Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift met producties, binnengekomen op 7 april 2023;
- een journaalbericht van de vader van 20 april 2023;
- het verweerschrift in de hoofdzaak;
- een journaalbericht van de vader van 26 april 2023, met productie;
- een journaalbericht van de vader van 7 juli 2023, met vermeerdering en wijziging van zijn verzoeken, en producties;
- een journaalbericht van de moeder van 10 juli 2023, met producties.
- de vader met zijn advocaat;
- de moeder met haar advocaat;
- een vertegenwoordiger van de raad voor de kinderbescherming (verder te noemen: de raad).
3.De feiten
- iedere week op woensdag van 8.30 uur tot 18.30 uur, waarbij de moeder [de minderjarige] naar de vader brengt en de vader [de minderjarige] weer terugbrengt naar de moeder, en:
- om de week van vrijdag om 18.30 tot maandag om 18.30 uur, waarbij de moeder [de minderjarige] naar de vader brengt en de vader [de minderjarige] weer terugbrengt naar de moeder.
4.De omvang van het geschil
- de moeder vervangende toestemming verleend om met [de minderjarige] te verhuizen naar [woonplaats2] ;
- bepaald dat [de minderjarige] haar hoofdverblijfplaats heeft bij de moeder;
- de volgende zorgregeling vastgesteld, die inhoudt dat [de minderjarige] bij de vader zal zijn:
waarbij de moeder [de minderjarige] naar de vader brengt en de vader [de minderjarige] weer terugbrengt naar de moeder;
waarbij telkens de moeder [de minderjarige] naar de vader brengt en de vader [de minderjarige] weer terugbrengt bij de moeder.
De rechtbank heeft een aantal, met de verhuizing samenhangende, verzoeken van de moeder afgewezen, namelijk tot vervangende toestemming voor inschrijving van [de minderjarige] op een school, bij een huisarts, tandarts en sportvereniging in [woonplaats2] . De kinderalimentatie-zaak is afgesplitst.
De vader verzoekt het hof, na wijziging en vermeerdering van zijn verzoeken (zie ook onder 5.1 van deze beschikking):
- de bestreden beschikking te vernietigen en het verzoek van de moeder om haar vervangende toestemming te verlenen om met [de minderjarige] naar [woonplaats2] te verhuizen, alsnog af te wijzen, en de moeder te verplichten om met [de minderjarige] op een afstand van maximaal vijftien kilometer van de woning van de vader te komen wonen en de volgende zorgregeling vast te stellen:
- reguliere zorgregeling: een co-ouderschap waarbij [de minderjarige] de ene week bij de vader verblijft en de andere week bij de moeder, waarbij het wisselmoment op vrijdag om 17.00 uur is;
- en een verdeling van de vakanties en feestdagen vast te stellen, zoals door de vader voorgesteld;
- reguliere zorgregeling: totdat [de minderjarige] naar de basisschool gaat, zal zij in de ene week bij de vader verblijven van vrijdag tot en met dinsdag, waarbij [de minderjarige] op vrijdag om 8.30 uur bij de vader wordt gebracht en waarbij de vader [de minderjarige] om 19.00 uur weer bij de moeder terugbrengt en in de andere week zal [de minderjarige] van maandag tot en met dinsdag bij de vader verblijven, waarbij [de minderjarige] op maandag om 8.30 uur bij de vader wordt gebracht en waarbij de vader [de minderjarige] om 19.00 uur weer bij de moeder terugbrengt;
- en een (door de vader voorgestelde) verdeling van de vakanties en feestdagen vast te stellen;
- reguliere zorgregeling: totdat [de minderjarige] naar de basisschool gaat, zal zij in de ene week bij de moeder verblijven van vrijdag tot en met dinsdag, waarbij [de minderjarige] op vrijdag om 8.30 uur bij de moeder wordt gebracht en waarbij de moeder [de minderjarige] om 19.00 uur weer bij de vader terugbrengt en in de andere week zal [de minderjarige] van maandag tot en met dinsdag bij de moeder verblijven, waarbij [de minderjarige] op maandag om 8.30 uur bij de moeder wordt gebracht en waarbij de moeder [de minderjarige] om 19.00 uur weer bij de vader terugbrengt
- en een verdeling van de vakanties en feestdagen vast te stellen;
5.De motivering van de beslissing
Het hof is bovendien niet overtuigd dat de moeder, al dan niet op termijn, geen (huur)woning had kunnen vinden in de omgeving van [woonplaats1] . De moeder heeft onvoldoende laten zien dat zij daadwerkelijk haar best heeft gedaan om een huis meer in de buurt te vinden. Het hof is van oordeel dat de voorgenomen verhuizing naar de nieuwe woning in [woonplaats2] daarmee niet goed doordacht en voorbereid was en op dat moment ook niet noodzakelijk was.
Het hof is echter van oordeel dat een co-ouderschapsregeling, zoals de vader verzoekt, in ieder geval voorlopig, niet haalbaar is. Het hof heeft gezien en gelezen dat de communicatie tussen de ouders zeer slecht verloopt. De ouders wantrouwen elkaar, uiten verwijten naar elkaar en diskwalificeren elkaar als ouders. Zij hebben allebei een totaal ander beeld van hoe hun relatie en de zorg voor [de minderjarige] verlopen zijn. Het hof heeft kunnen zien dat de relatiebreuk op de beide ouders een grote impact heeft gehad. Ook tijdens de zitting liepen de emoties op.
De huidige situatie is geen geschikte basis voor een co-ouderschap. Het hof is het met de raad eens dat de ouders een hulpverleningstraject zouden moeten aangaan om de onderlinge verhoudingen te verbeteren. Het is positief dat de ouders binnenkort zullen starten met het traject ‘ [naam3] ’.
- in de ene week van vrijdag tot en met maandag, waarbij [de minderjarige] op vrijdag om 8.30 uur bij de vader wordt gebracht en waarbij de vader [de minderjarige] om 19.00 uur weer bij de moeder terugbrengt;
- in de andere week van maandag tot en met dinsdag, waarbij [de minderjarige] op maandag om 8.30 uur bij de vader wordt gebracht en waarbij de vader [de minderjarige] op dinsdag om 19.00 uur weer bij de moeder terugbrengt.
Het hof zal de zorgregeling vaststellen zoals hierboven beschreven. Het is aan de ouders om – bijvoorbeeld in het kader van en samen met hulpverlening – verdere afspraken te maken over de uitvoering van de regeling. Het hof kan zich voorstellen dat nadere afspraken nodig zijn over het halen en brengen op vrijdagmiddag en maandagochtend, omdat de vader in deze regeling het vervoer van [de minderjarige] volledig op zich neemt. Hij heeft daartegen geen verweer gevoerd en mogelijk vindt hij het prettig om op die manier ook contact met school of andere ouders te kunnen hebben.
Het hof kan echter niet voor de ouders inschatten wat wel en niet haalbaar is op de langere termijn.
6.De beslissing
- in de ene week van vrijdag tot en met maandag, waarbij [de minderjarige] op vrijdag om 8.30 uur bij de vader wordt gebracht en waarbij de vader [de minderjarige] om 19.00 uur weer bij de moeder terugbrengt
- in de andere week van maandag tot en met dinsdag, waarbij [de minderjarige] op maandag om 8.30 uur bij de vader wordt gebracht en waarbij de vader [de minderjarige] om 19.00 uur weer bij de moeder terugbrengt;