reclasseringsadvies van 20 juli 2023. Door deze wijziging van de voorwaarden is er geen sprake van een acuut delictgevaar. Plaatsing in een FPK ziet op beveiligingsniveau 3 en het kwartje is inmiddels gevallen bij de terbeschikkinggestelde. Hij wil meewerken aan alle voorwaarden en ook aan plaatsing in een forensisch psychiatrische kliniek
(hierna: FPK)als het hof deze voorwaarde oplegt. FPK [FPK 1] is bereid om de terbeschikkinggestelde op te nemen in het kader van de terbeschikkingstelling met voorwaarden.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot bevestiging van de beslissing van de rechtbank. De terbeschikkinggestelde heeft zich verzet tegen beveiligingsniveau drie. Door zijn halsstarrige houding ziet de reclassering geen mogelijkheden meer hem te begeleiden en behandelen in het kader van de terbeschikkingstelling met voorwaarden. De terbeschikkinggestelde heeft twee kansen gehad en heeft beide kansen niet gegrepen. Er is sprake van een acuut delictgevaar. De terbeschikkinggestelde heeft zich niet aan de voorwaarden gehouden, onder andere door zich verbaal en fysiek agressief te gedragen en zich in beide klinieken te onttrekken aan de klinische behandeling. In het algemeen is terughoudendheid geboden bij omzetting zolang de terbeschikkinggestelde nog niet onherroepelijk is veroordeeld, maar in dit geval zijn er voldoende argumenten om de maatregel om te zetten. De reclassering blijft erbij geen mogelijkheden te zien om het traject in het kader van de terbeschikkingstelling met voorwaarden voort te zetten en het recidiverisico is als hoog ingeschat.
Het oordeel van het hof
Aan de terbeschikkinggestelde is bij vonnis van de rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlemmermeer, van 28 januari 2022 een terbeschikkingstelling met voorwaarden opgelegd. Tegen dit vonnis is appel ingesteld. Dit hoger beroep is nog in behandeling bij het gerechtshof Amsterdam . Het staat dus nog niet onherroepelijk vast dat de verdachte wordt veroordeeld, dat hem de maatregel van terbeschikkingstelling wordt opgelegd en of aan deze maatregel voorwaarden worden verbonden of dat de verpleging van overheidswege wordt bevolen.
De rechtbank heeft bevolen dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar is. In dat kader is de terbeschikkinggestelde op 31 januari 2022 geplaatst bij FPK [FPK 2] . Het verblijf is moeizaam verlopen. De terbeschikkinggestelde was het niet eens met een plaatsing op beveiligingsniveau drie. Tijdens zijn verblijf aldaar is sprake geweest van incidenten en groepsontwrichtend gedrag. De terbeschikkinggestelde vertoonde verbaal en fysiek agressief gedrag. Op 17 november 2022 is de terbeschikkinggestelde voor een tweede kans in het kader van de terbeschikkingstelling met voorwaarden geplaatst in FPK [FPK 3] . Aldaar onttrok de terbeschikkinggestelde zich aan deelname aan het behandelprogramma.
Het hof ziet termen voor voortzetting van de terbeschikkingstelling met voorwaarden maar evenzeer termen voor omzetting naar een terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege. Het hof overweegt dat bij de beoordeling van een vordering als de onderhavige oog moet worden gehouden voor de vrijheidsbeneming die het gevolg is van een beslissing tot alsnog verplegen van overheidswege, terwijl de oplegging van de terbeschikkingstelling nog niet onherroepelijk is, en voor het risico op tegenstrijdige rechterlijke beslissingen. Het hof heeft in dit verband in verschillende beslissingen mede in zijn afweging betrokken of bij voortzetting van de terbeschikkingstelling onder, eventueel gewijzigde, voorwaarden sprake is van acuut delictgevaar (Gerechtshof
Arnhem-Leeuwarden 3 februari 2022, ECLI:NL:GHARL:2022:891).
Het hof acht het op dit moment niet gewenst en ook nog niet nodig om vooruit te lopen op het eindoordeel van het gerechtshof Amsterdam , want het ziet een mogelijkheid om in afwachting van dat oordeel de terbeschikkingstelling met voorwaarden te laten voortduren met plaatsing van de terbeschikkinggestelde bij een kliniek met beveiligingsniveau drie. Indien de terbeschikkinggestelde meewerkt aan deze klinische behandeling, kan hiermee het recidiverisico voldoende worden ingeperkt zodat er van acuut delictgevaar geen sprake is.
FPK [FPK 1] heeft aangegeven bereid te zijn de terbeschikkinggestelde op te nemen in het kader van de terbeschikkingstelling met voorwaarden. Het is nu aan de terbeschikkinggestelde om te laten zien dat hij bereid en in staat is om mee te werken aan deze derde behandelpoging, die als laatste kans moet worden beschouwd.
Het hof gaat ervan uit dat de kliniek terughoudend zal omgaan met het verlenen van vrijheden zolang er geen onherroepelijk strafvonnis is. Voor zover verlenen van bepaalde vrijheden volgens de kliniek nodig is, acht het hof het aangewezen dat dit geschiedt in overleg en overeenstemming met de reclassering.
Het hof zal daarom de beslissing van de rechtbank vernietigen en de vordering van de officier van justitie tot het alsnog verplegen van overheidswege afwijzen.
Wijziging van voorwaarden
Het hof zal het advies van de reclassering tot wijziging van de voorwaarden en toevoeging van twee voorwaarden overnemen. De wijzigingen in de bestaande voorwaarden en de twee toegevoegde voorwaarden zijn hieronder cursief opgenomen.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigtde beslissing van de rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, van
13 februari 2023 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde
[de terbeschikkinggestelde];
Wijst afde vordering van de officier van justitie van 4 januari 2023 tot het alsnog geven van een bevel tot verpleging van overheidswege;
Wijzigtde aan de terbeschikkinggestelde opgelegde voorwaarden, zoals opgenomen in het beslissing van de rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlemmermeer, van
28 januari 2022, in die zin dat deze thans luiden:
1. De terbeschikkinggestelde verleent ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of biedt ter inzage een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht aan.

2.Meewerken aan reclasseringstoezicht:

De terbeschikkinggestelde werkt mee aan het reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere in:
- De terbeschikkinggestelde meldt zich op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is.
- De terbeschikkinggestelde laat één of meer vingerafdrukken nemen en laat een geldig identiteitsbewijs zien.
- De terbeschikkinggestelde houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om de terbeschikkinggestelde te helpen bij het naleven van de voorwaarden.
- De terbeschikkinggestelde helpt de reclassering aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is.
- De terbeschikkinggestelde werkt mee aan huisbezoeken.
- De terbeschikkinggestelde geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners.
- De terbeschikkinggestelde vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering.
- De terbeschikkinggestelde werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met de terbeschikkinggestelde, als dat van belang is voor het toezicht.

3.Opname in een zorginstelling

De terbeschikkinggestelde laat zich opnemen in
FPK [FPK 1] of een soortgelijke forensische zorginstelling (FPC, FPK, FPA), te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De terbeschikkinggestelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling.
Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt de terbeschikkinggestelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing.

4.Ambulante behandeling

De terbeschikkinggestelde laat zich behandelen door een GGZ-instelling voor ambulante behandeling, te bepalen door de reclassering. De behandeling start na de klinische behandeling. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De terbeschikkinggestelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling.

5.Begeleid wonen of maatschappelijke opvang

De terbeschikkinggestelde wordt in het kader van zijn resocialisatie en indien nodig aangemeld voor een instelling voor beschermd of begeleid wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De terbeschikkinggestelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld.

6.Contactverbod

De terbeschikkinggestelde heeft of zoekt op geen enkele wijze direct of indirect contact met het slachtoffer, [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] te [geboorteplaats 2] , zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt.

7.Meewerken aan schuldhulpverlening

De terbeschikkinggestelde werkt mee aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. De terbeschikkinggestelde geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden.

8.Meewerken aan middelencontrole

De terbeschikkinggestelde werkt mee aan controle van het gebruik van alcohol en cannabid om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak de terbeschikkinggestelde wordt gecontroleerd.

9.Niet naar het buitenland

De terbeschikkinggestelde gaat niet naar het buitenland of naar de Nederlandse Antillen, zonder toestemming van de reclassering.

10.Meewerken aan time-out

Als de reclassering dat nodig vindt en de terbeschikkinggestelde daarmee instemt, kan de terbeschikkinggestelde voor een time-out worden opgenomen in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling. Deze time-out duurt totdat de reclassering of de terbeschikkinggestelde deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar.

Geeft opdracht aan de reclassering bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen.
Aldus gedaan door
mr. M. Keppels, voorzitter,
mr. G. Mintjes en mr. M.J. Vos, raadsheren,
en drs. I.E. Troost en drs. D.M.L. Versteijnen, raden,
in tegenwoordigheid van mr. R. Kaatman, griffier,
en op 10 augustus 2023 in het openbaar uitgesproken.
Mr. Keppels en de raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.