ECLI:NL:GHARL:2023:6232

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
27 juni 2023
Publicatiedatum
21 juli 2023
Zaaknummer
200.312.863
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Tussenbeschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een bijzondere curator in een omgangsregeling en dwangsommen voor het niet naleven van informatieregeling

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 27 juni 2023 een tussenbeschikking gegeven in een hoger beroep betreffende een omgangsregeling tussen een vader en zijn kinderen. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. S.M. Wolff, heeft verzocht om een wijziging van de omgangsregeling en de benoeming van een bijzondere curator. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. C.E. Mulder, heeft verweer gevoerd tegen deze verzoeken. Het hof heeft eerder op 20 december 2022 een tussenbeschikking gegeven en heeft nu de situatie opnieuw beoordeeld.

Tijdens de mondelinge behandeling op 30 mei 2023 is gebleken dat de eerder benoemde bijzondere curator, [naam1], zijn taak niet heeft kunnen volbrengen. De moeder heeft aangegeven geen vertrouwen meer te hebben in deze curator en heeft verzocht om een nieuwe benoeming. Zowel de vader als de raad voor de kinderbescherming hebben dit verzoek ondersteund. Het hof heeft besloten om de moeder's verzoek toe te wijzen en heeft [naam2] benoemd als nieuwe bijzondere curator.

Daarnaast heeft het hof een dwangsom opgelegd aan de moeder voor het geval zij niet voldoet aan de verplichting om de vader regelmatig recente foto's van de kinderen te sturen. De dwangsom bedraagt € 50,- per dag met een maximum van € 1.500,- per kwartaal. Het hof heeft de behandeling van de zaak aangehouden in afwachting van een schriftelijk verslag van de nieuwe bijzondere curator, dat binnen drie maanden moet worden ingediend. De ouders zijn verplicht om op het verslag te reageren, waarna het hof zal beslissen over de verdere voortgang van de procedure.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.312.863
(zaaknummer rechtbank Gelderland 378917)
beschikking van 27 juni 2023
inzake
[verzoeker],
wonende te [woonplaats1] ,
verzoeker in hoger beroep,
verder te noemen: de vader,
advocaat: mr. S.M. Wolff te Zwolle,
en
[verweerster],
wonende te [woonplaats2] ,
verweerster in hoger beroep,
verder te noemen: de moeder,
advocaat: mr. C.E. Mulder te Apeldoorn.
Als overige belanghebbende is aangemerkt:
[naam1],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
verder te noemen: [naam1] .

1.Het verloop van het geding in hoger beroep

1.1
Voor het verloop van het geding tot 20 december 2022 verwijst het hof naar zijn tussenbeschikking van die datum.
1.2
Het verdere verloop blijkt uit:
  • e-mailberichten van [naam1] van 9 maart 2023 en 20 april 2023;
  • een journaalbericht van mr. Wolff van 11 mei 2023 met productie;
  • een journaalbericht van mr. Mulder van 17 mei 2023 met producties.
1.3
Op 30 mei 2023 is de mondelinge behandeling voortgezet. Aanwezig waren:
  • de vader, bijgestaan door zijn advocaat;
  • de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
  • [naam1] ;
  • een vertegenwoordiger van de raad voor de kinderbescherming (hierna: de raad).

2.De omvang van het geschil

2.1
De vader heeft het hof bij aanvullend verzoek bij appel tegen afwijzing verzoek vaststelling omgangsregeling aanvullend verzocht om bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad,
te bepalen dat de moeder binnen veertien dagen na een in dezen te wijzen opvolgende
(tussen)beschikking van het hof contact dient op te nemen met de bijzonder curator teneinde binnen twee weken daarna te bewerkstelligen dat [de minderjarige1] en [de minderjarige2] met de bijzonder curator onbelast en zonder haar aanwezigheid kunnen spreken, waarbij ziekte slechts met doktersverklaring een reden tot afzegging is en direct (binnen een dag) gevolgd dient te worden door een hernieuwde afspraak en voorts haar volledige medewerking te verlenen aan het onderzoek door de bijzonder curator, waaronder het onverwijld reageren op verzoeken van de bijzonder curator, het opvolgen van zijn of haar adviezen, het bespreken van rapportages etc., telkens binnen een week nadat een verzoek of een advies haar per mail of telefoon is gedaan, bij gebreke waarvan zij een dwangsom verbeurt van € 150,- per dag dat zij niet aan het bovenstaande voldoet;
te bepalen dat de moeder binnen drie dagen na een in dezen te wijzen opvolgende
(tussen)beschikking een recente en goed herkenbare foto van [de minderjarige1] en [de minderjarige2] aan de vader doet toekomen via zijn advocaat (info@wolffadvocatuur.nl) en dit vervolgens conform de beschikking van 23 februari 2021 van de rechtbank Gelderland, locatie Almelo, elk kwartaal herhaalt (in de maand januari, april, juli en oktober), bij gebreke waarvan zij een dwangsom verbeurt van € 150,- per dag dat zij niet aan het bovenstaande voldoet.
2.2
De moeder heeft daartegen verweer gevoerd op de mondelinge behandeling.

3.De motivering van de beslissing

3.1
Het hof blijft bij hetgeen is overwogen en beslist in de tussenbeschikking van 20 december 2022, voor zover hierna niet anders wordt overwogen of beslist.
3.2
In die beschikking heeft het hof [naam1] met ingang van 20 december 2022 tot bijzonder curator benoemd over [de minderjarige1] (hierna: [de minderjarige1] ), geboren [in] 2012 in [woonplaats1] en [de minderjarige2] (hierna: [de minderjarige2] ), geboren [in] 2014 in [woonplaats1] en hem verzocht aan het hof schriftelijk verslag te doen van zijn bevindingen. Iedere verdere beslissing is aangehouden.
Bijzonder curator
3.3
Het hof stelt vast dat het [naam1] niet is gelukt om zijn taak te volbrengen en om [de minderjarige1] en [de minderjarige2] te spreken over de door het hof gestelde vragen.
3.4
Op de mondelinge behandeling van het hof heeft de moeder naar voren gebracht dat zij vanwege de gehanteerde werkwijze van [naam1] zoals de moeder deze heeft ervaren geen vertrouwen meer in hem heeft. De moeder heeft het hof verzocht een andere bijzonder curator te benoemen. De vader en de raad hebben verklaard te kunnen instemmen met dit verzoek. De raad heeft hierbij opgemerkt dat het belangrijk is om een beeld te krijgen van de kinderen om verder te kunnen komen in deze situatie.
Gelet hierop zal het hof het verzoek van de moeder om een andere bijzonder curator te benoemen, toewijzen. Het hof overweegt hiertoe dat de moeder op de mondelinge behandeling heeft toegezegd haar volledige medewerking hieraan te verlenen en daaraan in weerwil van de gang van zaken tot op heden geen nadere voorwaarden te zullen stellen maar zich te voegen naar de werkwijze van de te benoemen bijzonder curator. Verder zal de moeder – op eerste verzoek – haar telefoonnummer en e-mailadres via haar advocaat aan deze bijzonder curator verstrekken. De moeder zal de kinderen voorbereiden op de ontvangst van een brief van en op een gesprek met de bijzonder curator. Zij zal er ook voor zorgen dat de kinderen op een afspraak met de bijzonder curator komen.
3.5
De griffier van het hof heeft na telefonisch onderhoud op 1 juni 2023 [naam2] , pedagoog, bereid gevonden om in deze procedure als bijzonder curator van [de minderjarige1] en [de minderjarige2] op te treden. Zij zal door het hof hierna worden benoemd.
3.6
Het hof verzoekt de bijzonder curator de Leidraad werkwijze bijzonder curatoren ex artikel 1:250 BW in acht te nemen. Zonder daarmee de taakuitoefening van de bijzonder curator op enige wijze te willen beperken, dient de bijzonder curator met name antwoord te geven op de volgende vragen:
1. Biedt de situatie van de [de minderjarige1] en [de minderjarige2] mogelijkheden om zich een beeld te kunnen gaan vormen van hun vader?
2. Zo ja, op welke wijze kan daaraan het best invulling worden gegeven en op welke termijn en onder welke voorwaarden?
3. Welke andere bevindingen komen naar voren die van belang zijn voor mogelijkheden bij [de minderjarige1] en [de minderjarige2] om zich een beeld te vormen van de vader en/of mogelijk om op langere termijn contact met de vader tot stand te brengen?
3.7
Het hof zal de behandeling van deze procedure in afwachting van een schriftelijk verslag van de bijzonder curator aanhouden voor de duur van drie maanden en beslissen als na te melden.
3.8
Het hof zal het verzoek van de vader om een dwangsom te bepalen voor het geval de moeder niet haar volledige medewerking zal verlenen aan het onderzoek van de bijzonder curator, zoals de raad heeft geadviseerd, afwijzen.
Informatieregeling: foto’s
3.9
Op de mondelinge behandeling is gebleken dat de moeder zich (nog steeds) niet geheel aan de door de rechtbank bij beschikking van 23 februari 2021 opgelegde informatieregeling houdt. Het hof overweegt dat op de vorige mondelinge behandeling van het hof al aan de orde is gekomen dat de moeder de vader geen foto’s van [de minderjarige1] en [de minderjarige2] toestuurt. De vader heeft destijds op verzoek van de moeder toegezegd de te ontvangen foto’s niet te zullen gebruiken voor openbare domeinen, zoals social media. Ondanks dat de moeder toen heeft beloofd de foto’s te zullen versturen, heeft zij dit niet gedaan.
Op de mondelinge behandeling heeft de moeder toegezegd nog diezelfde dag een recente foto van beide dochters te zullen toesturen naar het e-mailadres van de advocaat van de vader.
3.1
Het hof is met de raad van oordeel dat de vader recht heeft op recente foto’s van [de minderjarige1] en [de minderjarige2] , te meer nu hij geen contact met hen heeft. De vader heeft er belang bij om een beeld te kunnen vormen van zijn dochters en hun ontwikkeling. Nu de moeder ondanks eerdere toezeggingen geen foto’s van [de minderjarige1] en [de minderjarige2] naar de vader heeft gestuurd, zal het hof ten aanzien van dit deel van de informatieregeling een dwangsom opleggen. De dwangsom dient als aansporing aan de moeder om de informatieregeling – voor zover het betreft het versturen van recente foto’s van [de minderjarige1] en [de minderjarige2] naar de vader – na te komen.
Het hof zal gezien de gang van zaken van de zijde van de moeder tot op heden een dwangsom opleggen van € 50,- per dag dat de moeder haar verplichting niet nakomt. De verplichting van de moeder houdt in dat zij deze foto’s ieder jaar per kwartaal, dat wil zeggen op 1 januari, 1 april, 1 juli en 1 oktober aan de vader (via zijn advocaat) stuurt. Het maximum van € 1.500,- dat het hof daaraan verbindt, geldt per kwartaal. Dat betekent dat de moeder elk kwartaal dat zij een recente foto moet sturen opnieuw maximaal € 1.500,- kan verbeuren aan dwangsommen indien zij niet aan die verplichting voldoet.

4.De beslissing

Het hof, beschikkende in hoger beroep:
bepaalt dat de moeder, indien zij niet ieder jaar elk kwartaal (op 1 januari, 1 april, 1 juli en 1 oktober), te beginnen met het derde kwartaal van 2023 op 1 juli 2023, een recente en goed herkenbare foto van [de minderjarige1] en [de minderjarige2] aan de vader doet toekomen via zijn advocaat (info@wolffadvocatuur.nl), zoals is bepaald in de beschikking van 23 februari 2021 van de rechtbank Gelderland, locatie Almelo en nader in deze beschikking, een dwangsom verbeurt van € 50,- per dag met een maximum van € 1.500,- per kwartaal;
benoemt met ingang van heden tot bijzonder curator als bedoeld in artikel 1:250 BW over [de minderjarige1] en [de minderjarige2] :
[naam2]
[adres]
[plaats1]
bepaalt dat de griffier van dit hof een afschrift van deze beschikking en een afschrift van alle processtukken aan de bijzonder curator zal toezenden;
verzoekt de bijzonder curator uiterlijk
3 oktober 2023aan het hof schriftelijk verslag te doen van de bevindingen, met afschrift daarvan aan alle partijen (inclusief de raad);
bepaalt dat de ouders na ontvangst van het afschrift van het verslag van de bijzonder curator, op dat verslag uiterlijk twee weken later schriftelijk kunnen reageren. Zij dienen zich daarbij ook uit te laten over de wijze waarop deze procedure moet worden voortgezet/afgedaan. Een afschrift van deze reactie moet naar de andere partij en de bijzonder curator worden gestuurd;
benoemt mr. J.B. de Groot, lid van dit hof, hierbij tot raadsheer-commissaris;
bepaalt dat partijen en de bijzonder curator hun inlichtingen en verzoeken dienen te richten aan de raadsheer-commissaris;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mrs. J.B. de Groot, P.B. Kamminga en E.B. Knottnerus, bijgestaan door mr. L.J.G. Scheffer-Overbeek als griffier, en is op 27 juni 2023 uitgesproken door mr. J.B. de Groot in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.