ECLI:NL:GHARL:2023:5652

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
4 juli 2023
Publicatiedatum
4 juli 2023
Zaaknummer
200.309.723/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid architect voor tekortkomingen in zorgplicht en waarschuwingsplicht bij woningbouw

In deze zaak heeft een architect, Sax Architecten, werkzaamheden verricht voor de nieuwbouw van een woning in opdracht van de appellante. De appellante heeft in hoger beroep gesteld dat de architect tekort is geschoten in zijn zorgplicht en waarschuwingsplicht. Het hof heeft geoordeeld dat niet is komen vast te staan dat de architect tekort is geschoten in zijn advisering en begeleiding, noch dat er ontwerpfouten zijn gemaakt. Wel is het hof van oordeel dat de architect tekort is geschoten in zijn waarschuwingsplicht met betrekking tot het eigen honorarium. De appellante had een overeenkomst van opdracht met de architect, waarbij zij vorderingen had ingesteld voor ontbinding van de overeenkomst en terugbetaling van een bedrag van € 55.883,-. De rechtbank had deze vorderingen afgewezen, maar het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de vorderingen van de appellante gedeeltelijk toegewezen. Het hof heeft bepaald dat de architect € 19.000,02 aan de appellante moet betalen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 4 oktober 2019. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden, afdeling civiel
zaaknummer gerechtshof 200.309.723/01
(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland 131199)
arrest van 4 juli 2023
in de zaak van
[appellante],
die woont in [woonplaats1] ,
die hoger beroep heeft ingesteld,
en bij de rechtbank op trad als eiseres,
hierna:
[appellante],
vertegenwoordigd door mr. H.G. Ruis,
tegen
More Architectonic Freedom (M.A.F.) B.V., m.h.o.d.n. Sax Architecten,
die is gevestigd in Groningen,
en die bij de rechtbank optrad als gedaagde,
hierna:
Sax,
vertegenwoordigd door mr. A.A.L. Oving.

1.Het verloop van de procedure in hoger beroep

Na het arrest van 22 november 2022 heeft op 12 mei 2023 een mondelinge behandeling bij het hof plaatsgevonden. Van de zitting is een verslag (proces-verbaal) opgemaakt dat aan het dossier is toegevoegd. Hierna hebben partijen het hof gevraagd opnieuw arrest te wijzen.

2.De kern van de zaak

2.1
Sax heeft in opdracht van [appellante] werkzaamheden verricht voor de nieuwbouw van een woning. Volgens [appellante] is Sax tekortgeschoten in de zorgplicht die zij als architect jegens [appellante] in acht behoorde te nemen.
2.2
[appellante] heeft bij de rechtbank een verklaring voor recht gevorderd dat de overeenkomst van opdracht d.d. 7 maart 2017 (partieel) is ontbonden dan wel dat deze alsnog wordt ontbonden. Daarnaast heeft zij terugbetaling gevorderd van wat zij ter uitvoering van deze overeenkomst aan Sax heeft voldaan (€ 55.883,-), een schadevergoeding op te maken bij staat en betaling van een voorschot (van € 17.500,-) op deze schadevergoeding, een en ander vermeerderd met rente en kosten.
2.3
De rechtbank heeft de vorderingen van [appellante] afgewezen.
2.4
Het hof oordeelt dat niet is komen vast te staan dat Sax is tekortgeschoten in de advisering en begeleiding die zij [appellante] tijdens de uitvoering heeft geboden en dat evenmin is gebleken van ontwerpfouten. Wel is Sax tekortgeschoten in haar waarschuwingsplicht met betrekking tot het eigen honorarium. Het hof zal daarom het vonnis van de rechtbank vernietigen en de vorderingen van [appellante] alsnog gedeeltelijk toewijzen. Het hof zal deze beslissingen hierna uitleggen door eerst de relevante feiten te vermelden en daarna de standpunten van partijen te bespreken.

3.De vaststaande feiten

3.1
De rechtbank heeft in r.o. 2.1 tot en met 2.11 van het vonnis van 15 december 2021 de feiten opgesomd. Volgens [appellante] is die feitenweergave onjuist en onvolledig (grief I tot en met V). Het hof zal de feiten opnieuw vaststellen, waarbij het hof zich beperkt tot de feiten die voor de beoordeling in hoger beroep van belang zijn. Voor zover [appellante] in de toelichting op deze grieven de beslissingen van de rechtbank en de daaraan ten grondslag gelegde motiveringen bestrijdt, worden die onderdelen hierna en voor zover relevant onder 4. besproken.
3.2.
[appellante] had de wens tot het bouwen van een onder architectuur ontworpen nieuwe woning aan de [adres] in [woonplaats1] . Sax is een architectenbureau. Sax heeft met betrekking tot door haar uit te voeren werkzaamheden in verband met deze bouw op 27 juli 2016 en
7 maart 2017 offertes toegestuurd aan [appellante] , die door haar zijn geaccepteerd. De verantwoordelijk architect was de heer [naam1] .
3.3
De offerte van 27 juli 2016 had betrekking op een schetsontwerp, een definitief ontwerp (exclusief constructieve tekeningen en berekeningen) en de aanvraag van een omgevingsvergunning. Daarvoor werd een honorarium van € 15.125,- inclusief btw voorgesteld. Onder het kopje Aanvullende werkzaamheden is in deze offerte opgenomen: “
(…) In aanvulling (…) kunnen wij u ondersteunen en adviseren op aspecten als prijsvorming door uitvoerende partijen, keuzes omtrent inrichting, vormgeving en detaillering van het interieur en bewaking van het proces en de kwaliteit gedurende de uitvoering.” Dergelijke werkzaamheden worden volgens deze offerte gefactureerd op basis van bestede tijd en vaste uurtarieven.
3.4
De offerte van 7 maart 2017 vermeldt onder meer:

(…) werkzaamheden die zich nu aandienen (…):
1. Het verwerken van aanpassingen in de opzet en finesses van het definitieve plan, zoals recent bijvoorbeeld de wisseling van kavel en voortschrijdende inzichten omtrent de optimale indeling van het huis;
2. het overleg met aannemer en installateur om in onderlinge afstemming afspraken te maken over prijs en condities voor de bouw;
3. het uitwerken van uitvoeringsdetails en vormgeving van beeldbepalende onderdelen van het huis en het vervaardigen van uitvoeringstekeningen voor aannemer en installateur.
4. Esthetische advisering, waaronder het inpassen en afstemmen van inbreng van derden, zoals voor keuken en badkamers of het uitwerken van specifieke, op maat te vervaardigen onderdelen zoals bijvoorbeeld trappen of een “inscriptie” bij de entree.
5. Verder kun je desgewenst ook een beroep op ons doen als er tijdens de uitvoering behoefte is aan afstemming, advisering en overleg.
Ten aanzien van de honorering van de onder 1., 2. en 3. genoemde werkzaamheden hebben partijen een totaalbedrag van € 9.680,- inclusief btw afgesproken. Voor de onderdelen 4. en 5. is, net als bij de aanvullende werkzaamheden van de offerte van 27 juli 2016, sprake van een vergoeding op basis van bestede tijd en uurtarieven. Punt 5 wordt daarbij omschreven als “
Advisering en begeleiding gedurende de uitvoering”.
3.5
Op 22 maart 2017 heeft Sax namens [appellante] een omgevingsvergunning aangevraagd, die op 21 juni 2017 door de gemeente Assen is verstrekt.
3.6
Op 7 november 2017 heeft [appellante] met aannemersbedrijf Gebr. [naam2] B.V. een overeenkomst van aanneming van werk gesloten ten behoeve van de bouw van haar woning. De schriftelijke aannemingsovereenkomst vermeldt als aanvangstijdstip van het werk
25 september 2017 en vermeldt over de oplevering: “
in overleg afhankelijk van beschikbaarheid van materialen (planning wordt gemaakt met daarin opleverdatum”.
Aannemer [naam2] is voorafgaand aan de ondertekening van de aannemingsovereenkomst alvast begonnen met het aanbrengen van een paalfundering.
3.7
De eerste bouwvergadering vond plaats op 9 januari 2018. In die vergadering is besproken dat het streven was dat de aannemer voor de bouwvakantie zijn werkzaamheden zou afronden, waarna andere bedrijven aan het werk konden en [appellante] in oktober zou kunnen verhuizen.
3.8
Partijen hebben gecorrespondeerd over de financiering van de woning en het beschikbare bouwbudget van [appellante] . Uit die correspondentie blijkt onder meer het volgende.
[appellante] heeft een financieel overzicht ‘stand van zaken op 20 oktober 2017’ gemaakt. Daarin schrijft zij dat zij inmiddels een bedrag van € 334.687,59 heeft betaald en dat zij nog minimaal € 804.047,50 nodig heeft. Sax heeft van dit overzicht een, zoals zij het zelf noemt, ‘vertaling in de vorm van een investeringsoverzicht’ gemaakt om [appellante] ‘duidelijk inzicht te geven in het totaal van de te verwachten bestedingen en verplichtingen die zij zou aangaan bij het geven van de definitieve opdracht’. Sax becijferde op 19 oktober 2017 een totale investering van € 1.156.316,- en een nog te betalen bedrag van € 822.412,-. Er is dan volgens Sax een afwijking ten opzichte van het budget van € 85.767,-. Een week later stelde Sax die afwijking bij naar een bedrag van € 87.182,-. Alle bedragen zijn inclusief btw.
In het kader van de financiering van de bouw van de woning schreef [appellante] op 1 september 2017 aan Sax:

Beschikbare eigen middelen (…) 500.000,-- euro
Dan moet er een hypotheek van 400.000,-- euro door de bank beschikbaar worden gesteld en dat is geen probleem. (…)
Ik wil graag dat er zoveel mogelijk van het huidige ontwerp in stand wordt gehouden, want ik ben aan het huis gehecht geraakt. Voor alles wat tijdens de bouw niet gerealiseerd kan worden, ga ik sparen. Dat kan, omdat ik door de beperking van de bank, minder rente hoef te betalen. Ik laat dan regelmatig zaken uitvoeren, als ik weer voldoende middelen heb. Niet ideaal natuurlijk, maar kan het niet rechtsom, dan doen we het linksom. (…)
Op 17 januari 2018 schreef Sax aan [appellante] onder meer:
“(…)
Ik zie aan je financiële overzicht niet direct of je kostendekkend denkt uit te komen. Oftewel: hoe houden we de vinger aan de pols? Ik kan de bedragen opnieuw invoeren in mijn overzicht, maar bij voorbaat weet ik al dat de conclusie dan zal zijn dat je ten opzichte van dat overzicht teveel kosten maakt. Is dat momenteel ook jouw beeld? Het lijkt namelijk alsof je jezelf overschrijvingen toestaat met een ontspanningsroute in het achterhoofd… Ook als die er is, is het maar beter om die concreet te maken. Je wilt tenslotte niet verderop in het traject alsnog in de knel komen omdat je reserves inmiddels toch zijn besteed…
[appellante] heeft daar op 19 januari 2018 als volgt op gereageerd, voor zover relevant:

(…) Het gereserveerde bedrag voor de tuinaanleg kan dan pas voorjaar 2019 worden besteed. Zoals het er nu naar uitziet is de te verkopen woning behoorlijk meer waard dan 175.000 euro, zoals in het financiële plaatje is meegenomen. In jan 2019 krijg ik weer een behoorlijk bedrag uitgekeerd via ‘Mijn Gouden Handdruk’ en vanaf februari 2018 tot de verhuizing kan ik nog sparen.
Van de meerwaarde van de te verkopen woning en de ‘Gouden Handdruk 2019’ ga ik de tuinaanleg en een deel van de inrichting betalen. Het tot november te sparen bedrag, het voor de tuinaanleg gereserveerde bedrag en de reserves kunnen, wat mij betreft, worden gebruikt voor zaken die niet later kunnen worden uitgevoerd.
Ik hoop dat bovenstaande jullie voldoende inzicht verschaft in hoe ik tegen het financiële plaatje aankijk. Ik hoor graag jullie reactie, als ik zaken verkeerd inschat. (…)
[appellante] heeft vervolgens op 22 januari 2018 aan Sax geschreven:

Naar aanleiding van je laatste overzicht heb ik mijn doorrekening nog een keer aangepast en bijgewerkt. Dat brengt me tot de volgende conclusies:
- De aannames voor de beschikbare bedragen vind je bovenaan:
* Opbrengst van je huidige huis € 199.000
* Financiering Aegon € 537.465
* Inschatting van je eigen middelen conform je opgave van enige tijd geleden
€ 341.000.
* Totaal ging je dan uit van een besteedbaar bedrag van zo’n € 1.077.000.
* Het eindbedrag valt echter fors hoger uit: de te verwachten bestedingen liggen op dit moment nog steeds ruim € 62.000 boven je oorspronkelijke uitgangspunten.
* Je overbruggingslening is lager dan de te verwachten opbrengst van je huis, dus tot het moment dat je je huis daadwerkelijk overgedragen hebt, is je bestedingsruimte feitelijk nog € 24.000 lager dan die € 1.077.000.
- Veel bedragen liggen al vast, dus het is vrij zeker dat je uiteindelijke bestedingen inderdaad in deze richting gaan. Het lijkt me dan ook heel verstandig om plannen te maken voor de dekking van de extra kosten.
Je geeft al aan dat je een hogere opbrengst van de verkoop van je huis verwacht, maar die dekking heb je pas over enige tijd. Verder geef je aan dat er ook nog wel wat extra middelen zijn die je nog kunt aanspreken, maar het is denk ik ook wijs om niet al je reserves bij voorbaat in te zetten; er is ook nog een leven na de verhuizing…Kortom, ik denk dat je behalve een gematigd bestedingsbeleid ook baat hebt bij een zorgvuldige planning van je beschikbare middelen. Ik hoop dat dit soort overzichten je daarbij behulpzaam zijn.
- (…)
- Voor de zekerheid heb ik ook rekening gehouden met een post van € 10.000 voor extra opdrachten. Hoewel er nu nog geen sprake is van echt in opdracht gegeven meerwerk (behalve misschien voor onze kosten), is het vrij aannemelijk dat er nog wel wat extra uitgaven zullen opdoemen.
In een e-mailbericht van 30 november 2018 schreef Sax aan [appellante] naar aanleiding van een offerte voor een keukenblad onder meer:

Jij moet uiteraard de afweging maken of dit in je financiële beeld past.
Op 11 juni 2019 schreef Sax aan [appellante] :
“Ik heb je cijfers compleet gemaakt en het beeld kleurt helaas nog roder dan uit jouw eigen doortelling naar voren kwam. Ik heb al je gegevens achter elkaar gezet en aangevuld met wat je nog niet had meegenomen (…). Als ik je eigen middelen goed heb geïnterpreteerd en rekening houdend met een batig saldo van € 50.000 uit de verkoop van je huidige huis, betekent het dat je huis dan circa € 142.000 duurder wordt dan je totale budget nu toelaat. (…)”
3.9
Begin mei 2018 begon de aannemer met het metselwerk. Vanaf eind mei 2018 gaf [appellante] bij Sax aan dat zij twijfels had bij de kwaliteit van daarvan. Het metselwerk is uiteindelijk afgebroken en de aannemer is medio september 2018 begonnen met nieuw metselwerk.
3.1
Sax heeft voor de voorbereidingsfase in totaal € 21.175,- aan [appellante] gefactureerd in de periode van 21 november 2016 tot en met 29 juni 2017. Voor de uitvoeringsfase factureerde zij in de periode van 2 augustus 2017 tot en met 14 juni 2019 een bedrag van in totaal € 73.767,65. [appellante] heeft de facturen voor de voorbereidingsfase voldaan en op de facturen voor de uitvoeringsfase een bedrag van in totaal € 55.883,85 betaald.
3.11
Tussen [appellante] en aannemer [naam2] is op enig moment discussie ontstaan over de opeisbaarheid van enkele facturen van [naam2] . [naam2] heeft daarop begin juni 2019 de bouwwerkzaamheden stilgelegd en zich in een brief van 14 juni 2019 op haar retentierecht beroepen. Op 19 mei 2020 heeft [naam2] bij de rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen, betaling van haar werkzaamheden gevorderd. Deze procedure is geëindigd in een minnelijke regeling, die op 7 juni 2022 is vastgelegd.
3.12
In een brief van 4 oktober 2019 heeft [appellante] de overeenkomst van 7 maart 2017 met Sax gedeeltelijk (wat betreft de advisering en begeleiding gedurende de uitvoering van de bouwwerkzaamheden) ontbonden en Sax aansprakelijk gesteld voor haar schade.
3.13
Op verzoek van de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar van Sax heeft [naam3] , als deskundige verbonden aan EMN, op 14 februari 2020 gerapporteerd over vermeende tekortkomingen in de advisering en begeleiding gedurende de uitvoering en vermeende ontwerpfouten.
3.14
De woning is op 9 juni 2022 opgeleverd aan [appellante] . In december 2022 heeft [appellante] de woning verkocht aan een derde.

4.Het oordeel van het hof

4.1
In geschil is of Sax bij haar werkzaamheden in opdracht van [appellante] de zorgvuldigheid in acht heeft genomen die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend architect mag worden verwacht.
4.2
Op grond van de hoofdregel van artikel 150 Rv rusten de stelplicht en, bij voldoende gemotiveerde betwisting, de bewijslast met betrekking tot (i) de inhoud van de opdrachten aan Sax en (ii) het bij het uitvoeren van die opdrachten niet voldoen aan de in de vorige alinea beschreven zorgvuldigheidsnorm op [appellante] , die zich beroept op de gevolgen van dat niet voldoen. Anders dan [appellante] aanvoert, draagt Sax dus niet de bewijslast met betrekking tot die feiten en omstandigheden die zij aanvoert ter betwisting van feiten en omstandigheden die [appellante] in dat kader heeft gesteld.
4.3
Het hof zal hierna per door [appellante] gemaakt verwijt beoordelen of Sax de hiervoor beschreven zorgvuldigheidsnorm heeft geschonden. Het hof zal daarbij de grieven van [appellante] per verwijt gezamenlijk behandelen.
Uitgangspunt: geen bewaking budget, tijd en kwaliteit tijdens bouwproces
4.4
Bij die beoordeling gaat het hof er, net als de rechtbank en met toepassing van de Haviltex-maatstaf, vanuit dat bouwbegeleiding en toezicht op budgettering van het bouwbudget in het algemeen geen deel uitmaakte van de overeenkomst van partijen. Advisering en begeleiding tijdens de uitvoering vond op afroep van [appellante] plaats en werd op basis van bestede tijd en vaste uurtarieven gefactureerd. [appellante] heeft in hoger beroep geen argumenten naar voren gebracht om anders te oordelen.
4.5
Anders dan [appellante] meent, ligt de door haar gestelde structurele bouwbegeleiding en bewaking van het beschikbare bouwbudget niet zonder meer besloten in de onder de noemer van aanvullende werkzaamheden in de offertes beschreven “
bewaking van het proces en de kwaliteit gedurende de uitvoering” en “
Advisering en begeleiding gedurende de uitvoering”.
4.6
[appellante] wijst op correspondentie tussen partijen over het budget (waaronder de budgetteringsoverzichten die Sax vanaf juli 2017 aan [appellante] heeft gezonden) en de aard en omvang van de geboden begeleiding (waaronder het bijwonen van bouwvergaderingen, de verslaglegging daarvan en de rondgang over de bouwplaats na afloop van iedere bouwvergadering). Hierin vindt het hof echter geen steun voor de opvatting dat structurele bouwbegeleiding en budgettoezicht deel uitmaakten van de overgekomen werkzaamheden of alsnog deel daarvan zijn gaan uitmaken. Integendeel, bezien in zijn gehele context strookt die correspondentie met het standpunt van Sax dat advisering en begeleiding tijdens de uitvoering op afroep plaatsvond en op basis van bestede tijd en vaste uurtarieven werd gefactureerd. Sax greep in op signaleringen van [appellante] en reageerde op haar verzoeken.
4.7
Dat de heer [naam4] zich aan de zijde van [appellante] niet professioneel met de bouw heeft bemoeid en [appellante] de heer [naam5] vanaf eind april 2018 heeft ingeroepen wegens ontevredenheid over Sax, zoals [appellante] aanvoert, kan ook niet tot de conclusie leiden dat tussen partijen structurele bouwbegeleiding is overeengekomen.
4.8
[appellante] heeft geen stukken in het geding gebracht waaruit de door haar gestelde structurele bouwbegeleiding en budgettering wel zou blijken of waaruit steun volgt voor de bij haar gewekte verwachtingen op deze punten. Daarnaast heeft Sax ter zitting in hoger beroep overtuigend toegelicht dat zij anders te werk gaat indien structurele bouwbegeleiding en bewaking van het budget is overeengekomen als onderdeel van de opdracht. In dat geval worden gedetailleerde afspraken gemaakt over de aard en omvang van het toezicht. Ook wordt dan veelal een vaste vergoeding afgesproken. [appellante] heeft onvoldoende aangevoerd om die toelichting voor onjuist te houden.
Geen ontwerpfouten
4.9
Het hof onderschrijft ook wat de rechtbank heeft overwogen over de door [appellante] gestelde ontwerpfouten. In het licht van de gemotiveerde betwisting van Sax en de bevindingen van EMN, heeft [appellante] ook in hoger beroep onvoldoende onderbouwd dat sprake is van ontwerpfouten.
4.1
Het hof begrijpt dat [appellante] meent dat aan het rapport van EMN voorbij moet worden gegaan om de reden dat dit een partijrapport is, geen wederhoor is gepleegd en anders dan in het rapport is vermeld geen opname van de woning is verricht. Het hof volgt [appellante] daarin niet. Het enkele feit dat EMN door (de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar van) Sax is ingeschakeld, is niet voldoende om aan te nemen dat het rapport niet objectief is. [appellante] heeft ook geen concrete punten genoemd waaruit zou moeten blijken dat EMN niet ter zake deskundig of objectief is. Dat EMN de woning niet van binnen heeft bezocht en [appellante] niet heeft gehoord, doet evenmin afbreuk aan de bruikbaarheid van het rapport ter onderbouwing van de betwisting van [appellante] verwijt aan Sax. Voor de vraag of ontwerpfouten zijn gemaakt is het opdrachtdossier, waaronder met name de ontwerpen en tekeningen, van belang en uit het rapport blijkt dat EMN die stukken heeft bestudeerd en beoordeeld.
4.11
Ter weerspreking van het rapport heeft [appellante] volstaan met een herhaling van haar eigen stellingen en heeft zij geen tegenrapport van een deskundige in het geding gebracht. De rapportages van [naam6] van 3 mei 2021, 9 juni 2022 en 30 juni 2022 hebben betrekking op door hem geconstateerde gebreken aan de woning en de vraag of die gebreken naar de mening van [naam6] het gevolg zijn van onvoldoende toezicht door [naam6] . Op ontwerpfouten van Sax ziet de beoordeling van [naam6] niet, terwijl uit diens rapportages ook niet blijkt dat de door [naam6] omschreven gebreken voortvloeien uit of anderszins verband houden met ontwerpfouten van Sax.
4.12
Gelet op het voorgaande is niet komen vast te staan dat Sax ontwerpfouten heeft gemaakt.
Geen tekortkoming bij de advisering en begeleiding tijdens de uitvoering
4.13
[appellante] klaagt in hoger beroep dat de rechtbank geen tekortkoming heeft aangenomen in de door Sax geboden advisering en begeleiding tijdens de uitvoeringfase. Volgens [appellante] heeft Sax onvoldoende toegezien op de voortgang van het bouwproces en is de vertraagde oplevering aan Sax te wijten. Ook heeft Sax de kwaliteit van het werk onvoldoende bewaakt en heeft Sax de belangen van aannemer [naam2] ten koste van [appellante] belangen gediend.
4.14
Hiervoor heeft het hof vastgesteld dat structurele bewaking van budget, tijd en kwaliteit tijdens het bouwproces geen onderdeel was van de overeenkomst van partijen. Dat Sax in de wel aan haar opgedragen werkzaamheden onzorgvuldig is geweest, acht het hof net als de rechtbank onvoldoende onderbouwd. Ook in hoger beroep is het hof niet gebleken dat een fatale oplevertermijn in de zin van artikel 6:83 sub a BW was afgesproken, laat staan dat Sax uit hoofde van door [appellante] opgedragen werkzaamheden gehouden was om die termijn te bewaken. Verder heeft Sax de aannemer op aangeven van [appellante] aangesproken op het metselwerk en lag het niet op haar weg om er op toe te zien dat de aannemer voldoende DPC-folie bestelde of anderszins zijn werk naar behoren uitvoerde. Dat dit wel van Sax verlangd kon worden en/of dat Sax in het licht van de afspraken tussen partijen tot meer of anders handelen gehouden was, heeft [appellante] niet voldoende onderbouwd.
4.15
Voor zover [appellante] verwijst naar de rapportages van [naam6] , met name die van 30 juni 2022, oordeelt het hof dat ook die rapportages geen steun bieden voor het verwijt dat Sax onvoldoende toezicht heeft gehouden op de kwaliteit. [naam6] heeft beoordeeld of de door hem geconstateerde gebreken het gevolg zijn van onvoldoende toezicht door Sax. Niet blijkt of hij bij deze beoordeling heeft betrokken dat bouwbegeleiding, en meer in het bijzonder structureel toezicht op de kwaliteit van het werk, geen onderdeel was van de overeenkomst van partijen. Bovendien betreft dit in de kern een juridische (causaliteits)vraag waarvan de beantwoording niet tot zijn domein als bouwadviseur behoort.
4.16
[appellante] stelt nog dat Sax met de aannemer heeft samengespannen en dat Sax in ieder geval valt te verwijten dat zij de belangen van de aannemer ten koste van die van [appellante] heeft gediend. Ook deze stellingen missen voldoende onderbouwing om te concluderen dat Sax bewust de belangen van [appellante] heeft veronachtzaamd. Wat de facturering betreft heeft Sax op verzoek van [appellante] meegekeken of de aannemer geen facturen zond voor werk dat nog niet was verricht. Geen onderdeel van de overeenkomst van partijen was dat Sax facturen en het werk van de aannemer namens [appellante] controleerde en goedkeurde. [appellante] gaat er verder vanuit dat Sax pogingen had moeten ondernemen om de aannemer tot rede te brengen en hem te doen afzien van het stilleggen van de bouw. [appellante] miskent daarmee dat dergelijk proactief handelen niet van Sax kon worden gevergd. [appellante] heeft onvoldoende feiten en omstandigheden aangedragen op basis waarvan kan worden aangenomen dat zulk handelen van een redelijk bekwaam en redelijk handelend architect in de gegeven omstandigheden mocht worden verwacht.
Geen tekortkoming ten aanzien van waarschuwingsplicht bouwbudget
4.17
[appellante] stelt dat Sax de op haar rustende waarschuwingsplicht ter zake van de (dreigende) budgetoverschrijdingen heeft geschonden. Net als de rechtbank volgt het hof [appellante] daarin niet.
4.18
Hiervoor heeft het hof vastgesteld dat structureel toezicht of bewaking van het bouwbudget geen onderdeel was van de overeenkomst van partijen. Het lag daarmee op de weg van [appellante] zelf om te waken over haar budget. Uit de overgelegde correspondentie blijkt dat zij dit ook deed. Zij stelde financiële overzichten op en maakte keuzes over bestedingen en het opdragen van meerwerk, waarbij zij inzage had in de prijsconsequenties daarvan. Daarnaast heeft Sax onweersproken gesteld dat Deltax B.V., althans de heer [naam7] , optrad als financieel adviseur van [appellante] .
4.19
[appellante] had voor de aankoop van de bouwgrond, het ontwerp en de realisatie van de woning een budget beschikbaar dat bestond uit (eigen inschattingen van) de verkoopopbrengst van haar oude woning, een hypothecaire lening en eigen middelen. Het was haar voor het sluiten van de aannemingsovereenkomst bekend dat dit budget niet sluitend was. Onder meer uit het budgetteringsoverzicht van Sax van 19 oktober 2017 blijkt een tekort van € 70.882,- exclusief btw. Dat volgens [appellante] sprake was van een gefaseerde financiering van het begrote budget, doet aan dit tekort niet af.
4.2
In deze situatie rustte op Sax niet de verplichting [appellante] (extra) te waarschuwen voor het feit dat zij met het sluiten van de aannemingsovereenkomst een grote financiële verplichting zou aangaan, die deels ongedekt was, laat staan dat Sax gehouden zou zijn [appellante] daarvoor te behoeden of te weerhouden.
4.21
Anders dan [appellante] stelt, heeft Sax haar wel degelijk gewaarschuwd, zowel in de voorbereidende fase als gedurende het bouwproces, voor budgetoverschrijding. Die waarschuwingen volgen uit de diverse budgetteringsoverzichten van Sax, maar ook uit de e-mailwisseling van partijen in januari 2018, zoals weergegeven onder 3.8. Ook blijkt uit correspondentie dat Sax diverse malen bezuinigingen en oriëntatie op goedkopere leveranties en/of materialen heeft gesuggereerd.
4.22
[appellante] heeft onvoldoende onderbouwd dat in het licht van de overeenkomst van partijen Sax als redelijk bekwaam en redelijk handelend architect tot meer of anders waarschuwen gehouden was.
Tekortkoming ten aanzien van waarschuwingsplicht eigen honorarium
4.23
Anders oordeelt het hof over de waarschuwingsplicht van Sax ten aanzien van het eigen honorarium. In die waarschuwingsplicht is Sax wel tekortgeschoten. Voor dat oordeel acht het hof het volgende van belang.
4.24
In de door [appellante] geaccepteerde offerte van 7 maart 2017 is voor advisering en begeleiding gedurende de uitvoering van de bouw geen stelpost opgenomen. In de budgetteringsoverzichten van 19 en 24 oktober 2017 is de stelpost voor begeleiding van Sax op € 20.000,- gesteld. In het overzicht van 4 december 2017 is deze stelpost bijgesteld naar
€ 16.000,-. In de overzichten van 23 januari 2018 en 23 maart 2018 is de stelpost begeleiding op het bedrag van € 16.000,- gehandhaafd.
4.25
In januari 2018 had Sax al € 15.712,10 gefactureerd aan advisering en begeleiding en in maart 2018 was de stelpost van € 16.000,- al overschreden. De daadwerkelijke bouwwerkzaamheden moesten toen nog aanvangen. In maart 2018 overschreden de kosten van advisering en begeleiding door Sax de stelpost van € 16.000,- al en in juli 2018 beliepen die kosten € 22.610,-. Uiteindelijk heeft Sax volgens [appellante] 420 uren aan advisering en begeleiding gefactureerd tegen een uurtarief van € 110,-.
4.26
Naar Sax zelf heeft aangevoerd, was [appellante] een veeleisende opdrachtgever, die kritisch was, veel tijd vergde qua overleg en correspondentie en bovendien ook met veel extra verzoeken en wijzigingen kwam. [appellante] had Sax een particuliere bouwopdracht verstrekt.
4.27
In deze omstandigheden lag het op de weg van Sax als professionele partij om [appellante] bij aanvang van de bouwwerkzaamheden te waarschuwen dat zij op weg was de stelpost van
€ 16.000,- te overschrijden. Ook kon van Sax worden verlangd dat zij [appellante] (met enige regelmaat) wees op de financiële gevolgen van haar veelvuldige verzoeken om advies en begeleiding. Sax stelt dit te hebben besproken maar [appellante] betwist dat en op grond van de op de mondelinge behandeling in hoger beroep afgelegde verklaring van [naam1] moet worden geconcludeerd dat Sax geen duidelijke waarschuwingen aan [appellante] heeft gegeven.
[naam1] heeft op 5 juni 2018 aan [appellante] geschreven: “
Het zou mijn voorkeur hebben om voortaan opmerkingen te behandelen tijdens een gezamenlijke ronde met de uitvoerende partijen, bijvoorbeeld na een bouwvergadering. Dat scheelt jou wellicht schrijfwerk en door mij bestede tijd voor een doorwrochte reactie – en mondeling overleg biedt nu eenmaal meer mogelijkheid voor directe communicatie en verduidelijking”. Maar dit kan niet worden aangemerkt als het voldoen aan de waarschuwingsplicht die van Sax in dit geval kon worden verwacht. Dat sprake was van een stelpost en overschrijding daarvan mede werd ingegeven door [appellante] zelf, ontslaat Sax niet van deze waarschuwingsplicht. [appellante] was een particuliere opdrachtgever en Sax was op de hoogte van haar beschikbare bouwbudget en de dreigende overschrijding daarvan. Evenmin doet aan de op Sax rustende waarschuwingsplicht af dat Sax tussentijds facturen heeft verzonden aan [appellante] die zij zonder protest heeft betaald, omdat Sax (toentertijd) heeft nagelaten deze facturen van een deugdelijke specificatie te voorzien.
4.28
Sax is daarmee naar het oordeel van het hof tekortgeschoten in de naleving van de in dit geval op haar rustende waarschuwingsverplichting.
4.29
Deze tekortkoming rechtvaardigt partiële ontbinding van de overeenkomst die op basis van de offerte van 7 maart 2017 tussen partijen tot stand is gekomen. Van volledige ontbinding kan geen sprake zijn omdat voldoende is gebleken dat Sax wel werkzaamheden in opdracht van [appellante] heeft verricht. Voor zover [appellante] meent dat die werkzaamheden ongevraagd zijn uitgevoerd, van generlei waarde zijn geweest en/of de daarvoor gefactureerde bedragen excessief zijn, lag het gelet op het verweer van Sax op haar weg die stellingen nader te onderbouwen. [appellante] heeft dat nagelaten.
4.3
Vanwege de tekortkoming aan de zijde van Sax, die naar zijn aard niet ongedaan kan worden gemaakt, zal het hof de waardevermindering van de door Sax verrichte prestatie schatten en vaststellen op de helft van wat Sax in de uitvoeringsfase van 2 augustus 2017 tot en met 14 juni 2019 totaal heeft gefactureerd, zijnde € 36.883,83 (1/2 × € 73.767,65 incl. btw). Dit betekent dat de vordering van [appellante] tot terugbetaling van de door haar voldane facturen toewijsbaar is tot een bedrag van € 19.000,02 incl. btw (€ 55.883,85 - € 36.883,83).
4.31
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de ontbindingsverklaring in de brief van
4 oktober 2019 heeft bewerkstelligd dat de overeenkomst per die datum partieel is ontbonden. Dit brengt mee dat de wettelijke rente per die datum toewijsbaar is.
Buitengerechtelijke kosten en schadevergoeding
4.32
[appellante] vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De toegewezen vordering heeft geen betrekking op één van de situaties waarin het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is. Het hof zal deze vordering daarom toetsen aan het Rapport Voorwerk II met inachtneming van het Rapport BGK Integraal.
4.33
[appellante] stelt buitengerechtelijke incassokosten te hebben gemaakt ter verkrijging van voldoening buiten rechte. Uit de door haar gegeven onderbouwing van de verrichte werkzaamheden blijkt echter niet dat kosten zijn gemaakt die betrekking hebben op verrichtingen die meer omvatten van een enkele brief. De kosten waarvan [appellante] vergoeding vordert, moeten dan ook worden aangemerkt als betrekking hebbend op verrichtingen waardoor de proceskostenveroordeling wordt geacht een vergoeding in te sluiten.
4.34
De vordering van [appellante] tot betaling van een schadevergoeding op te maken bij staat en een voorschot, zal het hof afwijzen. Niet gebleken is van een tekortkoming van Sax die tot een verplichting tot (aanvullende) schadevergoeding leidt. Dat de door [appellante] gestelde tekortkomingen van Sax tot schade hebben geleid, volgens de eigen begroting van [appellante] een bedrag van € 460.000,-, is bovendien onvoldoende aannemelijk gemaakt. De schade die [appellante] heeft geleden wegens het uitblijven van tijdige terugbetaling van wat zij teveel heeft betaald, bestaat in wettelijk rente. Dat wordt toegewezen en daar blijft het dan bij.
Bewijsaanbod
4.35
[appellante] heeft bewijs aangeboden. Aan de levering van nader bewijs dat sprake is van ontwerpfouten en dat Sax tekort is geschoten in de overeengekomen werkzaamheden bij de uitvoering van de bouw komt het hof niet toe, aangezien [appellante] haar stellingen in dat verband onvoldoende heeft onderbouwd.
De conclusie
4.36
Het hoger beroep slaagt deels. Voor de overzichtelijkheid zal het hof het vonnis van de rechtbank van 15 december 2021 in het geheel vernietigen. Sax zal worden veroordeeld een bedrag van € 19.000,02 aan [appellante] te betalen, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 4 oktober 2019. Bij een afzonderlijke verklaring voor recht dat de overeenkomst partieel wordt ontbonden, bestaat daarnaast geen belang. Tot veroordeling van een schadevergoeding op te maken bij staat en betaling van een voorschot op die schade, bestaat geen grond.
4.37
Het hof ziet in de uitkomst van de zaak aanleiding om zowel de proceskosten in eerste aanleg als die van het hoger beroep te compenseren, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
4.38
De veroordelingen in deze uitspraak kunnen ook ten uitvoer worden gelegd als een van partijen de beslissing van het hof voorlegt aan de Hoge Raad (uitvoerbaar bij voorraad).

5.De beslissing

Het hof:
5.1
vernietigt het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen, van
15 december 2021;
5.2
veroordeelt Sax tot betaling aan [appellante] van € 19.000,02 incl. btw, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 oktober 2019 tot aan de dag van volledige betaling;
5.3
bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt, zowel van het hoger beroep als van de procedure bij de rechtbank;
5.4
verklaart de veroordeling in dit arrest uitvoerbaar bij voorraad;
5.5
wijst af wat verder is gevorderd.
Dit arrest is gewezen door mrs. M. Willemse, H. de Hek en W.F. Boele en is door de rolraadsheer, in tegenwoordigheid van de griffier, in het openbaar uitgesproken op
4 juli 2023.