Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[de moeder](de moeder),
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 20 juni 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2013. De vader, die het niet eens was met de beslissing van de kinderrechter, had hoger beroep aangetekend. De kinderrechter had op 13 december 2022 de ondertoezichtstelling van de minderjarige tot 13 december 2023 uitgesproken, na zorgen over de ontwikkeling van het kind en de thuissituatie. De ouders hadden een instabiele relatie, met zorgen over huiselijk geweld en de opvoeding van de minderjarige. Het hof heeft de zaak op 24 mei 2023 behandeld, waarbij beide ouders en vertegenwoordigers van de raad en de gecertificeerde instelling aanwezig waren.
Het hof heeft vastgesteld dat de ouders inmiddels stappen hebben gezet om de situatie te verbeteren, met hulp van verschillende instanties. De ouders hebben laten zien dat ze de zorgen serieus nemen en zijn actief bezig met hulpverlening. De moeder ontvangt therapie en ambulante hulp, terwijl de vader zijn verslavingsproblemen lijkt te hebben overwonnen. Het hof heeft besloten de ondertoezichtstelling te beëindigen, omdat de ouders in staat zijn om de zorg voor de minderjarige op een verantwoorde manier op zich te nemen. De ouders hebben een rooster opgesteld voor de zorg van de minderjarige en zijn van plan om stapsgewijs weer samen te wonen, met begeleiding van de hulpverlening.
Het hof bekrachtigt de beslissing van de kinderrechter voor de periode tot de uitspraak, maar vernietigt de ondertoezichtstelling voor de periode daarna. De ouders krijgen de kans om te laten zien dat ze in staat zijn om de zorg voor hun kind te verbeteren, met de juiste begeleiding.