Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Vité Beheer B.V.,
Dupatech B.V.,
[appellant3],
1.De procedure bij de rechtbank
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
“In 2018 werd mij duidelijk dat wij een stuk lieten liggen van wat DPPT altijd gedaan heeft. Toen hebben we eigenlijk [naam1]en [naam2]aangetrokken om dat stuk weer te laten oppakken in de BV die nu DIM Dupatech BV heet.”(pagina 9 proces-verbaal). Voor zover Vité c.s. betogen dat de thermoformer-activiteiten zijn stopgezet, is niet gegeven dat de andere activiteiten niet zijn voortgezet. Onvoldoende is toegelicht dat deze activiteiten niet als een voortzetting van de onderneming van DPPT gezien moeten worden. Het huidige Dupatech heeft bovendien in 2019 en 2021 ook thermoformers verkocht (productie 85 hoger beroep Vité c.s.). Het lijkt er dus op dat Dupatech deze activiteiten niet volledig heeft stopgezet. Ook als [naam1] en mevrouw [naam2] extra activiteiten hebben ingebracht, betekent dat niet dat de onderneming van DPPT niet is voortgezet, omdat deze extra activiteiten immers in aanvulling op die van DPPT kunnen zijn uitgevoerd. Het hof concludeert dan ook dat onvoldoende is betwist dat Dupatech de onderneming van DPPT heeft voortgezet.