Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 17 december 2020 te [plaats 1] , gemeente [gemeente 1] , door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, te weten door op onverhoedse wijze nagenoemde ontuchtige handeling(en) te verrichten, [benadeelde 1] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten het grijpen bij/vastpakken van de billen/kont van die [benadeelde 1] ;
hij op meerdere tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 12 april 2020 tot en met 19 augustus 2020 te [plaats 1] , gemeente [gemeente 1] , (telkens) gebruik makende van een technisch hulpmiddel waarvan de aanwezigheid niet op duidelijke wijze kenbaar was gemaakt opzettelijk en wederrechtelijk van [naam 1] aanwezig in een woning of op een andere niet voor het publiek toegankelijke plaats, te weten in de (omsloten) tuin van haar woning, een afbeelding heeft vervaardigd;
hij op of omstreeks 1 oktober 2019 te [plaats 2] , gemeente [gemeente 2] , de eerbaarheid heeft geschonden op of aan een plaats, voor het openbaar verkeer bestemd, te weten [plaats 3] / [plaats 4] , door het tonen/vast te houden van zijn ontblote geslachtsdeel en/of te masturberen.
Overweging met betrekking tot het bewijs
het bewijsverweeroverweegt het hof daarnaast het volgende.
Bewezenverklaring
hij op 17 december 2020 te [plaats 1] , gemeente [gemeente 1] , door een andere feitelijkheid, te weten door op onverhoedse wijze nagenoemde ontuchtige handeling te verrichten, [benadeelde 1] heeft gedwongen tot het dulden van een ontuchtige handeling, te weten het grijpen bij/vastpakken van de billen/kont van die [benadeelde 1] ;
hij op meerdere tijdstippen gelegen in de periode van 12 april 2020 tot en met 19 augustus 2020 te [plaats 1] , gemeente [gemeente 1] , telkens gebruik makende van een technisch hulpmiddel waarvan de aanwezigheid niet op duidelijke wijze kenbaar was gemaakt opzettelijk en wederrechtelijk van [naam 1] aanwezig in een niet voor het publiek toegankelijke plaats, te weten in de (omsloten) tuin van haar woning, een afbeelding heeft vervaardigd;
hij op 1 oktober 2019 te [plaats 2] , gemeente [gemeente 2] , de eerbaarheid heeft geschonden op of aan een plaats, voor het openbaar verkeer bestemd, te weten [plaats 3] / [plaats 4] , door het tonen/vast te houden van zijn ontblote geslachtsdeel en te masturberen.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte.
Oplegging van straf
Beslag
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
- € 385,- eigen risico zorgverzekering
- € 94,66 reiskosten therapeut
- € 26,42 reiskosten aangifte
€ 479,66, namelijk de reiskosten naar de therapeut en het eigen risico van de zorgverzekering, in rechtstreeks verband staat met het in de zaak met parketnummer 08-088174-21 onder 1 bewezenverklaarde handelen van verdachte. Voor zover de vordering ziet op reiskosten gemaakt voor het doen van aangifte kunnen deze kosten niet worden aangemerkt als materiële schade die benadeelde rechtstreeks heeft geleden als gevolg van het bewezenverklaarde feit en wijst het hof de vordering in zoverre af.
€ 750,-. Het hof houdt hierbij rekening met de aard en de ernst van het feit en de gevolgen die het feit heeft gehad en nog steeds heeft voor het geestelijk welzijn van de benadeelde partij alsook de bedragen die in vergelijkbare gevallen worden toegewezen.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) weken.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
bijzondere voorwaardedat de veroordeelde gedurende de volledige proeftijd op geen enkele wijze - direct of indirect - contact zal opnemen, zoeken of hebben met [benadeelde 1] geboren op 27 april 1999.
taakstrafvoor de duur van
100 (honderd) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
50 (vijftig) dagen hechtenis.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
€ 1.229,66 (duizend tweehonderdnegenentwintig euro en zesenzestig cent) bestaande uit € 479,66 (vierhonderdnegenenzeventig euro en zesenzestig cent) materiële schade en € 750,00 (zevenhonderdvijftig euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.