ECLI:NL:GHARL:2023:5310
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) met betrekking tot opzettelijk brandstichten
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 22 juni 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van de terbeschikkinggestelde, die eerder door de rechtbank Limburg was opgelegd. De rechtbank had de tbs opgelegd ter zake van mishandeling, maar het hof heeft vastgesteld dat dit geen misdrijf is waarvoor tbs kan worden opgelegd. In plaats daarvan is de tbs opgelegd voor opzettelijk brandstichten, waarbij gemeen gevaar voor goederen te duchten is. Het hof heeft in zijn overwegingen verwezen naar een eerdere uitspraak van de rechtbank van 23 januari 2019, waarin werd vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde door het stichten van brand zichzelf en anderen in gevaar heeft gebracht.
De terbeschikkinggestelde heeft in zijn beroep verzocht om de verlenging van de tbs te beperken tot één jaar, omdat hij in het noorden van Nederland wil verblijven en de duur van de maatregel overzichtelijk wil houden. De raadsman heeft ook gepleit voor een onderzoek naar de mogelijkheden om de behandeling voort te zetten onder de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het openbaar ministerie heeft echter gesteld dat de rechtbank terecht heeft besloten tot een verlenging van twee jaar, gezien het recidiverisico en de stand van zaken in het resocialisatietraject.
Het hof heeft de beslissing van de rechtbank bevestigd, met aanvulling en verbetering van gronden. Het hof heeft geoordeeld dat de verlenging van de tbs met twee jaar gerechtvaardigd is, omdat de behandeling en resocialisatie meer tijd in beslag zal nemen. Het verzoek om een onderzoek naar de mogelijkheden van een zorgmachtiging onder de Wvggz is afgewezen, omdat het hof dit niet noodzakelijk achtte. De beslissing is openbaar uitgesproken op 22 juni 2023.