Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
[betrokkene] ,
Procesgang
- het medeplegen van het in de uitoefening van een bedrijf opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd (feit 1)
- het medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod (feit 2)
- als oprichter en bestuurder deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 11 lid 3 van de Opiumwet (feit 3)
- gewoontewissen (feit 4 primair)
- handelen in strijd met artikel 26 lid 1 van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III en handelen in strijd met artikel 26 lid 1 van de Wet wapens en munitie (feit 5)
- handelen in strijd met artikel 26 lid 1 van de Wet wapens en munitie (feit 6).
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
Procesafspraken
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
1.669.928,69 (een miljoen zeshonderdnegenenzestigduizend negenhonderdachtentwintig euro en negenenzestig cent).
betaling aan de Staatter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel van een bedrag van
€ 1.268.363,69 (een miljoen tweehonderdachtenzestigduizend driehonderddrieënzestig euro en negenenzestig cent).