Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
ondererfpachtrechtkan hebben gehad omdat het in 1997 nog de bedoeling van partijen was om aan KPN een gedeelte van het
erfpachtrechtover te dragen (splitsing). Uiteindelijk zijn partijen pas in 2015 met elkaar overeengekomen daaraan geen uitvoering te geven en is gekeken naar een mogelijkheid voor het vestigen van een ondererfpachtrecht. Ook dit kan Helios niet baten. Het kan zo zijn geweest dat het in 1997 (ook) de bedoeling van partijen is geweest tot splitsing van het (zelfstandige) erfpachtrecht te komen en KPN rechtstreeks erfpachter zou worden van de Staat, maar de overeenkomst is vervolgens uitgevoerd alsof een ondererfpacht is gevestigd. KPN heeft niet alleen de koopprijs voor het ondererfpachtrecht aan (de rechtsvoorganger van) EPA betaald, maar heeft sinds jaar en dag de erfpachtcanon aan haar - en niet aan de Staat - voldaan.
benzineverkooppunt ten behoeve van de bezoekers van het wegrestaurant’en in
voorzover er geen conflict ontstaat met het aanwezige wegrestaurant’.
zoals een full-service shop met bakery, toiletten enzovoorts’.
geendoor haar zelf vers afgebakken broodjes die naar keuze van de klant ter plekke worden belegd mag aanbieden. OK mag
weldoor haarzelf belegde verse broodjes die extern worden aangeleverd (en dus niet ter plaatse worden afgebakken) in de shop klaarleggen zodat de weggebruikers die kant-en-klare broodjes kunnen kopen. Het hof heeft begrepen dat OK die broodjes nu al in de shop aanbiedt, waarmee Helios geen problemen heeft. Maar het is OK dus niet toegestaan de door haar gewenste ‘bakery-formule’ waarbij broodjes ter plaatse worden afgebakken en ‘op maat’ worden belegd, in haar shop te exploiteren.
de markt voor detailhandel in voedingsmiddelen voor de reizende consument’betreft, is ontoereikend omdat OK op geen enkele manier duidelijk heeft gemaakt waarop zij die stelling baseert. Verder heeft OK over de positie van partijen op die markt niet anders naar voren gebracht dan dat ‘
het marktaandeel van partijen boven de 5%ligt’, zonder dat zij inzicht geeft in de gegevens die daaraan ten grondslag liggen. Over de andere onderwerpen heeft zij niets gesteld.