Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Stichting Samen Veilig Midden-Nederland,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
De kinderrechter overweegt dat dit ervoor heeft gezorgd dat de ouders niet in staat zijn om voor [de minderjarige2] te zorgen. De ouders kunnen hem wel een fijne thuisbasis bieden in de weekends en de vakanties, aldus de kinderrechter.
Na de bestreden beschikking hebben zich echter ontwikkelingen voorgedaan, die naar het oordeel van het hof maken dat niet langer aan de wettelijke vereisten voor verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing is voldaan.
Behalve dat de ouders de conclusies uit de onderzoeksverslagen van [naam3] in twijfel trekken, past de conclusie dat de vader tekortschiet bij het aansluiten bij de opvoedbehoefte van [de minderjarige2] niet bij de constatering dat [de minderjarige2] , hoewel hij veel tijd bij de vader doorbrengt, zich positief ontwikkelt. Daarbij komt dat de vader volgens het onderzoek van [naam3] juist wél goed is in het bieden van continuïteit en voorspelbaarheid. Daarnaast heeft de vader zich via scholing verdiept in het omgaan met ASS. Verder heeft de vader sinds een jaar een partner die op dit moment werkt als autismecoach. Zij biedt de vader ondersteuning bij het inspelen op de behoeften van [de minderjarige2] en zij kan bovendien goed overweg met de moeder. Het gegeven dat de vader nog te leren heeft op het bieden van emotionele betrokkenheid is daarom onvoldoende om te kunnen oordelen dat de uithuisplaatsing in het belang van [de minderjarige2] nog langer noodzakelijk is. De GI heeft er op gewezen dat de relatie van de vader nog relatief pril is, maar dat laat onverlet dat [de minderjarige2] nu al heeft kunnen profiteren van de geboden ondersteuning, wat eveneens geldt voor de vader.
6.De slotsom
Beide ouders hebben het gezag over [de minderjarige2] . Zij zijn het er, zo is duidelijk geworden, over eens dat [de minderjarige2] zijn hoofdverblijfplaats bij de vader zal hebben en dat de ouders - zoals zij dat nu ook al doen - de zorg- en opvoedtaken in overleg zullen verdelen.