Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
2.Het verdere oordeel van het hof
3.De beslissing
appeltarief II)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 4 juli 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontbinding en ontruiming van een sociale huurwoning. De appellant, hierna aangeduid als [de huurder], had een huurachterstand van meer dan 4,5 maand en was beschuldigd van onrechtmatige onderverhuur van de woning aan derden. De kantonrechter had eerder geoordeeld dat de huurovereenkomst ontbonden kon worden op basis van deze tekortkomingen. Het hof bevestigde deze beslissing en oordeelde dat de huurachterstand op zichzelf al voldoende was om de ontbinding te rechtvaardigen. De huurder had aangevoerd dat zijn persoonlijke omstandigheden, zoals het verlies van zijn baan door de coronacrisis, in zijn voordeel moesten worden meegewogen. Echter, het hof oordeelde dat deze omstandigheden niet voldoende waren om de belangen van de huurder zwaarder te laten wegen dan die van de verhuurder, Stichting Mitros. Het hof concludeerde dat de tekortkomingen van de huurder, zowel de huurachterstand als de onrechtmatige onderverhuur, van voldoende gewicht waren om de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van de woning te rechtvaardigen. De uitspraak van de kantonrechter werd bekrachtigd, en de huurder werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten van de verhuurder.