ECLI:NL:GHARL:2023:6831

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
15 augustus 2023
Publicatiedatum
15 augustus 2023
Zaaknummer
200.329.171
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van omgangsregeling tussen vader en kinderen in hoger beroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 15 augustus 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de schorsing van een omgangsregeling tussen een vader en zijn kinderen. De moeder, verzoekster in deze procedure, had verzocht om de uitvoerbaarverklaring bij voorraad van de bestreden beschikking van de rechtbank Midden-Nederland te schorsen. De rechtbank had eerder een voorlopige omgangsregeling vastgesteld waarbij de kinderen eens per drie weken omgang hebben met de vader in een omgangshuis. De moeder voerde aan dat de omgangsregeling haar veel stress en angst bezorgde, en dat de vader haar en de kinderen ernstig bedreigde. Het hof oordeelde echter dat het belang van de vader en de kinderen om elkaar te zien zwaarder weegt dan het belang van de moeder bij schorsing van de omgangsregeling. Het hof concludeerde dat de veiligheid van de kinderen voldoende gewaarborgd was door de begeleiding in het omgangshuis en dat de zorgen van de moeder niet voldoende onderbouwd waren om de schorsing te rechtvaardigen. Het verzoek van de moeder werd dan ook afgewezen.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.329.171/02
(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland 551807)
beschikking van 15 augustus 2023
in de zaak van
[verzoekster],
wonende in [woonplaats1] ,
verzoeker,
verder te noemen: de moeder,
advocaat: mr. M.J.N. Koek in Amsterdam,
en
[verweerder],
wonende in [woonplaats2] ,
verweerder,
verder te noemen: de vader,
advocaat: mr. R. Vermeer in Utrecht.

1.Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Midden-Nederland van 16 mei 2023, uitgesproken onder voormeld zaaknummer (verder te noemen: de bestreden beschikking). In de bestreden beschikking heeft de rechtbank:
  • een voorlopige omgangsregeling vastgesteld waarbij [de minderjarige1] en [de minderjarige2] eens per drie weken omgang hebben met de vader bij een omgangshuis van [naam1] , [naam2] of een soortgelijke instantie;
  • de beslissing tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaard en
  • de verdere beslissing over de omgang aangehouden tot 16 november 2023 in afwachting van het verloop van de (voorlopige) omgangsregeling.

2. Het geding in hoger beroep in de hoofdzaak en met betrekking tot het verzoek tot schorsing

2.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het beroepschrift, tevens verzoek tot schorsing, met producties, binnengekomen op 4 juli 2023;
  • het verweerschrift op het verzoek tot schorsing met producties, en
  • een journaalbericht van de moeder van 27 juli 2023 met producties.
2.2
De mondelinge behandeling was op 7 augustus 2023. Aanwezig waren:
  • de moeder met haar advocaat, en
  • de advocaat van de vader.

3.De motivering van de beslissing

Verzoek en beoordelingskader
3.1
De moeder verzoekt het hof om de uitvoerbaarverklaring bij voorraad van de bestreden beschikking te schorsen.
3.2
Een veroordeling is uitvoerbaar, ook als daartegen hoger beroep is ingesteld. Het hof kan de uitvoerbaarheid schorsen als het belang van de veroordeelde partij bij behoud van de bestaande toestand zwaarder weegt dan het belang van de wederpartij. Het hof gaat uit van de overwegingen en beslissingen van de beschikking van de rechtbank. De kans van slagen van het hoger beroep blijft bij de belangenafweging buiten beschouwing. Als blijkt dat de beslissing van de rechtbank op een kennelijke misslag berust, kan het hof daaraan wel gevolgen voor de uitvoerbaarheid verbinden.
Ontvankelijkheid
3.3
Op de mondelinge behandeling heeft de moeder toegelicht dat zij aan de voorzieningenrechter schorsing van de bestreden beschikking heeft verzocht tot uiterlijk de beslissing van dit hof op het verzoek tot schorsing. Hieruit volgt naar het oordeel van het hof dat de afwijzing van de voorzieningenrechter van dat verzoek tot schorsing niet in de weg staat aan de behandeling en beoordeling door het hof van het huidige verzoek van de moeder tot schorsing, omdat dit laatste ziet op een ander tijdvak en er dus niet tweemaal een identiek verzoek aan de rechter wordt voorgelegd.
Geen kennelijke misslag
3.4
De moeder voert aan dat de bestreden beschikking berust op een kennelijke misslag. Volgens de moeder heeft de rechtbank geen rekening gehouden met de belaste voorgeschiedenis van partijen en de angst en stress die de moeder daardoor ervaart bij de omgang.
Het hof volgt dit standpunt van de moeder niet. In de bestreden beschikking, met name in overweging 3.3, leest het hof dat de rechtbank deze omstandigheden heeft meegewogen in haar oordeel. Het hof ziet ook geen andere aanwijzingen dat sprake is van een kennelijke misslag.
Belangenafweging
3.5
Het hof stelt vast dat de rechtbank de beslissing om de bestreden beschikking uitvoerbaar bij voorraad te verklaren niet heeft gemotiveerd. Het hof weegt daarom de belangen af die de moeder, de vader en de kinderen hebben bij het schorsen of uitvoeren van de bestreden beschikking. Het hof is van oordeel dat het belang van de moeder bij schorsing van de omgangsregeling in dit geval niet moet prevaleren boven het belang van de vader en de kinderen om elkaar te kunnen zien. Daartoe overweegt het hof het volgende.
3.6
De vader en de kinderen hebben recht op omgang met elkaar en het is bovendien voor [de minderjarige1] en [de minderjarige2] belangrijk om hun vader te (leren) kennen. Zij hebben er derhalve belang bij dat de omgangsregeling wordt uitgevoerd en het hof acht dit belang zwaarwegend.
3.7
De moeder maakt zich grote zorgen over de veiligheid van de kinderen als zij omgang hebben met de vader. Zij heeft verteld dat zij enorm veel stress en angst ervaart als de kinderen omgang hebben met de vader. De moeder heeft producties overgelegd – waarvan de rechtbank geen kennis heeft genomen - waaruit blijkt dat de vader haar en de kinderen zeer ernstig bedreigt en intimideert. Hij heeft onder andere gedreigd om de kinderen mee te nemen naar het buitenland.
Het hof is van oordeel dat de moeder zich op goede gronden zorgen maakt over de veiligheid van haarzelf en de kinderen. Daarmee is het belang van moeder bij de gevraagde schorsing gegeven, maar het hof acht dat belang toch niet zo groot dat de uitvoerbaarheid van de beschikking moet worden geschorst. Het hof is namelijk ook van oordeel dat de veiligheid van de kinderen voldoende gewaarborgd is doordat de omgang tussen de vader en de kinderen voorlopig begeleid plaatsvindt bij een omgangshuis. Het risico dat de vader de kinderen zal meenemen of in onveiligheid zal brengen is daarmee naar het oordeel van het hof voldoende afgedekt.
3.8
De moeder voert verder aan dat de omgangsregeling haar zoveel stress en angst geeft, dat dit zijn weerslag heeft op het welzijn van de kinderen. Uiteraard is het van belang het welzijn van de kinderen te waarborgen, maar het hof is van oordeel dat de moeder deze stelling onvoldoende heeft onderbouwd.
Uit de stukken kan het hof niet opmaken dat (uitvoering van) de omgangsregeling op dit moment een zo grote invloed op de moeder heeft en haar zo uit haar evenwicht brengt dat ook de kinderen daar onder lijden. De moeder heeft verteld dat het goed gaat met [de minderjarige1] en [de minderjarige2] en dat zij zich goed ontwikkelen. Zij heeft ook verteld dat zij geen professionele hulp heeft gezocht voor haar angsten en dat ook niet nodig vindt: zij praat met vrienden en familie over haar belaste verleden met de vader.
3.9
Het hof wijst het verzoek van de moeder daarom af.

4.De beslissing

Het hof:
wijst het verzoek van de moeder af.
Deze beschikking is gegeven door mrs. J.B. de Groot, H. Phaff en L. Hamer, bijgestaan door mr. L.M. de Wit als griffier en is op 15 augustus 2023 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.