ECLI:NL:GHARL:2023:6744

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
7 augustus 2023
Publicatiedatum
9 augustus 2023
Zaaknummer
21-005223-22
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak poging tot verkrachting, maar bewezenverklaring aanranding en diefstal

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 7 augustus 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Overijssel. De verdachte werd beschuldigd van poging tot verkrachting en meerdere diefstallen. Het hof oordeelde dat niet bewezen was dat de verdachte het slachtoffer met geweld of bedreiging had willen dwingen tot seksueel binnendringen. De verdachte had weliswaar handelingen verricht die als aanranding konden worden gekwalificeerd, maar hij ontkende dat hij uit was op penetratie. Het hof sprak de verdachte vrij van poging tot verkrachting, maar achtte de subsidiair tenlastegelegde aanranding wettig en overtuigend bewezen. Daarnaast werd de verdachte veroordeeld voor diefstal van een telefoon, een fiets en een ID-kaart, evenals voor diefstal door middel van een valse sleutel. De rechtbank had de verdachte eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, maar het hof kwam tot een andere bewijsbeslissing en strafoplegging. De verdachte werd uiteindelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van 22 maanden, met aftrek van voorarrest. Tevens werden vorderingen van benadeelde partijen toegewezen, waaronder schadevergoeding voor immateriële en materiële schade.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-005223-22
Uitspraak d.d.: 7 augustus 2023
TEGENSPRAAK
Verkort arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Overijssel van 24 november 2022 met parketnummer 08-111287-22 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [land] [geboortedatum] ,
thans verblijvende in P.I. [plaats] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 24 juli 2023 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft verder kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. J.C. Stam, naar voren is gebracht.
Ook heeft het hof kennisgenomen van hetgeen door de benadeelde partij [benadeelde 1] en namens haar door haar advocaat, [advocaat] , naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

Bij vonnis waarvan beroep is verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden. De rechtbank heeft voorts beslist op de vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde 1] en [benadeelde 2] .
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing en tot een andere strafoplegging komt. Het hof zal daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1. primair
hij op of omstreeks 22 april 2022 te [pleegplaats] , althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid [benadeelde 1] te dwingen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde 1] ,
- meermaals, althans eenmaal die [benadeelde 1] bij haar schouders en/of nek en/of hals, althans bij/aan het lichaam heeft vastgepakt en/of
- die [benadeelde 1] (met zijn onderlichaam) tegen een boom heeft geduwd en/of gedrukt, althans die [benadeelde 1] heeft belet weg te gaan en/of
- tegen die [benadeelde 1] heeft gezegd “shut up”, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- ( hierbij) iets voor de mond van die [benadeelde 1] heeft gehouden, althans die [benadeelde 1] heeft belet geluid te maken en/of
- ( wanneer die [benadeelde 1] probeert weg te komen) die [benadeelde 1] heeft opgetild, naar de boom getild en tegen de boom heeft geduwd en/of gedrukt, althans die [benadeelde 1] heeft belet weg te gaan en/of
- tegen die [benadeelde 1] (in het Engels) heeft gezegd dat zij hem moest kussen, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- zijn, verdachtes, mond en/of tong bij/rond/naar de hals en/of mond van die [benadeelde 1] heeft gebracht/gehouden en/of
- zijn, verdachtes, gulp en/of broek heeft opengemaakt en/of
- ( hierbij) (in het Engels) tegen die [benadeelde 1] heeft gezegd “als je niet meewerkt kil ik jou”, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- heeft getracht de broek van die [benadeelde 1] open te maken en/of
- aan de broek van die [benadeelde 1] heeft getrokken en/of
- zijn, verdachtes, hand heeft getracht in de broek van die [benadeelde 1] te brengen/bewegen en/of - die [benadeelde 1] (met kracht) (over haar kleding heen) in haar borst(en) en/of billen heeft geknepen, althans de borst(en) en/of billen van die [benadeelde 1] heeft vastgepakt/betast en/of
- de vagina en/of schaamstreek van die [benadeelde 1] (over haar kleding heen) heeft betast en/of
- ( daarbij) misbruik heeft gemaakt van een uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend (fysieke) overwicht en/of
- ( daarbij) voorbij is gegaan aan de verbale en non-verbale signalen van verzet en/of weerstand van die [benadeelde 1] en/of (aldus) voor die [benadeelde 1] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
1. subsidiair
hij op of omstreeks 22 april 2022 te [pleegplaats] , althans in Nederland, [benadeelde 1] door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, door
- meermaals, althans eenmaal die [benadeelde 1] bij haar schouders en/of nek en/of hals, althans bij/aan het lichaam vast te pakken en/of
- die [benadeelde 1] (met zijn onderlichaam) tegen een boom te duwen en/of drukken, althans die [benadeelde 1] te beletten weg te gaan en/of
- tegen die [benadeelde 1] te zeggen “shut up”, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- ( hierbij) iets voor de mond van die [benadeelde 1] te houden, althans die [benadeelde 1] te beletten geluid te maken en/of
- ( wanneer die [benadeelde 1] probeert weg te komen) die [benadeelde 1] op te tillen, naar de boom te tillen en tegen de boom te duwen en/of drukken, althans die [benadeelde 1] te beletten weg te gaan en/of
- tegen die [benadeelde 1] (in het Engels) te zeggen dat zij hem moest kussen, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- zijn, verdachtes, mond en/of tong bij/rond/naar de hals en/of mond van die [benadeelde 1] te brengen en/of houden en/of
- zijn, verdachtes, gulp en/of broek open te maken en/of
- ( hierbij) (in het Engels) tegen die [benadeelde 1] te zeggen “als je niet meewerkt kil ik jou”, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- te trachten de broek van die [benadeelde 1] open te maken en/of
- aan de broek van die [benadeelde 1] te trekken en/of
- zijn, verdachtes, hand te trachten in de broek van die [benadeelde 1] te brengen/bewegen en/of
- die [benadeelde 1] (met kracht) (over haar kleding heen) in haar borst(en) en/of billen te knijpen, althans de borst(en) en/of billen van die [benadeelde 1] vast te pakken en/of te betasten en/of
- de vagina en/of schaamstreek van die [benadeelde 1] (over haar kleding heen) te betasten en/of
- ( daarbij) misbruik te maken van een uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend (fysieke) overwicht en/of
- ( daarbij) voorbij te gaan aan de verbale en non-verbale signalen van verzet en/of weerstand van die [benadeelde 1] en/of (aldus) voor die [benadeelde 1] een bedreigende situatie te doen laten ontstaan;
2.
hij op of omstreeks 22 april 2022 te [pleegplaats] , althans in Nederland,
- een telefoon (Apple iPhone) en/of
- een fiets (Gazelle) en/of
- een ID-kaart,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
3.
hij op of omstreeks 1 mei 2022 te [pleegplaats] , althans in Nederland,
- twee, althans een of meerdere telefoon(s) (Samsung) en/of
- twee, althans een of meerdere bankpas(sen)
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 2] en/of [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
4.
hij op of omstreeks 1 mei 2022 te [pleegplaats] , althans in Nederland, een of meer geldbedrag(en) (met een totaal van 86,05 euro), in elk geval enig geldbedrag, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 2] en/of [slachtoffer] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, door te pinnen met een of meerdere (gestolen) pinpas(sen) van die [benadeelde 2] en/of [slachtoffer] .
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

De feiten

Ten aanzien van de feiten 2, 3 en 4 heeft verdachte verklaard dat het klopt dat hij deze hem tenlastegelegde en door de rechtbank bewezenverklaarde diefstallen heeft gepleegd, zodat deze feiten geen bespreking behoeven.
Ten aanzien van feit 1:
Verdachte ontkent dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan poging tot verkrachting zoals door de rechtbank is bewezenverklaard.
Verdachte heeft verklaard dat hij op in de vroege ochtend van 22 april 2022 te [pleegplaats] zag dat [benadeelde 1] met haar fiets ten val kwam. Verdachte heeft de telefoon van [benadeelde 1] van de grond gepakt en tegen haar gezegd dat hij haar wilde helpen zoeken naar de telefoon.
[benadeelde 1] heeft verklaard dat verdachte tegenover haar stond bij een boom en dat hij in het Engels tegen haar zei dat zij hem moest kussen. [benadeelde 1] voelde zijn tong in haar hals of rond haar mond. [benadeelde 1] zei dat zij dat niet wilde. Verdachte hield haar bij haar schouders vast tegen de boom gedrukt. Op camerabeelden van het feit is onder meer te zien dat verdachte het slachtoffer tegen een boom duwt, waarna het slachtoffer regelmatig “no please” roept en ”Let me go home” zegt.
Volgens [benadeelde 1] ritste verdachte zijn gulp open en zei hij tegen haar: “Als je niet meewerkt, dan kill ik jou”. Verdachte heeft verklaard dat hij de rits van zijn broek een klein beetje naar beneden deed en dat dat een ‘spannend, heet moment’ was en dat hij een erectie had.
[benadeelde 1] verklaarde dat verdachte ook probeerde haar broek open te doen en dat hij aan haar broek trok. [benadeelde 1] voelde de hand van verdachte aan de bovenrand van haar broek aan de voorkant op haar blote huid en hij probeerde haar broek in te gaan naar beneden, waarschijnlijk naar haar vagina. Tenslotte heeft verdachte over de kleding in haar borsten geknepen en haar kont en zij betast en ook haar vagina, over haar broek, aangeraakt, zo verklaarde [benadeelde 1] .
Verdachte heeft bekend dat hij de borsten en billen van [benadeelde 1] heeft aangeraakt. Hij hield daarbij één arm van [benadeelde 1] vast tegen haar buik. Verdachte verklaarde dat [benadeelde 1] gilde omdat zij het niet wilde.
Verdachte heeft ter terechtzitting van de rechtbank verklaard dat hij drugs had gebruikt en dat hij daardoor seksueel opgewonden was.

Vrijspraak van feit 1 primair:

De vraag die het hof ten aanzien van feit 1 heeft te beantwoorden is of er sprake was van poging tot verkrachting zoals primair tenlastegelegd, of van feitelijke aanranding van de eerbaarheid zoals subsidiair tenlastegelegd.
Het hof heeft uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte het onder 1 primair tenlastegelegde heeft begaan.
Het hof is van oordeel dat de door verdachte op 22 april 2022 te [pleegplaats] gepleegde handelingen zeer ernstig zijn en een enorme impact hebben gehad en nog hebben op het slachtoffer, [benadeelde 1] . Dat verdachte het slachtoffer toen met geweld of een andere feitelijkheid of bedreiging daarmee heeft willen dwingen tot het ondergaan handelingen die mede bestonden uit het seksueel
binnendringenvan het lichaam van [benadeelde 1] , acht het hof evenwel niet bewezen. Verdachte heeft zich tegenover aangeefster ook niet in die zin uitgelaten. Hoewel verdachte uiteindelijk bij de politie en ter terechtzitting van de rechtbank wel heeft toegegeven dat hij seksueel opgewonden was, heeft hij elke keer met klem ontkend dat hij uit was op seks in de zin van penetratie. Ook uit de handelingen van verdachte, zoals het zoenen en het over de kleding betasten van aangeefster en het openen van de gulp van zijn eigen broek, kan niet worden afgeleid dat verdachte uit was op het verkrachten (seksueel
binnendringen) van [benadeelde 1] . Het hof spreekt verdachte daarom vrij van poging tot verkrachting.
Wel acht het hof de subsidiair tenlastegelegde aanranding wettig en overtuigend bewezen.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 subsidiair, 2, 3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1. subsidiair
hij op
of omstreeks22 april 2022 te [pleegplaats]
, althans in Nederland,[benadeelde 1] door geweld of een andere feitelijkheid en
/ofbedreiging met geweld
of een andere feitelijkheid, heeft gedwongen tot het
plegen en/ofdulden van een of meer ontuchtige handelingen, door
- meermaals
, althans eenmaaldie [benadeelde 1] bij haar schouders
en/of nek
en/of hals
, althans bij/aan het lichaamvast te pakken en
/of
- die [benadeelde 1] (met zijn onderlichaam) tegen een boom te duwen
en/of drukken, althans die [benadeelde 1] te beletten weg te gaan en
/of
- tegen die [benadeelde 1] te zeggen “shut up”
, althans woorden van gelijke aard en/of strekkingen
/of
- ( hierbij) iets voor de mond van die [benadeelde 1] te houden,
althans die [benadeelde 1] te beletten geluid te maken en/of
-
(wanneer die [benadeelde 1] probeert weg te komen
)die [benadeelde 1]
op te tillen, naar de boom te tillen entegen de boom te duwen
en/of drukken
, althans die [benadeelde 1] te beletten weg te gaanen
/of
- tegen die [benadeelde 1] (in het Engels) te zeggen dat zij hem moest kussen
, althans woorden van gelijke aard en/of strekkingen
/of
- zijn, verdachtes, mond en/of tong
bij/rond/naar de hals en/of mond van die [benadeelde 1] te brengen
en/of houdenen
/of
- zijn, verdachtes, gulp
en/of broekopen te maken en
/of
- ( hierbij) (in het Engels) tegen die [benadeelde 1] te zeggen “als je niet meewerkt kil ik jou”,
althans woorden van gelijke aard en/of strekkingen
/of
- te trachten de broek van die [benadeelde 1] open te maken en
/of
- aan de broek van die [benadeelde 1] te trekken en
/of
- zijn, verdachtes, hand te trachten in de broek van die [benadeelde 1] te brengen
/bewegenen
/of
- die [benadeelde 1] (met kracht) (over haar kleding heen) in haar borst
(en
) en/of billente knijpen,
althans de borst(en)en
/ofde billen van die [benadeelde 1] vast te pakken en/of te betasten en
/of
- de vagina en/of schaamstreek van die [benadeelde 1]
(over haar kleding heen
)te betasten en
/of
-
(daarbij
)misbruik te maken van een uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend
(fysieke
)overwicht en
/of
-
(daarbij
)voorbij te gaan aan de verbale en non-verbale signalen van verzet en
/ofweerstand van die [benadeelde 1] en
/of (aldus
)voor die [benadeelde 1] een bedreigende situatie te doen laten ontstaan;
2.
hij op
of omstreeks22 april 2022 te [pleegplaats]
, althans in Nederland,
- een telefoon (Apple iPhone) en
/of
- een fiets (Gazelle) en
/of
- een ID-kaart,
in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deleaan [benadeelde 1] ,
in elk geval aan een andertoebehoorde
(n
)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
3.
hij op
of omstreeks1 mei 2022 te [pleegplaats]
,althans in Nederlan
d,
- twee
, althans een of meerderetelefoon
(s
)(Samsung) en
/of
- twee
, althans een of meerderebankpas
(sen
)
in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deleaan [benadeelde 2] en
/of[slachtoffer]
, in elk geval aan een ander of anderentoebehoorde
(n
)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
4.
hij op of omstreeks 1 mei 2022 te [pleegplaats]
, althans in Nederland, een of meergeldbedrag
(en
)(met een totaal van 86,05 euro),
in elk geval enig geldbedrag, in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deleaan [benadeelde 2] en
/of[slachtoffer]
, in elk geval aan een andertoebehoorde
(n
)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte
zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te
nemen goed/goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, door te pinnen met
een of meerdere (gestolen
)pinpas
(sen
)van die [benadeelde 2] en
/of[slachtoffer] .
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het onder 1 subsidiair bewezenverklaarde levert op:
feitelijke aanranding van de eerbaarheid.
Het onder 2 en 3 bewezenverklaarde levert op:
telkens: diefstal.
Het onder 4 bewezenverklaarde levert op:
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De advocaat-generaal heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van drie jaren met aftrek van voorarrest. Tevens heeft de advocaat-generaal oplegging gevorderd van vrijheidsbeperkende maatregelen ex artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht, ten weten een gebiedsverbod voor de duur van vijf jaren, van 500 meter rondom de [straatnaam] in [pleegplaats] , alsmede een contactverbod met [benadeelde 1] .
Verder vorderde de advocaat-generaal toewijzing van de vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde 2] en [benadeelde 1] .
De raadsman heeft aangevoerd dat er ten aanzien van feit 1 geen sprake is van poging tot verkrachting en dat de in eerste aanleg opgelegde gevangenisstraf disproportioneel hoog is.
De raadsman stelt voor om voor alle feiten samen een gevangenisstraf op te leggen gelijk aan de duur van het voorarrest.
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Het hof heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen -en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van de hierna aan te geven duur leiden- dat ten aanzien van feit 1, de bewezenverklaarde handelingen van verdachte zeer ernstig zijn en dat het bewezenverklaarde feit een enorme impact heeft gehad en nog heeft op het slachtoffer, [benadeelde 1] .
Verdachte heeft met zijn handelen heeft op ernstige wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van het slachtoffer en daarbij de positie van het slachtoffer volkomen ondergeschikt gemaakt aan zijn eigen lustgevoelens.
Dit soort feiten zorgen voor traumatische gevolgen bij slachtoffers. Dit bleek ook uit de slachtofferverklaring die aangeefster ter zitting heeft voorgelezen. Ook zorgt het voor grote onrust in de samenleving.
Verdachte heeft zich bovendien schuldig gemaakt aan een drietal diefstallen. Een van deze diefstallen betreft het slachtoffer [benadeelde 1] . Verdachte heeft haar niet alleen aangerand, maar heeft ook haar telefoon, haar ID-kaart en haar fiets ontvreemd.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Gelet op de hoogte van de straf, ziet het hof geen aanleiding voor het opleggen van vrijheidsbeperkende maatregelen, zoals gevorderd.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 9.259,00. Daarnaast vorderde de benadeelde partij een bedrag van € 20,46 aan proceskosten. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
In beroep heeft de benadeelde partij haar vordering verminderd tot een bedrag van
€ 9.095,60, te weten een bedrag van € 7.500 aan immateriële schade en een bedrag van € 1.595,60 aan materiële schade (€ 849,00 telefoon; € 90,00 fiets; € 50,00 kleding; € 606,60 eigen risico). Daarnaast heeft zij het bedrag aan proceskosten verhoogd tot € 195,05, bestaande uit reiskosten (€ 175,50) en parkeerkosten (€ 20,00).
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 1 subsidiair en 2 bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden ter hoogte van het gevorderde bedrag aan schadevergoeding. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering zal worden toegewezen.
Het hof zal tevens als proceskosten een bedrag van € 20,00 in verband met parkeerkosten toewijzen. Aangezien de benadeelde partij ter terechtzitting is bijgestaan door een gemachtigde zijn de reiskosten gelet op het bepaalde in artikel 238 leden 1 en 2, bezien in samenhang met artikel 239 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, niet toewijsbaar.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 188,95. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 3 en 4 bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering zal worden toegewezen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 36f, 57, 246, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 primair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 subsidiair, 2, 3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 subsidiair, 2, 3 en 4 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
22 (tweeëntwintig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 1] ter zake van het onder 1 subsidiair en 2 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 9.095,60 (negenduizend vijfennegentig euro en zestig cent) bestaande uit € 1.595,60 (duizend vijfhonderdvijfennegentig euro en zestig cent) materiële schade en € 7.500,00 (zevenduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op
20,00 (veertig euro). Wijst af het meer gevorderde.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 1] , ter zake van het onder 1 subsidiair en 2 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 9.095,60 (negenduizend vijfennegentig euro en zestig cent) bestaande uit € 1.595,60 (duizend vijfhonderdvijfennegentig euro en zestig cent) materiële schade en € 7.500,00 (zevenduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 80 (tachtig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële en de immateriële schade op 22 april 2022.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 2] ter zake van het onder 3 en 4 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 188,95 (honderdachtentachtig euro en vijfennegentig cent) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 2] , ter zake van het onder 3 en 4 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 188,95 (honderdachtentachtig euro en vijfennegentig cent) als vergoeding voor materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 3 (drie) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op 1 mei 2022.
Aldus gewezen door
mr. H.M.E. Tebbenhoff Rijnenberg, voorzitter,
mr. F.A.M. Bakker en mr. O.O. van der Lee, raadsheren,
in tegenwoordigheid van J.R.M. Roetgerink, griffier,
en op 7 augustus 2023 ter openbare terechtzitting uitgesproken.