In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 15 augustus 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarigen [de minderjarige2] en [de minderjarige3]. De moeder, verzoekster in hoger beroep, heeft de bestreden beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Gelderland aangevochten, waarin de machtiging tot uithuisplaatsing was verleend en verlengd. Het hof heeft vastgesteld dat de kinderrechter de machtiging tot uithuisplaatsing terecht heeft verleend, gezien de zorgen over de opvoedsituatie bij de moeder. De moeder en de vader zijn gezamenlijk belast met het gezag over de minderjarigen, die onder toezicht zijn gesteld. De moeder heeft in hoger beroep verzocht om de bestreden beschikking te vernietigen, maar het hof heeft geoordeeld dat de machtiging noodzakelijk was voor de verzorging en opvoeding van de kinderen. Het hof heeft de zorgen van de GI en de raad voor de kinderbescherming over de opvoedsituatie en de emotionele veiligheid van de kinderen meegewogen. De moeder heeft hulpverlening nodig om haar emotieregulatie te verbeteren, maar heeft nog niet aan een hulpverleningstraject deelgenomen. Het hof heeft het verzoek van de moeder afgewezen en de bestreden beschikking bekrachtigd, waarbij iedere partij de eigen proceskosten draagt.