ECLI:NL:GHARL:2023:6589

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
1 augustus 2023
Publicatiedatum
1 augustus 2023
Zaaknummer
21-000661-23
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Strafprocesrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging vonnis rechtbank en veroordeling tot gevangenisstraf voor gewelddadige beroving van lachgaskoerier

Op 1 augustus 2023 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, voor het tezamen en in vereniging op gewelddadige wijze beroven van een lachgaskoerier in Assen op 24 april 2022. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd, omdat de tenlastelegging in hoger beroep was gewijzigd en tot een andere kwalificatie kwam. De verdachte werd beschuldigd van het vasthouden en bedreigen van de lachgaskoerier met een mes, terwijl medeverdachten de lachgastanks wegnamen. Het hof oordeelde dat de verdachte, ondanks zijn verweer dat hij niet op de hoogte was van de beroving, wel degelijk betrokken was bij de overval. De rechtbank had eerder de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij gedeeltelijk toegewezen, en het hof heeft deze vordering in zijn uitspraak bevestigd. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren, en de vordering tot schadevergoeding van € 1.550,00 is toegewezen.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-000661-23
Uitspraak d.d.: 1 augustus 2023
TEGENSPRAAK
Arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden,
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland van 7 februari 2023 met parketnummer 18-153634-22 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1993,
ingeschreven te 9341 AP Veenhuizen, Meidoornlaan 38.

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 18 juli 2023 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte ter zake van het primair tenlastegelegde feit tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren en met oplegging van een contactverbod, waarbij de politie toezicht zal houden op de naleving van dit verbod. Tevens heeft de advocaat-generaal geconcludeerd tot hoofdelijke toewijzing van de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij, vermeerderd met wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft verder kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw, mr. G.G. Compagner, naar voren is gebracht.
Het hof heeft kennisgenomen van hetgeen namens de benadeelde partij [benadeelde ] naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

De rechtbank heeft bij vonnis van 7 februari 2023, waartegen het hoger beroep is gericht, verdachte ter zake van het (in hoger beroep: primair) tenlastegelegde feit veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren en met oplegging van een contactverbod, waarbij de politie toezicht zal houden op de naleving van dit verbod. Tevens heeft de rechtbank beslist tot gedeeltelijke hoofdelijke toewijzing van de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij, te weten tot € 1.550,00, vermeerderd met wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, en het overige gevorderde afgewezen. Het inbeslaggenomen mes is verbeurdverklaard.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen, omdat de tenlastelegging in hoger beroep is gewijzigd en omdat het tot een andere kwalificatie komt.

De tenlastelegging

Aan verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in hoger beroep - tenlastegelegd dat:
primair
hij op of omstreeks 24 april 2022 te [plaats] op of aan de openbare weg, te weten [straat 1] tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meerdere lachgas-tanks in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde ] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde ] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit:
- het stevig beetpakken en/of vasthouden van die [benadeelde ] ,
- het vasthouden en/of tonen van een mes aan die [benadeelde ] en/of een mes tegen de buik van die [benadeelde ] te houden en/of te duwen en/of
- die [benadeelde ] (dreigend) de woorden toe te voegen 'Niks doen ik tjoek je neer';
subsidiair
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] op of omstreeks 24 april 2022 te [plaats] , op of aan de openbare weg, te weten [straat 1] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meerdere lachgas-tanks, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde ] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), toebehoorde(n), heeft/hebben weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde ] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit:
- het stevig beetpakken en/of vasthouden van die [benadeelde ] ,
- het vasthouden en/of tonen van een mes aan die [benadeelde ] en/of een mes tegen de buik van die [benadeelde ] te houden en/of te duwen en/of
- die [benadeelde ] (dreigend) de woorden toe te voegen 'Niks doen ik tjoek je neer',
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 24 april 2022 te [plaats] , in elk geval in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door als chauffeur op te treden voor die mededader(s) en/of door een auto ter beschikking te stellen als vluchtauto en/of het vervoeren van de lachgas-tanks.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Overweging met betrekking tot het bewijs

Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft ter terechtzitting in hoger beroep vrijspraak bepleit, omdat niet bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van de tenlastegelegde diefstal met geweld, dan wel dat verdachte hieraan medeplichtig is geweest. Verdachte was niet op de hoogte van het plan van medeverdachte [medeverdachte 2] om aangever [benadeelde ] te beroven. Hij bleef, op het moment dat [medeverdachte 2] uitstapte om de lachgasflessen van aangever over te pakken, in de auto zitten, hetgeen wordt ondersteund door de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 2] en de tweede verklaring van aangever. Toen medeverdachte [medeverdachte 2] weer instapte en verdachte wegreed, veroorzaakten de gladde wielen van de oude auto van verdachte een geluid van ‘spinnende wielen’, zoals aangever heeft verklaard.
Enkel getuige [getuige 1] heeft verklaard dat verdachte betrokken was bij de diefstal van de lachgastanks. Deze getuigenverklaring kan echter niet voor bewijs worden gebezigd omdat [getuige 1] ten overstaande van de politie heeft verklaard dat ze verdachte wilde terugpakken en zij derhalve een onbetrouwbare getuige is. De verklaring van getuige [getuige 2] kan evenmin voor bewijs van medeplegen worden gebezigd.
Oordeel van het hof
Uit de hierna opgenomen bewijsmiddelen en het onderzoek ter terechtzitting volgt dat aangever [benadeelde ] op 24 april 2022 te [plaats] tijdens het afleveren van een lachgastank op bestelling door een drietal mannen is overvallen, waarbij één van de mannen hem heeft vastgepakt en hem met een mes heeft bedreigd. Bij de overval is een grote hoeveelheid lachgastanks van aangever weggenomen.
Betrouwbaarheid getuigenverklaringen
De rechtbank heeft omtrent de betrouwbaarheid van de verklaring van getuige [getuige 1] het volgende overwogen:
‘De rechtbank volgt het verweer van de raadsvrouw, dat de verklaring van getuige [getuige 1] onbetrouwbaar is en daarom niet gebruikt kan worden voor het bewijs, niet. Dat getuige [getuige 1] een motief had om een belastende verklaring over verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] af te leggen, maakt niet dat zij gelogen heeft in haar verklaring. De rechtbank heeft bovendien geen reden om te twijfelen aan de inhoud van de verklaring van getuige [getuige 1] , omdat deze overeenkomt met de aangifte en daarnaast wordt ondersteund door de verklaring van verdachte dat hij bij de overval aanwezig was. Getuige [getuige 1] kan enkel van de verdachten hebben gehoord wat er bij de overval is gebeurd, omdat zij zelf niet bij de overval aanwezig was en zij aangever niet kent.’
Het hof verenigt zich met deze overwegingen van de rechtbank en maakt deze tot de zijne. In aanvulling op het voorgaande overweegt het hof dat de verklaring van getuige [getuige 1] tevens ondersteuning vindt in de verklaring van getuige [getuige 2] , nu laatstgenoemde heeft bevestigd dat hij contact heeft gehad met getuige [getuige 1] en dat zij hem heeft verteld dat ze de flessen hadden afgepakt aan het einde van de straat, [straat 1] .
Medeplegen
De rechtbank heeft omtrent het tenlastegelegde medeplegen het volgende overwogen:
‘De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezen, indien vast is komen te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking. Ook indien het medeplegen in de kern niet bestaat uit een gezamenlijke uitvoering tijdens het begaan van het strafbare feit, maar uit gedragingen die doorgaans met medeplichtigheid in verband plegen te worden gebracht (zoals helpen bij de vlucht), kan sprake zijn van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking.
De verklaring van verdachte dat hij met zijn telefoon bezig was en niet wist dat aangever [benadeelde ] werd overvallen, wordt naar het oordeel van de rechtbank weersproken door de bewijsmiddelen en is daarom ongeloofwaardig. Immers, uit de verklaring van aangever [benadeelde ] blijkt dat verdachte na de overval met een hoge snelheid en spinnende wielen is weggereden. Dat wijst naar het oordeel van de rechtbank erop dat verdachte wel degelijk op de hoogte was van de beroving van aangever [benadeelde ] . Voorts heeft getuige [getuige 1] verklaard dat verdachte, medeverdachte [medeverdachte 2] en medeverdachte [medeverdachte 1] samen een lachgaskoerier hebben overvallen. Zij benadrukt daarbij, in overeenstemming met de aangifte, dat het idee van medeverdachte [medeverdachte 2] kwam en dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] de uitvoerders waren.’
Het hof verenigt zich met deze overwegingen van de rechtbank en maakt deze tot de zijne.
In aanvulling op het voorgaande overweegt het hof het volgende.
De verklaring die verdachte ter terechtzitting in hoger beroep heeft afgelegd, te weten dat het geluid van ‘spinnende wielen’ dat aangever heeft waargenomen bij het wegrijden van de auto, werd veroorzaakt door de gladde banden die onder de oude auto van verdachte zaten, acht het hof ongeloofwaardig, nu verdachte pas in hoger beroep voor het eerst een dergelijke verklaring heeft afgelegd en die op geen enkele wijze heeft onderbouwd.
Het hof verwerpt derhalve het verweer en acht het primair tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
primair
hij op 24 april 2022 te [plaats] op of aan de openbare weg, tezamen en in vereniging met anderen, meerdere lachgastanks, die aan [benadeelde ] toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [benadeelde ] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld bestonden uit: - het stevig beetpakken en vasthouden van die [benadeelde ] ,
- het vasthouden en tonen van een mes aan die [benadeelde ] en een mes tegen de buik van die [benadeelde ] te houden en te duwen en
- die [benadeelde ] dreigend de woorden toe te voegen 'Niks doen ik tjoek je neer'.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Bewijsmiddelen

Het hof grondt zijn overtuiging dat verdachte het primair bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de hieronder weergegeven bewijsmiddelen zijn vervat.
1. De door verdachte ter terechtzitting d.d. 18 juli 2023 afgelegde verklaring, inhoudende:
De heer [medeverdachte 2] wilde die avond (het hof begrijpt: 24 april 2022) lachgas kopen. Hij zei dat hij eerst nog langs het huis van zijn moeder wilde om een lege lachgasfles, een statiegeldfles, op te halen. Toen we daar aankwamen stond de koerier al op de hoek van de straat. We zijn naar hem toegereden. Ik heb toen de achterkant van mijn auto tegen de zijkant van de auto van de koerier aangezet. Ik ben in de auto blijven zitten. Toen de heer [medeverdachte 2] weer in de auto stapte, zijn we weggereden.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 24 april 2022, opgenomen op pagina 9 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummers [nummer 1] en [nummer 2] ( [nummer 3] ) d.d. 25 juli 2022, inhoudende als verklaring van [benadeelde ] :
Op zondag 24 april 2022 appte een persoon dat hij een nieuwe tank wilde. Hij appte dat ik moest rijden naar [straat 1] in [plaats] . Ik reed vervolgens naar [straat 1] . Ik appte dat ik hem niet zag en hij stuurde een foto van de plek waar ik heen moest. Dit bleek de [straat 2] . Ik zag de persoon daar staan. Het is een licht getinte jongen met krullend haar. Ik schat hem zoals gezegd rond de 20. Hij heeft een duidelijk Antilliaans dan wel Surinaams accent. Ik stopte en liep de auto uit om de schuifdeur van mijn auto te openen. Ik pakte een volle lachgastank en ik zag dat er iemand op mij af kwam. Toen ik nog met mijn lichaam half in mijn auto hing, voelde ik dat ik werd beetgepakt door de jongen met de krullen. Hij pakte mij stevig vast en hij zei: "Ik hoef je geld niet, ik wil alleen je tanks. Jij bent toch verzekerd”. Ik probeerde hem weg te duwen en zag dat hij een mes in zijn handen had. Ik stapte weg en de jongen met de krullen pakte mij weer beet en hij dreigde: "Niks doen ik tjoek je neer." Ik weet dat dat de straattaal is voor neersteken. Ik zei direct tegen hem: "Pak alles en ga gewoon weg”. Kort hierop sprintte man met de krullen naar de [auto] en stapte voor in de auto op de passagiersstoel waarna de auto met hoge snelheid en met spinnende wielen wegreed in de richting van de [weg] . Ik heb toen ze weg waren een mes bij mijn auto gevonden die ik u ter beschikking stel.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor aangever d.d. 11 mei
2022, opgenomen op pagina 13 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [benadeelde ] :
A: Bij de overval zijn er ongeveer 10 lege tanks meegenomen, maar ook zeker 10 volle. Niet meer als 25 tanks in totaal.
V: Is er tijdens de overval nog iets gezegd, behalve dan wat de jongen met de krullen tegen jou zei. Zijn er bijvoorbeeld namen genoemd?
A: [medeverdachte 1] (
het hof begrijpt: [medeverdachte 1]) en [verdachte] (
het hof begrijpt: [verdachte]) waren verdacht rustig. Zij kregen eerder de opdracht van die jongen met die krullen. [verdachte] zat de hele tijd in de auto en keerde de auto ook. [medeverdachte 1] pakte mijn auto leeg. Zowel [medeverdachte 1] als die jongen met die krullen had een mes. Ze hadden een hele set messen, een keukenset messen. Er is een mes achter gebleven. Het is een blauw mes, het lijkt op marmer, maar is een print. Er werd nog door [verdachte] of [medeverdachte 1] gezegd, toen ze mijn sleutel uit het contact wilden halen, dat er gekeken moest worden of mijn auto niet op het stuurslot stond. Die jongen met die krullen hield zijn mes tegen mijn buik. Hij duwde het mes ook een paar keer aan. Ik was bang dat hij het mes zou gebruiken.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 27 mei 2022, opgenomen op pagina 31 van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 1] :
Het op 24 april 2022 in beslag genomen mes is op de plaats delict aangetroffen door de aangever. Hij heeft het mes met een servet beetgepakt op het lemmet.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal vooronderzoek lab d.d. 14 juni 2022, aanvullend opgenomen, inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 2] :
Onderzoek steekwapen (mes) met SIN [nummer 4]
Tijdens het ingestelde onderzoek werd door mij het navolgende bevonden en waargenomen: Ik zag dat het een mes met een grijs heft en een grijs gemêleerd lemmet betrof. Ik zag dat het mes enigszins bevuild was. Ik heb het heft van het mes bemonsterd op humane biologische sporen. Ik heb het spoor veiliggesteld, gewaarmerkt met SIN [nummer 5] , verpakt en verzegeld.
6. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, zaaknummer 2022.07.05.099, d.d. 21 september 2022, aanvullend opgenomen, opgemaakt door [deskundige] , MSc, op de door hem/haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, voor zover inhoudend als zijn/haar verklaring:

DNA-onderzoek

Tabel 2 Bemonstering van sporenmateriaal
[nummer 5] #01 heft van het mes
Tabel 4 Resultaten, interpretatie en conclusie van het vergelijkend DNA-onderzoek
[nummer 5] #01 minimaal drie personen
(heft van het mes) een relatief grote hoeveelheid DNA:
- verdachte [medeverdachte 1]
Bewijskracht van het vergelijkend DNA-onderzoek
DNA-mengprofiel [nummer 5] #01 is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer de bemonstering DNA bevat van verdachte [medeverdachte 1] en twee willekeurige onbekende personen, dan wanneer de bemonstering DNA bevat van drie willekeurige onbekende personen.
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen (met als bijlagen een extractie rapport op pagina 34 tot en met 37) d.d. 22 juni 2022, opgenomen op pagina 32 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 3] :
Ik deed onderzoek naar de inhoud van een mobiele telefoon van verdachte [medeverdachte 1] . Ik zag dat in de internetbrowser gezocht was naar de volgende onderwerpen, waarbij de tekst letterlijk is overgenomen;
22 april 2022 lachgas
25 april 2022 politie [plaats] , politie [plaats] beroving
26 april 2022 overval lachgas koerier [plaats] , overval lachgas, lachgas
28 april 2022 lachgas tanks [plaats]
29 april 2022 lachgas tanks inleveren, lachgas tanks telefoonnummer [plaats]
02 mei 2022 lachgas kopen groor
20 juni 2022 politie [plaats] man aangehouden, politie nieuws beroving lachgas [plaats] , politie nieuws [plaats] , politie [plaats] inval [wijk] , politie nieuws beroving lachgas [plaats]
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 15 juni 2022, opgenomen op pagina 260 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [getuige 1] :
V: Heb je enig idee waar het over kan gaan?
A: Als het goed is hebben 3 mensen iemand bestolen van lachgas. Ik hoorde van [verdachte] dat er iets was gebeurd aan [straat 1] . Toen hij mij naar huis bracht zag ik lachgastanks in de auto van [verdachte] .
V: Wie zijn jouw vrienden?
A: Ik was heel veel bij [verdachte] . Het komt door [verdachte] , [medeverdachte 1] en een jongen met krulletjes een negertje tussen de 17 en 19 jaar oud.
V: Wat weet jij van de beroving?
A: Ze waren met z’n drieën in de straat waar ze ook wonen en hebben daar iemand beroofd. Ze vertelden tegen mij dat ze lachgastanks hadden en ik vroeg aan ze waar ze vandaan kwamen. Ik zag dat er lachgastanks in de auto lagen. [naam] en [verdachte] vertelden dat ze iemand hadden beroofd. Het was [naam] zijn idee en [verdachte] en [medeverdachte 1] waren eigenlijk de uitvoerders.
V: We citeren uit dezelfde getuigenverklaring van de lachgas koerier van [onderneming 1] : “Ik ging daar in gesprek met [getuige 1] , ik hoorde haar zeggen dat ze de flessen hadden afgepakt aan de einde van de straat. [straat 1] ”. Reageer hier eens op?
A: Dat klopt.
V: Volgens onderzoek was jouw vriend [verdachte] daar ook bij betrokken. Wat kun je verklaren over zijn aandeel?
A: Ik weet alleen dat ze de leverancier klem hebben gezet. Ik hoorde dat van [verdachte] .
9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 29 mei 2022, opgenomen op pagina 105 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [getuige 2] :
Nadat ik bij [benadeelde ] , de eigenaar van [onderneming 2] , geweest was ben ik naar [straat 1] gegaan. Ik ging daar in gesprek met [getuige 1] (
het hof begrijpt: [getuige 1]). Ik hoorde haar zeggen dat ze de flessen afgepakt hebben aan het einde van de straat. [straat 1] . Ik weet dat [getuige 1] de vriendin is van een man die volgens mij [verdachte] heet, hij zal ergens tussen de 25 en 35 jaar zijn en is volgens mij Turks. Hij heeft ook nog een broer en hij woont in het appartementencomplex aan [straat 1] . Ik weet dat omdat [getuige 1] mij vertelde dat de broer van haar vriend in dat complex woonde. Dat was volgens haar ook de reden waarom ze [benadeelde ] daar in de straat hebben overvallen.
10. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 22 juni 2022, opgenomen op pagina 196 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [medeverdachte 2] :
A: Ik ben daar heengegaan met [verdachte] en [medeverdachte 1] . Ik heb toen die jongen direct een klap gegeven. Ik heb geschreeuwd en hem vastgepakt.
V: Je hebt nu net verteld dat [verdachte] en [medeverdachte 1] er ook waren?
A: [verdachte] reed en [medeverdachte 1] stond naast mij.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het primair bewezenverklaarde levert op:
diefstal, vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg en terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Het hof overweegt als volgt.
De rechtbank heeft ten aanzien van de straf het volgende overwogen:
‘De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft, samen met medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] , aangever [benadeelde ] overvallen. Bij die overval heeft medeverdachte [medeverdachte 2] aangever [benadeelde ] vastgepakt en bedreigd met een mes. Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft vervolgens de lachgastanks meegenomen en in de auto van verdachte gestopt, waarna verdachte met een hoge snelheid en spinnende wielen is weggereden. Door aldus te handelen hebben de verdachten op grove wijze inbreuk gemaakt op het vertrouwen en de lichamelijke integriteit van aangever [benadeelde ] . De situatie moet voor aangever erg bedreigend en beangstigend zijn geweest. Verdachte heeft door zijn handelen er daarnaast blijk van gegeven geen respect te hebben voor de eigendommen van anderen. De rechtbank rekent dit feit verdachte zwaar aan.
Gelet op de aard en ernst van de feiten, zoals hiervoor uiteengezet, kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
De reclassering heeft op 9 januari 2023 een advies opgesteld. Hieruit volgt onder meer dat verdachte in staat wordt geacht zijn praktische zaken (wonen, werken en financiën) zelfstandig te kunnen regelen. In detentie heeft hij zelfstandig zijn methadongebruik afgebouwd wat een positief effect heeft op zijn gedrag en houding. Hij kan inzicht geven in zijn druggebruik en de gevolgen ervan. Daarnaast is hij gemotiveerd om zijn abstinentie van drugs na zijn detentie voort te zetten. De reclassering ziet daarom geen meerwaarde in het aanbieden van interventies zoals reclasseringstoezicht. De rechtbank neemt dit advies van de reclassering over.
De rechtbank heeft bij het bepalen van de hoogte van de gevangenisstraf aansluiting gezocht bij de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting. De rechtbank heeft daarbij als strafverzwarende omstandigheden meegewogen dat het feit plaatsvond in een woonwijk nabij een speeltuin, dat aangever bedreigd is met een mes alsmede dat de overval kenmerken vertoont van een ladingsdiefstal met geweld waar veel hogere straffen op staan dan voor een straatroof.
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren passend en geboden.’
Het hof verenigt zich met deze overwegingen van de rechtbank en maakt deze tot de zijne. In aanvulling op het voorgaande overweegt het hof dat het afziet van het opleggen van een contactverbod, nu niet is gebleken van enige noodzaak tot het opleggen een contactverbod met het slachtoffer.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde ]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 1.800,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 1.550,00. Namens de benadeelde partij is de vordering tot schadevergoeding ter terechtzitting in hoger beroep gedeeltelijk gehandhaafd, met dien verstande dat het gevorderde bedrag is verlaagd tot een bedrag van € 1.550,00, bestaande uit € 800,00 aan materiële schade en € 750,00 aan immateriële schade.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft primair verzocht om afwijzing van de vordering tot schadevergoeding dan wel de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren in de door haar ingestelde vordering vanwege de bepleitte vrijspraak van verdachte. Subsidiair heeft de raadsvrouw verzocht om afwijzing van de gevorderde materiële schade, nu de benadeelde partij wisselend heeft verklaard omtrent de hoeveelheid weggenomen lachgastanks en de precieze hoeveelheid weggenomen lachgasflessen niet kan worden vastgesteld.
Oordeel van het hof
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het primair bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks materiële en immateriële schade heeft geleden. De verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering geheel zal worden toegewezen. Gelet op het feit dat verdachte het strafbare feit samen met zijn mededaders heeft begaan, zal de vordering hoofdelijk worden toegewezen.
Anders dan de verdediging ziet het hof geen aanleiding om de vordering ter zake van de gevorderde materiële schade (geheel) af te wijzen, nu vast is komen te staan dat verdachte en zijn medeverdachte een hoeveelheid lachgastanks van de benadeelde partij hebben weggenomen. Met betrekking tot de hoeveelheid weggenomen lachgastanks sluit het hof, overeenkomstig de rechtbank, aan bij de verklaring die de benadeelde partij bij de politie heeft afgelegd, te weten 10 volle tanks en 10 lege lachgastanks. Dit betreft een totaalbedrag van € 800,00 (10 x € 50,00 en 10 x € 30,00).
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 63 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het primair bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
15 (vijftien) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
3 (drie) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde ]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde ] ter zake van het primair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 1.550,00 (duizend vijfhonderdvijftig euro) bestaande uit € 800,00 (achthonderd euro) materiële schade en € 750,00 (zevenhonderdvijftig euro) immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde ] , ter zake van het primair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 1.550,00 (duizend vijfhonderdvijftig euro) bestaande uit € 800,00 (achthonderd euro) materiële schade en € 750,00 (zevenhonderdvijftig euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 25 (vijfentwintig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte of zijn mededader(s) aan een van beide betalingsverplichtingen hebben voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële en de immateriële schade op 24 april 2022.
Aldus gewezen door
mr. M.C. van Linde, voorzitter,
mr. J. Hielkema en mr. E.W. van Weringh, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. A.M.J. Flach, griffier,
en op 1 augustus 2023 ter openbare terechtzitting uitgesproken.