Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in het principaal hoger beroep,
1. Het geding in eerste aanleg
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 13 juli 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de omgangsregeling tussen een vader en zijn minderjarige dochter. De moeder had verzocht om het recht op omgang van de vader met de dochter te ontzeggen, wat de rechtbank in eerste aanleg had afgewezen. De vader had in hoger beroep verzocht om de bestreden beschikking te vernietigen en een zorgregeling vast te stellen. Het hof heeft vastgesteld dat er sinds 2019 geen contact meer is geweest tussen de vader en de dochter, en dat eerdere pogingen om het contact te herstellen niet succesvol zijn geweest. De dochter heeft grote weerstand tegen contact met de vader en heeft aangegeven geen vertrouwen meer in hem te hebben. Het hof oordeelt dat het ontzeggen van het recht op omgang in het belang van de geestelijke en lichamelijke ontwikkeling van de dochter is, en dat het afdwingen van contact contraproductief zou zijn. Het hof heeft de verzoeken van de vader in het principaal hoger beroep afgewezen en het verzoek van de moeder in het incidenteel hoger beroep toegewezen. De vader is niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot ondertoezichtstelling van de dochter. Het hof heeft de hoop uitgesproken dat de dochter op termijn de behoefte zal voelen om contact met de vader te zoeken, en heeft de moeder aangespoord om haar dochter hierin te steunen.