ECLI:NL:GHARL:2023:6049

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
14 juli 2023
Publicatiedatum
17 juli 2023
Zaaknummer
21-000660-21
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mensenhandel en seksuele uitbuiting van minderjarigen en jongvolwassenen

In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 juli 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel en seksuele uitbuiting van zowel minderjarige als jongvolwassen jongens. De verdachte heeft actief bijgedragen aan de werving van twee minderjarige jongens voor prostitutie en heeft gedurende een langere periode de prostitutiewerkzaamheden van vijf meerderjarige jongens gefaciliteerd. De verdachte heeft misbruik gemaakt van zijn contacten met deze jongens door hen te dwingen of te bewegen tegen hun zin in seksuele handelingen met hem te verrichten. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte niet alleen de grenzen van de jongens niet respecteerde, maar ook hen onder druk zette om seksuele handelingen te verrichten die zij niet wilden. De verdachte is eerder veroordeeld voor vergelijkbare feiten, wat de ernst van zijn daden onderstreept. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 66 maanden, met aftrek van de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht, en heeft een maatregel ex artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht opgelegd. De vorderingen van de benadeelde partijen zijn gedeeltelijk toegewezen, waarbij de verdachte aansprakelijk is gesteld voor immateriële schade aan de slachtoffers.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-000660-21
Uitspraak d.d.: 14 juli 2023
Tegenspraak
Verkort arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Zwolle , gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 27 januari 2021 met het parketnummer
16-706547-18 in de strafzaak inzake de verdachte

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1955,
wonende te [woonplaats] ,
thans verblijvende in de penitentiaire inrichting [naam PI] , locatie [naam locatie] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
De omvang van het hoger beroep
De verdachte is door de rechtbank Midden-Nederland vrijgesproken van hetgeen aan hem onder de feiten 4, 6 en 12 is tenlastegelegd. Het hoger beroep is door de verdachte onbeperkt ingesteld en is derhalve mede gericht tegen de in eerste aanleg gegeven beslissingen tot vrijspraak.
Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte tegen deze beslissingen echter geen hoger beroep open.
Het gerechtshof zal de verdachte daarom niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep, voor zover dat is gericht tegen de in het vonnis van de rechtbank gegeven vrijspraak ter zake van de onder 4, 6 en 12 ten laste gelegde feiten.

Het onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het gerechtshof van 24 mei 2023 en 31 mei 2023 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg. Op 14 juli 2023 is het onderzoek gesloten en is er direct uitspraak gedaan.
Het gerechtshof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, inhoudende dat het gerechtshof:
  • de verdachte ter zake van de onder 1 tot en met 3, alsmede 5 en 7 tot en met 11 aan hem ten laste gelegde feiten, zoals nader omschreven in het schriftelijk requisitoir, zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van tien jaren, met aftrek van de periode die is doorgebracht in voorarrest;
  • daarnaast de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege, ongemaximeerd, zal opleggen;
  • de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 1] geheel zal toewijzen en de schadevergoedingsmaatregel zal opleggen;
  • de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 2] gedeeltelijk zal toewijzen, tot een bedrag van € 12.680,-, vermeerderd met de wettelijke rente, de schadevergoedingsmaatregel zal opleggen en deze benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk zal verklaren in de vordering;
  • de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 3] gedeeltelijk zal toewijzen, tot een bedrag van € 17.963,02, vermeerderd met de wettelijke rente, en de schadevergoedingsmaatregel zal opleggen en deze benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk zal verklaren in de vordering;
  • de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 4] gedeeltelijk zal toewijzen, tot een bedrag van € 14.542,59, vermeerderd met de wettelijke rente, en de schadevergoedingsmaatregel zal opleggen en deze benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk zal verklaren in de vordering;
  • de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 5] gedeeltelijk zal toewijzen, tot een bedrag van € 12.700,-, vermeerderd met de wettelijke rente, en de schadevergoedingsmaatregel zal opleggen en deze benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk zal verklaren in de vordering;
  • de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 6] gedeeltelijk zal toewijzen, tot een bedrag van € 16.390,-, vermeerderd met de wettelijke rente, en de schadevergoedingsmaatregel zal opleggen en deze benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk zal verklaren in de vordering.
Het gerechtshof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman, mr. M.M.J. Nuijten, is aangevoerd, alsmede hetgeen namens de benadeelde partijen naar voren is gebracht door mrs. Walther en Sent.

Het vonnis waartegen het hoger beroep is gericht

Bij het hierboven genoemde vonnis, waartegen het hoger beroep is gericht, heeft de rechtbank:
  • de verdachte vrijgesproken ter zake van de onder 4, 6 en 12 ten laste gelegde feiten;
  • de verdachte ter zake van de overige ten laste gelegde feiten veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes jaren, met aftrek van de periode die is doorgebracht in voorarrest;
  • daarnaast de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege opgelegd;
  • de vorderingen tot schadevergoeding van de benadeelde partijen [benadeelde 3] , [benadeelde 1] en [benadeelde 6] geheel toegewezen, de schadevergoedingsmaatregel opgelegd en de verdachte hoofdelijk aansprakelijk gesteld;
  • de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 2] gedeeltelijk toegewezen, tot een bedrag van € 11.300,-, de schadevergoedings-maatregel opgelegd, de verdachte hoofdelijk aansprakelijk gesteld en deze benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk verklaard in de vordering;
  • de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 4] gedeeltelijk toegewezen, tot een bedrag van € 12.692,59, de schadevergoedings-maatregel opgelegd, de verdachte hoofdelijk aansprakelijk gesteld en deze benadeelde partij (bij herstelarrest) voor het overige niet-ontvankelijk verklaard in de vordering;
  • de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 5] gedeeltelijk toegewezen, tot een bedrag van € 10.675,-, de schadevergoedings-maatregel opgelegd, de verdachte hoofdelijk aansprakelijk gesteld en deze benadeelde partij (bij herstelarrest) voor het overige niet-ontvankelijk verklaard in de vordering.
Het gerechtshof zal dat vonnis vernietigen omdat het gerechtshof op een aantal onderdelen tot een andere bewijsbeslissing komt dan de rechtbank. Het gerechtshof zal daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg en in hoger beroep - ten laste gelegd - voor zover hier van belang - dat:
1.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 maart 2017 tot en met 26 mei 2017 te [pleegplaats 1] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
A)
een ander of anderen, te weten [benadeelde 2] , geboren op [geboortedag 1] 1999 (telkens)
(sub 2°)
heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van seksuele uitbuiting van die [benadeelde 2] (terwijl die [benadeelde 2] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt)
en/of
(sub 5°)
ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met en/of voor een derde tegen betaling dan wel ten aanzien van die [benadeelde 2] (telkens) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [benadeelde 2] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met en/of voor een derde tegen betaling (terwijl die [benadeelde 2] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt)
en/of
B)
(sub 8°)
(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van die ander, te weten [benadeelde 2] , met en/of voor een derde tegen betaling (terwijl die [benadeelde 2] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt),
zijnde en/of hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens):
- via Bullchat en/of Whatsapp (en/of op andere wijze) contact gezocht en/of gehad en/of gehouden met die [benadeelde 2] en/of
- via Bullchat en/of Whatsapp (en/of op andere wijze) een afspraak gemaakt met die [benadeelde 2] en/of
- aan die [benadeelde 2] voorgehouden dat hij, [benadeelde 2] , veel geld kon verdienen met escort/paydates en/of
- een proefdate met [benadeelde 2] gehad, waarbij [benadeelde 2] seksueel contact (al dan niet tegen betaling) moest hebben met verdachte en/of zijn mededader en/of
- afspraken met die [benadeelde 2] gemaakt over seksuele contacten met derden/klanten en/of over de hoogte van de betaling voor die seksuele contacten en/of over de locaties van die seksafspraken en/of over het vervoer van en naar die afspraken en/of
- een werktelefoon en/of een telefoonnummer voor de werktelefoon geregeld en/of gegeven voor/aan [benadeelde 2] en/of
- een profiel aangemaakt en/of onderhouden op Boys4U voor [benadeelde 2] en/of
- klanten geregeld voor [benadeelde 2] en/of
- ruimte aangeboden aan die [benadeelde 2] waar die [benadeelde 2] tegen betaling seks kon hebben met een daar aanwezige (derde) man/klant (gelegen aan [adres 1] en/of [adres 2] ) en/of condooms en/of glijmiddel verschaft en/of
- die [benadeelde 2] opgehaald met de auto en hem daarmee vervoerd (naar de woning gelegen aan [adres 1] en/of [adres 2] ) en/of naar andere werklocaties in binnen- en buitenland en/of
- reistickets en/of visa geboekt en/of geregeld voor die [benadeelde 2] en/of
- die [benadeelde 2] meegenomen naar een pand (gelegen aan [adres 1] en/of [adres 2] ), (en/of andere werklocaties) waar die [benadeelde 2] tegen betaling seks had met een daar aanwezige (derde) man/klant en/of
- een deel van het geld dat die [benadeelde 2] voor die seksafspraken kreeg van die [benadeelde 2] gekregen en/of door die [benadeelde 2] aan hem, verdachte en/of zijn mededader(s) laten afgeven en/of het geld dat die klant(en) betaalden voor seksuele handelingen met die [benadeelde 2] geïnd en een deel ervan aan die [benadeelde 2] gegeven en/of
-(als gunst voor verdachte en/of zijn mededader) van [benadeelde 2] verlangd dat hij ontuchtige handelingen door verdachte en/of zijn mededader zou ondergaan waaronder seksueel binnendringen van zijn, [benadeelde 2] ’s, lichaam;
2.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 27 mei 2017 tot en met
30 september 2017 te [pleegplaats 1] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
A)
een ander of anderen, te weten [benadeelde 2] , (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en), en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie
- heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van seksuele uitbuiting van die [benadeelde 2] (sub 1°) en/of
- heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard dan wel onder die omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [benadeelde 2] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard (sub 4°)
en/of
B)
(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van die/een ander of anderen, te weten die [benadeelde 2] , (sub 6°),
zijnde en/of hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens): terwijl die [benadeelde 2] zich op dat moment in een kwetsbare positie bevond,
- via Bullchat en/of Whatsapp (en/of op andere wijze) contact gezocht en/of gehad en/of gehouden met die [benadeelde 2] en/of
- via Bullchat en/of Whatsapp (en/of op andere wijze) een afspraak gemaakt met die [benadeelde 2] en/of
- aan die [benadeelde 2] voorgehouden dat hij, [benadeelde 2] , veel geld kon verdienen met escort/paydates en/of
- een proefdate met [benadeelde 2] gehad, waarbij [benadeelde 2] seksueel contact (al dan niet tegen betaling) moest hebben met verdachte en/of zijn mededader en/of
- afspraken met die [benadeelde 2] gemaakt over seksuele contacten met derden/klanten en/of over de hoogte van de betaling voor die seksuele contacten en/of over de locaties van die seksafspraken en/of over het vervoer van en naar die afspraken en/of
- een werktelefoon en/of een telefoonnummer voor de werktelefoon geregeld en/of gegeven voor/aan [benadeelde 2] en/of
- een profiel / meerdere profielen aangemaakt en/of onderhouden op (onder andere) Boys4U (en/of soortgelijke sites) voor [benadeelde 2] en/of
- klanten geregeld voor [benadeelde 2] en/of
- ruimte aangeboden aan die [benadeelde 2] waar die [benadeelde 2] tegen betaling seks kon hebben met een daar aanwezige (derde) man/klant (gelegen aan [adres 1] en/of [adres 2] ) en/of condooms en/of glijmiddel verschaft en/of
- die [benadeelde 2] opgehaald met de auto en hem daarmee vervoerd (naar de woning gelegen aan [adres 1] en/of [adres 2] ) en/of naar andere werklocaties in binnen- en buitenland en/of
- reistickets en/of visa geboekt en/of geregeld voor die [benadeelde 2] en/of
- die [benadeelde 2] meegenomen naar een pand (gelegen aan [adres 1] en/of [adres 2] ), (en/of andere werklocaties) waar die [benadeelde 2] tegen betaling seks had met een daar aanwezige (derde) man/klant en/of
- een deel van het geld dat die [benadeelde 2] voor die seksafspraken kreeg van die [benadeelde 2] gekregen en/of door die [benadeelde 2] aan hem, verdachte en/of zijn mededader(s) laten afgeven en/of het geld dat die klant(en) betaalden voor seksuele handelingen met die [benadeelde 2] geïnd en een deel ervan aan die [benadeelde 2] gegeven en/of
- ( als gunst voor verdachte en/of zijn mededader) van [benadeelde 2] verlangd dat hij ontuchtige handelingen door verdachte en/of zijn mededader zou ondergaan waaronder seksueel binnendringen van zijn, [benadeelde 2] ’s, lichaam;
3.
hij in of omstreeks de periode van ongeveer 01 april 2017 tot en met 27 september 2018 te [pleegplaats 1] en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal telkens
afbeeldingen, te weten foto's en/of video's/films en/of gegevensdragers, te weten een smartphone (Wiko Lenny) en/of een laptop (HP) (beide met een foto- en/of filmfunctie) (bevattende voormelde afbeeldingen) heeft verspreid en/of openlijk tentoongesteld en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of verworven en/of in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken (te weten telkens [benadeelde 2] geboren op [geboortedag 1] 1999)
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit: het met de penis anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (foto's genaamd "Neuken met [naam] " en "Neuken met [naam] " pv p 238 en/of filmpje 35 en/of filmpje 36 pv p 250 en 251)
5.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 augustus 2018 tot en met
24 augustus 2018 te [pleegplaats 1] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
A)
een ander of anderen, te weten [benadeelde 3] , geboren op [geboortedag 2] 2000 (telkens)
(sub 2°)
heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van seksuele uitbuiting van die [benadeelde 3] (terwijl die [benadeelde 3] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt)
en/of
(sub 5°)
ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met en/of voor een derde tegen betaling dan wel ten aanzien van die [benadeelde 3] (telkens) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [benadeelde 3] zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met en/of voor een derde tegen betaling (terwijl die [benadeelde 3] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt)
en/of
B)
(sub 8°)
(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van die ander, te weten [benadeelde 3] , met en/of voor een derde tegen betaling (terwijl die [benadeelde 3] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt), zijnde en/of hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens):
- via Bullchat en/of Whatsapp (en/of op andere wijze) contact gezocht en/of gehad en/of gehouden met die [benadeelde 3] en/of
- via Bullchat en/of Whatsapp (en/of op andere wijze) een afspraak gemaakt met die [benadeelde 3] en/of
- aan die [benadeelde 3] voorgehouden dat hij, [benadeelde 3] , veel geld kon verdienen met escort/playdates en/of
- een proefdate met [benadeelde 3] gehad, waarbij [benadeelde 3] seksueel contact (al dan niet tegen betaling) moest hebben met verdachte en/of zijn mededader en/of
- afspraken met die [benadeelde 3] gemaakt over seksuele contacten met derden/klanten en/of over de hoogte van de betaling voor die seksuele contacten en/of over de locaties van die seksafspraken en/of over het vervoer van en naar die afspraken en/of
- een werktelefoon en/of een telefoonnummer voor de werktelefoon geregeld en/of gegeven voor/aan [benadeelde 3] en/of
- een profiel / meerdere profielen aangemaakt en/of onderhouden op (onder andere) Boys4U (en/of soortgelijke sites) voor [benadeelde 3] en/of
- klanten geregeld voor [benadeelde 3] en/of
- ruimte aangeboden aan die [benadeelde 3] waar die [benadeelde 3] tegen betaling seks kon hebben met een daar aanwezige (derde) man/klant (gelegen aan [adres 1] en/of [adres 2] ) en/of condooms en/of glijmiddel verschaft en/of
- die [benadeelde 3] opgehaald met de auto en hem daarmee vervoerd (naar de woning gelegen aan [adres 1] en/of [adres 2] ) en/of
- die [benadeelde 3] meegenomen naar een pand (gelegen aan [adres 1] en/of [adres 2] ), (en/of andere werklocaties) waar die [benadeelde 3] tegen betaling seks had met een daar aanwezige (derde) man/klant en/of
- een deel van het geld dat die [benadeelde 3] voor die seksafspraken kreeg van die [benadeelde 3] gekregen en/of door die [benadeelde 3] aan hem, verdachte en/of zijn mededader(s) laten afgeven en/of het geld dat die klant(en) betaalden voor seksuele handelingen met die [benadeelde 3] geïnd en een deel ervan aan die [benadeelde 3] gegeven en/of
- ( als gunst voor verdachte en/of zijn mededader) van [benadeelde 3] verlangd dat hij ontuchtige handelingen door verdachte en/of zijn mededader zou ondergaan waaronder seksueel binnendringen van zijn, [benadeelde 3] ’s, lichaam;
7.
hij in of omstreeks de periode van ongeveer 01 september 2018 tot en met 16 november 2018 te [pleegplaats 1] en/of elders in Nederland, meermalen althans eenmaal (telkens) opzettelijk mondeling, door gebaren, bij geschrift en/of afbeelding zich jegens [benadeelde 2] en/of [benadeelde 6] heeft geuit, kennelijk om dier/diens vrijheid om naar waarheid te verklaren of geweten ten overstaan van een ambtenaar (van politie) een verklaring af te leggen te beïnvloeden, terwijl hij/zij, verdachte, wist of ernstige reden had te vermoeden dat die verklaring zou worden afgelegd,
door in een telefoongesprek tegen die [benadeelde 2] te zeggen (zie p 2291 ev gespreksnummers 213, 214, 215) (zakelijk weergegeven):
dat [benadeelde 2] tegen de politie moet zeggen dat [benadeelde 2] 18 was toen hij [verdachte] ontmoette (en/of) dat het klikte en dat toen zijn ze samen op vakantie zijn gegaan (naar Spanje)
dat het contact is nu verwaterd (en/of)
dat [benadeelde 2] op oudere mannen valt (en/of)
dat [benadeelde 2] niet in de escort werkt (en/of)
dat er in Spanje geen seks heeft plaatsgevonden (en/of)
dat hoe minder [benadeelde 2] verklaart hoe beter het is,
EN/OF
door in een telefoongesprek tegen die [benadeelde 6] te zeggen (zie p 2305 ev gespreksnummer 561) (zakelijk weergegeven):
dat [benadeelde 6] zo min mogelijk moet zeggen (en/of)
dat [benadeelde 6] zo min mogelijk namen noemen (en/of)
dat [benadeelde 6] soms gewoon keihard moet ontkennen (en/of)
dat [benadeelde 6] moet ontkennen dat hij seks met hun heeft gehad (en/of)
dat [benadeelde 6] moet benadrukken geen seks en boven de 18,
8.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de pleegperiode van 1 maart 2018 tot en met 11 april 2018 te [pleegplaats 1] en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
A)
een ander of anderen, te weten [benadeelde 1] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld en/of (een) andere feitlijkhe(i)d(en), en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie
- heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van seksuele uitbuiting van die naam [benadeelde 1] (sub 1°) en/of
- heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard dan wel onder die omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [benadeelde 1] zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard (sub 4°)
en/of
B)
(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van die/een ander of anderen, te weten [benadeelde 1] , (sub 6°), zijnde en/of hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens): terwijl [benadeelde 1] zich op dat moment in een kwetsbare positie bevond, - via Bullchat en/of Whatsapp (en/of op andere wijze) contact gezocht en/of gehad en/of gehouden met die [benadeelde 1] en/of
- via Bullchat en/of Whatsapp (en/of op andere wijze) een afspraak gemaakt met die [benadeelde 1] en/of
- een proefdate met [benadeelde 1] gehad, waarbij [benadeelde 1] seksueel contact moest hebben met verdachte of zijn medeverdachte en/of waarbij (seks)foto's en/of filmpjes werden gemaakt en/of
- afspraken met die [benadeelde 1] gemaakt over seksuele contacten met derden/klanten en/of over de hoogte van de betaling voor die seksuele contacten en/of over de locaties van die seksafspraken en/of over het vervoer van en naar die afspraken en/of
- een werktelefoon en/of een telefoonnummer voor de werktelefoon geregeld en/of gegeven voor/aan [benadeelde 1] en/of
- onderdak aangeboden aan die [benadeelde 1] en/of
- een profiel aangemaakt en/of onderhouden op Boys4U en/of Bullchat en/of Binkdate en/of andere websites voor [benadeelde 1] en/of [benadeelde 1] geholpen met het aanmaken van dit profiel en/of
- klanten geregeld voor [benadeelde 1] en/of contact(en) met klanten onderhouden voor/namens [benadeelde 1] en/of
- ruimte aangeboden aan die [benadeelde 1] waar die [benadeelde 1] tegen betaling seks kon hebben met een daar aanwezige (derde) man/klant (gelegen aan [adres 1] en/of [adres 2]
en/of elders) en/of
- die [benadeelde 1] opgehaald met de auto en hem daarmee vervoerd naar en/of van (een) woning(en) van mannen/klanten en/of naar (een) hotel(s), alwaar [benadeelde 1] tegen betaling seks had met (een) daar aanwezige klant(en) en/of -condooms en/of glijmiddel en/of poppers en/of kleding verstrekt aan die [benadeelde 1] ten behoeve van een seksafspraak met (een) klant(en) en/of
- een deel van het geld dat die [benadeelde 1] voor die seksafspraken kreeg van die [benadeelde 1] gekregen en/of door die [benadeelde 1] aan hem, verdachte en/of zijn mededader(s) laten afgeven en/of het geld dat die klant(en) betaalden voor seksuele handelingen met die [benadeelde 1] geïnd en een deel ervan aan die [benadeelde 1] gegeven en/of
- ( als gunst voor verdachte en/of zijn mededader) van [benadeelde 1] verlangd dat hij ontuchtige handelingen door verdachte en/of zijn mededader zou ondergaan waaronder seksueel binnendringen van zijn, [benadeelde 1] , lichaam;
9.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de pleegperiode van 1 juli 2018 tot en met
31 maart 2019 te [pleegplaats 1] en/of [pleegplaats 2] en/of [pleegplaats 3] en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
A)
een ander of anderen, te weten [benadeelde 4] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en), en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie
- heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van seksuele uitbuiting van die naam [benadeelde 4] (sub 1°)
en/of
- heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard dan wel onder die omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [benadeelde 4] zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard (sub 4°)
en/of
B)
(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van die/een ander of anderen, te weten [benadeelde 4] , (sub 6°), zijnde en/of hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens): terwijl [benadeelde 4] zich op dat moment in een kwetsbare positie bevond,
- via Bullchat en/of Whatsapp (en/of op andere wijze) contact gezocht en/of gehad en/of gehouden met die [benadeelde 4] en/of
- via Bullchat en/of Whatsapp (en/of op andere wijze) een afspraak gemaakt met die [benadeelde 4] en/of
- een proefdate met [benadeelde 4] gehad, waarbij [benadeelde 4] seksueel contact moest hebben met verdachte of zijn medeverdachte en/of waarbij (seks)foto's en/of filmpjes werden gemaakt en/of
- afspraken met die [benadeelde 4] gemaakt over seksuele contacten met derden/klanten en/of over de hoogte van de betaling voor die seksuele contacten en/of over de locaties van die seksafspraken en/of over het vervoer van en naar die afspraken en/of - een werktelefoon en/of een telefoonnummer voor de werktelefoon geregeld en/of gegeven voor/aan [benadeelde 4] en/of
- een profiel aangemaakt en/of onderhouden op Boys4U en/of andere websites voor [benadeelde 4] en/of [benadeelde 4] geholpen met het aanmaken van dit profiel en/of
- klanten geregeld voor [benadeelde 4] en/of contact(en) met klanten onderhouden voor/namens [benadeelde 4] en/of
- ruimte aangeboden aan die [benadeelde 4] waar die [benadeelde 4] tegen betaling seks kon hebben met een daar aanwezige (derde) man/klant (gelegen aan [adres 1] en/of [adres 2] en/of elders) en/of
- die [benadeelde 4] opgehaald met de auto en hem daarmee vervoerd naar en/of van (een) woning(en) van mannen/klanten en/of naar (een) hotel(s), alwaar [benadeelde 4] tegen betaling seks had met (een) daar aanwezige klant(en) en/of
- condooms en/of glijmiddel en/of poppers en/of kleding verstrekt aan die [benadeelde 4] ten behoeve van een seksafspraak met (een) klant(en) en/of
- een deel van het geld dat die [benadeelde 4] voor die seksafspraken kreeg van die [benadeelde 4] gekregen en/of door die [benadeelde 4] aan hem, verdachte en/of zijn mededader(s) laten afgeven en/of het geld dat die klant(en) betaalden voor seksuele handelingen met die [benadeelde 4] geïnd en een deel ervan aan die [benadeelde 4] gegeven en/of
- ( als gunst voor verdachte en/of zijn mededader) van [benadeelde 4] verlangd dat hij ontuchtige handelingen door verdachte en/of zijn mededader zou ondergaan waaronder seksueel binnendringen van zijn, [benadeelde 4] ’s, lichaam;
10.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de pleegperiode van 20 augustus 2017 tot en met 31 maart 2019 te [pleegplaats 1] en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
A)
een ander of anderen, te weten [benadeelde 5] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en), en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie
- heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van seksuele uitbuiting van die naam [benadeelde 5] (sub 1°)
en/of
- heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard dan wel onder die omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [benadeelde 5] zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard (sub 4°)
en/of
B)
(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van die/een ander of anderen, te weten [benadeelde 5] , (sub 6°), zijnde en/of hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens): terwijl [benadeelde 5] zich op dat moment in een kwetsbare positie bevond,
- via Bullchat en/of Whatsapp (en/of op andere wijze) contact gezocht en/of gehad en/of gehouden met die [benadeelde 5] en/of
- via Bullchat en/of Whatsapp (en/of op andere wijze) een afspraak gemaakt met die [benadeelde 5] en/of
- een proefdate met [benadeelde 5] gehad, waarbij [benadeelde 5] seksueel contact moest hebben met verdachte of zijn medeverdachte en/of waarbij (seks)foto's werden gemaakt en/of
- afspraken met die [benadeelde 5] gemaakt over seksuele contacten met derden/klanten en/of over de hoogte van de betaling voor die seksuele contacten en/of over de locaties van die seksafspraken en/of over het vervoer van en naar die afspraken en/of
- een werktelefoon en/of een telefoonnummer voor de werktelefoon geregeld en/of gegeven voor/aan [benadeelde 5] en/of
- een profiel aangemaakt en/of onderhouden op Boys4U en/of andere website voor [benadeelde 5] en/of [benadeelde 5] geholpen met het aanmaken van dit profiel en/of
- klanten geregeld voor [benadeelde 5] en/of
- ruimte aangeboden aan die [benadeelde 5] waar die [benadeelde 5] tegen betaling seks kon hebben met een daar aanwezige (derde) man/klant (gelegen aan [adres 1] en/of [adres 2] ) en/of
- die [benadeelde 5] opgehaald met de auto en hem daarmee vervoerd naar en/of van (een) woning(en) van mannen/klanten en/of naar (een) hotel(s), alwaar [benadeelde 5] tegen betaling seks had met (een) daar aanwezige klant(en) en/of
- condooms en/of glijmiddel en/of poppers verstrekt aan die [benadeelde 5] ten behoeve van een seksafspraak met (een) klant(en) en/of
- een deel van het geld dat die [benadeelde 5] voor die seksafspraken kreeg van die [benadeelde 5] gekregen en/of door die [benadeelde 5] aan hem, verdachte en/of zijn mededader(s) laten afgeven en/of het geld dat die klant(en) betaalden voor seksuele handelingen met die [benadeelde 5] geïnd en een deel ervan aan die [benadeelde 5] gegeven en/of
- ( als gunst voor verdachte en/of zijn mededader) van [benadeelde 5] verlangd dat hij ontuchtige handelingen door verdachte en/of zijn mededader zou ondergaan waaronder seksueel binnendringen van zijn, [benadeelde 5] 's, lichaam;
11.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de pleegperiode van 10 augustus 2017 tot en met 31 maart 2019 te [pleegplaats 1] en/of [pleegplaats 4] en/of [pleegplaats 5] en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
A)
een ander of anderen, te weten [benadeelde 6] (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en), en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie
- heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van seksuele uitbuiting van die naam [benadeelde 6] (sub 1°)
en/of
- heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard dan wel onder die omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [benadeelde 6] zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard (sub 4°)
en/of
B)
(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van die/een ander of anderen, te weten [benadeelde 6] , (sub 6°), zijnde en/of hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens), terwijl [benadeelde 6] zich op dat moment in een kwetsbare positie bevond: - via Bullchat en/of Whatsapp (en/of op andere wijze) contact gezocht en/of gehad en/of gehouden met die [benadeelde 6] en/of
- via Bullchat en/of Whatsapp (en/of op andere wijze) een afspraak gemaakt met die [benadeelde 6] en/of
- een proefdate met [benadeelde 6] gehad, waarbij [benadeelde 6] seksueel contact moest hebben met één van beide verdachten en/of waarbij de andere verdachte toekeek en/of foto's maakte en/of
- afspraken met die [benadeelde 6] gemaakt over seksuele contacten met derden/klanten en/of over de hoogte van de betaling voor die seksuele contacten en/of over de locaties van die seksafspraken en/of over het vervoer van en naar die afspraken en/of
- een werktelefoon en/of een telefoonnummer voor de werktelefoon geregeld en/of gegeven voor/aan [benadeelde 6] en/of
- een profiel aangemaakt en/of onderhouden op Boys4U en/of andere websites voor [benadeelde 6] en/of
- klanten geregeld voor [benadeelde 6] en/of
- ruimte aangeboden aan die [benadeelde 6] waar die [benadeelde 6] tegen betaling seks kon hebben met een daar aanwezige (derde) man/klant (gelegen aan [adres 1] en/of [adres 2] ) en/of
- die [benadeelde 6] meegenomen naar de werkruimtes (gelegen aan [adres 1] en/of [adres 2] ), waar die [benadeelde 6] tegen betaling seks had met een daar aanwezige (derde) man/klant en/of
- die [benadeelde 6] opgehaald met de auto en hem daarmee vervoerd naar en/of van (een) woning(en) van mannen/klanten en/of naar (een) hotel(s), alwaar [benadeelde 6] tegen betaling seks had met (een) daar aanwezige klant(en) en/of
- condooms en/of glijmiddel en/of poppers en/of kleding verstrekt aan die [benadeelde 6] ten behoeve van een seksafspraak met (een) klant(en) en/of
- een deel van het geld dat die [benadeelde 6] voor die seksafspraken kreeg van die [benadeelde 6] gekregen en/of door die [benadeelde 6] aan hem, verdachte en/of zijn mededader(s) laten afgeven en/of het geld dat die klant(en) betaalden voor seksuele handelingen met die [benadeelde 6] geïnd en een deel ervan aan die [benadeelde 6] gegeven en/of
- ( als gunst voor verdachte en/of zijn mededader) van [benadeelde 6] verlangd dat hij ontuchtige handelingen door verdachte en/of zijn mededader zou ondergaan waaronder seksueel binnendringen van zijn, [benadeelde 6] ’s, lichaam.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het gerechtshof bewezen zal verklaren de onder
1. tot en met 3, alsmede 5 en 7 tot en met 11 aan de verdachte ten laste gelegde feiten, zoals nader omschreven in het schriftelijk requisitoir.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat de verdachte integraal vrijgesproken dient te worden, op nader in de pleitnota aangegeven gronden.
Het oordeel van het gerechtshof
Het gerechtshof is van oordeel dat de door de verdachte en diens raadsman gevoerde bewijsverweren strekkende tot vrijspraak van de onder 1, 2, 5 en 7 tot en met 11 aan de verdachte ten laste gelegde feiten wordt weersproken door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het gerechtshof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
Overwegingen over de tenlastegelegde feiten die zien op of gerelateerd zijn aan mensenhandel
De meeste van de tenlastegelegde feiten zien op mensenhandel. Het gaat daarbij om zowel minderjarige als (jong)volwassen jongens/mannen die aangezet zijn tot of gefaciliteerd zijn bij het verrichten van prostitutiewerkzaamheden door verdachte en/of medeverdachte. Daar waar het gaat om minderjarigen is het aanzetten tot of het faciliteren van prostitutiewerkzaamheden onder alle omstandigheden strafbaar. Hetzelfde geldt niet als het gaat om jongvolwassenen. Omdat zij volwassen zijn mogen ze prostitutiewerkzaamheden verrichten en ook mogen ze daarbij gefaciliteerd worden. Dat is in beginsel niet anders als het gaat om volwassenen die zich om wat voor reden dan ook in een kwetsbare positie bevinden. Niet is echter toegestaan dat misbruik van de kwetsbare positie wordt gemaakt in de zin dat die personen worden uitgebuit. Van uitbuiting is sprake in geval die personen onvoldoende zeggenschap hebben over hun verdiensten en/of hun werkzaamheden zodat ze te veel geld moeten afstaan dan wel dat ze seksuele handelingen dienen te verrichten die ze niet willen en/of te lange dagen of weken maken.
Het is het hof niet gebleken dat de in de tenlastegelegde feiten genoemde jongvolwassenen door verdachte en/of medeverdachte financieel werden uitgebuit. De initiatieven die verdachte en medeverdachte namen om met die personen in contact te komen en het contact te onderhouden (bijvoorbeeld door ze bij hun prostitutiewerkzaamheden te faciliteren) gebeurden niet vanuit financiële motieven. Weliswaar stonden de jonge mannen een gedeelte van hun inkomsten af (20%), maar daar stonden inspanningen, werkzaamheden en/of het ter beschikking stellen van goederen door of van verdachte en/of medeverdachte tegenover. De vergoedingen waren niet disproportioneel gelet op de faciliterende werkzaamheden van verdachte en/of medeverdachte.
Voor de jongeren die door verdachte en/of medeverdachte onder zijn of hun hoede werden genomen gold verder dat zij er voor kozen om in de prostitutie te werken. Zij wilden geld verdienen. Verdachte en/of medeverdachte faciliteerde(n) de werkzaamheden in die zin dat voor de jongeren werd geregeld dat ze een woning/werkplek, vervoer en andere benodigdheden hadden. In algemene zin vonden de jongeren het prettig om zo gefaciliteerd te worden. De jongeren beschikten (anders dan verdachte en medeverdachte) niet allen over een auto, rijbewijs en woning. Aan de andere kant betekende het wel dat zij voor de uitoefening van hun werkzaamheden in zekere zin afhankelijk waren van de verdachte en/of medeverdachte en gebonden waren aan de gemaakte afspraken.
Het belang van verdachte en medeverdachte bij het contact met de jongeren was gelegen in hun wens om die jongeren in hun nabijheid te hebben vanwege het gezelschap en zodat fysiek contact mogelijk was, waarbij het ook ging om seksuele handelingen. Het ging telkens om min of meer kwetsbare jongeren, die veel jonger waren dan verdachte en medeverdachte en die voor hun werkzaamheden, verdiensten en soms ook onderdak (al dan niet deels) afhankelijk waren van verdachte en/of medeverdachte. Uit verschillende verklaringen die de jongeren hebben afgelegd volgt dat de seksuele handelingen die ze verrichtten of moesten ondergaan met vooral de verdachte niet vrijwillig waren. In die gevallen kan worden gesteld dat die jongeren door dwang, een andere feitelijkheid, misbruik van overwicht en/of hun kwetsbare positie gedwongen of bewogen werden om seksuele diensten te verrichten en dat sprake was van uitbuiting.
[benadeelde 2] (feiten 1, 2 en 3)
Ten aanzien van [benadeelde 2] volgt uit de bewijsmiddelen dat verdachte samen met medeverdachte [benadeelde 2] heeft geworven en ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van prostitutiewerkzaamheden op het moment dat hij nog maar 17 jaar oud was. De verklaringen van [benadeelde 2] vinden voldoende ondersteuning in andere bewijsmiddelen. Het hof komt daarom tot een bewezenverklaring van het onder 1 tenlastegelegde.
Nadat [benadeelde 2] 18 jaar was geworden is hij verder gegaan in de prostitutie. Deze werkzaamheden werden gefaciliteerd door verdachte. Tijdens het contact dat [benadeelde 2] met verdachte had, vonden er ongewenste seksuele handelingen plaats. Verdachte wilde [benadeelde 2] altijd intiem zoenen, ondanks het feit dat [benadeelde 2] dat niet wilde. Verdachte deed onverwachts zijn tong in de mond van [benadeelde 2] . Als [benadeelde 2] verdachte van zich afduwde reageerde verdachte snauwerig. Dat is volgens [benadeelde 2] meer dan zes keer geweest. Aldus werd [benadeelde 2] bewogen of gedwongen tot het verrichten van diensten van seksuele aard en in zoverre is sprake van uitbuiting. Het hof komt tot een bewezenverklaring van het onder 2 tenlastegelegde.
[benadeelde 2] heeft verklaard dat er toen, hij 17 jaar oud was, opnames zijn gemaakt terwijl hij seks had, maar dat hij niet degene is die op de afbeeldingen staat die hem door de politie zijn getoond en waarop de tenlastelegging onder 3 (kinderporno) ziet. Vanwege die verklaring is het hof er niet van overtuigd geraakt dat de afbeeldingen waarop het tenlastegelegde onder 3 ziet, betrekking hebben op [benadeelde 2] zodat het hof niet kan vaststellen dat die afbeeldingen van een minderjarige zijn. Het hof zal verdachte daarom vrijspreken van het hem onder 3 tenlastegelegde.
[benadeelde 3] (feit 5)
Ten aanzien van [benadeelde 3] komt het hof met inachtneming van hetgeen eerder over mensenhandel is overwogen tot een (gedeeltelijke) bewezenverklaring van het tenlastegelegde feit 5. De verdediging heeft bepleit dat de verklaringen van [benadeelde 3] niet betrouwbaar zijn, maar het enkele feit dat er verschillen te constateren zijn in de verklaringen van [benadeelde 3] maakt niet dat de verklaring daarom als geheel onbetrouwbaar is. In essentie is [benadeelde 3] consistent en zijn verklaring wordt op onderdelen ondersteund door andere bewijsmiddelen.
feit 7
Net als de rechtbank acht ook het hof de beïnvloeding van de getuigen [benadeelde 6] en [benadeelde 2] zoals tenlastegelegd onder feit 7 wettig en overtuigend bewezen. Verdachte stuurde aan wat [benadeelde 6] en [benadeelde 2] moesten verklaren bij de politie.
[benadeelde 1] (feit 8)
[benadeelde 1] werd gefaciliteerd door de verdachte bij het verrichten van de prostitutiewerkzaamheden. [benadeelde 1] werd gedwongen of bewogen seksuele handelingen bij verdachte te verrichten of te ondergaan die hij niet wilde. [benadeelde 1] spreekt over tepellikken en verklaart dat hij verdachte elke week langdurig moest tongzoenen. [benadeelde 1] wil wel jongens zoenen, maar geen (oude) mannen. Het tongzoenen gebeurde ondanks dat [benadeelde 1] verdachte kenbaar had gemaakt dat niet te willen. Aldus werd [benadeelde 1] bewogen of gedwongen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van diensten van seksuele aard en in zoverre is sprake van uitbuiting. Het hof komt tot een bewezenverklaring van het onder 8 tenlastegelegde
[benadeelde 4] (feit 9)
[benadeelde 4] werd bij zijn prostitutiewerkzaamheden gefaciliteerd door verdachte en ook hij moest tegen zijn wil tongzonen met verdachte, zodat ook ten aanzien van hem geldt dat hij is uitgebuit door verdachte. Het hof acht dit deel van de verklaring van [benadeelde 4] betrouwbaar omdat het steun vindt in verklaringen van de andere aangevers die over het tongzoenen door verdachte hetzelfde verklaren. Het hof acht bewezen dat verdachte zich ten aanzien van [benadeelde 4] schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel.
[benadeelde 5] (feit 10)
[benadeelde 5] heeft verklaard dat een deel van zijn klanten geregeld werd door verdachte en dat ook hij tegen zijn zin seksuele handelingen met of van verdachte moest verrichten of dulden. Verdachte stak zijn vinger in de anus van [benadeelde 5] , verdachte pakte [benadeelde 5] bij zijn penis en verdachte kuste [benadeelde 5] op een dwangmatige manier. Ook in dit geval acht het hof bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel.
[benadeelde 6] (Feit 11)
Ook voor [benadeelde 6] heeft verdachte de prostitutiewerkzaamheden gefaciliteerd en ook [benadeelde 6] moest tegen zijn zin seksuele handelingen met verdachte verrichten of ondergaan. [benadeelde 6] deed zijn tanden op elkaar als verdachte hem wilde tongen. Verdachte werd dan boos. Ook zat verdachte aan het geslachtsdeel en de anus van [benadeelde 6] . Ook moest [benadeelde 6] tepellikken bij verdachte. Verdachte verrichtte die handelingen vaak, [benadeelde 6] had gezegd dat hij die seksuele handelingen niet wilde, maar verdachte ging gewoon door.

Bewezenverklaring

Op grond van wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel - ook in onderdelen - slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat ten laste gelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het gerechtshof wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1, 2, 5, 7, 8, 9, 10 en 11 aan hem ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande, dat:
1.
hij op tijdstippen in de periode van 1 maart 2017 tot en met 26 mei 2017 in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander
A)
een ander, te weten [benadeelde 2] , geboren op [geboortedag 1] 1999,
(sub 2°)
heeft geworven terwijl die [benadeelde 2] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt
en
(sub 5°)
ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling terwijl die [benadeelde 2] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
hebbende verdachte en/of zijn mededader:
- via Bullchat en/of Whatsapp contact gezocht en/of gehad en/of gehouden met die [benadeelde 2] en
- via Bullchat een afspraak gemaakt met die [benadeelde 2] en/of
- aan die [benadeelde 2] voorgehouden dat hij, [benadeelde 2] , veel geld kon verdienen met escort/paydates en
- een date met [benadeelde 2] gehad, waarbij [benadeelde 2] seksueel contact tegen betaling moest hebben met verdachte en
- afspraken met die [benadeelde 2] gemaakt over seksuele contacten met derden/klanten en/of over de hoogte van de betaling voor die seksuele contacten en/of over de locaties van die seksafspraken en/of over het vervoer van en naar die afspraken en
- een werktelefoon en/of een telefoonnummer voor de werktelefoon geregeld voor en/of gegeven aan [benadeelde 2] .
2.
hij op tijdstippen in de periode van 27 mei 2017 tot en met 30 september 2017 in Nederland
A)
een ander, te weten [benadeelde 2] , door dwang en/of een andere feitelijkheid en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van diensten van seksuele aard (sub 4°)
hebbende verdachte
- afspraken met die [benadeelde 2] gemaakt over seksuele contacten met derden/klanten en/of over de hoogte van de betaling voor die seksuele contacten en/of over de locaties van die seksafspraken en/of over het vervoer van en naar die afspraken en/of
- een profiel onderhouden op Boys4U en/of soorgelijke sites voor [benadeelde 2] en
- klanten geregeld voor [benadeelde 2] en
- ruimte aangeboden aan die [benadeelde 2] waar die [benadeelde 2] tegen betaling seks kon hebben met een daar aanwezige (derde) man/klant, gelegen aan [adres 1] en/of [adres 2] , en/of condooms en/of glijmiddel verschaft en
- ( als gunst voor verdachte) van [benadeelde 2] verlangd dat hij ontuchtige handelingen door verdachte zou ondergaan.
5.
hij op tijdstippen in de periode van 1 augustus 2018 tot en met 24 augustus 2018 in Nederland
A)
een ander, te weten [benadeelde 3] , geboren op [geboortedag 2] 2000
(sub 2°)
heeft geworven en/of vervoerd, met het oogmerk van seksuele uitbuiting van die [benadeelde 3] , terwijl die [benadeelde 3] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt
en
(sub 5°)
ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met en/of voor een derde tegen betaling, terwijl die [benadeelde 3] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt
hebbende verdachte:
- aan die [benadeelde 3] voorgehouden dat hij, [benadeelde 3] , veel geld kon verdienen met escort/paydates en
- afspraken met die [benadeelde 3] gemaakt over seksuele contacten met derden/klanten en/of over de hoogte van de betaling voor die seksuele contacten en/of over de locaties van die seksafspraken en/of over het vervoer van en naar die afspraken en
- klanten geregeld voor [benadeelde 3] en
- die [benadeelde 3] meegenomen naar een pand (gelegen aan [adres 1] en/of [adres 2] ), (en/of andere werklocaties) waar die [benadeelde 3] tegen betaling seks had met een daar aanwezige (derde) man/klant.
7.
hij in de periode van 1 september 2018 tot en met 16 november 2018 in Nederland telkens opzettelijk mondeling zich jegens [benadeelde 2] en [benadeelde 6] heeft geuit, kennelijk om dier vrijheid om naar waarheid ten overstaan van een ambtenaar van politie een verklaring af te leggen te beïnvloeden, terwijl hij, verdachte, wist of ernstige reden had te vermoeden dat die verklaring zou worden afgelegd,
door in een telefoongesprek tegen die [benadeelde 2] te zeggen:
dat [benadeelde 2] tegen de politie moet zeggen dat [benadeelde 2] 18 was toen hij [verdachte] ontmoette, dat het klikte en dat toen zijn ze samen op vakantie zijn gegaan, dat het contact is nu verwaterd,
dat [benadeelde 2] op oudere mannen valt, dat [benadeelde 2] niet in de escort werkt en dat hoe minder [benadeelde 2] verklaart hoe beter het is,
en
door in een telefoongesprek tegen die [benadeelde 6] te zeggen:
dat [benadeelde 6] zo min mogelijk moet zeggen, dat [benadeelde 6] zo min mogelijk namen noemen, dat [benadeelde 6] soms gewoon keihard moet ontkennen, dat [benadeelde 6] moet ontkennen dat hij seks met hun heeft gehad en dat [benadeelde 6] moet benadrukken geen seks en boven de 18.
8.
hij op tijdstippen in de periode van 1 maart 2018 tot en met 11 april 2018 in Nederland
A)
een ander, te weten [benadeelde 1] door dwang en/of een andere feitelijkheid en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie
- heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten diensten van seksuele aard (sub 4°)
hebbende verdachte:
- via Bullchat contact gezocht en/of gehouden met die [benadeelde 1] en
- via Bullchat een afspraak gemaakt met die [benadeelde 1] en
- afspraken met die [benadeelde 1] gemaakt over seksuele contacten met derden/klanten en/of over de hoogte van de betaling voor die seksuele contacten en/of over de locaties van die seksafspraken en/of over het vervoer van en naar die afspraken en
- een werktelefoon en/of een telefoonnummer voor de werktelefoon geregeld voor en gegeven aan [benadeelde 1] en
- onderdak aangeboden aan die [benadeelde 1] en
- een profiel aangemaakt en onderhouden op Boys4U en Bullchat en Binkdate voor [benadeelde 1] en
- klanten geregeld voor [benadeelde 1] en/of contact(en) met klanten onderhouden voor/namens [benadeelde 1] en
- ruimte aangeboden aan die [benadeelde 1] waar die [benadeelde 1] tegen betaling seks kon hebben met een daar aanwezige (derde) man/klant, gelegen aan [adres 1] en/of [adres 2]
en/of elders en
- die [benadeelde 1] opgehaald met de auto en hem daarmee vervoerd naar en/of van (een) woning(en) van mannen/klanten en/of naar (een) hotel(s), alwaar [benadeelde 1] tegen betaling seks had met (een) daar aanwezige klant(en) en
- als gunst voor verdachte van [benadeelde 1] verlangd dat hij ontuchtige handelingen door verdachte zou ondergaan.
9.
hij op tijdstippen in de periode van 1 juli 2018 tot en met 20 september 2018 te [pleegplaats 1] en/of elders in Nederland
A)
een ander, te weten [benadeelde 4] , door dwang en/of een andere feitelijkheid en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie
- heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van diensten van seksuele aard
(sub 4°)
hebbende verdachte
- via Bullchat en/of Whatsapp en/of op andere wijze contact gezocht en/of gehad en/of gehouden met die [benadeelde 4] en
- via Bullchat en/of Whatsapp en/of op andere wijze een afspraak gemaakt met die [benadeelde 4] en
- een profiel aangemaakt en onderhouden op Boys4U voor [benadeelde 4] en
- klanten geregeld voor [benadeelde 4] en contact(en) met klanten onderhouden voor [benadeelde 4] en
- condooms en glijmiddel en poppers en kleding verstrekt aan die [benadeelde 4] ten behoeve van een seksafspraak met (een) klant(en) en
- als gunst voor verdachte van [benadeelde 4] verlangd dat hij ontuchtige handelingen door verdachte zou ondergaan.
10.
hij op tijdstippen in de pleegperiode van 20 augustus 2017 tot en met 31 maart 2019 in Nederland
A)
een ander, te weten [benadeelde 5] , door dwang en/of een andere feitelijkheid en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie
- heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid van seksuele aard
(sub 4°)
hebbende verdachte:
- een werktelefoon gegeven aan [benadeelde 5] en
- klanten geregeld voor [benadeelde 5] en
- als gunst voor verdachte van [benadeelde 5] verlangd dat hij ontuchtige handelingen door verdachte zou ondergaan.
11.
hij op tijdstippen in de periode van 10 augustus 2017 tot en met 31 maart 2019 in Nederland
A)
een ander, te weten [benadeelde 6] door dwang en/of een andere feitelijkheid en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie
- heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van diensten van seksuele aard
(sub 4°)
hebbende verdachte:
- via Bullchat contact gehad en gehouden met die [benadeelde 6]
- via Bullchat een afspraak gemaakt met die [benadeelde 6] en
- klanten geregeld voor [benadeelde 6] en
- ruimte aangeboden aan die [benadeelde 6] waar die [benadeelde 6] tegen betaling seks kon hebben met een daar aanwezige (derde) man/klant, gelegen aan [adres 1] en/of [adres 2] , en
- die [benadeelde 6] meegenomen naar de werkruimtes, gelegen aan [adres 1] en/of [adres 2] , waar die [benadeelde 6] tegen betaling seks had met een daar aanwezige (derde) man/klant en
- die [benadeelde 6] opgehaald met de auto en hem daarmee vervoerd naar en/of van (een) woning(en) van mannen/klanten en/of naar (een) hotel(s), alwaar [benadeelde 6] tegen betaling seks had met (een) daar aanwezige klant(en) en
- condooms en/of glijmiddel en/of poppers en/of kleding verstrekt aan die [benadeelde 6] ten behoeve van een seksafspraak met (een) klant(en) en
- als gunst voor verdachte van [benadeelde 6] verlangd dat hij ontuchtige handelingen door verdachte zou ondergaan.
Het gerechtshof acht niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van de bewezen verklaarde feiten

Het onder 1 bewezen verklaarde feit levert op:
medeplegen van mensenhandel, terwijl de persoon ten aanzien van wie het in artikel 273f, eerste lid onder 2° van het Wetboek van Strafrecht omschreven feit wordt gepleegd, de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt
en
medeplegen van mensenhandel, terwijl de persoon ten aanzien van wie het in artikel 273f, eerste lid onder 5° van het Wetboek van Strafrecht omschreven feit wordt gepleegd, de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt.
De onder 2, 8, 9, 10 en 11 bewezen verklaarde feiten leveren telkens op:
mensenhandel.
Het onder 5 bewezen verklaarde feit levert op:
mensenhandel, terwijl de persoon ten aanzien van wie het in artikel 273f, eerste lid onder 2° van het Wetboek van Strafrecht omschreven feit wordt gepleegd, de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt
en
mensenhandel, terwijl de persoon ten aanzien van wie het in artikel 273f, eerste lid onder 5° van het Wetboek van Strafrecht omschreven feit wordt gepleegd, de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt
Het onder 7 bewezen verklaarde feit levert op:
opzettelijk mondeling zich jegens een persoon uiten, kennelijk om diens vrijheid om een verklaring naar waarheid of geweten ten overstaan van een ambtenaar een verklaring af te leggen te beïnvloeden, terwijl hij weet of ernstige reden heeft te vermoeden dat die verklaring zal worden afgelegd, meermalen gepleegd.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte heeft in eerste aanleg niet meegewerkt aan onderzoek naar zijn geestvermogens De rechtbank heeft op basis van oudere rapporten, gezien de aard van de feiten en het deliktpatroon geconcludeerd dat sprake was van een persoonlijkheidsstoornis en verdachte verminderd toerekeningsvatbaar geacht.
In hoger beroep heeft de verdachte alsnog meegewerkt aan een psychiatrisch en psychologisch onderzoek.
Van dat onderzoek is opgemaakt het rapport van 23 mei 2022, opgemaakt door mw. M.G.H. van Willigenburg, klinisch psycholoog, en het rapport van 10 juni 2022, opgemaakt door P.K.J. Ronhaar, psychiater.
Hierin is als onderzoeksbevindingen en als conclusies van de psychiater Ronhaar het volgende opgenomen.
Bij betrokkene is sprake van een persoonlijkheidsstoornis met antisociale, narcistische en theatrale trekken. Deze persoonlijkheidsstoornis was ten tijde van de ten laste gelegde feiten (waarvan een deel thans is bewezen verklaard) ook aanwezig en betrokkene werd daar ten dele door beïnvloed. Uit het gerechtelijk dossier komt naar voren dat de ten laste gelegde feiten zich op dagelijkse basis en systematische wijze over meerdere jaren hebben uitgespreid, en er dus geen sprake was van impulsieve of ondoordachte delicten. Tevens komt naar voren dat er sprake was van opportunisme en een winstoogmerk in de vorm van een (…) seksuele beloning. Van enige doorwerking was wel sprake; het gebrek aan empathische vaardigheden, het gemak waarmee betrokkene (indien bewezen) gebruik maakte van list, bedrog en manipulatie en de emotionele oppervlakkigheid maken dat de drempel om tot de ten laste gelegde gedragingen (indien bewezen) over te gaan, verlaagd was. Gezien de opportunistische belangen, de normale intelligentie van betrokkene waardoor hij goed in staat is belangen af te wegen en keuzes te overzien, en de systematische, berekenende werkwijze ten aanzien van de ten laste gelegde feiten (indien bewezen) lijkt de vastgestelde problematiek een vrij beperkt aandeel in de ten laste gelegde feiten te hebben gehad.
Ronhaar adviseert betrokkene de ten laste gelegde feiten in (enigszins) verminderde mate toe te rekenen.
Als onderzoeksbevindingen en als conclusies van de psycholoog Van Willigenburg is in haar rapport het volgende opgenomen.
Betrokkene is lijdende aan een psychische stoornis in de vorm van een persoonlijkheids-stoornis met antisociale en narcistische trekken. Hiervan was ook sprake ten tijde van het ten laste gelegde.
Indien bewezen gaat betrokkene - om zijn eigen (financiële, eventueel seksuele) doelen te bereiken - stelselmatig over de grenzen van de als kwetsbaar omschreven jongvolwassen mannen. Hij doet dat planmatig, georganiseerd en over een lange periode, terwijl hij zich niet werkelijk bekommert om de gevolgen voor en het welzijn van de aangevers. Hierin zijn antisociale kenmerken zichtbaar. Daarnaast worden ook narcistische kenmerken herkend: naar eigen zeggen handelde hij vooral om de aangevers te adviseren, te helpen, te ondersteunen en te beschermen, zodat zij veilig en succesvol hun werk zouden kunnen doen. Hij meent dat ze het zonder hem niet zouden redden. Aan deze rol en aan de contacten met jongvolwassen mannen ontleent betrokkene een positief zelfgevoel; het voedt zijn narcisme. Andere dynamiek komt niet naar voren; zo is van emotiegestuurd, impulsief, conflict gedreven en/of wraakzuchtig handelen bij de ten laste gelegde (feiten) geen sprake.
Niet uitgesloten kan worden dat ook een seksuele drijfveer aanwezig was, gelet op het feit dat de ten laste gelegde feiten zich grotendeels richten op (of samenhangen met) seksueel handelen bij of door jongvolwassen mannen. Zoals in de vorige paragraaf uiteengezet kan bij betrokkene niet worden gesproken van een parafilie en/of hyperseksualiteit. Eventuele seksuele drijfveren kunnen daarom niet als pathologisch worden geadresseerd.
Geadviseerd wordt het ten laste gelegde, indien bewezen, in een licht verminderde mate aan
betrokkene toe te rekenen. Voor het geheel toerekenen is de invloed van betrokkenes persoonlijkheidsstoornis te (veel) van invloed op zijn keuzes en gedragingen. Omgekeerd ziet rapporteur voor een sterkere mate van vermindering evenmin argumenten, niet alleen omdat de persoonlijkheidsstoornis als relatief mild moet worden omschreven en hij wordt geacht over voldoende gedragsalternatieven te beschikken, maar ook omdat betrokkene vanwege eerdere veroordelingen kon weten dat dergelijk handelen - indien bewezen - strafbaar is.
Het gerechtshof acht de conclusies in de rapporten van Ronhaar en Van Willigenburg en de gronden waarop deze berusten navolgbaar en verenigt zich met die conclusies. Aan de verdachte zullen daarom alle feiten in enigszins verminderde mate worden toegerekend.
De verdachte is derhalve strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf

De rechtbank Midden-Nederland heeft de verdachte ter zake van de in eerste aanleg bewezen verklaarde feiten veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes jaren, met aftrek van de periode die is doorgebracht in voorarrest.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte ter zake van de door de advocaat-generaal bewezen geachte feiten, zoals nader omschreven in de hierboven opgenomen vordering van de advocaat-generaal, zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van tien jaren, met aftrek van de periode die is doorgebracht in voorarrest.
De verdediging heeft in het in hoger beroep gevoerde strafmaatverweer bepleit dat een gevangenisstraf zal worden opgelegd die de duur van zes jaren niet zal overstijgen.
Het gerechtshof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en de ernst van de bewezen verklaarde feiten en de omstandigheden waaronder die feiten zijn begaan, mede gelet op de persoon van de verdachte, zoals daarvan uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. Het gerechtshof ziet daarin redenen om de verdachte te veroordelen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van de hierna te vermelden duur.
Het gerechtshof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft er, al dan niet samen met de medeverdachte [medeverdachte] , actief aan meegewerkt dat twee minderjarige jongens geworven werden voor de prostitutie en zich ook daadwerkelijk daarvoor beschikbaar stelden. Verdachte heeft ten aanzien van een vijftal meerderjarige jongens gedurende een korte of langere periode hun prostitutiewerkzaamheden gefaciliteerd. De contacten die hij met die jongens had, heeft hij misbruikt door ze te dwingen of te bewegen tegen hun zin in seksuele handelingen met hem te verrichten of te ondergaan.
De omstandigheid dat de minderjarige vrijwillig in de prostitutie werkten of wilden werken doet op geen enkele wijze af aan de bijzondere ernst en strafwaardigheid van het handelen van de verdachte. De wetgever heeft minderjarigen immers (mede tegen zichzelf) maximaal willen beschermen tegen dergelijk grensoverschrijdend gedrag waarvan bekend is dat slachtoffers daarvan - ook als zij zich op het moment van die gedragingen en of ook daarna (nog) niet als slachtoffer zien - op latere leeftijd nog de nadelige psychische gevolgen kunnen ondervinden.
De verdachte heeft verder misbruik gemaakt van vijf jong volwassenen, waarbij hij de door die jongens aangegeven grenzen niet in acht heeft genomen en zich heeft laten meeslepen door zijn eigen seksuele behoeftes en/of gevoelens ten aanzien van de jongens.
Voorts heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het opzettelijk beïnvloeden van een tweetal slachtoffers, in hun hoedanigheid van getuige. De verdachte heeft zijn slachtoffers aldus ingezet om onder een veroordeling voor de door hem tegen hen gepleegde feiten uit te komen. Dit getuigt van geen enkel respect richting de slachtoffers en toont aan dat de verdachte enkel en alleen bezig is met de gevolgen die zijn gedragingen mogelijk voor hemzelf zouden kunnen hebben.
Het gerechtshof houdt rekening met de omstandigheid dat de bewezen verklaarde feiten in enigszins verminderde mate dienen te worden toegerekend aan de verdachte.
Het gerechtshof houdt bij de bepaling van de strafmaat voorts rekening met de straffen die in vergelijkbare gevallen van mensenhandel zijn opgelegd. Hierbij wordt in zijn nadeel meegewogen dat de verdachte, blijkens het op hem betrekking hebbende uittreksel uit de justitiële documentatie van 21 april 2023, eerder - in het jaar 2015 - is veroordeeld ter zake van mensenhandel, welke veroordeling onherroepelijk is. Wat langer geleden - in het jaar 2008 - is hij al eens veroordeeld ter zake van het plegen van ontucht met minderjarigen en ook die veroordeling is onherroepelijk.
Het gerechtshof heeft voorts acht geslagen op de door het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) ontwikkelde landelijke oriëntatiepunten voor de rechterlijke straftoemeting ter zake van mensenhandel.
Met betrekking tot de aard en de ernst van de bewezen verklaarde feiten heeft het gerechtshof voorts acht geslagen op de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum.
Op grond van dit alles is een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf te weten een gevangenisstraf van 6 jaren passend.
Rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn, waardoor een aftrek van 6 maanden is geboden, acht het gerechtshof passend en geboden de oplegging van een gevangenisstraf voor de duur 66 maanden, met aftrek van de periode die is doorgebracht in voorarrest.
Motivering van de maatregel ex artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht
Anders dan de rechtbank heeft opgelegd en de advocaat-generaal heeft gevorderd, zal het gerechtshof niet opleggen de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging.
Het gerechtshof heeft met betrekking tot dit aspect van de zaak mede acht geslagen op de hierboven genoemde rapporten van de deskundigen Van Willigenburg en Ronhaar.
Van Willigenburg heeft het volgende geconcludeerd.
Afgaand op zijn strafblad kan er worden gesproken van een delictpatroon; betrokkene is verschillende malen eerder veroordeeld voor mensenhandel en zedendelicten met minderjarigen. De persoonlijkheidspathologie is sinds de volwassenheid aanwezig en verlaagt blijvend de drempel tot gedragingen zoals ten tijde van de ten laste gelegde feiten (indien bewezen). Het recidiverisico lijkt ten minste matig tot hoog te zijn, en is mogelijk hoger.
Gezien de beperkte doorwerking van de vastgestelde problematiek in de ten laste gelegde feiten (indien bewezen), de opportunistische houding en de berekenende werkwijze ten tijde van de ten laste gelegde feiten (indien bewezen), zijn ontkennende houding ten aanzien van de feiten, maar vooral ook het ontbreken van enig zelfinzicht, lijdensdruk (betreffende de persoonlijkheidsstoornis) of ontvankelijkheid voor behandeling, wordt van een psychologische behandeling gericht op de persoonlijkheidspathologie in een forensisch kader geen meerwaarde verwacht met betrekking tot het terugbrengen van het recidiverisico. Een behandeling zal hoogstwaarschijnlijk tot een impasse leiden, waardoor de beëindiging van een tbs-maatregel niet in zicht komt. In het onderzoek wordt bijvoorbeeld gezien dat betrokkene in het geheel niet uit de voeten kan met een opdracht zijn vader op wat realistischer wijze te beschouwen (dus als een man met zowel goede als slechte kanten). Betrokkene is ondanks zijn intelligentie niet in staat deze vraag te beantwoorden, of zelfs de bedoeling van de vraag te doorgronden. Dit hangt rechtstreeks samen met de emotionele beperkingen die het gevolg zijn van de persoonlijkheidspathologie; de narcistische afweer is te massief. Psychopathische trekken in de vorm van een arrogante en bedrieglijke interpersoonlijke stijl en een defectueuze affectieve beleving staan te zeer op de voorgrond.
Aangezien de statische en veranderbare risicofactoren van de gestructureerde risicotaxatie wel op een verhoogd risico op recidive wijzen, wordt na afloop van de gevangenisstraf een langdurig reclasseringstoezicht in een forensisch kader geadviseerd. Het toezicht kan het naleven van geboden en verboden controleren, dus is sterk gericht op gedrag. Voorwaarden kunnen bijvoorbeeld bestaan uit openheid geven over werk, inzicht geven in financiën en sociale relaties, toezicht op locaties waar hij zich begeeft op internet en in het echte leven en verboden of geboden betreffende personen met wie hij contact kan hebben. Overtreding van de voorwaarden kan door een ‘lik op stuk beleid’ worden gevolgd in de vorm van gevangenisstraf.
Na afloop van de gevangenisstraf wordt daarom geadviseerd een Gedragsbeïnvloedende en Vrijheidsbeperkende Maatregel (GVM) conform artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht op te leggen. Met deze maatregel kan betrokkene, na ommekomst van de gevangenisstraf, in een forensisch kader worden ondersteund, begeleid en gemonitord door de reclassering.
De GVM kan op vordering van het Openbaar Ministerie door de rechtbank ten uitvoer worden gelegd voor de duur die nodig is en met de voor betrokkene benodigde voorwaarden (maatwerk). Indien nodig kan deze maatregel worden verlengd.
Dit aanvullend kader biedt een ruimer forensisch vangnet richting resocialisatie dan de mogelijkheden binnen de VI. Het vermindert daarmee in de toekomst mogelijk de kans op recidive. Hiermee wordt op geen enkele wijze een voorschot genomen op wat in de toekomst de omstandigheden zijn van de situatie van betrokkene. Het is zinnig aan de voorkant de mogelijkheid te creëren voor een eventueel alternatief traject aan de achterkant.
Ronhaar heeft het volgende geconcludeerd.
Rapporteur beoordeelt de kans op herhaling van feiten als thans ten laste gelegd, dat wil zeggen zedenzaken met minderjarigen en mensenhandel met (minderjarige) jonge mannen, als matig tot hoog, waarbij het aandeel van de beschreven stoornis relatief beperkt is.
De kans op andersoortige delicten, in het bijzonder delicten met fysieke agressie, wordt niet als verhoogd beoordeeld.
Betrokkene is een gemiddeld intelligente man bij wie - ondanks de beschreven persoonlijkheidsstoornis - aspecten als krenkbaarheid, zelfingenomenheid en zelfoverschatting niet nadrukkelijk op de voorgrond staan. Verder heeft betrokkene geen voorgeschiedenis van crimineel of antisociaal handelen (anders dan de feiten waarvoor hij is veroordeeld) en heeft hij geen andere antisociale cognities. Zijn agressie- en impulsregulatie zijn niet nadrukkelijk gestoord. Hij is daarbij voldoende sociaal vaardig en hij beschikt over voldoende copingvaardigheden om in de omgang met anderen niet voortdurend in conflicten vast te lopen. Er is geen sprake van problemen met gebruik van alcohol of drugs.
Betrokkene heeft geen werk- of dagbesteding (betrokkene zelf is ervan overtuigd dat hij na
vrijlating werk zal vinden) en voor zijn huisvestiging is hij vooralsnog aangewezen op anderen.
Betrokkene heeft slechts een klein sociaal netwerk. Deze factoren zijn van ongunstige invloed op het recidiverisico.
Om de kans op herhaling te beperken adviseert ondergetekende om betrokkene na zijn gevangenisstraf langdurig onder toezicht te stellen van de reclassering middels een Gedragsbeïnvloedende en Vrijheidsbeperkende Maatregel (GVM) conform artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht. Rapporteur meent dat dit een grotere invloed zal hebben op het inperken van het recidivegevaar dan te verwachten is van een opgelegde behandeling.
Risicomanagement en advies
(…)
- het recidivegevaar wordt bij betrokkene naar mening van rapporteur voor het grootste deel bepaald door zijn (antisociale) keuzes en slechts voor een klein deel door beperkingen die samenhangen met de beschreven persoonlijkheidsstoornis. Behandeling daarvan - zelfs wanneer deze zou slagen - zal niet kunnen voorkomen dat betrokkene in de toekomst opnieuw dezelfde keuzes maakt.
- betrokkene heeft van 2009-2011 een behandeling in het kader van een tbs met voorwaarden opgelegd gekregen, eveneens voor zedendelicten. Hoewel men destijds meende dat betrokkene nadien beter functioneerde, heeft dit recidieven niet kunnen voorkomen.
- daarbij staat betrokkene geenszins open voor behandeling: hij heeft geen hulpvraag, is niet gemotiveerd en ontkent bovendien zijn aandeel in de ten laste gelegde feiten, waardoor er op voorhand geen overeenstemming is over wat er behandeld zou moeten worden. De uitgangspunten voor een succesvolle behandeling zijn daarom ongunstig.
- mocht betrokkene toch een behandeling opgelegd krijgen, dan zal hij - net als bij de eerder
opgelegde tbs met voorwaarden - goed de indruk kunnen wekken dat hij profiteert van die
behandeling, terwijl dat niet werkelijk het geval is. De kans dat betrokkene het geleerde internaliseert wordt klein geacht.
Gelet op het voorgaande zal - indien besloten wordt tot het opleggen van een behandeling - een voorwaardelijk kader niet toereikend zijn. Het kader van een tbs met bevel tot verpleging zal vermoedelijk leiden tot allerlei impasses.
Indien betrokkene wordt veroordeeld kan het recidivegevaar naar mening van rapporteur veel beter worden beperkt en gecontroleerd door betrokkene, in combinatie met een gevangenisstraf, een GVM op te leggen, zodat hij na afloop van zijn detentie (zeer) langdurig onder toezicht gesteld kan worden van de reclassering en aldus gevolgd en begeleid worden, bijvoorbeeld ten aanzien van sociaal netwerk en dagbesteding.
Aan de wettelijke vereisten voor de oplegging van een maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking als bedoeld in art. 38z lid 1 Sr is voldaan.
De verdachte heeft zich immers schuldig gemaakt aan misdrijven die gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van meerdere personen, te weten mensenhandel, óók ten aanzien van minderjarigen. Aan de verdachte wordt ter zake van deze strafbare feiten bovendien een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd.
Naar het oordeel van het gerechtshof is de oplegging van de maatregel in het belang van de bescherming van de algemene veiligheid van personen.
Het gerechtshof zal daarom, gelet op het bovenstaande, tot de oplegging van deze maatregel overgaan.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

De vorderingen van de benadeelde partijen

Algemene overweging met betrekking tot de door de benadeelde partijen gevorderde materiële schade, voor zover het niet betreft de gevorderde reiskosten
De hieronder genoemde benadeelde partijen [benadeelde 2] , [benadeelde 3] en [benadeelde 4] hebben allen materiële schade gevorderd. Voor zover die materiële schade door de benadeelde partijen is gegrond op het afdragen van een deel van hun verdiensten uit de door hen bedreven betaalde jongensprostitutie aan de verdachte en/of de medeverdachte [medeverdachte] overweegt het gerechtshof het volgende.
Ter zake van de benadeelde partijen die minderjarig waren ten tijde van het door hen gestelde schade veroorzakende handelen - dit zijn [benadeelde 2] en [benadeelde 3] - stelt het gerechtshof op grond van de processtukken het volgende vast.
De door deze benadeelde partijen gestelde materiële schade is - alhoewel in geringe mate aanwezig - niet vast te stellen, dan wel niet te schatten. Belemmerende factor is dat in het geheel niet duidelijk is welk deel van de verdiensten uit de destijds door de benadeelde partijen bedreven jongensprostitutie is afgedragen aan de verdachte en/of de medeverdachte [medeverdachte] als onkostenvergoeding voor de door de verdachte en/of de medeverdachte [medeverdachte] betaalde en aan hen verstrekte condooms, glijmiddel en poppers en dergelijke en welk deel van de verdiensten van de benadeelde partijen uit die jongensprostitutie deze onkostenvergoeding mogelijk te boven is gegaan.
Ter zake van de benadeelde partijen die meerderjarig waren ten tijde van het door hem gestelde schade veroorzakende handelen - dit zijn [benadeelde 1] , [benadeelde 4] , [benadeelde 5] en [benadeelde 6] - stelt het gerechtshof op grond van de processtukken het volgende vast.
Van enige financiële uitbuiting van [benadeelde 1] , [benadeelde 4] , [benadeelde 5] en [benadeelde 6] door de verdachte is niet gebleken. Van materiële schade uit dien hoofde is derhalve niet gebleken.
Het bovenstaande houdt in dat de hierboven genoemde benadeelde partijen niet-ontvankelijk zullen worden verklaard in de door hen gevorderde materiële schade, voor zover het niet betreft de gevorderde reiskosten.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]

Deze benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 3.530,- ter zake van materiële schade en
€ 10.000,- ter zake van immateriële schade. Daarnaast is de wettelijke rente gevorderd.
Deze vordering is bij het vonnis waartegen het hoger beroep is gericht gedeeltelijk toegewezen, tot een bedrag van € 11.300,-, vermeerderd met de wettelijke rente.
Deze benadeelde partij heeft zich binnen de grenzen van de eerste vordering opnieuw gevoegd in de strafzaak in hoger beroep. Derhalve duurt de voeging ter zake van de in eerste aanleg gedane vordering tot schadevergoeding voort in de strafzaak in hoger beroep.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het gerechtshof voldoende gebleken dat deze benadeelde partij als gevolg van het onder 1 en 2 bewezen verklaarde handelen van de verdachte rechtstreeks immateriële schade heeft geleden tot een bedrag van € 3.000,-.
De verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag zal worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 september 2017 tot aan de dag van algehele voldoening.
De verdachte is jegens de benadeelde partij niet tot vergoeding van dit bedrag gehouden, voor zover zijn mededader een bedrag van € 2.000,00, voor welke schade zij samen verantwoordelijk zijn, reeds heeft voldaan.
Voor het overige is het gerechtshof van oordeel dat behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. In zoverre kan deze benadeelde partij daarom thans in de vordering niet worden ontvangen en kan de vordering slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Gelet hierop dient de verdachte, als de in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de hierboven genoemde benadeelde partij gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Om te bevorderen dat de schade door de verdachte wordt vergoed zal het gerechtshof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3]

Deze benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 7.850,- ter zake van materiële schade en
€ 10.000,- ter zake van immateriële schade. Daarnaast is de wettelijke rente gevorderd, alsmede vergoeding van reiskosten ten bedrage van € 136,02.
Deze vordering is bij het vonnis waartegen het hoger beroep is gericht geheel toegewezen.
Deze benadeelde partij heeft zich binnen de grenzen van de eerste vordering opnieuw gevoegd in de strafzaak in hoger beroep. Derhalve duurt de voeging ter zake van de in eerste aanleg gedane vordering tot schadevergoeding voort in de strafzaak in hoger beroep.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het gerechtshof voldoende gebleken dat deze benadeelde partij als gevolg van het onder 5 bewezen verklaarde handelen van de verdachte rechtstreeks immateriële schade heeft geleden tot een bedrag van € 2.000,- alsmede materiële schade ten bedrage van de gevorderde reiskosten van € 136,02.
De verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot een bedrag van € 2.136,02, vermeerderd met de wettelijke rente, zal worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 augustus 2018 tot aan de dag van algehele voldoening.
Voor het overige is het gerechtshof van oordeel dat behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. In zoverre kan deze benadeelde partij daarom thans in de vordering niet worden ontvangen en kan de vordering slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Gelet hierop dient de verdachte, als de in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de hierboven genoemde benadeelde partij gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Om te bevorderen dat de schade door de verdachte wordt vergoed zal het gerechtshof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]

Deze benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 1.250,- ter zake van materiële schade en
€ 10.000,- ter zake van immateriële schade. Daarnaast is de wettelijke rente gevorderd.
Deze vordering is bij het vonnis waartegen het hoger beroep is gericht geheel toegewezen.
Deze benadeelde partij heeft zich binnen de grenzen van de eerste vordering opnieuw gevoegd in de strafzaak in hoger beroep. Derhalve duurt de voeging ter zake van de in eerste aanleg gedane vordering tot schadevergoeding voort in de strafzaak in hoger beroep.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het gerechtshof voldoende gebleken dat deze benadeelde partij als gevolg van het onder 8 bewezen verklaarde handelen van de verdachte rechtstreeks immateriële schade heeft geleden een bedrag van € 3.000,-. De verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot een bedrag van € 3.000,- zal worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 april 2018 tot aan de dag van algehele voldoening.
Voor het overige is het gerechtshof van oordeel dat behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. In zoverre kan deze benadeelde partij daarom thans in de vordering niet worden ontvangen en kan de vordering slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Gelet hierop dient de verdachte, als de in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de hierboven genoemde benadeelde partij gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Om te bevorderen dat de schade door de verdachte wordt vergoed zal het gerechtshof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 4]

Deze benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 62.329,17,- ter zake van materiële schade en € 15.000,- ter zake van immateriële schade. Daarnaast is de wettelijke rente gevorderd, alsmede vergoeding van reiskosten ten bedrage van € 42,59.
Deze vordering is bij het vonnis waartegen het hoger beroep is gericht gedeeltelijk toegewezen, tot het bedrag van € 12.692,59, vermeerderd met de wettelijke rente.
Deze benadeelde partij heeft zich binnen de grenzen van de eerste vordering opnieuw gevoegd in de strafzaak in hoger beroep. Derhalve duurt de voeging ter zake van de in eerste aanleg gedane vordering tot schadevergoeding voort in de strafzaak in hoger beroep.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het gerechtshof voldoende gebleken dat deze benadeelde partij als gevolg van het onder 9 bewezen verklaarde handelen van de verdachte rechtstreeks immateriële schade heeft geleden een bedrag van € 3.000,- alsmede materiële schade ten bedrage van de gevorderde reiskosten van € 42,59. De verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot een bedrag van € 3.042,59 zal worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 september 2018 tot aan de dag van algehele voldoening.
Voor het overige is het gerechtshof van oordeel dat behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. In zoverre kan deze benadeelde partij daarom thans in de vordering niet worden ontvangen en kan de vordering slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Gelet hierop dient de verdachte, als de in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de hierboven genoemde benadeelde partij gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Om te bevorderen dat de schade door de verdachte wordt vergoed zal het gerechtshof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 5]

Deze benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 5.400,- ter zake van materiële schade en
€ 10.000,- ter zake van immateriële schade. Daarnaast is de wettelijke rente gevorderd.
Deze vordering is bij het vonnis waartegen het hoger beroep is gericht gedeeltelijk toegewezen, tot het bedrag van € 10.675,-, vermeerderd met de wettelijke rente.
Deze benadeelde partij heeft zich binnen de grenzen van de eerste vordering opnieuw gevoegd in de strafzaak in hoger beroep. Derhalve duurt de voeging ter zake van de in eerste aanleg gedane vordering tot schadevergoeding voort in de strafzaak in hoger beroep.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het gerechtshof voldoende gebleken dat deze benadeelde partij als gevolg van het onder 10 bewezen verklaarde handelen van de verdachte rechtstreeks immateriële schade heeft geleden een bedrag van € 3.000,-.
De verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot een bedrag van € 3.000,- zal worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 maart 2019 tot aan de dag van algehele voldoening.
Voor het overige is het gerechtshof van oordeel dat behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. In zoverre kan deze benadeelde partij daarom thans in de vordering niet worden ontvangen en kan de vordering slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Gelet hierop dient de verdachte, als de in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de hierboven genoemde benadeelde partij gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Om te bevorderen dat de schade door de verdachte wordt vergoed zal het gerechtshof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 6]

Deze benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 6.630,- ter zake van materiële schade en
€ 10.000,- ter zake van immateriële schade. Daarnaast is de wettelijke rente gevorderd.
Deze vordering is bij het vonnis waartegen het hoger beroep is gericht geheel toegewezen.
Deze benadeelde partij heeft zich binnen de grenzen van de eerste vordering opnieuw gevoegd in de strafzaak in hoger beroep. Derhalve duurt de voeging ter zake van de in eerste aanleg gedane vordering tot schadevergoeding voort in de strafzaak in hoger beroep.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het gerechtshof voldoende gebleken dat deze benadeelde partij als gevolg van het onder 11 bewezen verklaarde handelen van de verdachte rechtstreeks immateriële schade heeft geleden een bedrag van € 3.000,-.
De verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot een bedrag van € 3.000,- zal worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 september 2018 tot aan de dag van algehele voldoening.
Voor het overige is het gerechtshof van oordeel dat behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. In zoverre kan deze benadeelde partij daarom thans in de vordering niet worden ontvangen en kan de vordering slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Gelet hierop dient de verdachte, als de in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de hierboven genoemde benadeelde partij gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Om te bevorderen dat de schade door de verdachte wordt vergoed zal het gerechtshof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het gerechtshof heeft gelet op de artikelen 36f, 38z, 47, 57, 63, 273f en 285a van het Wetboek van Strafrecht. Deze wettelijke voorschriften zijn toegepast zoals deze golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het onder 4, 6, 12 primair en 12 subsidiair tenlastegelegde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 3 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 5, 7, 8, 9, 10 en 11 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 2, 5, 7, 8, 9, 10 en 11 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.

Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 66 maanden.

Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Legt aan de verdachte op de maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 2] ter zake van het onder 1 en 2 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 3.000,00 (drie duizend euro) ter zake van immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededader hoofdelijk voor een bedrag van € 2.000,00 (twee duizend euro) aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 2] , ter zake van het onder 1 en 2 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 3.000,00 (drieduizend euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 40 (veertig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte of zijn mededader(s) aan (zijn deel van) een van beide betalingsverplichtingen hebben voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op 30 september 2017.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 3] ter zake van het onder 5 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 2.136,02 (tweeduizend honderdzesendertig euro en twee cent) bestaande uit € 136,02 (honderdzesendertig euro en twee cent) materiële schade en € 2.000,00 (tweeduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 3] , ter zake van het onder 5 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 2.136,02 (tweeduizend honderdzesendertig euro en twee cent) bestaande uit € 136,02 (honderdzesendertig euro en twee cent) materiële schade en € 2.000,00 (tweeduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 31 (eenendertig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële en de immateriële schade op 14 augustus 2018.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 1] ter zake van het onder 8 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 3.000,00 (drieduizend euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 1] , ter zake van het onder 8 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 3.000,00 (drieduizend euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 40 (veertig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op 11 april 2018.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 4]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 4] ter zake van het onder 9 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 3.042,59 (drieduizend tweeënveertig euro en negenenvijftig cent) bestaande uit € 42,59 (tweeënveertig euro en negenenvijftig cent) materiële schade en € 3.000,00 (drieduizend euro) immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 4] , ter zake van het onder 9 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 3.042,59 (drieduizend tweeënveertig euro en negenenvijftig cent) bestaande uit € 42,59 (tweeënveertig euro en negenenvijftig cent) materiële schade en € 3.000,00 (drieduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 40 (veertig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële en de immateriële schade op 20 september 2018.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 5]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 5] ter zake van het onder 10 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 3.000,00 (drieduizend euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 5] , ter zake van het onder 10 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 3.000,00 (drieduizend euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 40 (veertig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op 31 maart 2019.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 6]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 6] ter zake van het onder 11 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 3.000,00 (drieduizend euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 6] , ter zake van het onder 11 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 3.000,00 (drieduizend euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 40 (veertig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op 21 september 2018.
Aldus gewezen door
mr. J.D. den Hartog, voorzitter,
mr. M.C. Fuhler en mr. J.P. Bordes, raadsheren,
in tegenwoordigheid van H. Kingma, griffier,
en op 14 juli 2023 ter openbare terechtzitting uitgesproken.