ECLI:NL:GHARL:2023:6701

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
17 april 2023
Publicatiedatum
8 augustus 2023
Zaaknummer
21-004272-22
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor openlijk geweld en wederspannigheid tijdens boerenprotest bij woning minister

In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 17 april 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Gelderland. De verdachte was eerder veroordeeld tot een taakstraf van 100 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand wegens openlijke geweldpleging en wederspannigheid tijdens een boerenprotest bij de woning van minister C. van der Wal. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en een andere bewezenverklaring vastgesteld. De verdachte heeft op 28 juni 2022, samen met anderen, openlijk geweld gepleegd tegen politieauto's en zich verzet tegen politieambtenaren die de openbare orde probeerden te handhaven. Het hof oordeelde dat de verdachte een significante bijdrage heeft geleverd aan het geweld en dat zijn handelen de openbare orde heeft verstoord. De verdediging voerde aan dat de verdachte vrijgesproken moest worden, maar het hof verwierp deze argumenten. De verdachte werd uiteindelijk veroordeeld tot een taakstraf van 80 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand met een proeftijd van twee jaren. Het hof benadrukte dat het recht op vrijheid van meningsuiting en betoging niet betekent dat men strafbare feiten kan plegen.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-004272-22
Uitspraak d.d.: 17 april 2023
TEGENSPRAAK
Verkort arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, van 23 september 2022 met parketnummer 05-174744-22 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1995,
wonende te [woonplaats] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 3 april 2023 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. M.J.J.E. Stassen, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

Verdachte is op 23 september 2022 door politierechter in de rechtbank Gelderland veroordeeld tot een taakstraf van 100 uren, subsidiair 50 dagen hechtenis en een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand met een proeftijd van 2 jaren, een en ander wegens openlijke geweldpleging en wederspannigheid bij een boerenprotest nabij de woning van de minister voor Natuur en Stikstof.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het hof komt tot een enigszins andere bewezenverklaring. Ook zal het een andere beslissing nemen ten aanzien van de strafoplegging. Het hof zal daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in hoger beroep – tenlastegelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 28 juni 2022 te [plaats 1] openlijk, te weten de [straatnaam] , in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een goed, te weten één of meer (verschillende) politieauto's door
- een politieauto vast te pakken en/of vast te houden en heen en weer te schudden en/of
-(vervolgens) een politieauto te verplaatsen waardoor ruimte ontstond tussen de twee politieauto's en/of
- een ruit van de politieauto in de slaan en/of in te gooien en/of
- een strobaal de politieauto in te gooien en/of te plaatsen en/of
- de linie van de twee politieauto's te doorbreken waardoor een en/of meerdere tractors de linie konden passeren en/of
- daarbij woorden roepen 'Ja kom op', 'kom maar' of woorden van gelijke aard en/of strekking en/of bevestigende gebaren maken en/of
- een camera af te dekken en/of afgedekt te houden door met een doek of T-shirt over deze camera te handen en/of
- ( vervolgens) deze camera weg te nemen en/of
- met een combine strobalen te versnipperen en/of (vervolgens) het weg spuiten/blazen van dat versnipperde hooi;
2.
hij op of omstreeks 28 juni 2022 te [plaats 1] , door twee of meer personen met verenigde krachten gepleegd, althans alleen zich met geweld en/of bedreiging met geweld, heeft verzet tegen een of meer ambtenaren, [ambtenaar 1] en/of [ambtenaar 2] en/of [ambtenaar 3] en/of [ambtenaar 4] en/of [ambtenaar 5] en/of [ambtenaar 6] en/of [ambtenaar 7] en/of [ambtenaar 8] (allen politieambtenaar), werkzaam in de rechtmatige uitoefening van zijn/haar/hun bediening, te weten het handhaven van de openbare orde vanwege het feit dat er een groot aantal tractoren onderweg waren naar de woning van minister C. van der Wal door
- een politieauto vast te pakken en/of vast te houden en heen en weer te schudden en/of
- ( vervolgens) een politieauto te verplaatsen waardoor ruimte ontstond tussen de twee politieauto's en/of
- een ruit van de politieauto in de slaan en/of in te gooien en/of
- een strobaal de politieauto in te gooien en/of te plaatsen en/of
- de linie van de twee politieauto's te doorbreken waardoor een en/of meerdere tractors de linie konden passeren en/of
- daarbij woorden roepen 'Ja kom op', 'kom maar' of woorden van gelijke aard en/of strekking en/of bevestigende gebaren maken en/of
- een camera af te dekken en/of afgedekt te houden door met een doek of T-shirt over deze camera te handen en/of
- ( vervolgens) deze camera weg te nemen en/of
- met een combine strobalen te versnipperen en/of (vervolgens) het weg spuiten/blazen van dat versnipperde hooi.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Overweging met betrekking tot het bewijs

De advocaat-generaal heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van beide ten laste gelegde feiten.
De verdediging heeft bepleit dat verdachte integraal dient te worden vrijgesproken. Ten aanzien van de openlijke geweldpleging heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat het duwen en trekken aan de politieauto, met het enkele doel deze te verplaatsen, niet gekwalificeerd kan worden als het plegen van openlijk geweld. Voorts kan het vernielen van de autoruit verdachte niet worden aangerekend, nu dit een gerichte eenmansactie betrof waarvoor de betreffende persoon ook veroordeeld is. Daarnaast is voor het versnipperen en blazen van hooi toestemming gegeven door de aanwezige politieambtenaren en kan dit voorts niet worden gekwalificeerd als het plegen van geweld tegen een politieauto.
Ten aanzien van de wederspannigheid heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat het proberen te verplaatsen van de politieauto geen wederspannigheid oplevert, omdat wederspannigheid ziet op het gewelddadige actieve verzet tegen een actief optredende ambtenaar die een handeling verricht. Ook kan niet worden vastgesteld dat sprake is geweest van een bewuste en nauwe samenwerking.
Subsidiair is de raadsman van mening dat sprake is van een onvoldoende gespecificeerde tenlastelegging betreffende de ‘rechtmatige uitoefening van zijn bediening’. Hieruit valt niet af te leiden wat nu de concrete handeling van een individuele agent was waartegen verdachte actief verzet heeft gepleegd, wat dient te leiden tot nietigheid van dat deel van de dagvaarding.
Het hof is van oordeel dat het door verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het tenlastegelegde wordt weersproken door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
Het hof overweegt daarbij in het bijzonder.
Openlijke geweldpleging
Het hof stelt voorop dat wanneer een groep personen zich schuldig maakt aan het in het openbaar plegen van geweld, de groepsleden kunnen worden vervolgd voor openlijke geweldpleging. Dit brengt eveneens met zich mee dat voor een bewezenverklaring van het plegen van openlijk geweld niet is vereist dat elk van de deelnemers zich schuldig heeft gemaakt aan alle onderdelen van de tenlastelegging. Van het in vereniging plegen van geweld is sprake indien de betrokkene een voldoende significante of wezenlijke bijdrage levert aan het toegepaste geweld, zij het dat deze bijdrage zelf niet van fysiek gewelddadige aard hoeft te zijn. Er moet dan wel sprake zijn van gedragingen die het geweld hebben bevorderd. Onder geweld in de zin van artikel 141 van het Wetboek van Strafrecht dient voorts te worden verstaan, elke uitoefening van lichamelijke kracht tegen een persoon of goed van niet al te geringe intensiteit, waardoor de openbare orde wordt verstoord.
Op grond van de inhoud van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting stelt het hof het volgende vast.
Op 10 juni 2022 verschenen een tweetal kamerbrieven over het toekomstperspectief voor de landbouw en richtinggevende doelen voor stikstofreductie per Natura 2000-gebied. Hierin is opgenomen dat de stikstofuitstoot in veel delen van het land met 70% moet worden teruggedrongen. Naar aanleiding hiervan vinden in juni 2022 diverse (lokale) acties plaats. Zo werden hooibalen langs de kant van snelwegen in brand gestoken, werd er een treinspoor geblokkeerd en heeft een groep boeren op 10 juni 2022 het huis van de minister van Natuur en Stikstof, minister Van der Wal, bezocht. Nadat op 21 juni 2022 geen van de moties tegen het stikstofbeleid een meerderheid had gekregen, werden er verdere acties aangekondigd. Zo werden op 27 juni 2022 16 snelwegen op bepaalde punten volledig geblokkeerd. Ook vonden er onregelmatigheden plaats op de A1 bij [plaats 2] .
Nadat op 28 juni 2022 bekend werd dat de stikstofplannen van de regering doorgang zouden vinden, is besloten om die avond verder te protesteren. Onder andere via appberichten werd er rond 19.30 uur afgesproken bij de carpoolplaats te [plaats 3] . Vanaf de carpoolplaats is een lange stoet met trekkers en auto’s vertrokken. Uiteindelijk bleek de bestemming (weer) het woonhuis van minister Van der Wal in [plaats 1] te zijn. Door de ver in de minderheid zijnde politie werd een drietal kruisingen in de buurt van de woning afgezet om te voorkomen dat de woning daadwerkelijk bereikt zou worden, waaronder de kruising [straatnamen] . Die kruising werd afgezet door een tweetal politievoertuigen en een afzetlint. Het is bij die kruising dat (het grootste gedeelte van) de stoet uiteindelijk tot stilstand kwam. De betrokkenen stapten uit hun voertuigen en duidelijk was dat zij niet blij waren met de afzetting. Ze waren al meer dan twee uur onderweg geweest en wilden dan toch bij het huis van de minister kunnen komen, aldus een van de medeverdachten. Het afzetlint werd kapotgetrokken. Vanuit de groep werd geroepen dat ze niet weg zouden gaan voordat ze bij de woning van de minister waren geweest. Ook werd vanuit de groep geroepen dat ze de dienstauto’s wel weg zouden halen. Een combine met hakselaar die met de stoet was meegekomen werd op ongeveer 2 meter van de dienstvoertuigen geparkeerd en spoot stro op de aanwezige verbalisanten, de politievoertuigen en de straat.
Op enig moment werd er iets geroepen in de trant van ‘Kom jongens, die auto moet aan de kant’. Een groep van (ongeveer) 16 personen heeft toen geprobeerd om één van de twee politieauto’s te verplaatsen door aan het voertuig te duwen en te trekken teneinde de tractoren de mogelijkheid te bieden de afzetting te omzeilen om zo door te kunnen rijden naar de woning van de minister. Ook is een ruit van de andere politieauto ingetrapt. Uiteindelijk is de door de politie gemaakte linie of afzetting doorbroken en zijn trekkers via de berm naar het huis van de minister gereden, alwaar onder andere (een combinatie van hooi en) mest is uitgestort.
Niet ter discussie staat dat verdachte zich op enig moment bij de stoet heeft aangesloten en deel heeft uitgemaakt van de groep personen die aan de politieauto heeft geduwd en getrokken.
Anders dan de verdediging is het hof van oordeel dat verdachte zich daarmee schuldig heeft gemaakt aan openlijke geweldpleging tegen de politieauto. Verdachte heeft niet alleen getalsmatig de groep verstrekt, maar ook actief deelgenomen aan het trekken en duwen tegen de politieauto. Verdachte heeft daarmee een voldoende significante of wezenlijke bijdrage aan het geweld geleverd. Het hof neemt daarbij mede in aanmerking dat uitgaande van de zich in het dossier bevindende camerabeelden van het duwen en trekken tegen de politieauto, dit zonder meer met een zodanige kracht is gebeurd dat daarmee het rechtsgoed (het politievoertuig) in gevaar werd gebracht. Daar komt bij dat, weliswaar niet door verdachte zelf, maar wel door een tot dezelfde groep behorend persoon binnen hetzelfde tijdsbestek de ruit van de politieauto heeft ingetrapt, waarmee ook het intrappen van de ruit onderdeel uitmaakt van het tenlastegelegde openlijke geweld. Tevens neemt het hof daarbij in aanmerking de verklaring van medeverdachte [medeverdachte] inhoudende dat met de hakselaar werd gespoten om de politie af te leiden, zodat zij de auto konden verplaatsen en teneinde de tractoren de mogelijkheid te bieden de afzetting te omzeilen om zo door te kunnen rijden naar de woning van de minister, waaruit het hof afleidt dat er binnen de groep sprake was van (enig) overleg en daarmee van een nauwe en bewuste samenwerking. Gelet op het geheel van de feiten en omstandigheden waaronder het tenlastegelegde is begaan, is naar het oordeel van het hof het geweld tevens van die aard geweest dat daarmee de openbare werd verstoord.
Dat, zoals door meerdere van de verdachten is verklaard, de politie toestemming heeft gegeven voor het spuiten met de hakselaar en daarmee – zo begrijpt het hof – niet meegenomen kan worden als onderdeel van de feiten en omstandigheden waaronder het openlijke geweld is gepleegd, blijkt niet uit het dossier. Daaruit valt enkel af te leiden dat de politie, die met zo’n zeven personen ver in de minderheid was, om de situatie beheersbaar te houden en niet verder te laten escaleren, niet actief heeft opgetreden tegen het spuiten met de hakselaar en zich heeft teruggetrokken achter de afzetting.
Het hof is op grond van het voorgaande van oordeel dat verdachte met zijn handelen opzet heeft gehad op de ten laste gelegde geweldshandelingen en daaraan een voldoende significante bijdrage heeft geleverd. Het hof verwerpt de verweren en komt tot een bewezenverklaring van de ten laste gelegde openlijke geweldpleging.
Wederspannigheid
Het hof stelt voorop dat onder het plegen van verzet tegen politieambtenaren moet worden verstaan het weerstreven van de ondernomen ambtshandeling.
Op grond van de inhoud van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting zoals hiervoor al weergegeven stelt het hof vast dat verdachte samen met anderen de politieauto heeft geprobeerd te verplaatsen met het doel de tractoren door te laten. Het doorlaten van de tractoren is juist hetgeen de politie, door het plaatsen van de afzettingen, probeerde te voorkomen. Het was voor iedere aanwezige volkomen duidelijk dat het de bedoeling was te voorkomen dat de demonstranten de woning van de minister zouden bereiken. De verdachte heeft daarmee de ondernomen ambtshandeling tegengewerkt en zich derhalve schuldig gemaakt aan wederspannigheid.
Het verweer van de raadsman dat van wederspannigheid slechts sprake is wanneer een verdachte zich
fysiekverzet tegen een
concrete actievan een verbalisant, vindt naar het oordeel van het hof geen steun in het recht en getuigt daarmee van een onjuiste rechtsopvatting.
Het hof is op grond van het voorgaande van oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan wederspannigheid met verenigde krachten gepleegd. Het hof verwerpt de verweren.
Geldigheid dagvaarding
Tot slot is het hof van oordeel dat geen sprake is van een nietige dagvaarding.
Voor zover de raadsman met het verweer ook heeft bedoeld aan te voeren dat onvoldoende duidelijk was waartegen verdachte zich diende te verdedigen, verwerpt het hof dit verweer, omdat uit de stukken van het geding zonder meer blijkt dat het voor de verdediging en verdachte zowel in eerste aanleg als in hoger beroep duidelijk was waartegen zij zich hebben moeten verdedigen.
En voor zover de raadsman heeft bedoeld aan te voeren dat de rechtmatigheid van de uitoefening van de bediening nader in de tenlastelegging omschreven had dienen te worden, stelt de raadsman een eis die de wet niet kent.
Ook in zoverre wordt het verweer van de verdediging verworpen.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1.
hij op
of omstreeks 28 juni 2022te [plaats 1] openlijk, te weten aan de [straatnaam] , in elk geval op
of aande openbare weg
en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats,in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een goed, te weten één of meer (verschillende) politieauto's door
- een politieauto vast te pakken en/of vast te houden en heen en weer te schudden en
/of
- ( vervolgens) een politieauto te verplaatsen waardoor ruimte ontstond tussen de twee politieauto’s en
/of
- een ruit van de politieauto in de slaan en/of in te gooien en
/of
- een strobaal de politieauto in te gooien en/of te plaatsen en/of
- de linie van de twee politieauto’s te doorbreken waardoor een en/of meerdere tractors de linie konden passeren en/of
- daarbij woorden roepen ‘Ja kom op’, ‘kom maar’ of woorden van gelijke aard en/of strekking en/of bevestigende gebaren maken en
/of
- een camera af te dekken en/of afgedekt te houden door met een doek of T-shirt over deze camera te handen en/of
- (vervolgens) deze camera weg te nemen en/of
- met een combine strobalen te versnipperen en/of (vervolgens) het weg spuiten/blazen van dat versnipperde hooi;
2.
hij op of omstreeks 28 juni 2022 te [plaats 1] , door twee of meer personen met verenigde krachten gepleegd,
althans alleenzich met geweld
en/of bedreiging met geweld, heeft verzet tegen een of meer ambtenaren, [ambtenaar 1] en
/of[ambtenaar 2] en
/of[ambtenaar 3] en
/of[ambtenaar 4] en
/of[ambtenaar 5]
en/of [ambtenaar 6]en
/of[ambtenaar 7] en
/of[ambtenaar 8] (allen politieambtenaar), werkzaam in de rechtmatige uitoefening van
zijn/haar/hun bediening, te weten het handhaven van de openbare orde vanwege het feit dat er een groot aantal tractoren onderweg waren naar de woning van minister C. van der Wal door
- een politieauto vast te pakken en/of vast te houden en heen en weer te schudden en
/of
- ( vervolgens) een politieauto te verplaatsen waardoor ruimte ontstond tussen de twee politieauto’s en
/of
- een ruit van de politieauto in de slaan en/of in te gooien en
/of
- een strobaal de politieauto in te gooien en/of te plaatsen en/of
- de linie van de twee politieauto’s te doorbreken waardoor een en/of meerdere tractors de linie konden passeren en/of
- daarbij woorden roepen ‘Ja kom op’, ‘kom maar’ of woorden van gelijke aard en/of strekking en/of bevestigende gebaren maken en
/of
- een camera af te dekken en/of afgedekt te houden door met een doek of T-shirt over deze camera te handen en/of
- (vervolgens) deze camera weg te nemen en/of
- met een combine strobalen te versnipperen en/of (vervolgens) het weg spuiten/blazen van dat versnipperde hooi.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

De raadsman heeft bepleit dat sprake is van eendaadse samenloop van de tenlastegelegde feiten, nu exact dezelfde feitelijke handelingen in twee strafbare feiten ten laste worden gelegd.
Het hof stelt voorop dat van eendaadse samenloop als bedoeld in artikel 55, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht is sprake indien de bewezenverklaarde gedragingen in die mate een samenhangend, zich min of meer op dezelfde tijd en plaats afspelend feitencomplex opleveren dat de verdachte daarvan in wezen één verwijt wordt gemaakt, terwijl de strekking van de desbetreffende strafbepalingen niet (meer dan enigszins) uiteenloopt.
Het hof is van oordeel dat de onder 1 en 2 tenlastegelegde feiten weliswaar hetzelfde materiële feitencomplex betreffen maar desondanks naar hun aard wezenlijk van elkaar verschillen. De strekking van artikel 141 en artikel 182 van het Wetboek van Strafrecht loopt meer dan enigszins uiteen. Het hof is, gelet op het voorgaande, van oordeel dat geen sprake is van eendaadse samenloop, maar wel van meerdaadse samenloop als bedoeld in artikel 62 van het Wetboek van Strafrecht. Het verweer van de raadsman wordt derhalve verworpen.
Het onder 1 bewezenverklaarde levert op:
openlijk in vereniging geweld plegen tegen goederen.
Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
wederspannigheid, door twee of meer personen met verenigde krachten gepleegd.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder 1 en 2 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 120 uren met aftrek van voorarrest en een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van één maand met een proeftijd van twee jaren.
De verdediging heeft bepleit verdachte schuldig te verklaren zonder oplegging van een straf of maatregel dan wel een geldboete op te leggen.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft op 28 juni 2022 deelgenomen aan een boerenprotest nabij de woning van de minister tegen het stikstofbeleid. Verdachte heeft geweld gepleegd tegen een politieauto en zich verzet tegen de politie met het doel een politicus thuis op te kunnen zoeken teneinde het ongenoegen over het stikstofbeleid kenbaar te maken.
Het handelen van verdachte vindt zijn oorsprong in de toegenomen druk op de agrarische sector onder meer door de huidige stikstofcrisis die voor hen grote economische onzekerheid meebrengt. Het hof heeft hier oog voor. Ook heeft het oog voor de impact die de huidige situatie kan hebben voor het welzijn van verdachten en hun naasten.
Het hof stelt voorop dat het recht op vrijheid van meningsuiting en het recht op betoging fundamentele rechten zijn die essentieel zijn in een democratische samenleving, maar dat dit absoluut geen vrijbrief is voor het plegen van strafbare feiten.
Met de politierechter is het hof van oordeel dat deze zaak niet kan worden gelijkgesteld met andere zaken waarin sprake is van openlijke geweldpleging. Het handelen van verdachte heeft tot doel gehad de besluitvorming van de overheid te beïnvloeden door degene die verantwoordelijk is voor het gevoerde beleid thuis op te zoeken. De eigen woning is bij uitstek een plek waar men zich veilig moet kunnen voelen. De verdachte heeft op dat gevoel van veiligheid een ernstige inbreuk gemaakt. Dit geldt voor de minister, maar evenzeer voor haar echtgenoot en haar vier minderjarige kinderen die tijdens het incident in de woning aanwezig waren. Het hof acht dit gedrag onacceptabel en rekent dit verdachte zwaar aan.
Voorts heeft verdachte door zijn handelen het werk van de betreffende politieambtenaren bemoeilijkt. Dit getuigt van een gebrek aan respect voor deze ambtenaren, die zijn belast met het handhaven van de openbare orde en veiligheid en die simpelweg bezig waren met hun werk. Verdachte heeft zich actief aangesloten bij de groep demonstranten en onder meer geprobeerd de politieauto te verplaatsen door deze politieauto heen en weer te schudden. Hierdoor heeft zijn handelen direct en indirect bijgedragen aan de verdere verstoring van de openbare orde.
In het voordeel van verdachte houdt het hof rekening met het feit dat verdachte een harde werker is, maar ook met het feit dat, hoewel verdachte medeverantwoordelijk moet worden gehouden voor het vernielen van de autoruit, uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting blijkt dat dit moment voor verdachte het kantelpunt is geweest en het geenszins zijn bedoeling is geweest vernielingen te plegen.
Ook heeft het hof gelet op het Uittreksel van de Justitiële Documentatie van 1 maart 2023 waaruit volgt dat verdachte niet eerder onherroepelijk veroordeeld is.
Gelet op het voorgaande acht het hof voor beide feiten een taakstraf voor de duur van 80 uren, bij niet verrichten te vervangen door 40 dagen hechtenis, passend en geboden. Om de ernst van de feiten te benadrukken zal het hof daarnaast evenwel een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand opleggen. Aan de voorwaardelijke straf zal een proeftijd van twee jaren worden verbonden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57, 141 en 182 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 en 2 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) maand.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
80 (tachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
40 (veertig) dagen hechtenis.
Aldus gewezen door
mr. F.A.M. Bakker, voorzitter,
mr. H.M.E. Tebbenhoff Rijnenberg en mr. S. Bek, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. M. Klein, griffier,
en op 17 april 2023 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Proces-verbaal van het in dezelfde zaak voorgevallene ter openbare terechtzitting van het gerechtshof van 17 april 2023.
Tegenwoordig:
mr. F.A.M. Bakker, voorzitter,
mr. W. Gerretschen, advocaat-generaal,
mr. S.H. Diepeveen, griffier.
De voorzitter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is niet in de zaal van de terechtzitting aanwezig.
De voorzitter spreekt het arrest uit.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.