ECLI:NL:GHARL:2023:5794

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
12 juli 2023
Publicatiedatum
11 juli 2023
Zaaknummer
21-000019-20
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep liquidatiepoging en verboden wapenbezit met schadevergoeding

In de zaak tegen een 29-jarige man, die betrokken was bij een liquidatiepoging op 24 mei 2017 in Gronau, heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 12 juli 2023 uitspraak gedaan. De man werd veroordeeld tot dertien jaar gevangenisstraf voor de poging tot moord en verboden wapenbezit. De rechtbank had eerder een lagere straf opgelegd, maar het hof oordeelde dat de ernst van de feiten en de betrokkenheid van de verdachte een zwaardere straf rechtvaardigden. De verdachte was eerder veroordeeld en had een strafblad dat meebracht dat de rechtbank rekening moest houden met zijn eerdere veroordelingen. Het hof vond de liquidatiepoging en het wapenbezit ernstig, vooral gezien de onverschilligheid waarmee de verdachte handelde. De vordering tot schadevergoeding van het slachtoffer werd toegewezen tot een bedrag van € 33.294,44, terwijl andere benadeelde partijen niet-ontvankelijk werden verklaard in hun vorderingen, omdat de verdachte voor de feiten waarvoor zij schadevergoeding vroegen, was vrijgesproken. De uitspraak benadrukt de ernst van geweldsmisdrijven en de impact op slachtoffers.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-000019-20
Uitspraak d.d.: 12 juli 2023
TEGENSPRAAK
Arrest, van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Zwolle ,
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo , van 20 december 2019 met parketnummer 08-910011-18 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1994,
thans verblijvende in P.I. [PI] .
Het hoger beroep
De verdachte en de officier van justitie hebben tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 1 juni 2023 en 12 juli 2023 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw,
mr. B. Roodveldt, naar voren is gebracht.
Ook heeft het hof kennisgenomen van hetgeen door mr. E.M. Keulen en mr. A.P. Drosten, namens de benadeelde partijen naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
De rechtbank heeft verdachte – kort gezegd – voor het onder feit 1 primair (medeplegen van poging tot moord), feit 2 (voorhanden hebben van een pistool en munitie), feit 3 primair (medeplegen van poging tot moord) en feit 4 meer subsidiair (bedreiging) tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van tien jaren en zeven maanden, met aftrek van het voorarrest, en heeft verdachte vrijgesproken voor het onder de feiten 5 en 6 tenlastegelegde.
De vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde partij 1] , [benadeelde partij 2] , [benadeelde partij 3] , [benadeelde partij 4] en [benadeelde partij 5] zijn door de rechtbank (deels) toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Tegen dit vonnis heeft de verdachte hoger beroep ingesteld. Daarnaast heeft de officier van justitie hoger beroep ingesteld tegen de beslissingen tot vrijspraak voor het onder 5 en 6 tenlastegelegde, zodat ook deze feiten in hoger beroep weer aan de orde zijn.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing en een andere strafoplegging komt en daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1:op 24 mei 2017 in Gronau ( Duitsland ) samen met één of meer anderen [benadeelde partij 1] heeft beschoten en hem daarmee in zijn lichaam heeft getroffen. Primair is dit ten laste gelegd als het medeplegen van poging tot moord. Subsidiair als het medeplegen van poging tot doodslag;
Feit 2: op 24 mei 2017 in Gronau ( Duitsland ) een pistool van het merk Crvena Zastava en munitie voorhanden heeft gehad;
Feit 3: op 19 september 2017 in [pleegplaats 2] samen met één of meer anderen met een automatisch vuurwapen op een woning heeft geschoten, waarin [benadeelde partij 4] , [benadeelde partij 3] en/of [persoon 1] aanwezig waren. Primair is dit ten laste gelegd als het medeplegen van poging tot moord, subsidiair als het medeplegen van poging tot doodslag en meer subsidiair als het medeplegen van poging tot zware mishandeling met voorbedachten rade;
Feit 4: op 19 september 2017 in [pleegplaats 2] samen met één of meer anderen met een automatisch wapen op club [naam] aan de [adres] heeft geschoten. Primair is dit ten laste gelegd als het medeplegen van poging tot moord op [benadeelde partij 4] , [persoon 6] en/of [benadeelde partij 5] , subsidiair als het medeplegen van poging tot doodslag of zware mishandeling met voorbedachten rade en meer subsidiair als het medeplegen van bedreiging;
Feit 5: op 19 september 2017 in [pleegplaats 3] samen met één of meer anderen op een woning aan de [adres] heeft geschoten met een vuurwapen, waarin [persoon 2] en/of haar zoon [persoon 3] aanwezig waren. Primair is dit ten laste gelegd als het medeplegen van poging tot moord dan wel poging tot doodslag dan wel poging tot zware mishandeling met voorbedachten raden en subsidiair als medeplichtigheid aan dit feit door in de periode van 1 augustus 2017 tot en met 19 september 2017 het pand aan de [adres] te observeren. Meer subsidiair is dit ten laste gelegd als het voorbereiden van een poging tot moord dan wel poging tot doodslag dan wel een poging tot zware mishandeling met voorbedachten rade. Nog meer subsidiair is dit ten laste gelegd als een bedreiging en meest subsidiair als medeplichtigheid aan een bedreiging;
Feit 6: op 18 september 2017 in [pleegplaats 2] samen met één of meer anderen op een woning aan de [adres] heeft geschoten met een vuurwapen, waarin [persoon 4] en/of [persoon 5] aanwezig waren. Primair is dit ten laste gelegd als het medeplegen van poging tot moord dan wel poging tot doodslag dan wel poging tot zware mishandeling met voorbedachten raden en subsidiair als medeplichtigheid hieraan door in de periode van 1 augustus 2017 tot en met 18 september 2017 het pand aan de [adres] te observeren. Meer subsidiair is dit ten laste gelegd als het voorbereiden van een poging tot moord dan wel poging tot doodslag dan wel een poging tot zware mishandeling met voorbedachten rade. Nog meer subsidiair is dit ten laste gelegd als een bedreiging en meest subsidiair als medeplichtigheid aan een bedreiging.
Volledig luidt de tenlastelegging aan verdachte dat:
1. primair
hij op of omstreeks 24 mei 2017, te Gronau ( Bondsrepubliek Duitsland ), tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [benadeelde partij 1] opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven te beroven, opzettelijk met een pistool, althans een vuurwapen zesmaal, althans meermalen, (gericht) op die [benadeelde partij 1] heeft geschoten en/of die [benadeelde partij 1] met (minimaal) vier kogels, in de linkerzij, het bekken, het linkerdijbeen en de linkerkuit, althans in het lichaam heeft getroffen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
1. subsidiair
hij op of omstreeks 24 mei 2017, te Gronau ( Bondsrepubliek Duitsland ), tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [benadeelde partij 1] opzettelijk van het leven te beroven, opzettelijk met een pistool, althans een vuurwapen zesmaal, althans meermalen, (gericht) op die [benadeelde partij 1] heeft geschoten en/of die [benadeelde partij 1] met (minimaal) vier kogels, in de linkerzij, het bekken, het linkerdijbeen en de linkerkuit, althans in het lichaam heeft getroffen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2
hij op of omstreeks 24 mei 2017, althans in of omstreeeks de maand mei 2017, te [pleegplaats 2] , in elk geval in Nederland en/of te Gronau ( Bondsrepubliek Duitsland ), een of meer wapens van categorie III, te weten een pistool (Crvena Zastava, model 70. 9mm) en/of munitie van categorie III, te weten een aantal (7) patronen (9x19mm volmantel), voorhanden heeft gehad; De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
3 primair
hij op of omstreeks 19 september 2017, te [pleegplaats 2] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk en met voorbedachten rade [benadeelde partij 4] en/of [benadeelde partij 3] en/of [persoon 1] van het leven te beroven, opzettelijk met een automatisch vuurwapen dertig, althans een groot aantal (zwaar kaliber) kogels heeft afgevuurd op een woning aan de [adres] door een of meer ruiten van de beneden- en/of bovenverdieping van die woning en/of daarbij de benedenverdieping van die woning met deze kogels doorzeefd heeft, in welke woning, op zowel de beneden- als de bovenverdieping, voornoemde personen zich bevonden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3 subsidiair
hij op of omstreeks 19 september 2017, te [pleegplaats 2] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [benadeelde partij 4] en/of [benadeelde partij 3] en/of [persoon 1] van het leven te beroven, opzettelijk met een automatisch vuurwapen dertig, althans een groot aantal (zwaar kaliber) kogels heeft afgevuurd op een woning aan de [adres] door een of meer ruiten van de beneden- en/of bovenverdieping van die woning en/of daarbij de benedenverdieping van die woning met deze kogels doorzeefd heeft, in welke woning, op zowel de beneden- als de bovenverdieping, voornoemde personen zich bevonden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3 meer subsidiair
hij op of omstreeks 19 september 2017, te [pleegplaats 2] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [benadeelde partij 4] en/of [benadeelde partij 3] en/of [persoon 1] opzettelijk en met voorbedachten rade zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, opzettelijk met een automatisch vuurwapen dertig, althans een groot aantal (zwaar kaliber) kogels heeft afgevuurd op een woning aan de [adres] door een of meer ruiten van de beneden- en/of bovenverdieping van die woning en/of daarbij de benedenverdieping van die woning met deze kogels doorzeefd heeft, in welke woning, op zowel de beneden- als de bovenverdieping, voornoemde personen zich bevonden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4 primair
hij op of omstreeks 19 september 2017, te [pleegplaats 2] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [benadeelde partij 4] en/of [persoon 6] en/of [benadeelde partij 5] en/of een of meer andere personen, opzettelijk en (al dan niet) met voorbedachten rade van het leven te beroven, immers heeft verdachte en/of verdachte's mededader, met een automatisch vuurwapen, zes, althans meerdere (zwaar kaliber) kogels afgevuurd op club [naam] aan [adres] en/of door een of meer ruiten en/of deuren van die club, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4 subsidiair
hij op of omstreeks 19 september 2017, te [pleegplaats 2] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [benadeelde partij 4] en/of [persoon 6] en/of [benadeelde partij 5] en/of een of meer andere personen, opzettelijk en (al dan niet) met voorbedachten rade zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, immers heeft verdachte en/of verdachte's mededader, met een automatisch vuurwapen, zes, althans meerdere (zwaar kaliber) kogels afgevuurd op club [naam] aan [adres] en/of door een of meer ruiten èn/of deuren van die club, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4 meer subsidiair
hij op of omstreeks 19 september 2017, te [pleegplaats 2] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [benadeelde partij 5] en/of [benadeelde partij 4] en/of [persoon 6] en/of een of meer andere geregelde bezoekers van club [naam] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door met een automatisch vuurwapen zes, althans meerdere (zwaar kaliber) kogels af te vuren op club [naam] aan [adres] en/of door een of meer ruiten èn/of deuren van die club;
5 primair
hij op of omstreeks 19 september 2017, te [pleegplaats 3] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk en (al dan niet) met voorbedachten rade [persoon 2] en/of haar zoon [persoon 3] van het leven te beroven, dan wel zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, door met een vuurwapen meerdere kogels af te vuren op een woning aan de [adres] en/of door een of meer ruiten van de beneden- en bovenverdieping van die woning, in welke woning voornoemde personen zich bevonden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
5 subsidiair
N.N. op of omstreeks 19 september 2017, te [pleegplaats 3] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door die N.N. voorgenomen misdrijf om opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade [persoon 2] en/of haar zoon [persoon 3] van het leven te beroven, dan wel zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, immers heeft die N.N. en/of diens mededader(s), met een vuurwapen meerdere kogels afgevuurd op een woning aan de [adres] en/of door een of meer ruiten van de beneden- en/of bovenverdieping van een woning aan de [adres] , in welke woning voornoemde personen zich bevonden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 1 augustus 2017 tot en met 19 september 2017, te [pleegplaats 3] , althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door -middels telefonisch bericht, in de vorm van een "screenshot"(schermfoto)- informatie te krijgen over voornoemd pand aan de [adres] en/of (vervolgens) een of meerdere malen in de nabijheid van dat pand heeft gepost en/of dat pand heeft geobserveerd en/of de daardoor verkregen informatie heeft doorgegeven;
5 meer subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 1 augustus 2017 tot en met 19 september 2017, te [pleegplaats 3] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter voorbereiding van het misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenis van acht jaren of meer is gesteld, te weten (poging tot) moord en/of doodslag en/of zware mishandeling al dan niet met voorbedachte rade op/van de bewoners(s) van de woning aan de [adres] te [pleegplaats 3] , in vereniging gepleegd, opzettelijk een telefonisch bericht, in de vorm van een screenshot (schermfoto) met daarin vermeld het adres van de [adres] [pleegplaats 3] bestemd tot het begaan van dat misdrijf, heeft verworven, vervaardigd, ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd en/of voorhanden heeft gehad en/of in de nabijheid van dat pand heeft gepost en/of dat pand en/of de bewoners heeft geobserveerd en/of de daardoor verkregen informatie, bestemd voor het begaan van dat misdrijf, heeft verworven, vervaardigd, ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd en/of voorhanden heeft gehad;
5 nog meer subsidiair
hij op of omstreeks 19 september 2017, te [pleegplaats 3] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [persoon 2] en/of haar zoon [persoon 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door met een vuurwapen meerdere kogels af te vuren op een woning aan de [adres] en/of door een of meer ruiten van de beneden- en bovenverdieping van die woning, in welke woning voornoemde personen zich bevonden;
5 meest subsidiair
N.N. op of omstreeks 19 september 2017, te [pleegplaats 3] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [persoon 2] en/of haar zoon [persoon 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door met een vuurwapen meerdere kogels af te vuren op een woning aan de [adres] en/of door een of meer ruiten van de beneden- en bovenverdieping van die woning, in welke woning voornoemde personen zich bevonden, bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 1 augustus 2017 tot en met 19 september 2017, te [pleegplaats 3] , althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door -middels telefonisch bericht, in de vorm van een "screenshot"(schermfoto)- informatie te krijgen over voornoemd pand aan de [adres] en/of (vervolgens) een of meerdere malen in de nabijheid van dat pand heeft gepost en/of dat pand heeft geobserveerd en/of de daardoor verkregen informatie heeft doorgegeven;
6 primair
hij op of omstreeks 18 september 2017, te [pleegplaats 2] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [persoon 4] en/of [persoon 5] opzettelijk en (al dan niet) met voorbedachten rade van het leven te beroven, dan wel zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, door met een vuurwapen meerdere kogels af te vuren op een woning aan [adres] en/of door een rolluik en/of een of meer ruiten van die woning, in welke woning voornoemde personen zich bevonden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
6 subsidiair
N.N. op of omstreeks 18 september 2017, te [pleegplaats 2] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door die N.N. voorgenomen misdrijf om opzettelijk en met voorbedachten rade [persoon 4] en/of [persoon 5] van het leven te beroven, dan wel zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, immers heeft die N.N. en/of diens mededader, met een vuurwapen meerdere kogels afgevuurd op een woning en/of door een rolluik en/of of meer ruiten van een woning aan de [adres] , in welke woning voornoemde personen zich bevonden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 1 augustus 2017 tot en met 18 september 2017, te [pleegplaats 2] , althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door middels telefonisch bericht, in de vorm van een screenshot (schermfoto) informatie te krijgen en te bewaren over een woning aan de [adres] [pleegplaats 2] en een omschrijving van de woning op nummer 28 van die straat en een opdracht tot het observeren van die woning en/of in de nabijheid van dat pand heeft gepost en/of geobserveerd en/of de daardoor verkregen informatie heeft doorgegeven;
6 meer subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 1 augustus 2017 tot en met 18 september 2017, te [pleegplaats 2] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen ter voorbereiding van het misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenis van acht jaren of meer is gesteld, te weten (poging tot) moord en/of doodslag en/of zware mishandeling, al dan niet met voorbedachte rade op de bewoner(s) van de woning aan de [adres] te [pleegplaats 2] , in vereniging gepleegd, opzettelijk een telefonisch bericht, in de vorm van een screenshot (schermfoto), met daarin vermeld het adres van de [adres] en een omschrijving van de woning op nummer 28 van die straat en een opdracht tot het observeren van die woning bestemd tot het begaan van dat misdrijf, heeft verworven, vervaardigd, ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd en/of voorhanden heeft gehad en/of in de nabijheid van dat pand heeft gepost en/of geobserveerd en/of de daardoor verkregen informatie, bestemd voor het begaan van dat misdrijf, heeft doorgegeven;
6 nog meer subsidiair
hij op of omstreeks 18 september 2017, te [pleegplaats 2] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [persoon 4] en/of [persoon 5] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door door met een vuurwapen meerdere kogels af te vuren op een woning aan de [adres] en/of door een rolluik en/of een of meer ruiten van die woning, in welke woning voornoemde personen zich bevonden;
6 meest subsidiair
N.N. op of omstreeks 18 september 2017 te [pleegplaats 2] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [persoon 4] en/of [persoon 5] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door door met een vuurwapen meerdere kogels af te vuren op een woning aan de [adres] en/of door een rolluik en/of een of meer ruiten van die woning, in welke woning voornoemde personen zich bevonden; bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 1 augustus 2017 tot en met 18 september 2017, te [pleegplaats 2] , althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door middels telefonisch bericht informatie te krijgen en te bewaren over voornoemd pand aan de [adres] [pleegplaats 2] en een omschrijving van de woning op nummer 28 van die straat en een opdracht tot het observeren van die woning en/of in de nabijheid van dat pand heeft gepost en/of geobserveerd en/of de daardoor verkregen informatie heeft doorgegeven.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen met betrekking tot het bewijs
Algemene inleiding
In 2017 hebben zich verschillende gewelddadige gebeurtenissen voorgedaan in de omgeving van [pleegplaats 2] , [pleegplaats 3] en Gronau ( Duitsland ). Naar aanleiding van deze incidenten heeft de politie onderzoeken ingesteld, waaronder het onderzoek
Egypte. Daarin staan onder meer centraal de aanslag op een man in [pleegplaats 2] op 31 januari 2017, de aanslag op een kapper in [pleegplaats 2] op 2 februari 2017 en de aanslag op een man in Gronau op 24 mei 2017. Daarnaast is het onderzoek
Egyptegericht op de beschietingen van woningen in [pleegplaats 2] en [pleegplaats 3] en een Enschedese club. Verdachte en zijn broer, [broer verdachte] , zijn in het kader van het onderzoek
Egypteaangemerkt als verdachte en ieder voor een aantal van deze feiten vervolgd door het openbaar ministerie.
Dat de zojuist genoemde aanslagen en beschietingen hebben plaatsgevonden staat niet ter discussie. De vraag die voorligt, is of verdachte bij de aan hem tenlastegelegde geweldsdelicten enige betrokkenheid heeft gehad en zo ja, hoe deze betrokkenheid strafrechtelijk geduid en gekwalificeerd moet worden.
Hierna zal voor elk van de tenlastegelegde feiten worden beoordeeld of er een bewezenverklaring kan volgen. Indien het hof tot een bewezenverklaring komt, zijn de bewijsmiddelen waar deze bewezenverklaring op steunt opgenomen in de bijlage bij dit arrest. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
Feiten 1 en 2: de aanslag op [benadeelde partij 1] te Gronau
Achtergrond
Binnen het onderzoek
Egypteworden verdachte en [broer verdachte] als uitvoerders van verschillende strafbare feiten verdacht. Als opdrachtgevers voor meerdere van deze feiten worden in het kader van het strafrechtelijk onderzoek
Naurude verdachten [verdachte 1 onderzoek Nauru] en [verdachte 2 onderzoek Nauru] vervolgd. De beschieting van [benadeelde partij 1] , zoals onder feit 1 aan verdachte tenlastegelegd, staat in de strafzaken van [verdachte 1 onderzoek Nauru] en [verdachte 2 onderzoek Nauru] ook centraal.
[verdachte 1 onderzoek Nauru] en [verdachte 2 onderzoek Nauru] zijn door de rechtbank als opdrachtgevers voor het medeplegen van poging tot moord op [benadeelde partij 1] veroordeeld. In beide strafzaken is hoger beroep ingesteld.
Standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het onder 1 primair en 2 tenlastegelegde en heeft daarbij verwezen naar de door de rechtbank gebruikte bewijsmiddelen. Volgens de advocaat-generaal is er in de aanvullende stukken van de zaak in hoger beroep bevestiging te vinden voor de conclusie dat verdachte de schutter is geweest bij de beschieting van [benadeelde partij 1] .
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van het onder 1 tenlastegelegde. Daartoe heeft zij in de eerste plaats aangevoerd dat de verklaring van de anonieme getuige niet voor het bewijs kan worden gebruikt, omdat die verklaring in strijd met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (hierna: EVRM) tot stand is gekomen, nu niet duidelijk is waar de informatie van de getuige van afkomstig is en er onvoldoende maatregelen zijn getroffen om het gebrek aan mogelijkheid tot toetsing van die verklaring te compenseren. Subsidiair heeft de raadsvrouw zich op het standpunt gesteld dat de verklaring niet betrouwbaar is en daarom niet bruikbaar.
Daarnaast zijn de overige getuigen niet bij het schieten in Gronau aanwezig geweest en zijn de verklaringen voornamelijk van horen zeggen, zodat deze volgens de raadsvrouw ook geen wettig bewijs vormen.
Ten aanzien van de aanvullende stukken in hoger beroep heeft de raadsvrouw opgemerkt dat het daarin vermelde bedrag van € 150,- om ‘Wolf’ naar een hotel te brengen, niet zonder meer aan de datum van 24 mei 2017 te koppelen valt en dat er in het document geen onderscheid wordt gemaakt tussen Wolf en Kleine Wolf, zodat het ook op de broer van verdachte kan zien. Daarnaast is er in een document een bedrag van € 14.625,- aangetroffen voor ‘turk, klusjes en alles erbij’, maar blijkt uit de verklaring van [ getuige 1] dat een dergelijk bedrag nooit aan verdachte is betaald. Verdachte heeft verklaard dat hij op 24 mei 2017 in het [naam] hotel in [plaats] is geweest. Aldus kan verdachte niet worden gelinkt aan de plaats delict op de bewuste dag en tijd. Belangrijk is volgens de raadsvrouw dat de telefoon van verdachte in ieder geval die avond en nacht niet in Gronau is uitgepeild.
De raadsvrouw heeft voorts vrijspraak bepleit voor het onder 2 tenlastegelegde. Hoewel er een match naar voren is gekomen tussen het profiel van DNA dat is aangetroffen op het in de Volkswagen Scirocco gevonden wapen en het DNA-profiel van verdachte, betrof het op het wapen aangetroffen profiel een mengprofiel met sporen van in totaal vijf personen en is het wapen pas na veertien maanden aangetroffen, wat maakt dat er volgens de raadsvrouw onvoldoende bewijs is om tot een bewezenverklaring te komen.
Oordeel van het hof
Het hof zal eerst beoordelen of verdachte, al dan niet samen met (een) ander(en), betrokken is geweest bij de aanslag op [benadeelde partij 1] op 24 mei 2017, of hij daarbij opzet op de dood van [benadeelde partij 1] heeft gehad en of er sprake was van voorbedachten rade. Vervolgens zal aan de orde komen of verdachte een vuurwapen in de zin van de Wet Wapens en Munitie voorhanden heeft gehad.
Overwegingen met betrekking tot de verklaring van getuige NN01
Voordat het hof zich uitlaat over de vraag of en zo ja, in welke vorm, verdachte betrokkenheid heeft gehad bij de beschieting van [benadeelde partij 1] , dienen de betrouwbaarheid en de bruikbaarheid van de verklaring van de persoon – aangeduid als getuige NN01 – aan wie de status van bedreigde getuige is toegekend, te worden vastgesteld.
Het hof overweegt hieromtrent dat uit het proces-verbaal van verhoor bij de rechter-commissaris volgt dat getuige NN01 door de rechter-commissaris is gehoord conform de artikelen 226c tot en met 226f van het Wetboek van Strafvordering. Uit het proces-verbaal van dat verhoor volgt verder dat de rechter-commissaris uitgebreid heeft doorgevraagd op de redenen van wetenschap van de getuige, en dat de getuige daarover uitgebreid heeft verklaard. De rechter-commissaris heeft geoordeeld dat deze redenen van wetenschap solide zijn en dat de verklaring van de getuige betrouwbaar is. Voorts heeft de rechter-commissaris opgemerkt dat in de gang van zaken tijdens het verhoor en de wijze waarop de getuige verklaarde niet de minste aanwijzingen zijn gevonden van een onware verklaring. De verdediging heeft gebruik kunnen maken van haar ondervragingsrecht door voorafgaand aan het verhoor schriftelijke vragen voor de getuige in te mogen dienen, waarmee er voldoende compenserende maatregelen zijn geboden. Dat niet alle antwoorden op de vragen van de verdediging op schrift zijn gesteld vloeit voort uit de aard van de gevolgde procedure waarmee beoogd wordt om bekendwording van de identiteit van de getuige te voorkomen. Het hof is dan ook van oordeel dat de totstandkoming van de verklaring niet in strijd is met artikel 6 van het EVRM. Daarnaast acht het hof de verklaring van getuige NN01 – gelet op het oordeel van de rechter-commissaris over de wijze van verklaren en de inhoud ervan – tevens betrouwbaar. Aldus is de verklaring van getuige NN01 bruikbaar als bewijsmiddel.
Redengevende feiten en omstandigheden
Op grond van de bewijsmiddelen stelt het hof de volgende feiten en omstandigheden vast.
De aanslag
In de avond van 23 op 24 mei 2017 rijdt [benadeelde partij 1] vanaf [pleegplaats 2] naar zijn woning aan de [adres] in Gronau in Duitsland . Hij merkt dat hij wordt achtervolgd door twee personen in een BMW 3-serie, met het kenteken [kenteken] . [benadeelde partij 1] heeft de twee personen al in [pleegplaats 2] bij het verkeerslicht zien staan. Onderweg stopt [benadeelde partij 1] bij [steakhouse] , waar hij een vriend belt om te proberen erachter te komen van wie de betreffende BMW is. Vervolgens rijdt hij – nadat de BMW hem heeft gepasseerd – verder in zijn auto, op weg naar zijn woning. Daar aangekomen, stopt de BMW met het hiervoor genoemde kenteken achter zijn auto. De bijrijder van de BMW stapt uit, pakt meteen een wapen en schiet op [benadeelde partij 1] vanaf een afstand van vier à vijf meter. De schutter draagt op dat moment een doodshoofdmasker. [benadeelde partij 1] wordt door de kogels geraakt in zijn linkerzij, de bekkenkam, het linker dijbeen en zijn linker kuit. Eén van de kogels bevindt zich na de beschieting nog in het linkerdijbeen van [benadeelde partij 1] . Onder zijn auto wordt door de politie een peilbaken aangetroffen met ID-code [peilbaken 1] (hierna: [peilbaken 1] ).
Peilbaken- en telefoongegevens
Op 10 maart 2017 zijn vier peilbakens aangeschaft bij het bedrijf [naam] in [plaats] en [adres] door een persoon die geregistreerd stond onder de naam “ [naam] ”, waaronder het [peilbaken 1] en een peilbaken met ID-code [peilbaken 2] (hierna: [peilbaken 2] ). In deze twee peilbakens zijn simkaarten gestopt. Historische verkeersgegevens van de simkaarten van [peilbaken 1] respectievelijk [peilbaken 2] hebben uitgewezen dat de beide peilbakens afwisselend onder de auto van de echtgenote van [broer bp 1] , [echtgenote bp 1] , en de auto van [benadeelde partij 1] hebben gezeten. Het [peilbaken 2] is voor het eerst op 2 april 2017 geactiveerd. De eerste GPS gegevens van het [peilbaken 1] zijn van 11 april 2017. Vanaf 11 mei 2017 bevindt het [peilbaken 1] zich voor het eerst aan de [adres] in Gronau , in de buurt van het woonadres van [benadeelde partij 1] . Ook in de nacht van 23 op 24 mei 2017 worden de bewegingen van [benadeelde partij 1] door het [peilbaken 1] geregistreerd. In de tussenliggende periode is dit peilbaken op plekken waarvan [benadeelde partij 1] zegt dat hij daar ook is geweest.
De telefoonnummers [nummer] en [nummer] waren in de onderzochte periode in gebruik bij verdachte. Uit historische verkeersgegevens van die telefoonnummers volgt dat de telefoons die gebruik maken van deze telefoonnummers van verdachte, op verschillende momenten de zendmasten in de omgeving van het [peilbaken 2] respectievelijk [peilbaken 1] hebben aangestraald. Uit het onderzoek van de politie blijkt dat op dagen dat de peilbakens worden verwisseld/geactiveerd, te zien is dat de telefoons die gebruik maken van de twee door verdachte gebruikte telefoonnummers nagenoeg hetzelfde verplaatsingspatroon hebben als de peilbakens. Dit was in ieder geval zo op 11 april 2017 en op 4 mei 2017. Op 4 mei 2017 heeft er ook sms-verkeer plaatsgevonden tussen verdachte en [ex-vriendin verdachte] , waaruit blijkt dat verdachte op die dag in Duitsland was. Die dag lijken de peilbakens ook te zijn verwisseld. Nu verdachte geen verklaring geeft voor de aanwezigheid van zijn telefoons op die plekken op die momenten, gaat het hof gelet op het voorgaande ervan uit dat het verdachte was die daar met zijn telefoons is geweest.
Munitie op de plaats delict en het aangetroffen vuurwapen
Tijdens het forensisch onderzoek op de plaats delict zijn in de directe omgeving van de auto
van [benadeelde partij 1] zes kogelhulzen van het kaliber 9 mm Luger aangetroffen.
Op 11 juli 2018 is onder de bijrijdersstoel van een, als onbeheerd achtergelaten voertuig,
Volkswagen Scirocco in een grijs tasje een pistool, zijnde een Crvena Zastava model 70.9, met een houder bevattende 7 patronen, 9mm (Norinco), volmantel, aangetroffen (hierna: pistool CZ).
Het NFI heeft wapen- en munitieonderzoek gedaan aan het pistool CZ en aan drie van de op de plaats delict in Gronau aangetroffen hulzen en de kogel die in het linker dijbeen van [benadeelde partij 1] is aangetroffen. Hierbij was de vraag of deze drie hulzen en deze kogel afkomstig zijn uit pistool CZ.
Uit het vergelijkend hulsonderzoek blijkt dat het ten minste zeer veel waarschijnlijker is wanneer de hulzen zijn verschoten met het pistool CZ dan wanneer de hulzen zijn verschoten met een ander vuurwapen van hetzelfde kaliber en met dezelfde systeemkenmerken als het pistool CZ. Uit het vergelijkend kogelonderzoek blijkt dat het iets waarschijnlijker is wanneer de kogel (afkomstig uit het been van het slachtoffer) is afgevuurd uit de loop van het pistool CZ dan wanneer de kogel is afgevuurd uit een loop van een ander vuurwapen met hetzelfde kaliber en met dezelfde systeemkenmerken als de loop van het pistool CZ. Naar het oordeel van het hof kan hieruit worden afgeleid dat het wapen dat in de Volkswagen Scirocco lag is gebruikt bij het schieten op [benadeelde partij 1] .
Onderzoek naar DNA op het pistool CZ.
Door het NFI zijn de ruwe delen, de trekker en de trekkerbeugel van het pistool CZ bemonsterd en veiliggesteld voor DNA-onderzoek. Van het DNA in deze bemonstering is een DNA-mengprofiel verkregen van minimaal vijf personen. Uit dit DNA-mengprofiel is een DNA-hoofdprofiel afgeleid van een man die een relatief grote hoeveelheid DNA aan de
bemonstering heeft bijgedragen. Op basis van het vergelijkend DNA-onderzoek met het
DNA-profiel van verdachte is geconcludeerd dat verdachte de donor kan zijn van deze relatief grote hoeveelheid DNA. De kans dat het DNA-profiel van een willekeurig gekozen
persoon matcht met het afgeleide DNA-hoofdprofiel is kleiner dan een op een miljard. Het hof gaat er daarom vanuit dat het DNA van verdachte op het pistool CZ is aangetroffen.
De BMW met kenteken [kenteken]
Verdachte heeft verklaard gedurende enige tijd gebruik te hebben gemaakt van een BMW met kenteken [kenteken] . Verdachte wist dat dit een gestolen auto betrof. Door [benadeelde partij 1] is benoemd dat de BMW die hem achtervolgde en waar later de schutter uitstapte het kenteken [kenteken] had.
De verklaring van getuige NN01
Getuige NN01 heeft verklaard dat verdachte in [plaats] / Gronau meerdere keren heeft geschoten op een Turkse man waarbij de Turkse man in ieder geval in het bovenlichaam en zijn been is geraakt en dat verdachte toen samen met een onbekende man was.
Het hof stelt vast dat [benadeelde partij 1] een Turkse man is, die in Gronau is neergeschoten.
USB-stick in woning [persoon 7]
Op 6 november 2018 is bij de voormalig werknemer van [verdachte 2 onderzoek Nauru] , [persoon 7] , een USB-stick met daarop verschillende bestanden aangetroffen. Deze USB-stick was afkomstig uit de boedel van SDS, een voormalig bedrijf van [verdachte 2 onderzoek Nauru] .
Van de op de USB-stick aangetroffen bestanden is het volgende van belang:
-
Bestand ‘ [naam] ’: dit bestand betreft een document waarin onder meer een post staat opgenomen met de tekst ‘wolf wegbrengen naar hotel in de nacht 150’. Deze tekst is opgenomen in de rij van ’26-05’;
Historische verkeersgegevens van telefoonnummers in gebruik bij verdachte.
Uit de historische verkeersgegevens van de telefoonnummers [nummer] en [nummer] , in de onderzochte periode in gebruik bij verdachte, blijkt het volgende. Op 23 mei 2017 om 11.10.10 uur wordt vanaf het nummer [nummer] een sms verzonden. Tussen 23 mei 2017 11.10.10 uur en 25 mei 2017 12.42.17 uur zijn van de telefoon die gebruik maakt van het nummer [nummer] vervolgens geen zendmastgegevens geregistreerd. De telefoon die gebruik maakt van het nummer [nummer] straalt op 24 mei 2017 om 03.30.52 uur aan op een zendmast aan de [plaats] Noordzijde in [pleegplaats 3] . Vervolgens wordt op 24 mei 2017 om 03.31.14 uur door de telefoon die gebruik maakt van het nummer [nummer] een gesprek gevoerd waarbij de zendmast aan de [adres] [pleegplaats 3] wordt aangestraald. In de daaropvolgende ruim vijf minuten straalt deze telefoon zendmasten aan in achtereenvolgens [plaats] , [plaats] en [plaats] . Tussen 23 mei 2017 om 11.10.10 uur en 24 mei 2017 om 03.31.14 uur wordt er wel ingebeld op de nummers [nummer] en [nummer] . Er vindt een doorschakeling plaats. Er staan geen IMEI gegevens en zendmastgegevens geregistreerd.
De verklaring van verdachte en de beoordeling daarvan door het hof
Verdachte ontkent bij de aanslag op [benadeelde partij 1] betrokken te zijn geweest. Ter terechtzitting van de rechtbank op 29 oktober 2019 heeft hij uitgebreid over de verdenking verklaard. In hoger beroep is deze verklaring nader toegelicht en heeft verdachte een verklaring afgelegd over de aanvullende stukken uit het onderzoek Nauru. Kort gezegd komt de verklaring van verdachte erop neer dat hij wel eens vaker klussen uitvoerde voor [verdachte 1 onderzoek Nauru] en [verdachte 2 onderzoek Nauru] en dat hij daarvoor wel eens betaald kreeg van [ getuige 1] , maar dat het daarbij nooit om beschietingen van personen, woningen of panden ging. Zo moest hij bijvoorbeeld wel eens auto’s wegzetten. De BMW met kenteken [kenteken] heeft verdachte naar eigen zeggen ook weg moeten zetten. Voor wie dat was, kan hij zich niet meer herinneren. Hij heeft deze auto wel enige tijd in gebruik gehad. Verdachte zegt van 23 mei 2017 tot en met 25 mei 2017 een kamer te hebben geboekt in het [naam] Hotel in [plaats] met [persoon 9] en kan zich niet herinneren of hij die avond van 24 mei 2017 weg is geweest. In eerste instantie was er een plan om naar een dorpsfeest te gaan, maar dat zou uiteindelijk niet door zijn gegaan. In zijn herinnering is hij de hele avond in het [naam] hotel gebleven. Verdachte zegt nooit bedragen van € 700,- of € 14.625,- van [ getuige 1] of [verdachte 2 onderzoek Nauru] betaald te hebben gekregen en hij is ook niet weggebracht naar een hotel voor € 150,-. Het wapen dat in de Volkswagen Scirocco is aangetroffen, heeft verdachte wel eens vastgehad. Hij zat toen met een ander in een auto in [plaats] of [pleegplaats 3] . Iemand liet het wapen zien. Verdachte heeft het vuurwapen toen vastgehouden, bekeken en teruggegeven. Dat was ongeveer twee maanden voor zijn arrestatie op 11 november 2017.
Het hof overweegt over deze verklaringen het volgende.
De verklaring van verdachte dat hij van 23 tot en met 25 mei 2017 in het [naam] hotel in [plaats] heeft verbleven en dit hotel in de avond van 24 mei 2017 niet heeft verlaten, wordt weerlegd door de – hierboven besproken - historische verkeersgegevens van de telefoons van verdachte.
Hieruit volgt naar het oordeel van het hof dat de telefoon van verdachte in de nacht van 23 op 24 mei 2017 om 03:30.52 uur eerst een mast aan de [plaats] Noordzijde in [pleegplaats 3] aanstraalt en vervolgens verschillende andere masten. De verdachte heeft geen verklaring gegeven voor de bewegingen van zijn telefoon in [pleegplaats 3] terwijl hij zelf in een hotel in [plaats] zou zitten. Hij heeft alleen aangegeven zich niet meer goed te kunnen herinneren of hij de hele periode in het hotel is gebleven. Tegen de achtergrond van de hiervoor weergegeven redengevende feiten en omstandigheden had het echter wel op zijn weg gelegen om hier een steekhoudende verklaring over af te leggen.
Bovendien blijkt uit het document ‘ [naam] ’ op de USB-stick uit de woning van [naam] dat er € 150,- zou zijn betaald voor ‘wolf wegbrengen naar hotel in de nacht’. Dit bedrag is opgenomen in de rij die de datum heeft ’26-05’, hetgeen naar het oordeel van het hof wijst op een betaling op 26 mei 2017 voor het wegbrengen van verdachte, die in verschillende getuigenverklaringen ‘kleine wolf’ wordt genoemd. Dit is enkele dagen na de beschieting op [benadeelde partij 1] en het hof overweegt dat het niet voor de hand ligt dat deze betaling ziet op de broer van verdachte, die als bijnaam ‘grote wolf’ heeft, aangezien is gebleken dat de broer van verdachte gedetineerd zat in de periode van 27 februari 2017 tot en met 9 juni 2017. Uit het dossier blijkt in ieder geval dat verdachte op 23 mei 2017 om 03:52 uur heeft ingecheckt bij het [naam] hotel in [plaats] en dat hij daar op 25 mei 2017 om 11:50 uur weer heeft uitgecheckt. Het hof vindt in het aangetroffen document in combinatie met de historische verkeersgegevens reden om te concluderen dat verdachte het [naam] hotel in de tussenliggende periode wel heeft verlaten en dat hij daar later weer is teruggebracht.
De verklaring van verdachte, dat hij de BMW met kenteken [kenteken] enkel heeft moeten wegzetten, vindt geen ondersteuning in het dossier. Verder heeft verdachte deze verklaring niet in tijd en naar plaats geconcretiseerd en is evenmin aangegeven in wiens opdracht dit dan diende te gebeuren, zodat deze verklaring niet aannemelijk is geworden. Het hof zal dan ook niet van deze verklaring uitgaan.
Tot [verbalisant] zal het hof ook niet uitgaan van het door de verdachte geschetste scenario waarin hij het pistool CZ enkel kort heeft vastgehouden in een auto, ergens nadat de beschieting van [benadeelde partij 1] heeft plaatsgevonden. Deze verklaring is niet onderbouwd met concrete en te verifiëren informatie en is weinig geloofwaardig, aangezien er ook DNA van verdachte is aangetroffen op de trekker van het pistool CZ.
Overwegingen met betrekking tot de betrokkenheid van verdachte
Voorbereiding
Het hof leidt uit de bewijsmiddelen af dat de verplaatsingen van de echtgenote van [broer bp 1] en zijn broer [benadeelde partij 1] , het latere slachtoffer, in de periode van april 2017 tot 23 mei 2017 door verdachte en zijn medeverdachten in kaart zijn gebracht. Hiervoor zijn peilbakens aangeschaft, geactiveerd en afwisselend onder verschillende auto’s geplakt. Verdachte heeft op een aantal momenten zicht gehouden op de voertuigen waaronder de peilbakens zich bevonden. De politie heeft immers – zoals hierboven al overwogen - gezien dat op de dagen dat de bakens mogelijk werden verwisseld/geactiveerd, te zien is dat de telefoons van verdachte op dat moment in gebruik bij verdachte, nagenoeg hetzelfde verplaatsingspatroon hebben gehad. Op grond van deze bevindingen van de politie stelt het hof vast dat de aanslag zorgvuldig is voorbereid en dat verdachte daarbij betrokken is geweest.
Conclusie ten aanzien van het gebruikte wapen
Het hof stelt vast dat het in de Volkswagen Scirocco aangetroffen pistool CZ is gebruikt bij de aanslag op [benadeelde partij 1] en dat daarmee zes kogels zijn afgevuurd op [benadeelde partij 1] . Als gevolg hiervan heeft [benadeelde partij 1] letsel opgelopen aan zijn linkerzij, bekken, linkerdijbeen en linkerkuit. Voorts stelt het hof vast dat het op de ruwe delen en op de trekker en trekkerbeugel van het pistool CZ aangetroffen DNA van verdachte is, nu uit bemonsteringen van die plekken op het pistool CZ een DNA-hoofdprofiel van een man is afgeleid dat matcht met het DNA van verdachte (bewijskracht meer dan één miljard). Daarnaast reden de daders van de beschieting in de gestolen BMW met kenteken [kenteken] . Deze BMW was op dat moment al enige tijd in gebruik bij verdachte.
Op grond van het vorenstaande in onderling verband en samenhang bezien met hetgeen het hof hierboven als redengevende feiten en omstandigheden heeft vastgesteld, is het hof van oordeel dat verdachte degene is geweest die in de nacht van 23 op 24 mei 2017 in Gronau
met een vuurwapen meermalen heeft geschoten op [benadeelde partij 1] .
Medeplegen
Uit de redengevende feiten en omstandigheden blijkt van een gezamenlijke uitvoering en blijkt voorts dat in ieder geval tussen verdachte en de chauffeur van de auto sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking bij de uitvoering van dit delict. Uit de bewijsmiddelen volgt onder meer dat zij hebben gehandeld in opdracht, dat er logistieke voorbereidingen zijn getroffen en voorverkenningen zijn verricht en dat de aanslag zelf gezamenlijk is uitgevoerd. Verdachte heeft met zijn handelen, te weten het schieten op [benadeelde partij 1] , een significante en wezenlijke bijdrage geleverd aan het tenlastegelegde feit.
Opzet op de dood
Voor een bewezenverklaring is daarnaast vereist dat verdachte opzet had op de dood van [benadeelde partij 1] . Naar hun uiterlijke verschijningsvorm zijn de handelingen van verdachte, te weten vanaf korte afstand met een vuurwapen meermaals gericht op het lichaam van [benadeelde partij 1] schieten, zo zeer gericht op de dood van [benadeelde partij 1] dat daaruit enkel de conclusie kan volgen dat verdachte ook daadwerkelijk het opzet had om [benadeelde partij 1] van het leven te beroven.
Voorbedachten rade
Tot [verbalisant] dient te worden beoordeeld of sprake is van voorbedachten rade. Zoals hierboven al is overwogen was deze aanslag goed voorbereid. De auto van het slachtoffer is met behulp van peilbakens door verdachte en/of zijn mededaders een tijdlang in de gaten gehouden. Verder is [benadeelde partij 1] op de avond van de beschieting door twee personen in een BMW achtervolgd. Nadat [benadeelde partij 1] in de veronderstelling was dat de BMW niet meer bij hem was, bleek later dat die BMW bij zijn woning stond te wachten. De schutter, verdachte dus, droeg die avond een doodshoofdmasker, welk masker dus in de auto mee moet zijn gebracht. Al deze omstandigheden duiden zonder meer op een vooropgezet plan waarbij afspraken moeten zijn gemaakt omtrent de voorbereiding en uitvoering van het delict. Ook de doelgerichtheid van het optreden van verdachte duidt naar het oordeel van het hof op niets anders dan de uitvoering van een vooropgezet plan. Vanaf het moment dat verdachte met zijn handlanger gezamenlijk, vanuit [pleegplaats 2] met de BMW het latere slachtoffer [benadeelde partij 1] volgend tot in Gronau , op de [adres] aangekomen het slachtoffer heeft opgewacht, met een wapen in de hand uit de auto is gestapt en richting [benadeelde partij 1] is gelopen, tot het moment waarop verdachte het wapen daadwerkelijk op [benadeelde partij 1] heeft gericht en meermalen met tussenpozen heeft geschoten, is sprake geweest van een reeks momenten waarop beslissingen zijn genomen die gericht waren op de uitvoering van het plan om [benadeelde partij 1] te beschieten. Verdachte en zijn handlanger(s) hebben gedurende deze momenten telkens de gelegenheid gehad om na te denken over de betekenis en de gevolgen van de voorgenomen daad en zich daarvan rekenschap te geven. Nu (ook overigens) geen contra-indicaties aannemelijk zijn geworden die het aannemen van voorbedachte raad in de weg staan, is het hof dan ook van oordeel dat de verdachte met voorbedachte raad heeft gehandeld
Op grond van het vorenstaande acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat
verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van poging tot moord.
Het voorhanden hebben van een pistool en munitie
Hiervoor is reeds vastgesteld dat het wapen dat in de Volkswagen Srirocco is aangetroffen (het pistool CZ), het wapen is geweest waarmee verdachte op 24 mei 2027 in Gronau ( Duitsland ) op [benadeelde partij 1] heeft geschoten. Op grond van politieonderzoek wordt vastgesteld dat het pistool CZ (een vuurwapen van het merk type Crvena Zastava, model 70.9 mm) en de daarmee te verschieten patronen een vuurwapen respectievelijk munitie betreffen van categorie III van de Wet Wapens en Munitie.
De in het wapen aangetroffen munitie is van hetzelfde kaliber als de onderzochte hulzen en kogelpunten die zijn aangetroffen van de plaats delict dan wel in het lichaam van [benadeelde partij 1] . Op grond daarvan kan worden vastgesteld dat ook de bij de aanslag verschoten munitie van Categorie III is.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte dit vuurwapen en ook de daarmee verschoten patronen in ieder geval korte tijd voor (tijdens de achtervolging) en tijdens de uitvoering van de aanslag voorhanden heeft gehad op de plaats delict in Gronau op 24 mei 2017.
Conclusie
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich aan het onder 1 primair en 2 tenlastegelegde schuldig heeft gemaakt.
Feiten 3 en 4: beschieting van Club [naam] en de [adres]
Standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het onder 3 primair en 4 meer subsidiair tenlastegelegde en heeft zich daarmee op het standpunt gesteld dat verdachte met een automatisch vuurwapen in opdracht en in vereniging met een of meer anderen heeft geschoten op club [naam] en op een woning in de [adres] in [pleegplaats 2] .
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van het onder 3 en 4 tenlastegelegde, aangezien de verklaringen van [getuige 2] , [getuige 3] , [ getuige 1] en [getuige 4] onbetrouwbaar en/of onvoldoende specifiek zijn, en er tegelijkertijd geen ander bewijs voorhanden is waar de betrokkenheid van verdachte bij deze feiten uit blijkt. Daarnaast heeft de raadsvrouw opgemerkt dat [verdachte 1 onderzoek Nauru] en [verdachte 2 onderzoek Nauru] in de tegen hen lopende strafzaken een andere dadergroep, en dus niet verdachte, bij deze feiten aanwijzen. Het zou om een groep uit [plaats] en [plaats] gaan.
Oordeel van het hof
Feiten en omstandigheden
In de nacht van 19 september 2017 rond 03.15 uur stopt een auto voor het pand van uitgaansgelegenheid [naam] in [pleegplaats 2] . De bijrijder stapt uit en vuurt met een automatisch vuurwapen (een semi- en volautomatische werkend aanvalsgeweer) zes kogels af op de hoofdingang (feit 3). De loungeclub is op dat moment gesloten en er zijn geen personen in het pand aanwezig. De schutter loopt weg. Hij stapt als bijrijder in de auto en de auto vertrekt. Enkele minuten later vuurt dezelfde schutter, met hetzelfde automatisch vuurwapen, dertig kogels af op de gevel en door de ruiten van de boven- en benedenverdieping van een woning aan de [adres] in [pleegplaats 2] . Deze woning is 350 meter verwijderd van [naam] . Op dat moment zijn de bewoners [benadeelde partij 4] , zijn partner [benadeelde partij 3] en haar dochter van zeven, [persoon 10] , thuis. [benadeelde partij 4] is in de woonkamer, moeder en dochter liggen op de eerste verdieping te slapen. [benadeelde partij 4] ziet op beelden van de beveiligingscamera buiten zijn woning een auto en de schutter naderen en slaagt er in, net voor het schieten begint, achter een muurtje in de woonkamer te schuilen. Meerdere kogels belanden in de woonkamer en de slaapkamer van moeder. Er raakt niemand gewond.
De bij [naam] en [adres] gebruikte auto, een gestolen lichtkleurige BMW, driedeurs, coupé model, wordt op 19 september 2017 rond 08.35 uur uitgebrand aangetroffen aan de [plaats] , in het buitengebied van [pleegplaats 2] .
De wijkagent stelt [naam eigenaar club] , de eigenaar van [naam] , kort erna in kennis van de beschieting van zijn pand.
Op 2 november 2018 vindt de politie bij een doorzoeking van een woning aan de [adres] in [plaats] het vuurwapen dat is gebruikt bij de beschietingen van zowel [naam] als de [adres] in de nacht van 19 september 2017.
De verklaringen van [getuige 2] , [ getuige 1] , [getuige 3] en [getuige 4]
[getuige 2] heeft op 23 september 2017, ongeveer een week nadat de beschietingen bij club [naam] en de woning aan de [adres] hebben plaatsgevonden, verklaard dat [naam] de dag voor de schietpartij aan de [adres] een lijstje heeft laten zien, dat hij “af moest werken”. Op dat lijstje stonden verschillende personen van [motorclub] . Bij het huis van [benadeelde partij 4] (het hof begrijpt: [benadeelde partij 4] ) moest volgens [getuige 2] geschoten worden en de zaak van [naam] (het hof begrijpt: club [naam] ) moest dicht. Het lijstje zou Wolf niet meer hebben afgewerkt. Het lijstje zou zijn doorgeschoven. Daarbij noemt [getuige 2] verschillende personen aan wie dit lijstje zou zijn doorgeschoven: ‘in ieder geval die Wolf zijn broertje, [naam] , [naam] en zo’n hindoestaanse jongen’. Daarna vervolgt hij zijn verhaal en zegt hij dat ze eerst naar [pleegplaats 3] zijn gereden. Toen zijn ze langs [naam] gegaan en toen langs bij [benadeelde partij 4] . Wolf zou hebben gezegd dat zijn broertje, [naam] , [naam] of ‘zo’n andere mongooltje’ en een Hindoestaanse jongen de zaak zouden overnemen.
[ getuige 1] heeft op 13 juni 2018 bij de politie verklaard dat hij drie auto’s heeft klaargezet. In afleveringen van Opsporing Verzocht zag [ getuige 1] dat deze auto’s betrokken zijn geweest bij Gronau en bij het schieten op de Shisha Lounge en op de woning aan de [adres] . Hij zegt daarbij dat het zijn conclusie is dat deze auto’s werden gebruikt door grote Wolf en Kleine Wolf, omdat hij de auto’s neer moest zetten en deze jongens later geld moest geven. Hij zou verdachte twee keer een geldbedrag hebben gegeven. De eerste betaling vond plaats bij het [naam] hotel in [plaats] , halverwege de maand juni. De tweede betaling vond plaats bij de McDonalds aan de [plaats] in [pleegplaats 2] . [ getuige 1] denkt dat hij ongeveer tien dagen na de schietincidenten bij [naam] en de [adres] een bedrag van € 5.000,- heeft betaald aan een jongen in een groene auto bij de voetbalvereniging Enschedese Boys.
[getuige 3] heeft op 12 juni 2018 bij de politie verklaard dat [ getuige 1] aan een maatje had verteld dat hij € 5.000,- had betaald aan de dader van de aanslag op club [naam] en de [adres] in [pleegplaats 2] . De dader van die aanslag was [verdachte] van [verdachte] . Bij de rechter-commissaris heeft [getuige 3] aangegeven dat [ getuige 1] heel gedetailleerd had verteld hoe hij de auto’s klaar had gezet voor al die zaken en dat hij geld heeft betaald aan [naam] .
[getuige 4] heeft verklaard dat hij verdachte heeft horen zeggen dat hij moest schieten op een huis in [pleegplaats 2] en dat dit een waarschuwing moest zijn voor die mensen. [getuige 4] heeft beelden gezien op Opsporing Verzocht en denkt dat de getoonde woning de woning is die beschoten moest worden.
Conclusie ten aanzien van de betrokkenheid van verdachte
Het hof overweegt dat de verklaringen van [getuige 2] , [getuige 3] en [getuige 4] voor zover deze zien op betrokkenheid van verdachte bij de onderhavige feiten de auditu-verklaringen zijn en dat de verklaring van [ getuige 1] tegelijkertijd is gebaseerd op eigen aannames en conclusies. De verklaring van [getuige 2] is daarnaast weliswaar specifiek en gedetailleerd als het gaat om het lijstje dat [naam] zou hebben laten zien, maar als het gaat om de betrokkenheid van verdachte bij de beschietingen bij [naam] en de [adres] is deze onvoldoende duidelijk en/of dwingend. Aangezien er verder geen technisch bewijs voorhanden is op grond waarvan de betrokkenheid van verdachte buiten gerede twijfel kan worden vastgesteld of waarmee de verklaringen van de getuigen verankerd kunnen worden, heeft het hof niet de overtuiging bekomen dat verdachte het onder 3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan zodat hij hiervan dient te worden vrijgesproken.
Feiten 5 en 6 : beschieting van de [adres] in [pleegplaats 3] en de [adres] in [pleegplaats 2]
Het hof is, in navolging van de rechtbank en zoals bepleit door de raadsvrouw en de advocaat-generaal, van oordeel dat er onvoldoende aanknopingspunten zijn om aan te nemen dat verdachte op enigerlei wijze betrokken is geweest bij de beschieting van de woningen aan de [adres] in [pleegplaats 3] en de [adres] in [pleegplaats 2] . Verdachte wordt integraal van het onder 5 en 6 tenlastegelegde vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel - ook in onderdelen - slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 primair en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1. primair
hij op ofomstreeks24 mei 2017, te Gronau ( Bondsrepubliek Duitsland ), tezamen en in vereniging met een of meer anderen,althans alleen,ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [benadeelde partij 1] opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven te beroven, opzettelijk met een pistool,althans een vuurwapenzesmaal,althans meermalen, (gericht)op die [benadeelde partij 1] heeft geschoten en/ofdie [benadeelde partij 1]met (minimaal) vier kogels,in de linkerzij, het bekken, het linkerdijbeen en de linkerkuit,althans in het lichaamheeft getroffen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij opof omstreeks24 mei 2017,althans in of omstreeks de maand mei 2017, te [pleegplaats 2] , in elk geval in Nederland en/ofte Gronau ( Bondsrepubliek Duitsland ), eenof meerwapen van categorie III, te weten een pistool (Crvena Zastava, model 70. 9mm) en/ofmunitie van categorie III, te weten een aantal(7)patronen (9x19mm volmantel), voorhanden heeft gehad.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 primair bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van poging tot moord.
Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
Standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte tot de maximaal mogelijke straf moet worden veroordeeld. Op basis van zijn requisitoir, waarin is uitgegaan van een bewezenverklaring voor feit 1 primair, 2, 3 primair en 4 meer subsidiair, heeft de advocaat-generaal gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor een duur van veertien jaren en zeven maanden, met aftrek van het voorarrest.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht om – gelet op de conclusies van de deskundigen uit het persoonlijkheidsonderzoek dat is verricht, de persoonlijke omstandigheden van verdachte en de inmiddels veranderde regeling voor voorwaardelijke invrijheidsstelling – bij een bewezenverklaring van één of meer feiten een straf op te leggen die naar ratio lager is dan de straf die in eerste aanleg is opgelegd.
Oordeel van het hof
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
Verdachte heeft zich samen met een ander schuldig gemaakt aan de poging tot moord op [benadeelde partij 1] , door die [benadeelde partij 1] meermalen van dichtbij met een vuurwapen te beschieten en er vervolgens met een vluchtauto vandoor te gaan. Op de avond van de beschieting hebben verdachte en zijn mededader het slachtoffer vanuit Nederland naar zijn woning in Duitsland achtervolgd in een gestolen BMW, om daar het vuur op hem te openen. [benadeelde partij 1] is door meerdere kogels in zijn been en zij geraakt. Het is een wonder dat hij deze poging tot liquidatie heeft overleefd. Voorafgaand aan de aanslag heeft verdachte al zicht gehouden op auto’s in Gronau , zodat kan worden aangenomen dat hij ook intensief betrokken is geweest bij de voorbereiding van het feit. De aanleiding voor de aanslag lijkt te zijn gelegen in een conflict vanuit een crimineel milieu met de broer van het slachtoffer, die waarschijnlijk het beoogde doelwit was. Het hof is van oordeel dat uit de kille en berekenende wijze van uitvoering een bepaalde onverschilligheid blijkt. Voor verdachte leek het niet van belang wie er neergeschoten werd of wat de redenen daarvoor waren. Dat is wat de feiten naar het oordeel van het hof zo ernstig en schokkend maken.
Met zijn handelen heeft verdachte een ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer, die niet alleen operaties heeft moeten ondergaan en fysieke beperkingen aan de beschieting over heeft gehouden, maar ook gedurende de achtervolging en na 24 mei 2017 gevoelens van angst en onveiligheid moet hebben gehad als gevolg van deze aanslag op zijn leven.
Daarnaast heeft verdachte bijgedragen aan de publieke onrust en verontwaardiging die bij dit soort ernstige geweldsdelicten ontstaat. Het gronddelict van het feit waar verdachte zich schuldig aan heeft gemaakt, te weten moord, behoort tot de ernstigste feiten die strafbaar zijn gesteld in het Wetboek van Strafrecht. Een (poging tot) moord in de vorm van een (poging tot) liquidatie benadrukt die ernst des te meer.
Het hof houdt in het kader van de te bepalen op te leggen straf rekening met straffen die in vergelijkbare gevallen door Nederlandse rechters worden opgelegd. Voor één moord die zich als liquidatie laat aanmerken, geldt in de rechtspraak inmiddels een gevangenisstraf voor de duur van twintig jaren als uitgangspunt. In dit geval is er sprake van een poging, zodat dit uitgangspunt met een derde wordt verminderd.
In strafverzwarende zin houdt het hof er rekening mee dat verdachte ook nog een verboden vuurwapen en munitie voorhanden heeft gehad.
Het hof heeft verder gelet op het verdachte betreffend Uittreksel van de Justitiële Documentatie van 1 mei 2023, waaruit blijkt dat hij eerder is veroordeeld voor overtredingen van de Wet Wapens en munitie en het plegen van vermogens-, gewelds- en Opiumdelicten. In het bijzonder houdt het hof rekening met de veroordeling van dit hof van 6 april 2022 waarbij verdachte tot twaalf jaren gevangenisstraf is veroordeeld voor twee maal medeplegen van poging tot moord door middel van opzettelijke brandstichting in een woning.
Over verdachte zijn in het kader van die onderzoeken met de zaaknamen Zeelt en Tapir rapportages opgemaakt door de reclassering op 5 maart 2021, door de psycholoog C. Sipma op 26 oktober 2021 en de psychiater K.N. Broek op 25 oktober 2021. Deze rapportages zijn gevoegd in het strafdossier van de zaak Egypte. Uit die rapportages volgt dat bij verdachte sprake is van ontwikkelingsproblematiek in de vorm van ADHD en dat er sprake is van een stoornis in het gebruik van amfetamine. De psychiater is van mening dat er ook sprake is van een antisociale persoonlijkheidsstoornis. Door de deskundigen wordt het recidiverisico als hoog ingeschat. Verdachte wordt omschreven als iemand die zich impulsief gedraagt, waardoor hij eerst doet en daarna pas denkt. Hij kan de gevolgen van zijn handelen op lange termijn niet goed overzien. Binnen de detentie laat verdachte positief gedrag zien. Nu de psychiater en de psycholoog verschillen van mening over de vraag of er verband bestaat tussen de gestelde diagnose en het delict en het hof vaststelt dat de feiten waarvan verdachte in het onderzoek Egypte wordt verdacht door de beide deskundigen niet in hun onderzoek zijn betrokken, ziet het hof in deze zaak geen aanleiding om de bewezenverklaarde feiten niet volledig aan verdachte toe te rekenen.
De redelijke termijn voor de berechting is in hoger beroep overschreden. Als uitgangspunt heeft in deze zaak te gelden dat de behandeling ter terechtzitting dient te zijn afgerond met een einduitspraak binnen twee jaren na het instellen van het hoger beroep. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld op 30 december 2019, terwijl het hof arrest wijst op
12 juli 2023. De redelijke termijn in hoger beroep is daarmee met ruim achttien maanden overschreden. Het hof zal deze overschrijding van de redelijke termijn verdisconteren in de strafoplegging en de beoogde gevangenisstraf verminderen met 3 maanden.
Voor de strafoplegging in hoger beroep ziet het hof daarnaast aanleiding om rekening te houden met het feit dat na het wijzen van het vonnis in eerste aanleg, de regeling inzake de
voorwaardelijke invrijheidsstelling per 1 juli 2021 is gewijzigd. De maximale periode van voorwaardelijke invrijheidstelling is na 1 juli 2021 twee jaar voor het einde van de duur van de opgelegde gevangenisstraf geworden. Dit betekent dat verdachte bij eenzelfde straf in hoger beroep als in eerste aanleg is opgelegd, feitelijk langer vast zou komen te zitten. Ook hierin ziet het hof aanleiding om de beoogde gevangenisstraf in hoger beroep te matigen.
Alles afwegend zal het hof verdachte veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van dertien jaren, met aftrek van de tijd die hij in voorarrest heeft gezeten.
De op te leggen straf is – ondanks de vrijspraken voor de beschietingen van een uitgaansgelegenheid en een woning onder feit 3 en 4 – feitelijk hoger dan de straf die in eerste aanleg is opgelegd. Dit heeft er enkel mee te maken dat het hof in het vonnis van de rechtbank leest dat de rechtbank weliswaar de bedoeling had om de maximaal op te leggen gevangenisstraf op te leggen, maar dat die beperkt werd door de werking van artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht vanwege een andere veroordeling van 16 jaar gevangenisstraf. Die laatstgenoemde straf is inmiddels in hoger beroep veranderd in 12 jaar gevangenisstraf.
In de onderhavige zaak acht het hof voor de twee bewezenverklaarde feiten opnieuw een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden, gelet op de achteloosheid en de onverschilligheid waaronder deze feiten zijn begaan. Het hof overweegt daarbij dat als de grenzen in het gedrag worden opgezocht, daar ook tegenover staat dat de grenzen in de op te leggen straffen moeten worden opgezocht. In dit geval is daarbij wel rekening gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn en de wijziging van de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1]
De vordering
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 66.281,24. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 33.294,44. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- daggeldvergoeding 38 dagen à € 30,- : € 1.140,-
- lening woninginrichting [plaats] : € 2.152,44
- verlies verdiencapaciteit 1/6/2017 – 1/6/2019 : € 32.988,80.
Aan immateriële schade wordt een bedrag van € 30.000,-- gevorderd.
Standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering op basis van de nadere toelichting in hoger beroep in zijn geheel kan worden toegewezen.
Standpunt van de verdediging
De opgevoerde materiële schadeposten zijn inhoudelijk niet door de verdediging betwist. De raadsvrouw heeft wel opgemerkt dat de rechtbank ten aanzien van de vordering in de ogen van de verdediging een redelijke afweging heeft gemaakt. Verder heeft de raadsvrouw bepleit dat de vordering wat betreft de immateriële schade aan de hoge kant is, heeft zij opgemerkt dat dergelijke bedragen enkel in uitzonderlijke gevallen worden toegewezen en heeft zij daarom verzocht om een lager bedrag toe te wijzen dan is gevorderd.
Oordeel van het hof
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 1 primair bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden tot na te melden bedrag.
Materiële schade
Met de rechtbank is het hof van oordeel dat de kosten van de benadeelde partij onder de posten ‘daggeldvergoeding ziekenhuis’ en ‘lening woninginrichting [naam] ’ voldoende onderbouwd en aannemelijk zijn, zodat de vordering voor dat deel wordt toegewezen.
Ten aanzien van de kosten voor verlies van verdiencapaciteit overweegt het hof als volgt.
Hoewel op de eerste pagina van het in hoger beroep overgelegde stuk met als titel ‘Aufhebungsbescheid zur Kundennummer [nummer] ’ lijkt te staan vermeld dat de werkloosheidsuitkering, die [benadeelde partij 1] genoot, per 31 mei 2017 is stopgezet, blijven er naar het oordeel van het hof te veel vragen openstaan om te concluderen dat de vordering op dit punt inmiddels voldoende is onderbouwd en aannemelijk is geworden. Bij de beoordeling van de vordering van de benadeelde partij speelt ook de vraag mee in hoeverre het bewezenverklaarde handelen van verdachte in relatie staat tot het moeten verlaten van de woning door de benadeelde partij en vervolgens het verlies van verdiencapaciteit in de vorm van het stopzetten van een werkloosheiduitkering als gevolg van het gedwongen verlaten van de woning. Voor een discussie hierover is in het kader van deze procedure geen ruimte (meer). Het hof is van oordeel dat dit een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. De benadeelde partij kan daarom in dit deel van de vordering niet worden ontvangen en kan de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Immateriële schade
Ten aanzien van het gevorderde smartengeld overweegt het hof dat de verdachte een zeer ernstige inbreuk heeft gemaakt op de lichamelijke integriteit van [benadeelde partij 1] , zodat een smartengeldvergoeding ter hoogte van € 30.000,- op zijn plaats is. Verdachte heeft gepoogd om [benadeelde partij 1] te vermoorden en heeft hem door middel van zes pistoolschoten op verschillende plekken in zijn lichaam geraakt. De handelingen van verdachte hebben hiermee niet alleen inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van de benadeelde partij, maar hebben ook onmiskenbaar invloed op de veiligheidsgevoelens van die [benadeelde partij 1] . Verdachte is tot vergoeding van de gevorderde schade gehouden zodat de vordering tot dit bedrag zal worden toegewezen.
Conclusie
De vordering van de benadeelde partij wordt toegewezen tot een bedrag van € 33.294,44, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 24 mei 2017. Voor het overige verklaart het hof de benadeelde partij niet-ontvankelijk in haar vordering.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 3.297,20. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 150,00. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het onder 3 tenlastegelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in haar vordering niet worden ontvangen.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 3]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 8.433,51. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 8.366,85. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het onder 3 tenlastegelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in haar vordering niet worden ontvangen.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 4]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 8.888,85. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 8.838,10. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het onder 3 tenlastegelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in haar vordering niet worden ontvangen.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 5]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 12.085,12. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 10.837,16. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het onder 4 tenlastegelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in haar vordering niet worden ontvangen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 36f, 45, 47, 57, 63 en 289 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Het vonnis waarvan beroep
- vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Bewezenverklaring
- verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 3 primair, 3 subsidiair, 3 meer subsidiair, 4 primair, 4 subsidiair, 4 meer subsidiair, 5 primair, 5 subsidiair, 5 meer subsidiair, 5 nog meer subsidiair, 5 meest subsidiair, 6 primair, 6 subsidiair, 6 meer subsidiair, 6 nog meer subsidiair en 6 meest subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
- verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en 2 tenlastegelegde heeft begaan;
- verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Strafbaarheid feit en verdachte
- verklaart het onder 1 primair en 2 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Straf
- veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
13 (dertien) jaren;
- beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1]
- wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde partij 1] ter zake van het onder 1 primair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 33.292,44 (drieëndertigduizend tweehonderdtweeënnegentig euro en vierenveertig cent) bestaande uit € 3.292,44 (drieduizend tweehonderdtweeënnegentig euro en vierenveertig cent) materiële schade en € 30.000,00 (dertigduizend euro) immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
- verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
- veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde partij 1] , ter zake van het onder 1 primair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 33.292,44 (drieëndertigduizend tweehonderdtweeënnegentig euro en vierenveertig cent) bestaande uit € 3.292,44 (drieduizend tweehonderdtweeënnegentig euro en vierenveertig cent) materiële schade en € 30.000,00 (dertigduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 201 (tweehonderdéén) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op;
- bepaalt dat indien en voor zover de verdachte of zijn mededader(s) aan een van beide betalingsverplichtingen hebben voldaan, de andere vervalt;
- bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op 24 mei 2017.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2]
- verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 2] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding;
- bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 3]
- verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 3] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding;
- bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 4]
- verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 4] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding;
- bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 5]
- verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 5] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding;
- bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Aldus gewezen door
mr. A.J. Smit, voorzitter,
mr. K.J.C. Geeve en mr. D.R. Sonneveldt, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. B. van Leeuwen, griffier,
en op 12 juli 2023 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Bijlage met bewijsmiddelen
Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de politie Eenheid Oost-Nederland opgemaakte proces-verbaal met nummer 20181105101500658 (onderzoeken ONRAB17002/TGO Egypte, ONRAB17014/TGO Hongarije, ON2R17009 Ghana en ON2R17012 Spot), gesloten op 1 mei 2019, in het aanvullend dossier ten behoeve van de procedure in hoger beroep (bestaand uit twee ordners, pagina 1 tot en met 873), dat is opgesteld in opdracht van de officier van justitie en is gesloten op 12 oktober 2021, en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld.
De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld. Hierbij wordt gebruikt gemaakt van de volgende afkortingen: AD (algemeen dossier), ZD (zaaksdossier) en FO (Forensich Onderzoek, onderdeel van oud dossier Egypte).
Ten aanzien van onder 1 en 2 bewezenverklaarde:
1.
Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5° van het Wetboek van Strafvordering, te weten een Nederlandse vertaling van een memo van de Duitse politie, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven, als relaas van brigadier Hehenkamp, op pagina 66 en 67 van ZD03:
Op woensdag 24 mei 2017 om 00:09 uur, kwamen wij, brigadier [brigadier] en ik, ter plaatse op de parkeerplaats voor de huizen aan [adres] in Gronau . Het slachtoffer [benadeelde partij 1] lag op de grond bij een boom. Ik vroeg het slachtoffer wat er was gebeurd. Hij vertelde dat hij was neergeschoten. De auto van de daders had hem van [pleegplaats 2] tot aan zijn woning aan de [adres] achtervolgd. Hij had het kenteken kunnen noteren. Hij vertelde me dat het papier zich in de linker achterzak van zijn broek bevond. Ik haalde het op papier genoteerde kenteken: [kenteken] (NL) uit de zak.
2.
Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5° van het Wetboek van Strafvordering, te weten een Nederlandse vertaling van een door de Duitse politie afgenomen getuigenverhoor van [benadeelde partij 1] , voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven, op pagina 331 tot en met 339 van ZD03:
In [pleegplaats 2] heb ik de mensen al bij een verkeerslicht gezien. Ze stonden achter mij. Het waren twee personen. In een BMW-3 serie. Ik kende de mensen niet. De auto kende ik ook niet. Ze reden achter mij aan. Op de hoofdstraat naar Gronau . De BMW is de hele tijd achter mij aangereden. Bij [steakhouse] reed de BMW nog steeds achter mij. Ik ben rechts gestopt van de straat. Toen hebben ze mij ingehaald. De BMW reed mij voorbij. Ik heb toen het nummer van de BMW genoteerd. Daarna ben ik alleen naar mijn woning gereden. Toen heb ik de auto geparkeerd. Toen ben ik uitgestapt. De BMW reed direct achter mij. Ik denk dat ze mij opgewacht hebben. Ik heb de BMW bij mijn huis weergezien. Toen zag ik ze uitstappen. De BMW stond achter mijn auto. Toen begon er één op mij te schieten. Ze hadden beiden een zwart petje op. Eén droeg zo’n Skeletmasker. Bij de ander heb ik dat niet gezien. De dader die schoot was de bijrijder.
3.
Het proces-verbaal van verhoor van getuige [benadeelde partij 1] d.d. 15 februari 2019, opgemaakt door de rechter-commissaris strafzaken in de rechtbank Overijssel, voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven – als verklaring van die [benadeelde partij 1] :
De auto bleef maar achter mij aanrijden. Als ik sneller ging, reden zij ook sneller. Als ik langzamer reed, reden zij ook langzamer. Ik stopte en zij haalden mij in. Ik heb in de auto gewacht om te kijken of ze zouden omkeren. Dat dezen ze. Ze reden langs mij heen. Ik had er een vreemd gevoel bij. Ik ben naar binnen gegaan. Ik heb een vriend gebeld. Ik had het kentekennummer onthouden en gevraagd aan die vriend of hij kon zien van wie die auto was. Nadat ik een tijdje had gezeten bij het restaurant heb ik een half uurtje rondgereden om te kijken of ik ze nog zag. Er kwam niets en ik zag ze niet meer. Toen ben ik naar huis gereden. Net toen ik uit wilde stappen op de parkeerplaats bij mijn huis, stopte er een BMW achter mij. Eentje stapte uit en pakte gelijk een wapen. Hij schoot mij via de achterdeur in mijn zij. Hij was vier of vijf meter van mij af.
4.
Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5° van het Wetboek van Strafvordering, te weten een Nederlandse vertaling van een notitie van de Duitse politie, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven, als relaas van inspecteur recherche [naam] , op pagina 478 van ZD03:
De heer [arts] , de arts die het slachtoffer [benadeelde partij 1] heeft geopereerd, verklaarde tegenover ons dat hij bij de heer [benadeelde partij 1]
*1 kogel uit het linker dijbeen en
*3 kogels uit de linker bekkenkam
had verwijderd.
Verder gaf [arts] aan dat het linkerdijbeen van het slachtoffer door een projectiel was doorboord. De schoten op het slachtoffer zijn vermoedelijk van achteren afgevuurd en hebben het slachtoffer getroffen in zijn linker dijbeen, de linker kuit, links van de bekkenkam en in de linker zij.
5.
Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen bakens/GPS-trackers [peilbaken 2] en [peilbaken 1] , voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven, op pagina 1776 tot en met 1779 van ZD03, als relaas van verbalisant [verbalisant] :
Bakens/GPS-trackers
Er is onderzoek gedaan naar de bakens/GPS-trackers met de nummers [peilbaken 2] en [peilbaken 1] .
Deze bakens zijn onder voertuigen "geplakt'. In dit proces-verbaal worden bakens/GPS- trackers bakens genoemd.
In het baken met het IMEI nummer [IMEI-nummer] (1) heeft een simkaart gezeten met het nummer [nummer] . Gezien onderstaand is het aannemelijk dat het nummer van het baken is: [peilbaken 2] .
Het baken met het nummer [peilbaken 1] heeft het IMEI nummer [IMEI-nummer] (7) . In dit baken heeft een simkaart gezeten met het nummer [nummer] .
Na onderzoek van de GPS gegevens van deze bakens is het volgende gebleken:
Beide bakens zijn op 10 maart 2017 bij de verkoper in [plaats] en [adres] geactiveerd. Daarna staan er geen GPS gegevens die dag geregistreerd.
Onderstaand een overzicht van de data en tijden dat de bakens in werking waren. Het lijkt dat de bakens elkaar afwisselen.
10-03-2017 16.52.54 uur t/m 10-03-2017 16.57.27 uur Baken [peilbaken 1] [nummer]
10- 03-2017 16.53.57 uur t/m 10-03-2017 16.55.34 uur Baken [peilbaken 2]
24-03-2017 00.49.02 uur t/m 24-03-2017 00.49.15 uur Baken [peilbaken 2] [nummer]
02-04-2017 03.18.57 uur t/m 10-04-2017 00.31. [nummer] uur Baken [peilbaken 2]
11-04-2017 01.27.32 uur t/m 18-04-2017 21.52. [nummer] uur Baken [peilbaken 1] [nummer]
20-04-2017 02.30.30 uur t/m 04-05-2017 02.25.07 uur Baken [peilbaken 2]
04-05-2017 01.35.52 uur t/m 24-05-2017 12.39.39 uur Baken [peilbaken 1] [nummer]
09-05-2017 03.05.57 uur t/m 09-05-2017 03.33.47 uur Baken [peilbaken 2]
02-04-2017
Baken [peilbaken 2] [nummer] [IMEI-nummer]
03.18.57 uur activeren van het baken, eerste GPS gegevens
Kruising [plaats] te Gronau , Duitsland ,
03.23.42 uur baken nabij [plaats] te Gronau , Duitsland .
05-04-2017
Baken [peilbaken 2] [nummer] [IMEI-nummer]
19.04.16 uur aankomst luchthaven [plaats] , Duitsland .
19. [nummer] .17 uur vertrek luchthaven [plaats] . Duitsland .
07-04-2017
Baken [peilbaken 2] [nummer] [IMEI-nummer]
10.18.57 uur t/m 11.42.27 uur, [plaats]
09-04-2017
Baken [peilbaken 2] [nummer] [IMEI-nummer]
13.43.13 uur t/m 18.39.32 uur, [plaats]
10-04-2017
Baken [peilbaken 2] [nummer] [IMEI-nummer]
00.19.18 uur t/m 00.31.21 uur [plaats] nabij [plaats] te Gronau , Duitsland . Verder geen registraties meer. Eerst volgende registratie/GPS gegevens: 20-04-2017.
11-04-2017
Baken [peilbaken 1] [nummer] [IMEI-nummer]
01.27.32 uur activeren van het baken, eerste GPS gegevens.
[plaats] voor de kruising met de [plaats] te Gronau , Duitsland .
01.43.02 uur baken nabij [plaats] te Gronau , Duitsland .
10.48.12 uur t/m 14.46.47 uur, [plaats]
18-04-2017
Baken [peilbaken 1] [nummer] [IMEI-nummer]
21.52. [nummer] uur t.h.v. [adres] , [supermarkt] te Gronau , Duitsland Verder geen registraties meer. Eerst volgende registratie/GPS gegevens: 04-05-2017.
20-04-2017
Baken [peilbaken 2] [nummer] [IMEI-nummer]
02.30.30 uur activeren van het baken, eerste GPS gegevens.
[plaats] voor de kruising met de [adres] te Gronau , Duitsland
02.33.37 uur baken nabij [plaats] te Gronau , Duitsland .
24-04-2017
Baken [peilbaken 2] [nummer] [IMEI-nummer]
16.53.07 uur t/m 19.30.07 uur, [plaats]
26-04-2017
Baken [peilbaken 2] 3 1627873529 [IMEI-nummer]
18.08.52 uur t/m 19.30.52 uur, [adres] , IKEA
03-05-2017
Baken [peilbaken 2] [nummer] [IMEI-nummer]
15.31.27 uur t/m 17.46.11 uur, [adres] . Bedrijfsnaam [naam]
04-05-2017
Baken [peilbaken 1] [nummer] [IMEI-nummer]
01.35.52 uur activeren van het baken, eerste GPS gegevens.
[adres] te Gronau , Duitsland . Nabij de [adres] te Gronau , Duitsland
01.39.27 uur, [plaats] voor de kruising met de [adres] te Gronau , Duitsland
01.45.32 uur, [adres] te Gronau , Duitsland
01.49.32 uur, kruising [plaats] / [adres] Gronau , Duitsland
02.23.12 uur, [adres] [pleegplaats 2]
04-05-2017
Baken [peilbaken 2] [nummer] [IMEI-nummer]
02.25.07 uur, [adres]
Verder geen registraties meer. Eerst volgende registratie/GPS gegevens: 09-05-2017.
Percelen [adres] en [adres] te [pleegplaats 2] liggen schuin tegenover elkaar. Mogelijk heeft hier een wisseling van de bakens plaatsgevonden.
06-05-2017
Baken [peilbaken 1] [nummer] [IMEI-nummer]
16.54.07 uur, aankomst luchthaven [plaats] , Duitsland
18.28.12 uur, vertrek luchthaven [plaats] , Duitsland
09-05-2017
Baken [peilbaken 2] [nummer] [IMEI-nummer]
03.05.57 uur t/m 03.33.47 uur
[plaats] , Kruising [plaats] / [plaats] / [plaats] Gronau , Duitsland
Laatste GPS gegevens van dit baken om 03.33.47 uur, Locatie genoemde kruising.
09-05-2017
Baken [peilbaken 1] [nummer] [IMEI-nummer]
03.05.37 uur, [plaats] nabij kruising [plaats] / [plaats] Gronau , Duitsland
Verder die dag geen GPS gegevens van dit baken.
11-05-2017
Baken [peilbaken 1] [nummer] [IMEI-nummer]
02.01.31 uur activeren van het baken, eerste GPS gegevens.
[adres] te Gronau , t.h.v. de [adres] , doch aan de andere zijde van de [adres] .
18-05-2017/19-05-2017
Baken [peilbaken 1] [nummer] [IMEI-nummer]
18-05-2017, 19.0052 uur t/m 19-05-2017, 15.24.02 uur, [plaats]
23-05-2017
Baken [peilbaken 1] [nummer] [IMEI-nummer]
22 .29.27 uur, N35, net voor de grens met Duitsland
22 .31.27 uur, Duitsland B54 (vervolg van de N35), net over de grens.
24-05-2017
Baken [peilbaken 1] [nummer] [IMEI-nummer]
00.07.32 uur, [adres] te Gronau , Duitsland Kort daarna vond aldaar een aanslag plaats.
6.
Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen bakens/GPS-trackers [peilbaken 2] en [peilbaken 1] , voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven, op pagina 1785 tot en met 1790 van ZD03, als relaas van verbalisant [verbalisant] :
Informatie
De vorige eigenaar van de kapperszaak, alwaar de aanslag op 02-02-2017 was gepleegd, was genaamd:
[broer bp 1] , geboren te Turkije , [plaats] op [geboortedag] -1969.
Thans verblijvende in Turkije , gewoond hebbende te Gronau Duitsland , [plaats] De mogelijkheid is aanwezig dat genoemde aanslag was gericht op [broer bp 1] voornoemd.
De echtgenote van [broer bp 1] is genaamd:
[echtgenote bp 1] , geboren te [pleegplaats 2] op [geboortedag] -1973
Thans verblijvende in Turkije , gewoond hebbende te Gronau , Duitsland , [plaats] . Zij is later dan haar man vertrokken naar Turkije .
De broer van [broer bp 1] is genaamd:
[benadeelde partij 1] , [benadeelde partij 1] , geboren te Turkije , [plaats] op [geboortedag] -1972 Wonende te Gronau , Duitsland , [adres]
Op 24 mei 2017, omstreeks 00,09 uur, vond voor zijn woning een aanslag op hem plaats. Op dat moment waren zijn broer [broer bp 1] en de [echtgenote bp 1] al vertrokken naar Turkije .
Bakens/GPS-trackers
Er is onderzoek gedaan naar de bakens/GPS-trackers met de nummers [peilbaken 2] en [peilbaken 1] . Deze bakens zijn onder voertuigen “geplakt”. In dit proces-verbaal worden bakens/GPS-trackers bakens genoemd.
In het baken met het IMEI nummer [IMEI-nummer] (1) heeft een simkaart gezeten met het nummer [nummer] . Gezien onderstaand is het aannemelijk dat het nummer van het baken is: [peilbaken 2] Het baken met het nummer [peilbaken 1] heeft het 1MEI nummer [IMEI-nummer] (7) . In dit baken heeft een sim kaart gezeten met het nummer [nummer] .
Onderstaand een overzicht van unieke locaties baken / TAP gesprekken / Voertuig bij wie in gebruik
02-04-2017
Baken [peilbaken 2] [nummer] [IMEI-nummer]
02-04-2017, 11.19.32 uur, [adres] [plaats] , 37 km/u. Nabij de [plaats] 02-04-2017,14.41.32 uur, [adres] [plaats] , 3 km/u
TAP [nummer] , igb [echtgenote bp 1] , Datum 02-04-2017. Tijdstip 14.48.53 uur [echtgenote bp 1] vertelt aan [naam] dat ze vandaag naar de [plaats] is geweest.
04-04-2017
Baken [peilbaken 2] [nummer] [IMEI-nummer]
04-04-2017, 16.37.17 uur, 13 km/u, daarna o km/u, [adres] [pleegplaats 2] , nabij perceel [adres] , zijnde de woning van de vader van [echtgenote bp 1]
TAP [nummer] , igb [echtgenote bp 1] , Datum 04-04-2017. Tijdstip 15.37.55 uur [echtgenote bp 1] vertelt aan haar vader dat ze over een uur [naam] (dochter) zal ophalen.
05-04-2017
Baken [peilbaken 2] [nummer] [IMEI-nummer]
19.04.16 uur aankomst luchthaven [plaats] , Duitsland .
19. [nummer] .17 uur vertrek luchthaven [plaats] , Duitsland
TAP 31653246519, igb [zus bp 1] , de zus van [broer bp 1] en [benadeelde partij 1] . Datum 05-05-2017, 18.36,14 uur. [benadeelde partij 1] zou vandaag komen. ( [benadeelde partij 1] was in Turkije ).
06-04-2017
Baken [peilbaken 2] [nummer] [IMEI-nummer]
11.04.37 uur [adres] [pleegplaats 2] ,
nabij perceel [adres] [pleegplaats 2] , zijnde de woning van [naam] , de zus van [echtgenote bp 1] .
TAP 355250086611000, igb [echtgenote bp 1] . Datum 06-04-2017. Tijdstip 11.02.39 uur [echtgenote bp 1] zegt tegen [naam] dat ze op moet staan en de deur open moet doen.
07-04-2017
Baken [peilbaken 2] [nummer] [IMEI-nummer]
10.18.57 uur t/m 11.42.27 uur, [plaats]
TAP [nummer] . igb [echtgenote bp 1] , Datum 07-04-2017. Tijdstip 11.44.54 uur CellID [nummer] , [adres] .
09-04-2017
Baken [peilbaken 2] [nummer] [IMEI-nummer]
13.43.13 uur t/m 18.39.32 uur, [plaats] . (Is gelegen nabij [plaats] ).
TAP 35525008661 1000, igb [echtgenote bp 1] , Datum 09-04-2017. Tijdstip 20.51.31 uur [echtgenote bp 1] vertelt aan [naam] dat ze naar een afscheidsfeest van haar leerlingen in [plaats] was geweest.
11-04-2017
Baken [peilbaken 1] [nummer] [IMEI-nummer]
01.27.32 uur activeren van het baken, eerste GPS gegevens. [plaats] voor de kruising met de [plaats] te Gronau , Duitsland
01.43.02 uur baken nabij [plaats] te Gronau , Duitsland .
10.48.12 uur t/m 14.46.47 uur, [plaats] .
TAP [nummer] , igb [echtgenote bp 1] , Datum 11-04-2017. Tijdstip 13.15.58 uur [echtgenote bp 1] vertelt tegen haar moeder dat ze in [plaats] is.
16-04-2017
Baken [peilbaken 1] [nummer] [IMEI-nummer]
18.37. 22 uur, [adres] [pleegplaats 2] , 9 km/u, vervolgens 0 km/u Perceel [adres] is de woning van de vader van [echtgenote bp 1] .
TAP [nummer] , igb [echtgenote bp 1] , Datum 16-04-2017. Tijdstip 18.17.00 uur [echtgenote bp 1] vertelt aan haar vader dat ze zo komt eten.
Baken [peilbaken 1] [nummer] [IMEI-nummer]
19.02.57 uur nabij [weg] Gronau . Nabij woning [echtgenote bp 1] .
TAP [nummer] , igb [echtgenote bp 1] , Datum 18-04-2017. Tijdstip 19.01.57 uur [echtgenote bp 1] zegt tegen [naam] dat ze thuis is en een gast heeft.
20-04-2017
Baken [peilbaken 2] [nummer] [IMEI-nummer]
15.43.37 uur [adres] [pleegplaats 2] , 4km/u. Vervolgens o km/u.
TAP [nummer] , igb [echtgenote bp 1] , Datum 20-04-2017. Tijdstip 14.28.15 uur [echtgenote bp 1] zegt dat ze met een uurtje bij [naam] langs zal komen. [naam] is aan het werk in [adres] .
24-04-2017
Baken [peilbaken 2] [nummer] [IMEI-nummer]
24-04-2017, 14.18.45 uur, [adres] [pleegplaats 2] , nabij [plaats]
24-04-2017, 15.04.27 uur, [adres] [pleegplaats 2] , nabij [plaats]
24-04-2017, 15.42.42 uur, A1, hectometer 91.6, net voorbij [plaats]
24-04-2017, 16.26.57 uur. Al, hectometer 27.7, t.o.v. [plaats]
24- 04-2017, 16.45.02 uur, A9, hectometer 10.1, t.o.v.. [plaats]
TAP 355250086611000, igb [echtgenote bp 1] , Datum 24-04-2017.
14.17.15 uur KPN mast 18884 [plaats] 20-30 75I4AE [pleegplaats 2]
15.03.56 uur KPN mast 8630047 [plaats] 10 7545MZ [pleegplaats 2]
15.43.30 uur KPN mast 6707489 Rijksweg Al () 7384CW [plaats]
16.23.18 uur KPN mast 21373728 Rijksweg Oost 1 bij 1251 GA [plaats]
16.44.58 uur KPN mast 16023327 [plaats] / [plaats] mast 14 1105AN [plaats]
25-04-2017
Baken [peilbaken 2] [nummer] [IMEI-nummer]
11.16.37 uur, bij woning, [plaats] Gronau , Duitsland . Daarna via [plaats] , 11.35.12 uur, naar centrum [pleegplaats 2] .
TAP 355250086611000, igb [echtgenote bp 1] , Datum 24-04-2017. Tijdstip 11.17.29 uur. [echtgenote bp 1] zegt tegen [naam] dat ze in Duitsland is en zo snel mogelijk komt bij bedrijfsbureau [pleegplaats 2] . Morgen is haar laatste werkdag.
26-04-2017
Baken [peilbaken 2] [nummer] [IMEI-nummer]
18.08.52 uur t/m 19.30.52 uur, [adres] [plaats] , 1KEA
TAP [nummer] , igb [echtgenote bp 1] , Datum 26-04-2017. Tijdstip 16.20. 22 uur [echtgenote bp 1] zegt tegen haar vader dat ze straks naar IKEA gaat.
Einddatum TAP lijnen [nummer] en 355250086611000, beiden toen in gebruik bij [echtgenote bp 1] , op 26 april 2017.
06-05-2017
Baken [peilbaken 1] [nummer] [IMEI-nummer]
16.50.12 uur, nabij vluchthaven [plaats] , 68 km/u, 18.31.07 uur weer terug.
Op dit moment is het niet bekend wanneer [echtgenote bp 1] vertrokken is naar Turkije . Mogelijk hebben zij haar weggebracht naar het vliegveld [plaats] op 06 mei 2017.
Gezien bovenstaande is het aannemelijk dat de bakens met de nummers [peilbaken 2] en [peilbaken 1] onder een voertuig hebben gezeten die in gebruik was bij [echtgenote bp 1] .
11-05-2017
Baken [peilbaken 1] [nummer] [IMEI-nummer]
02.01.31 uur activeren van het baken, eerste GPS gegevens. [adres] te Gronau , Nabij woning [benadeelde partij 1] , [adres] Gronau .
Eerste maal baken [adres] te Gronau , Duitsland .
18-05-2017/ 19-05-2017
Baken [peilbaken 1] [nummer] [IMEI-nummer]
18-05-2017, 19.00.52 uur t/m 19-05-2017, 15.24.02 uur, [plaats]
Verklaring: [benadeelde partij 1] , d.d. 13-07-2017, nummer 805.
V: Op 19 mei 2017 in [plaats] .
A: Ik heb toen mijn vriend [naam] bezocht, hij woont in [plaats] . Ik weet mij nog te herinneren dat ik met hem meegereden ben naar [plaats] . Hij zit in de bloemenhandel. Ik ben daar inderdaad geweest. Ik ben daar 2 dagen geweest en heb bij hem overnacht.
23-05-2017
Baken [peilbaken 1] [nummer] [IMEI-nummer]
22.29.27 uur, N35, net voor de grens met Duitsland
22.31.27 uur, Duitsland B54 (vervolg van de N35), net over de grens.
Verklaring: [benadeelde partij 1] , d.d. 13-07-2017, nummer 805.
Betreft de route die [benadeelde partij 1] die avond gereden heeft.
[benadeelde partij 1] antwoordde: Vervolgens ben ik linksaf de [adres] opgereden en bij de [plaats] ben ik linksaf geslagen in de richting van de oprit van de N35.
Normaal als ik naar mijn woning in Duitsland rijd neem ik de tweede afslag op de B54, gezien vanaf de grens, naar [plaats] , maar toen heb ik de eerste afslag genomen.
24-05-2017
Baken [peilbaken 1] [nummer] [IMEI-nummer]
00.07.32 uur, [adres] te Gronau , Duitsland Kort daarna vond aldaar een aanslag plaats.
Gezien bovenstaande is het aannemelijk dat op 11 mei 2017 en de dagen erna een baken onder de personenauto heeft gezeten die bij [benadeelde partij 1] in gebruik was.
7.
Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen bakens/GPS-trackers [peilbaken 2] en [peilbaken 1] , voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven, op pagina 1303 tot en met 1314 van ZD03, als relaas van verbalisant [verbalisant] :
Er is onderzoek gedaan naar de bakens/GPS-trackers met de nummer [peilbaken 2] en [peilbaken 1] . Deze bakens zijn onder voertuigen ‘geplakt’. In dit proces-verbaal worden bakens/GPS-trackers bakens genoemd.
In het baken met IMEI nummer [IMEI-nummer] (1) heeft een simkaart gezeten met het nummer [nummer] . Gezien onderstaand is het aannemelijk dat het nummer van het baken is: [peilbaken 2] .
In het baken met het nummer 2409543093 heeft het 1MEI nummer [IMEI-nummer] (7) (het hof begrijpt: gezeten). In dit baken heeft een simkaart gezeten met het nummer [nummer] .
Uit onderzoek is gebleken dat het lijkt dat de bakens elkaar hebben afgewisseld.
Middels een bevel 126N Strafvordering zijn van de telefoonnummer [nummer] ,
[nummer] (bakens), [nummer] en [nummer] in gebruik bij [verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1994, de historische gegevens opgevraagd. De telefoonnummers in gebruik bij [verdachte] maken gebruik van de KPN-zendmasten en de telefoonnummers van de bakens maken gebruik van de Vodafonemasten.
11-04-2017
Baken [peilbaken 1] [nummer] [IMEI-nummer]
01.27.23 uur activeren van het baken, eerste GPS gegevens.
[plaats] voor de kruising met de [adres] te Gronau , Duitsland
01.43.02 baken nabij [plaats] te Gronau Duitsland .
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1994 Gebruiker van het telefoonnummer [nummer]
10-04-2017 22.14.28 uur gesprek zendmast KPN 18778 B P [adres] [plaats]
11-04-2017 01.02.05 uur sms zendmast KPN 31652 [adres] [pleegplaats 2]
11-04-2017 01.23.06 uur dataverkeer zendmast 04E402824 Buitenland
11-04-2017 01.47.57 uur dataverkeer zendmast 35E364822 Buitenland
11-04-2017 01.50.16 uur dataverkeer zendmast 04E412226 Buitenland
11-04-2017 01.58.23 uur dataverkeer zendmast 35E343613 Buitenland
1 1-04-2017 01.58.57 uur dataverkeer zendmast KPN 18895 [adres] [pleegplaats 2]
11-04-2017 02.03.42 uur sms zendmast KPN 31652 [adres]
04-05-2017
Baken [peilbaken 1] [nummer] [IMEI-nummer]
01.35.52 activeren van het baken, eerste GPS gegevens.
[adres] te Gronau , Duitsland . Nabij de [adres] te Gronau , Duitsland .
01.39.27 uur, [plaats] voor de kruising met de [adres] te Gronau , Duitsland .
01.45.32 uur, Gamstrasse te Gronau , Duitsland
01.49.32 uur, [plaats] / [adres] te Gronau , Duitsland
02.23.12 uur, [adres] [pleegplaats 2]
04-05-2017
Baken [peilbaken 2] [nummer] [IMEI-nummer]
02.25.07 uur, [adres] , [pleegplaats 2]
Histo baken [nummer] / Histo baken [nummer]
03-05-2017 23.57.34 uur DATA Vodafonemast 4451 [adres] 4 [pleegplaats 2]
[nummer] 04-05-2017 02.19.30 uur SMS Vodafonemast 4451 [adres] 4 [pleegplaats 2]
[nummer] 04-05-2017 02.24.57 uur DATA Vodafonemast 4451 [adres] 4 [pleegplaats 2]
[nummer] 04-05-2017 02.35.14 uur SMS Vodafonemast 4451 [adres] 4 [pleegplaats 2]
De percelen [adres] en [nummer] liggen binnen het dekkingsgebied van deze zendmast.
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] [geboortedag] 1994 Gebruiker van telefoonnummer [nummer] .
04-05-2017 01.14.15 uur gesprek zendmast KPN 13619 [adres] [nummer] [pleegplaats 2]
04-05-2017 01.36.04 uur gesprek zendmast KPN 48352 [adres]
04-05-2017 04.23.22 uur gesprek zendmast KPN 13604 [adres] [plaats]
Tussen 01.36.04 uur en 04.23.22 geen registraties.
04-05-2017 / chatgesprek
In het onderzoek Tapir/Zeelt is een telefoon, Samsung SM-G928F Galaxy S6 Edge, in beslag genomen. De gebruiker van deze telefoon was de ex-vriendin van [verdachte] , genaamd: [ex-vriendin verdachte] , geboren [geboortedag] 1988. In deze telefoon stonden onder andere onderstaande SMS berichten tussen de telefoonnummers [nummer] , in gebruik bij [naam] , en [nummer] , in gebruik bij [verdachte] .
04-05-2017 09.12.06 uur [nummer] uitgaand naar [nummer]
Tekst: Beter laat wat horen want ik maak me zorgen verdomme. Dit kan zo niet [verdachte] laat wat weten ja!!!!!
04-05-2017 14.20.00 uur [nummer] inkomend van [nummer]
Tekst: Woow sorry had de tel niet me genomen en in
duitslandliep het net iets anders als geplant sliep bij een maat van me
De bakens zaten afwisselend onder de auto die in gebruik was bij [echtgenote bp 1] . Mogelijk was dit de auto die voorheen in gebruik was bij haar man, genaamd [broer bp 1] . [broer bp 1] was echter naar Turkije vertrokken. [echtgenote bp 1] is begin mei 2017 ook naar Turkije vertrokken.
Op 11 mei 2017 is het Baken [peilbaken 1] [nummer] ‘geplakt onder de auto die in gebruik was bij de broer van [broer bp 1] , genaamd [benadeelde partij 1] geboren op [geboortedag] 1972, wonende te Gronau , [adres] .
11-05-2017
Baken [peilbaken 1] [nummer] [IMEI-nummer]
Op 11-05-2017 heeft de simkaart van het baken met het nummer [nummer] van 01.45.36 uur t/m 01.47.55 uur in het telefoontoestel gezeten met het IMEI nummer [IMEI-nummer] . Die telefoon straalde aan op de Vodafone zendmast 10402_224, staande te [pleegplaats 2] [plaats] 12 (01.45.36 t/m 01.46.18 uur) en Vodafonezendmast 4451_224, staande te [pleegplaats 2] [adres] 4. (01.47.47 uur t/m 01.47.55 uur).
02.01.31 uur activeren van het baken [peilbaken 1] [nummer] , eerste GPS gegevens
[adres] te Gronaut.h.v. de [adres] , doch aan de andere zijde van de [adres] .
Histo [nummer]
11 -05-2017, 02.10.14 uur, Vodafone mast 61341, [adres] [pleegplaats 2] .
Verder die dag geen gegevens.
Deze zendmast staat in [plaats] , gemeente [pleegplaats 2] en straalt richting Duitsland .
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1994 Gebruiker van het telefoonnummer [nummer]
10-05-2017 13.56.05 uur sms zendmast KPN 34482 [adres] [plaats]
10-05-2017 18.18.36 uur internet zendmast KPN 26176 [adres]
10-05-2017 19.09.02 uur internet zendmast KPN 0596 [adres] [plaats]
10-05-2017 19.55.06 uur gesprek zendmast KPN 16350 [adres] [pleegplaats 2]
10-05-2017 21.09.20 uur internet zendmast KPN 10520 bij [adres]
10-05-2017 21.45.11 uur gesprek zendmast KPN 33158 [adres] [plaats]
10- 05-2017 23.44.39 uur gesprek zendmast KPN 36030 [adres]
11-05-2017 02.38.04 uur internet zendmast KPN 13619 [adres] [pleegplaats 2]
11-05-2017 03.57.50 uur internet zendmast KPN 31818 B.P. [adres] [plaats]
Tussen 10 mei 017 23.53.04 (internet contact mast [adres] ) en 11 mei 2017 02.38.04 uur stonden geen contacten geregistreerd.
24-05-2017
Baken [peilbaken 1] [nummer] [IMEI-nummer]
00.07.32 uur, [adres] te Gronau , Duitsland
Kort daarna vond aldaar een aanslag plaats.
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1994 Gebruiker van het telefoonnummer [nummer] en [nummer]
23-05-2017 11.10-10 uur [nummer] sms zendmast KPN 52154 [adres]
Eerst volgend contact
24-05-2017 03.30.52 uur [nummer] onbekend zendmast KPN 10341 [plaats] Noordzijde [pleegplaats 3]
24-05-2017 03.31.14 uur [nummer] gesprek zendmast KPN 14563 [adres]
Er wordt naar het opwaardeermenu gebeld (1244)
24-05-2017 03.42.52 uur [nummer] gesprek zendmast KPN 49763 [adres] [plaats]
24-05-2017 03.46. [nummer] uur [nummer] sms zendmast KPN 54062 [adres]
24-05-2017 03.48.39 uur [nummer] sms zendmast KPN 51202 [adres] [plaats]
Tussen 23 mei 2017 11.10.10 uur en 24 mei 2017 03.31.14 uur wordt er wel ingebeld op de nummers [nummer] en [nummer] . Er vindt een doorschakeling plaats. Er staan geen IMEI gegevens en zendmastgegevens geregistreerd.
Eerste contact met zendmast gegevens van het telefoonnummer [nummer] na 23 mei 2017, 11.10.10 uur staat geregistreerd op 25 mei 2017, 12.42.17 uur.
Opvallende waarnemingen
Op de dagen dat mogelijk de bakens worden verwisseld/geactiveerd zie je dat de telefoons met de telefoonnummers [nummer] en [nummer] in gebruik bij [verdachte] nagenoeg hetzelfde verplaatsingspatroon hebben.
In de (voor)avond straalde de telefoon met één van de genoemde telefoonnummers aan op zendmasten staande in Gelderland. Vervolgens verplaatste de telefoon zich richting [plaats] . Veelal straalde de telefoon eerst aan in [plaats] om vervolgens aan te stralen op zendmasten in [pleegplaats 2] . Rond het tijdstip activering/wisseling stonden geen zendmastgegevens geregistreerd. Vervolgens straalt de telefoon aan op zendmasten staande in [plaats] .
8.
Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5° van het Wetboek van Strafvordering, te weten een Nederlandse vertaling van een document van de Duitse politie, getiteld “uitkomsten onderzoek plaats delict”, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven, op pagina 220 tot en met 223 van ZD03:
1. Algemeen
Op 24.05.2017 werd om 00:09 uur door het Operationeel Centrum [plaats] een melding uitgezet dat er meerdere schoten op de plaats delict
Gronau Westfalen, [adres], zouden zijn afgevuurd.
Ter plaats werd het slachtoffer
[benadeelde partij 1] *06.01.1972
Woonachtig te 48599 Gronau , [adres]
met schotverwondingen aangetroffen op de parkeerplaats voor zijn huis naast de door hem gebruikte auto. De auto, een Hyundai Getz, kleur: zwart, kenteken: [kenteken] , die door het slachtoffer gebruikt werd, bevond zich op de tiende parkeerplek en stond met de voorzijde in de richting van de [adres] geparkeerd.
2. Sporen
De bij de plaats delict aangetroffen sporen werden met nummers gekenmerkt en gefotografeerd.
Spoor 1: patroonhuls.
Spoor 2: patroonhuls.
Spoor 3: patroonhuls.
Spoor 4: patroonhuls.
Spoor 5: patroonhuls.
Spoor 6: patroonhuls.
4. Overig
Tijdens de inventarisatie van het plaats delict, werden ons, door de medewerkers van de Polizeiwache Gronau , projectielen/delen van projectielen overhandigd. De metalen delen waren tijdens het verlenen van eerste hulp aan het slachtoffer (lossnijden van de broek) gevonden en veiliggesteld.
9.
Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5° van het Wetboek van Strafvordering, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven, op pagina 8887 van FO PV Hongarije / Eper:
[ afbeelding ]
10.
Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal aanvraag benoeming deskundige, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven, op pagina 8891 en 8892 van FO PV Hongarije / Eper:
Op de plaats delict in Gronau (BRD) is forensisch onderzoek verricht door de Duitse politie. Hierbij zijn in het kader van de waarheidsvinding stukken van overtuiging (SVO’s), waaronder hulzen veiliggesteld en in beslag genomen. Drie hulzen en afvormingen van 6 hulzen zijn middels een rechtshulpverzoek aan Duitsland overgedragen aan het Nederlandse onderzoeksteam dat is belast met het onderzoek TGO Egypte.
Sporendragers
Goednummer : PL0600-2017052445-1606432
SIN : AAKJ3377NL
Object : Munitie (huls)
Aantal/eenheid : 3 stuks
Merk/type : Luger 9 mm
Bijzonderheden : Op 24-5-2017 door politie Duitsland veiliggesteld te Gronau
Goednummer : PL0600-2017052445-1606437
SIN : AAKJ3376NL
Object : Munitie (huls)
Aantal/eenheid : 6 stuks
Munitienummer : AFVORMINGEN
Bijzonderheden : Afvormingen van hulzen onderzoek eper te Duitsland ( Gronau )
11.
Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal aanvraag benoeming deskundige “EPER” WEM002, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven, op pagina 8899 en 8900 van FO PV Hongarije / Eper:
Goednummer : PL06002017052-445-1516637
SIN : AAKJ4250NL
Bijzonderheden : Duits spoornummer 9/Geschosscteil aus dem linken Oberschenkel
12.
Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven, als relaas van de verbalisant , op pagina 815 van ZD03:
Hierbij was de vraagstelling of de drie huizen (AAKJ3377NL) en de kogel (AAKJ425ONL), afkomstig van het plaats delict in Gronau bij de beschieting van [benadeelde partij 1] op 24-05-2017 en opgenomen in de Landelijke Verzameling Kogels en HuIzen (LVKH) onder nummer 8922, afkomstig zijn uit het aangeboden vuurwapen afkomstig uit de VW Scirocco gekentekend [kenteken] .
13.
Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] over het aantreffen vuurwapen, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven, als relaas van de verbalisanten, op pagina 1556 en 1558 van ZD03:
Op woensdag 4 juli 2018 omstreeks 11:30 uur zagen wij aan de [adres] ter hoogte van [adres] een witte Volkswagen Scrirocco, kenteken [kenteken] geparkeerd staan. Dit voertuig werd door ons nader onderzocht.
Op woensdag 11 juli 2018 is door ons, verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] , in samenwerking met de forensisch medewerker [forensisch medewerker] een nader onderzoek verricht aan het voertuig Volkswagen Scrirocco, kenteken [kenteken] . Door mij, verbalisant [verbalisant] , werd onder de bijrijdersstoel een grijs tasje aangetroffen. Hierop is voorzichtig het tasje geopend en zag verbalisant [verbalisant] een vuurwapen. Door [forensisch expert] , Forensisch expert vuurwapens, is het vuurwapen op de juiste wijze veiliggesteld en verzegeld. Het vuurwapen betreft een CRVENA Zastava, model .70 met houder. Het vuurwapen was niet doorgeladen en in de houder zaten 7 patronen, 9mm, volmantel.
14.
Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van sporenonderzoek, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven, als relaas van verbalisant [verbalisant] , op pagina 1578 en 1579 van ZD03:
Ik zag collega R. [verbalisant] een grijs tasje onder de bijrijdersstoel vandaan pakte. Ik hoorde hem tegen mij zeggen: “voor mijn gevoel zit daar een vuurwapen in”. Ik ritste het tasje open en zag de kolf van een vuurwapen. Hierop heb ik collega [forensisch expert] gevraagd ter plaatse te komen om het vuurwapen veilig te stellen. Ik zag dat in het vuurwapen de patroonhouder aanwezig was, inclusief zeven patronen. Ik zag dat collega [forensisch expert] het vuurwapen, de patroonhouder inclusief zeven patronen veiligstelde (SIN AAKQ0607NL).
Goednummer : PL0600-201829584901764339
SIN : AAKQ0607NL
Object : Vuurwapen (pistool)
Aantal/eenheid : 1 stuks
Merk/type : Crvena Zastava Model 70 9 mm
Inhoud : Patroonhouder inclusief 7 patronen in vuurwapen aanwezig
15.
Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van onderzoek wapen,
voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven, als relaas van verbalisant [verbalisant] , op pagina 1601 van ZD03:
Goednummer : PLO600-20 18295849-1 764330
Object :Vuurwapen (Pistool)
Merk/type : Crvena Zastava Model 70 9 mm
Spoor identificatienr. : AAKQO6O7NL
Inhoud : Patroonhouder. inclusief 7 patronen, was in vuurwapen aanwezig het inbeslaggenomen voorwerp is een pistool geschikt om projectielen door een loop af te schieten, De werking van het voorwerp berust op het teweegbrengen van een scheikundige ontploffing of een andere scheikundige reactie.
Derhalve is het pistool een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2, lid 1 categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie. Het vuurwapen valt niet onder categorie II, sub 2, 3 of 6 van de WWM.
16.
Het deskundigenrapport van het Nederlands Forensisch Instituut, zaaksnummer 2018.07.30.098, opgemaakt door W. Kerkhoff, gesloten en getekend op 18 september 2018, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven, op pagina 1615 tot en met 1618 van ZD03:
Vooronderzoek
Vuurwapen [AAKQ0607NL] en patroonmagazijn [AAKE8805NL]
Dit vuurwapen heeft de opschriften en de uiterlijke kenmerken van een semi-automatisch werkend pistool van het merk Crvena Zastava, model 70, kaliber 9mm Parabellum. Tijdens de visuele inspectie werd geen serienummer op het pistool aangetroffen. Het patroonmagazijn [AAKE8805NL] past in het pistool. Bij het
patroonmagazijn zijn zeven patronen verpakt. Deze zeven patronen zijn voorzien
van het bodemstempel 'LY 9x19 94'. Gezien dit bodemstempel en de afmetingen zijn de patronen van het kalíber 9mm Parabellum. De aanduiding '9x19' is hiervan een synoniem. De letters 'LY' duiden op het munitiemerk Norinco en het cijfer '94' op het productiejaar 1994.
Conclusie
Het vuurwapen [AAKQ0607NL] heeft de opschriften en de uiterlijke kenmerken van een semi-automatisch werkend pistool van het merk Crvena Zastava, model 70, kaliber 9mm Parabellum.
Er zijn aanwijzingen gevonden dat de verschoten munitiedelen opgenomen in de LVKH onder nummer 8922, aangeboden onder referentienummer PL-0600-2017052445 (TGO Egypte) afkomstig zijn uit het vuurwapen [AAK@Q0607NL]. De sterkte van deze aanwijzingen wordt hieronder verder toegelicht.
Hulzen
Voor van de drie hulzen [AAKJ3377NL], opgenomen in de LVKH onder nummer
8922, en vuurwapen [AAKQ0607NL] zijn de volgende hypothesen beschouwd:
Hypothese 1 : De huls is verschoten met het vuurwapen.
Hypothese 2 : De huls is verschoten met een ander vuurwapen van hetzelfde kaliber en met dezelfde systeemkenmerken als het vuurwapen.
De bevindingen van het vergelijkend hulsonderzoek zijn tenminste
zeer veel waarschijnlijkerwanneer
hypothese 1waar is, dan wanneer hypothese 2 waar is.
Kogels
Voor de kogel [AAKJ4250NL], opgenomen in de LVKH onder nummer 8922, en vuurwapen [AAKQ0607NL] zijn de volgende hypothesen beschouwd:
Hypothese 3 : De kogel is afgevuurd uit de loop van het vuurwapen
Hypothese 4 : De kogel is afgevuurd uit een andere loop van hetzelfde kaliber en met dezelfde systeemkenmerken als de loop van het vuurwapen.
De bevindingen van het vergelijkend kogelonderzoek zijn
iets waarschijnlijkerwanneer
hypothese 3waar is, dan wanneer hypothese 4 waar is.
17.
Het deskundigenrapport van het Nederlands Forensisch Instituut, opgemaakt door dr. P.A. Maaskant – van Wijk, gesloten en getekend op 22 september 2018, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven, op pagina 1620 en 1621van ZD03:
Vuurwapen AAKO0607NL (het hof begrijpt: het vuurwapen met SIN nummer AAKQ0607NL)
De ruwe delen, de trekker en de trekkerbeugel zijn bemonsterd en veiliggesteld als #01 voor een DNA-onderzoek. De binnenzijde van de loop is bemonsterd en veiliggesteld als #02 voor een DNA-onderzoek.
Resultaten, interpretatie en conclusie
Het DNA-profiel van verdachte [verdachte] RABG3268NL (geboren op [geboortedag] 1994) is betrokken bij het vergelijkend DNA-onderzoek.
Bemonstering AAKO0607NL#01
Van het DNA in de bemonstering is een DNA-mengprofiel verkregen van minimaal vijf personen. Uit dit DNA-mengprofiel is een DNA-hoofdprofiel afgeleid van een man die een relatief grote hoeveelheid DNA aan de bemonstering heeft bijgedragen. Op basis van het vergelijkend DNA-materiaal met het DNA-profiel van verdachte [verdachte] is geconcludeerd dat verdachte [verdachte] de donor kan zijn van deze relatief grote hoeveelheid DNA. De kans dat het DNA-profiel van een willekeurig gekozen persoon matcht met het afgeleide DNA-hoofdprofiel is kleiner dan 1 op 1 miljard.
18.
Het proces-verbaal ter terechtzitting d.d. 29 oktober 2019 van de meervoudige kamer in de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte:
De BMW met het kenteken [kenteken] heb ik enige tijd zelf gebruik van gemaakt. Ik heb in deze BMW gereden. Ik wist dat dit een gestolen auto was. Het kan kloppen dat ik met de BMW waarvan een foto op de tablet van [persoon 9]
stond bij [ex-vriendin verdachte] ben geweest. [ex-vriendin verdachte] was mijn vriendin. Ik
heb vaker foto’s van auto’s gemaakt. Ik kan mij niet herinneren of ik de foto’s van de BMW met kenteken [kenteken] , die zijn aangetroffen op mijn Samsung Galaxy mini telefoon zelf heb gemaakt. Ik deed vaker in opdracht en tegen betaling klussen voor een opdrachtgever. Ik kreeg de opdrachten op mijn Samsung telefoon. Op mijn telefoon was een Ironchat-programma geïnstalleerd. Ik heb wel eens betaald gekregen door [ getuige 1] voor klussen.
19.
Het proces-verbaal van verhoor van bedreigde getuige NN01 d.d. 19 maart 2019,, opgemaakt door de rechter-commissaris strafzaken in de rechtbank Overijssel, voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven – als verklaring van die bedreigde getuige:
[verdachte] heeft in [plaats] / Gronau meerdere keren geschoten op een Turkse man en heeft de Turkse man in ieder geval in het bovenlichaam en been geraakt. [verdachte] was samen met een onbekende man.
20.
Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen [verdachte] bij Hotel [naam] [plaats] , voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven, op pagina 69 e.v. van het aanvullend dossier hoger beroep:

2.Informatie over betaling op 26-05-2017 op USB-stick

In het kader van het onderzoek ‘Metaal’ werd op 6-11-2018 tijdens een doorzoeking in de woning van [persoon 7] een USB-stick voor nader onderzoek inbeslaggenomen. [persoon 7] was een werknemer van SDS, het bedrijf van [verdachte 2 onderzoek Nauru] .

3.Informatie over ‘Wolf naar [naam] brengen’ op USB-stick

Op genoemde USB-stick werd tevens onderstaand bestand aangetroffen onder de naam ‘ [naam] ’. Ter hoogte van 26-5-2017 op regel 18 onder kolom 'J' staat vermeld: 'wolf weg brengen naar hotel in de nacht €150'. Uit paragraaf 4 blijkt dat [verdachte] , die ook 'kleine Wolf wordt genoemd op 23-5-2017 om 03:52 uur heeft ingecheckt bij Hotel [naam] in [plaats] (O). De aanslag op [benadeelde partij 1] in Gronau vond plaats op 24-5-2017 omstreeks 00:10 uur.
Pagina 71:
Wolf wegbrengen naar hotel in de nacht €150 150
21.
Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor, voor zover inhoudende, op pagina 98 van AD, als verklaring van [initialen] [ getuige 1] op 13 juni 2018:
Opmerking verbalisant: Ik toon jou nu twee foto's. Wat kun jij daar van zeggen?
A: Dat is kleine Wolf, dat weet ik zeker.
Opmerking verbalisant: lk toonde de getuige foto's van [verdachte] van [verdachte] (het hof begrijpt: [verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1994).
22 .
Het in de wettelijke vorm opgemaakte relaas proces-verbaal, voor zover inhoudende, op pagina 1053 van ZD03, als relaas van verbalisant [verbalisant] :
Uit detentiegegevens van het openbaar Ministerie blijkt dat [broer verdachte] gedetineerd heeft gezeten van 27-02-2017 tot en met 09-06-2017.