Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
primairde bestreden beschikking te vernietigen en het verzoek van de bewindvoerder tot instelling van het mentorschap alsnog af te wijzen.
Subsidiairverzoekt [verzoeker] de mentor te ontslaan, hem een termijn te geven voor het aanleveren van een bereidverklaring van een professionele mentor naar keuze en te bepalen dat het mentorschap tijdelijk wordt ingesteld. Daarnaast verzoekt [verzoeker] het hof de te geven beschikking uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
5.De motivering van de beslissing
[verzoeker] woont sinds juni 2021 volledig zelfstandig, met zijn echtgenote en twee heel jonge kinderen. Als gevolg van zijn verstandelijke beperking heeft hij behoefte aan ambulante hulpverlening bij hem thuis. Om de benodigde zorg te kunnen inkopen moet een persoonsgebonden budget (hierna: PGB) worden aangevraagd. De vermogensrechtelijke aspecten van het PGB vallen onder het beheer van de bewindvoerder. [verzoeker] heeft laten weten dat hij, gezien zijn beperkingen, niet in staat is om het PGB wat de niet-vermogensrechtelijke aspecten betreft zelf uit te voeren. Daarvoor kan echter een gewaarborgde hulp worden ingezet, aldus [verzoeker] .