Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij, in of omstreeks de periode van 2 oktober 2021 tot en met 3 oktober 2021 te [pleegplaats] en/of in de omgeving van [pleegplaats] , althans in Nederland, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid,
hij in of omstreeks de periode van 2 oktober 2021 tot en met 3 oktober 2021 te [pleegplaats] en/of in de omgeving van [pleegplaats] , althans in Nederland,
Verweer
Bewezenverklaring
hij, in de periode van 2 oktober 2021 tot en met 3 oktober 2021 in de omgeving van [pleegplaats] , door een andere feitelijkheid, [benadeelde] heeft gedwongen tot het dulden van een of meer ontuchtige handelingen, immers heeft hij haar (telkens) gedwongen te dulden dat
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden.
4 (vier) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
€ 20.787,04 (twintigduizend zevenhonderdzevenentachtig euro en vier cent) bestaande uit € 18.287,04 (achttienduizend tweehonderdzevenentachtig euro en vier cent) materiële schade en € 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.