Uitspraak
1.[appellant1] ,
[appellant1] ,
[appellant2] ,
[appellanten],
[geïntimeerde] ,
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
Een betaling van € 30.000 in contanten
De overboeking van € 5.000
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak vorderen appellanten betaling van leningen die zij aan geïntimeerde hebben verstrekt voor een start-up. Appellant2 en geïntimeerde zijn neven, terwijl appellant1 de stiefvader van appellant2 is. De leningen zijn verstrekt in contanten, maar de rechtbank heeft de vorderingen afgewezen. Appellanten hebben in hoger beroep de rechtbankuitspraak bestreden, maar het hof concludeert dat de vorderingen onvoldoende zijn onderbouwd. Het hof behandelt de bezwaren van appellanten thematisch en stelt vast dat zij niet hebben aangetoond dat de betalingen daadwerkelijk als leningen zijn bedoeld. De verklaringen van de betrokkenen zijn niet ondertekend en bieden onvoldoende bewijs voor de stelling dat het om leningen ging. Het hof bekrachtigt de uitspraak van de rechtbank en wijst de vorderingen van appellanten af, waarbij zij ook worden veroordeeld tot betaling van de proceskosten.