ECLI:NL:GHARL:2023:5136

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
21 juni 2023
Publicatiedatum
20 juni 2023
Zaaknummer
21-000037-20
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heropening van het onderzoek in een strafzaak wegens poging tot moord met betrekking tot een beschieting

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 21 juni 2023 een tussenarrest gewezen in het hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Overijssel. De verdachte, geboren in 1981, is beschuldigd van het medeplegen van poging tot moord op een slachtoffer dat op 31 januari 2017 in Zwolle werd beschoten. Het hof heeft het onderzoek heropend omdat het zich onvoldoende voorgelicht achtte over de feiten en omstandigheden rondom de beschieting. Tijdens de zittingen op 1 en 21 juni 2023 is gebleken dat er nieuwe getuigenverklaringen zijn die relevant zijn voor de zaak. Het hof heeft besloten om verschillende getuigen te horen en een proces-verbaal van verhoor aan het dossier toe te voegen. De verdachte ontkent de beschuldigingen en heeft hoger beroep ingesteld tegen de eerdere veroordeling. Het hof heeft de zaak geschorst voor onbepaalde tijd, met de mogelijkheid om het onderzoek later te hervatten. De advocaat-generaal is verzocht om het integrale proces-verbaal van het verhoor van een belangrijke getuige aan het dossier toe te voegen, en het hof heeft een Europees onderzoeksbevel uitgevaardigd om de benodigde informatie te verkrijgen.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-000037-20
Uitspraak d.d.: 21 juni 2023
TEGENSPRAAK
Tussenarrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem,
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Overijssel, zittingslocatie Almelo, van 20 december 2019 met parketnummer 08-952329-18 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 1] 1981,
thans verblijvende in [P.I. 1] .

Het hoger beroep

De verdachte en de officier van justitie hebben tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 1 juni 2023 en 21 juni 2023 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadslieden,
mr. D.C. Vlielander en mr. R.P. van der Graaf, naar voren is gebracht.

Heropening van het onderzoek

Tijdens de beraadslaging in raadkamer is gebleken, dat het onderzoek onvolledig is geweest ten aanzien van het onder feit 4 tenlastegelegde (het medeplegen van poging tot moord op [slachtoffer] ). Het hof overweegt daartoe als volgt.
De verdenking onder feit 4
Op 31 januari 2017 rond 2:35 uur is [slachtoffer] in [pleegplaats] op [straatnaam] in zijn auto beschoten, nadat hij daar enkele minuten eerder door twee anderen werd afgezet. [slachtoffer] werd meerdere keren in zijn lichaam geraakt en raakte ernstig gewond.
Verdachte wordt kort gezegd verweten dat hij samen met een ander of anderen heeft geprobeerd die [slachtoffer] te doden door met een vuurwapen meermalen op hem te schieten. Verdachte ontkent het tenlastegelegde feit te hebben gepleegd.
De rechtbank heeft verdachte bij vonnis van 20 december 2019 als schutter bij de aanslag aangewezen en heeft hem voor het primair tenlastegelegde (poging tot moord) veroordeeld. Verdachte heeft tegen deze veroordeling hoger beroep ingesteld.
Nieuwe stukken in hoger beroep
Bij de in hoger beroep gevoegde stukken van de zaak bevindt zich - onder meer - een proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [naam verbalisant 1] en [naam verbalisant 2] van 5 oktober 2020 over een verklaring van [getuige 1] , afgelegd op 23 september 2020. In dit proces-verbaal is vermeld dat deze verbalisanten in [stad] ( [land] ) aanwezig waren bij een verhoor van de getuige [getuige 1] dat plaatsvond in het kader van een ander strafrechtelijk onderzoek dan TGO Egypte. Tijdens het verhoor is aan [getuige 1] medegedeeld dat wat hij in dat verhoor vertelde door de verbalisanten in een proces-verbaal zou worden vastgelegd.
[getuige 1] heeft volgens de verbalisanten verklaringen afgelegd over meerdere zaakdossiers die betrekking hebben op 'TGO Egypte'.
Over de beschieting van [slachtoffer] zou [getuige 1] het volgende hebben verteld. Het wapen waarmee op [slachtoffer] is geschoten, is geleverd door [betrokkene 1] , een bekende wapenhandelaar uit [pleegplaats] . [betrokkene 1] zou het wapen aan [betrokkene 2] hebben geleverd, die het op zijn beurt weer aan [verdachte] zou hebben geleverd. De opdracht voor de moord kwam volgens [getuige 1] van die [betrokkene 1] , waarvan [getuige 1] de achternaam niet kent. [betrokkene 1] zou aan [betrokkene 3] hebben gevraagd om een man te vermoorden die een relatie had met de dochter van [betrokkene 1] . Volgens [getuige 1] heeft [betrokkene 3] de opdracht aan [verdachte] gegeven. Uiteindelijk zou de verkeerde man zijn neergeschoten. [1]
Verder staat in het proces-verbaal van bevindingen dat [getuige 2] , geboren [geboortedatum 2] te [plaats 1] , wonende aan [adres 1] te [pleegplaats] , op 2 februari 2017 in het onderzoek naar de beschieting van [slachtoffer] als getuige is gehoord en heeft verklaard dat ze hem moesten hebben in plaats van [slachtoffer] ( [slachtoffer] ) en dat hij denkt dat [betrokkene 1] achter de aanslag zit.
Overwegingen over de volledigheid van het onderzoek
Het ter terechtzitting van het hof op 1 juni 2023 aan de stukken toegevoegde proces-verbaal van bevindingen van de verbalisanten [naam verbalisant 1] en [naam verbalisant 2] roept vragen op bij het hof. Zo is niet duidelijk door wie het verhoor is afgenomen en ook niet in het kader van welk strafrechtelijk onderzoek dit is gebeurd. Voorts blijkt niet of [getuige 1] uit eigen beweging over [slachtoffer] heeft gesproken dan wel of hem vragen zijn gesteld over TGO Egypte, welke vragen en waarom. Tot slot zijn de reden(en) van wetenschap van de informatie die [getuige 1] heeft gegeven niet duidelijk.
Het hof acht zich – tegen de achtergrond van de overige stukken in het dossier – zonder nader onderzoek hiernaar, onvoldoende voorgelicht. Het hof wil het proces-verbaal van dat verhoor daarom kunnen inzien en [getuige 1] , de beide verbalisanten en [getuige 4] daarover vragen stellen. De getuige [getuige 3] , die [slachtoffer] korte tijd voor de beschieting met een auto heeft afgezet, dient te worden bevraagd over deze gebeurtenis, over [slachtoffer] en over [getuige 4] alsmede de door [getuige 1] genoemde [betrokkene 1] en [betrokkene 2] .
Het hof acht het voor een goede beoordeling van het aan de verdachte tenlastegelegde (het medeplegen van poging tot moord op [slachtoffer] ) noodzakelijk dat door de raadsheer-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in dit hof, nader onderzoek zal worden verricht. Het onderzoek zal daartoe worden heropend. Het hof acht het voorts van belang dat na ontvangst van het proces-verbaal door de raadsheer-commissaris eerst de verbalisanten [naam verbalisant 1] en [naam verbalisant 2] worden gehoord en daarna de getuige [getuige 1] .
Ambtshalve onderzoek
Het hof verzoekt de advocaat-generaal om het integrale proces-verbaal van het op 23 september 2020 in [stad] ( [land] ) afgenomen verhoor aan het dossier toe te voegen, indien nodig - in het kader van dat andere strafrechtelijk onderzoek - met weglating van de voor het onderzoek Egypte niet relevante passages. Als daarvoor een rechtshulpverzoek moet worden gedaan, wordt de zaak in dat geval verwezen naar de raadsheer- commissaris, teneinde dat te doen. Indien dit verhoor in [taal] taal is opgesteld, draagt het hof de advocaat-generaal dan wel de raadsheer-commissaris op om te zorgen voor een Nederlandse vertaling van dat processtuk.
Horen van getuigen:
Het hof verwijst de zaak naar de raadsheer-commissaris voor het horen (
in onderstaande volgorde) van de volgende getuigen (nadat het proces-verbaal van 23 september 2020 beschikbaar is):
  • verbalisant [naam verbalisant 1] ;
  • verbalisant [naam verbalisant 2] ;
  • [getuige 1] ;
  • [getuige 4] ;
  • [getuige 3] ;
  • [betrokkene 1] , en;
  • [betrokkene 2] .

BESLISSING

Het hof:
Heropent het onderzoek;
Stelt de stukken in handen van de
advocaat-generaalom aan het dossier toe te voegen een (in de Nederlandse taal vertaalde) uitwerking van het verhoor van [getuige 1] op 23 september 2020, dat plaatsvond tussen 10:30 uur en 12:30 uur in de [gevangenis in het buitenland] in [stad] ( [land] ), in aanwezigheid van [naam medewerker] van de Politie [locatie] ;
Stelt, indien daarvoor een rechtshulpverzoek noodzakelijk is, de stukken in handen van de
raadsheer-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in dit hof, teneinde:

een Europees onderzoeksbevel uit te vaardigen, strekkende tot verkrijging van een uitwerking van het verhoor van [getuige 1] op 23 september 2020, dat plaatsvond tussen 10:30 uur en 12:30 uur in de [gevangenis in het buitenland] in [stad] ( [land] ), in aanwezigheid van [naam medewerker] van de Politie [locatie] . De raadsheer-commissaris zorgt in dat geval voor een Nederlandse vertaling van dat processtuk;
Stelt voorts de stukken in handen van de
raadsheer-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in dit hof, teneinde (
in onderstaande volgorde) als getuigen te horen:

[naam brigadier 1] ,brigadier bij de politie Eenheid Oost-Nederland;

[naam brigadier 2] ,brigadier bij de politie Eenheid Oost-Nederland;

[getuige 1], geboren op [geboortedatum 3] te [pleegplaats] , thans verblijvende in de [P.I. 2] ;

[getuige 2] ,geboren op [geboortedatum 4] te [plaats 3] , wonende aan [adres 1] , [plaats 2] ;

[getuige 3] ,geboren op [geboortedatum 5] , wonende aan [adres 2] , [plaats 4] ;

[betrokkene 1](nadere persoonsgegevens op te vragen bij de politie);

[betrokkene 2](nadere persoonsgegevens op te vragen bij de politie).
Schorst het onderzoek ter terechtzitting voor onbepaalde tijd.
Bepaalt dat het onderzoek zal worden hervat tegen een nog nader te bepalen terechtzitting.
Om de klemmende redenen dat het zittingsrooster van het hof een eerdere behandeling van de zaak niet toelaat en de onderzoekshandelingen naar verwachting niet binnen een maand zullen zijn voltooid, zal het onderzoek langer dan een maand, maar niet langer dan drie maanden worden geschorst;
Beveelt de oproeping van de verdachte tegen het nog nader te bepalen tijdstip, met tijdige kennisgeving daarvan aan zijn raadslieden;
Beveelt de oproeping van de benadeelde partijen en diens vertegenwoordigers tegen het nog nader te bepalen tijdstip.
Aldus gewezen door
mr. A.J. Smit, voorzitter,
mr. K.J.C. Geeve en mr. D.R. Sonneveldt, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. B. van Leeuwen, griffier,
en op 21 juni 2023 ter openbare terechtzitting uitgesproken.

Voetnoten

1.Algemeen dossier hoger beroep (met stukken uit Nauru voor Egypte), pagina 865 tot en met 867.