Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift met producties, ingekomen op 2 mei 2023;
- het verweerschrift met producties;
- een e-mailbericht van [naam1] van 1 juni 2023 en
- twee brieven namens de moeder van 3 juli 2023 met producties.
- de moeder en haar advocaat;
- twee vertegenwoordigers namens de GI en
- een vertegenwoordiger namens de raad voor de kinderbescherming (verder: de raad).
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
primair: de beschikking van 22 december 2021 te wijzigen en te bepalen dat de zorgregeling wordt uitgebreid in die zin dat [de minderjarige] gedurende een weekend in de veertien dagen vanaf vrijdag 17 uur tot zondag 17 uur bij haar verblijft, alsmede dat zij gedurende drie bijzondere schoolmomenten per jaar zoals vieringen, voorstellingen of kijkmiddag aanwezig kan zijn, althans de zorgregeling uit te breiden op een wijze die het hof juist acht;
5.De motivering van de beslissing
In het bijzonder heeft de kinderrechter overwogen dat [de minderjarige] , gelet op zijn verleden en eigen problematiek, behoefte heeft aan een stabiele, voorspelbare en veilige leefomgeving waar hij in rust tot ontwikkeling kan komen. Het risico is volgens de kinderrechter te groot dat de opvoedsituatie in het gezinshuis, waar [de minderjarige] langzaamaan zijn draai weet te vinden,
De behandeling die [de minderjarige] bij [naam4] volgt, kan wellicht uitwijzen of hiervoor op den duur mogelijkheden zijn. Daarbij kan met begeleide omgang zicht komen op het gedrag van
De kinderrechter benoemt dat de moeder in samenwerking met de GI kan bezien wat het beste is voor [de minderjarige] . Tot slot overweegt de kinderrechter dat hij het belang van [de minderjarige] bij rust in zijn situatie zwaar laat meewegen.