ECLI:NL:GHARL:2023:7066

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
6 juli 2023
Publicatiedatum
23 augustus 2023
Zaaknummer
P22/0355
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot omzetting van terbeschikkingstelling met voorwaarden naar terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege afgewezen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 6 juli 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank van 15 november 2022. De vordering tot omzetting van de terbeschikkingstelling met voorwaarden naar een terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege is afgewezen. De terbeschikkinggestelde, geboren in 1993 en verblijvende in een penitentiaire inrichting, was in een psychose geraakt door de afbouw van zijn medicatie en een abrupte overplaatsing. De psychiater achtte het recidiverisico bij voortzetting van de maatregel met voorwaarden laag, nu de terbeschikkinggestelde weer goed is ingesteld op medicatie. Het hof heeft de terbeschikkingstelling met (gewijzigde) voorwaarden verantwoord geacht en de beslissing van de rechtbank vernietigd.

Tijdens de zitting op 22 juni 2023 zijn de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman mr. M.J. Schimmel, en de advocaat-generaal mr. L.H.J. Vijlbrief-Smit gehoord. De deskundigen, waaronder psychiater M.M. Sprock, hebben geadviseerd over de mogelijkheden van voortzetting van de terbeschikkingstelling. Het hof heeft overwogen dat de terbeschikkinggestelde zich bewust is van de noodzaak van medicatie en dat hij gemotiveerd is om mee te werken aan de behandeling. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd dat de terbeschikkinggestelde nog een kans moet krijgen, en het hof heeft besloten om de voorwaarden van de terbeschikkingstelling te wijzigen.

Het hof heeft de beslissing van de rechtbank vernietigd en de vordering van de officier van justitie tot verpleging van overheidswege afgewezen. De terbeschikkingstelling met voorwaarden kan op verantwoorde wijze worden voortgezet, met de aanpassing van de voorwaarden in overeenstemming met de adviezen van de deskundigen. De terbeschikkinggestelde heeft zich bereid verklaard deze gewijzigde voorwaarden na te leven, en het hof heeft de voorwaarden geformuleerd die de terbeschikkinggestelde moet naleven.

Uitspraak

TBS P22/0355
Beslissing d.d. 6 juli 2023
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[betrokkene],
geboren te [land] op [geboortedatum] 1993,
verblijvende in de Penitentiaire Inrichting [P.I.] te [verblijfplaats] .
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank [plaats 3] van
15 november 2022. Deze beslissing houdt in dat de terbeschikkinggestelde alsnog van overheidswege zal worden verpleegd.
Het hof heeft gelet op de stukken genoemd in de tussenbeslissing van 23 februari 2023 en daarnaast op:
- het advies van GGZ [instelling] van 23 maart 2023;
- een e-mailbericht van [medewerker] , reclasseringswerker, van 15 juni 2023 en
- de Pro Justitia-rapportage van 16 juni 2023, opgemaakt door M.M. Sprock, psychiater.
Het hof heeft ter zitting van 22 juni 2023 gehoord de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman mr. M.J. Schimmel, advocaat te Bussum, en de advocaat-generaal
mr. L.H.J. Vijlbrief-Smit.
Het hof heeft verder als deskundigen gehoord M.M. Sprock, psychiater en [medewerker] , medewerker Reclassering [instelling] .

Overwegingen:

Het hof heeft in zijn tussenbeslissing van 23 februari 2023 overwogen dat het zich onvoldoende geïnformeerd achtte en verzocht dat de -in het kader van de komende verlengingsprocedure aangewezen- externe deskundige in de rapportage ook zou
ingaan op de mogelijkheden van een voortzetting van het kader van een terbeschikkingstelling met voorwaarden en op de (vorige en huidige) partnerrelatie van de terbeschikkinggestelde. Verder achtte het hof het noodzakelijk dat de reclassering onderzoekt of -mede in het licht van voormelde verlengingsrapportage- een voorzetting van het kader van een terbeschikkingstelling met voorwaarden mogelijk is en zo ja, op welke wijze daaraan invulling kan worden gegeven.
Het advies van de externe deskundige M.M. Sprock
Uit de Pro Justitia-rapportage van psychiater M.M. Sprock blijkt dat zij nog mogelijkheden ziet om een tweede behandelpoging aan te gaan binnen het kader van een terbeschikkingstelling met voorwaarden, echter wel met het advies een gedegen behandeling gericht op de persoonlijkheidsproblematiek op te zetten en vervolgstappen met goede af- en
overwegingen te nemen en voor te bereiden. Uit haar rapport blijkt verder dat de terbeschikkinggestelde inmiddels langere tijd psychiatrisch stabiel is, zich bewust is van de noodzaak van medicatie en gedurende de gehele maatregel abstinent van middelen is gebleven.
De deskundige ziet de abrupte overplaatsing van de terbeschikkinggestelde van de Forensisch Psychiatrische Kliniek (FPK) [plaats 2] (
opmerking hof: bedoeld wordt FPK [instelling 3]) naar de Forensisch Psychiatrische Afdeling (FPA) [plaats 3] mede als oorzaak van de psychotische decompensatie van de terbeschikkinggestelde. De toegenomen stress zorgde voor een psychose, waarbij de ontvangende kliniek onvoldoende op de hoogte was van de vroegsignalen, waardoor eigenlijk te laat geïntervenieerd kon worden.
De diverse overplaatsingen nadien: Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) [plaats 4] , Forensische Verslavingskliniek (FVK) [instelling 2] en uiteindelijk weer FPK [instelling 3] droegen niet bij tot het stabiliseren van de terbeschikkinggestelde en het voeren van een eenduidig behandelbeleid. De deskundige heeft verder een kader geschetst waarbinnen een voortzetting van de terbeschikkingstelling met voorwaarden op een verantwoorde manier kan worden vormgegeven:
“Het risicomanagement bestaat uit gebruik van antipsychotica (met monitoring van de
bijwerkingen), abstinentie van middelen en het verbeteren van zijn copingvaardigheden. Een signaleringsplan is van belang om zijn functioneren goed te kunnen monitoren. Behandeling van de persoonlijkheidsproblematiek is eveneens noodzakelijk waarbij gedacht kan worden aan schematherapie en behandeling van emotieregulatieproblemen. Monitoring van zijn huidige relatie in het kader van gezonde relatievorming, waarbij eventueel indien nodig relatiegesprekken ingezet kunnen worden alsook de VRIS training, is eveneens een element van het risicomanagement.”
Tijdens de zitting heeft de deskundige toegelicht dat een tweede behandelpoging vanwege de pathologie van de terbeschikkinggestelde misschien niet heel gemakkelijk en soepel zal verlopen, maar dat hij daar nu juist voor behandeld dient te worden en dat de terbeschikkinggestelde zich nog wel verder kan ontwikkelen.
Het advies van de reclassering
Tijdens de behandeling ter terechtzitting van het hof op 9 februari 2023 is [medewerker 2] , reclasseringswerker bij GGZ [instelling 2] , als deskundige gehoord. Ook zij is van mening dat de terbeschikkinggestelde te snel is overgeplaatst naar FPA [plaats 3] . Zij gaf aan dat het probleem voornamelijk ligt in de bereidheid van de terbeschikkinggestelde om
zich te committeren aan de behandeling en in dit geval ook aan medicatiegebruik.
Bij e-mail van 15 juni 2023 heeft [medewerker] meegedeeld dat de reclassering een klinische indicatiestelling heeft aangevraagd. Ter zitting heeft [medewerker] aangegeven dat hij verwacht dat nog die week (week 25) een indicatie wordt afgegeven voor beveiligingsniveau 3 (FPK). Hij heeft er op gewezen dat, gelet op de wachtlijsten, de terbeschikkinggestelde ter overbrugging mogelijk nog tussentijds zal moeten worden overgeplaatst.
Het standpunt van de terbeschikkinggestelde
De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft gesteld dat iedereen het nu eens lijkt te zijn over een voortzetting van de terbeschikkingstelling met voorwaarden. De terbeschikkinggestelde wil zelf graag naar een FPK om behandeld te worden. Hij heeft inmiddels een zoontje gekregen en is veel meer gemotiveerd om mee te werken aan de behandeling. Hij ziet in dat hij medicatie nodig heeft om stabiel te kunnen functioneren. De tussentijdse overplaatsing naar de PI [P.I.] is zonder problemen verlopen.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot vernietiging van de beslissing van de rechtbank. Alle neuzen staan nu dezelfde kant op, de terbeschikkinggestelde dient nog een tweede kans te krijgen. Het probleem zal worden in welke kliniek hij terecht kan. Waarschijnlijk is nog wel een overbruggingsvoorziening nodig. De advocaat-generaal heeft verder aangegeven dat de bij vonnis van 22 april 2021 door de rechtbank opgelegde voorwaarden aangepast dienen te worden.
Het oordeel van het hof
Vernietiging
Het hof zal de beslissing van de rechtbank vernietigen omdat het tot een andere beslissing komt op de vordering van officier van justitie.
De officier van justitie heeft omzetting van de terbeschikkingstelling met voorwaarden in een terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege gevorderd naar aanleiding van een reeks incidenten die zich hebben voorgedaan na de overplaatsing van de terbeschikkinggestelde naar FPA [plaats 3] . Volgens het reclasseringsrapport van
4 oktober 2022 is de terbeschikkinggestelde in de FPA in een neerwaartse spiraal terecht gekomen, wat uiteindelijk tot een crisisplaatsing in PPC [plaats 4] heeft geleid.
Uit de recente adviezen en rapportages van de deskundigen is naar voren gekomen dat de decompensatie van de terbeschikkinggestelde in FPA [plaats 3] mede veroorzaakt lijkt te zijn geweest door de abrupte en onvoldoende voorbereide overplaatsing van de terbeschikkinggestelde vanuit FPK [instelling 3] . Zijn medicatie (een antipsychoticum) was afgebouwd en de behandeling was nog niet voltooid. FPA [plaats 3] was onvoldoende op de hoogte van de vroegsignalen bij een dreigende decompensatie en de terbeschikkinggestelde raakte al snel na de overplaatsing in een psychose. Tijdens de crisisplaatsing in PPC [plaats 4] is besloten over te gaan tot dwangmedicatie. Hierop was een grote kanteling in zijn gedrag te zien, zo blijkt uit de Pro Justitia rapportage. Hij kon beter zijn behoeften uitspreken, was coöperatief en er was sprake van samenwerking.
Psychiater Sprock heeft gerapporteerd dat er sprake is van een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met antisociale en narcistische trekken. Daarnaast is sprake van een psychotische gevoeligheid. Aanvankelijk werd nog aangenomen dat zijn eerste psychose voortkwam uit middelen-gebruik, echter na de tweede episode houdt deze aanname geen stand. Cannabisgebruik zal een faciliterende werking hebben gehad, maar stress lijkt toch meer de doorslaggevende factor te zijn. De deskundige heeft verder gerapporteerd dat – na gebruik van risico-taxatie-instrumenten en afgaand op het klinisch oordeel – het recidiverisico op geweld, belaging en een zedendelict bij voortzetting van de maatregel als laag wordt ingeschat en dat het gebruik van antipsychotica beschermend werkt.
Gelet op de adviezen van de deskundigen, is het hof van oordeel dat de terbeschikkinggestelde nog een kans moet krijgen om te laten zien dat hij met gebruik van medicatie zich kan en wil inzetten om een nieuwe behandelpoging te laten slagen.
Daartoe is een wijziging van de aan de maatregel verbonden voorwaarden noodzakelijk, zoals het gebruik van medicatie. Ook zal een voorwaarde worden opgenomen ten aanzien van de mogelijk noodzakelijke overplaatsing naar een overbruggingsvoorziening.
Een aantal voorwaarden zal bovendien worden aangepast in verband met gewijzigde regelgeving of jurisprudentie.
De terbeschikkinggestelde heeft zich bereid verklaard deze gewijzigde voorwaarden na te leven.
In die omstandigheden is het hof van oordeel dat de tenuitvoerlegging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden op een verantwoorde wijze kan worden voortgezet met een verblijf en behandeling in een FPK. Het hof zal de voorwaarden, zoals geformuleerd in het vonnis van de rechtbank [plaats 3] van 22 april 2021 wijzigen zoals hieronder geformuleerd.

Beslissing

Het hof:
Vernietigtde beslissing van de rechtbank [plaats 3] van 15 november 2022 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde
[betrokkene];
Wijst afde vordering van de officier van justitie van 5 oktober 2022 tot het alsnog geven van een bevel tot verpleging van overheidswege;
Wijzigtde aan de terbeschikkingstelling verbonden voorwaarden in die zin dat deze komen te luiden dat de terbeschikkinggestelde (gewijzigde onderdelen cursief weergegeven):
- zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- zijn medewerking verleent ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit;
medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of ter inzage een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht aanbiedt;
- zijn medewerking verleent aan het maken van een digitale foto ten behoeve van zijn dossier;
- zich houdt aan aanwijzingen van de reclassering;
- medewerking verleent aan huisbezoeken;
- de reclassering inzicht geeft in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
- medewerking verleent aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met de terbeschikkinggestelde, als dat van belang is voor het toezicht;
- zich niet vestigt op een ander adres zonder toestemming van de reclassering;
- geen contact legt of laat leggen - direct of indirect- met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- zich niet bevindt te [plaats 5] (de woonplaats van [slachtoffer] ), zolang de reclassering dit noodzakelijk acht, waarbij de veroordeelde zich onder elektronisch toezicht stelt ter nakoming van deze voorwaarde;
- zich meldt bij de
Reclassering GGZ [instelling] , [adres] [plaats 3], en zich daarna op door de reclassering te bepalen tijdstippen blijft melden bij deze instelling of een andere locatie in overleg met de reclassering, zo frequent en zolang de reclassering dat noodzakelijk acht;
- zich onthoudt van het gebruik van drugs en zich verplicht ten behoeve van de naleving van dit verbod mee te werken aan bloedonderzoek of urineonderzoek;
- wordt verplicht zich op basis van de door het NIFP-IFZ afgegeven indicatiestelling te laten opnemen en behandelen in een FPK of FPA, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij de terbeschikkinggestelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de (geneesheer-)directeur van die instelling zullen worden gegeven, zolang de reclassering dat in overleg met die instelling nodig acht.
De opname start zodra de reclassering dit in overleg met de behandelaren wenselijk acht.
Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt de terbeschikkinggestelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing.
Indien er geen plek beschikbaar is, zal de terbeschikkinggestelde zijn medewerking verlenen aan een verblijf in het kader van een overbruggingsvoorziening, welke door de reclassering in overleg met de DIZ van het Ministerie van Justitie en Veiligheid wordt bepaald;
- de door de behandelend arts voorgeschreven geneesmiddelen inneemt dan wel toestaat dat deze hem door de behandelend arts worden toegediend;
- zich onder behandeling stelt van een nader te bepalen zorgverlener, op de tijden en plaatsen als door of namens die zorginstelling aan te geven, teneinde zich te laten behandelen, zolang de reclassering dat noodzakelijk acht;
- verblijft in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang, en zich houdt aan het (dag-) programma dat deze instelling in overleg met de reclassering heeft opgesteld, zolang de reclassering dat noodzakelijk acht;
- als de reclassering dat nodig vindt en de terbeschikkinggestelde daarmee instemt, voor een time-out kan worden opgenomen in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling. Deze time-out duurt totdat de reclassering of de terbeschikkinggestelde deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar.
- niet naar het buitenland of naar het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden gaat zonder toestemming van de
reclassering;
geeft opdracht aan
Reclassering GGZ [instelling] , [adres] [plaats 3]de ter beschikking gestelde bij de naleving van de voorwaarden, hulp en steun te verlenen.
Aldus gedaan door
mr. M. Keppels als voorzitter,
mr. G. Mintjes en mr. W.A. Holland als raadsheren,
dr. W.J. Canton en dr. K.J. de Wijs-Heijlaerts als raden,
in tegenwoordigheid van mr. N.E. Versloot als griffier,
en op 6 juli 2023 in het openbaar uitgesproken.
De raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.