ECLI:NL:GHARL:2023:5075

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
15 juni 2023
Publicatiedatum
16 juni 2023
Zaaknummer
PB23/113
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van de verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar na beoordeling van recidiverisico en psychiatrisch onderzoek

Op 15 juni 2023 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde. Het hof bevestigt de beslissing van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, van 25 november 2022, waarin de terbeschikkingstelling met een jaar werd verlengd. De terbeschikkinggestelde had verzocht om beëindiging van de maatregel, onderbouwd met argumenten over zijn positieve ontwikkeling en het lage recidiverisico. De advocaat-generaal steunde dit verzoek, maar het hof oordeelde dat het te vroeg was voor beëindiging van de maatregel, gezien het ontbreken van een voltooid psychiatrisch onderzoek.

Het hof heeft de argumenten van de terbeschikkinggestelde en het openbaar ministerie zorgvuldig afgewogen. Hoewel de terbeschikkinggestelde stappen heeft gezet in zijn re-integratie, zoals werk en begeleiding door de reclassering, is het hof van mening dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de maatregel vereisen. Het hof benadrukt dat de positieve ontwikkeling van de terbeschikkinggestelde moet worden bestendigd en dat er bij een eventuele toekomstige verlenging een psychiatrisch of psychologisch onderzoek beschikbaar moet zijn.

De beslissing van het hof houdt ook in dat de voorwaarde voor een klinische time-outopname wordt opgeheven, en in plaats daarvan biedt de wet de mogelijkheid voor een gedwongen crisisopname indien nodig. Het hof heeft de beslissing openbaar uitgesproken en de voorwaarden voor de terbeschikkingstelling aangepast, waarbij de verplichting tot medewerking aan een time-out vervalt.

Uitspraak

TBS P23/113
Beslissing van 15 juni 2023
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
wonende te [adres] te [plaats] (onder verantwoordelijkheid van GGZ IrisZorg),
verder te noemen de terbeschikkinggestelde.
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, van 25 november 2022. Deze beslissing houdt in de verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van één jaar.
Het hof heeft gelet op de stukken, waaronder:
  • het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
  • de beslissing waarvan beroep;
  • de akte van 30 december 2022 waarbij de terbeschikkinggestelde beroep heeft ingesteld;
  • de voortgangsrapportages van GGZ IrisZorg van 2 maart 2023 en 15 mei 2023.
Het hof heeft ter zitting van 1 juni 2023 gehoord de advocaat-generaal, mr. R.J.A. Segerink en de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman, mr. I.R. Rigter, advocaat te Amsterdam. Tevens is als deskundige gehoord: [medewerker] , reclasseringswerker en toezichthouder bij GGZ IrisZorg.

Overwegingen

Het standpunt van de terbeschikkinggestelde
De terbeschikkinggestelde heeft verzocht om beëindiging van de terbeschikkingstelling of om te volstaan met een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van één jaar. Het is de afgelopen periode snel gegaan en de terbeschikkinggestelde heeft zelfstandig verschillende zaken geregeld waaronder werk. Hij woont bij zijn zus en hij krijgt daar begeleiding van de reclassering. De raadsman heeft aangevoerd dat het recidiverisico laag is, waardoor niet langer voldaan is aan het wettelijke vereiste voor verlenging van de maatregel. Ook is voldaan aan artikel 6:2:17, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering, aangezien de voorwaardelijke beëindiging iets minder dan veertien maanden heeft geduurd.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat de beslissing van de rechtbank moet worden vernietigd en de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling moet worden afgewezen. Het afgelopen halfjaar zijn er veel stappen gezet en het gaat goed met de terbeschikkinggestelde, ook nu hij bij zijn zus woont. Hij houdt zich aan de voorwaarden en de reclassering heeft het recidiverisico gewijzigd naar laag. Daarom wordt niet langer voldaan aan de wettelijke vereisten voor verlenging van de maatregel. De voorwaardelijke beëindiging duurt al langer dan één jaar, waardoor er geen wettelijke verplichting is om de maatregel te verlengen.
Het oordeel van het hof
Het hof is van oordeel dat de rechtbank op goede gronden heeft geoordeeld en op juiste wijze heeft beslist. Daarom zal het hof de beslissing waarvan beroep met overneming van die gronden bevestigen, onder aanvulling en verbetering van het volgende.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen en goederen verlenging van de maatregel vereist. Omdat de totale duur van de maatregel, na verlenging, een periode van vier jaren te boven gaat, kan de algemene veiligheid van goederen echter geen grond meer zijn voor verlenging (artikel 38e, derde lid, van het Wetboek van Strafrecht).
Met de rechtbank is het hof echter van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de maatregel vereist. Het gaat goed met de terbeschikkinggestelde, hij woont bij zijn zus en hij houdt zich aan de gestelde voorwaarden. Hij heeft werk en hij heeft laten zien de problemen die op zijn pad komen adequaat te kunnen oplossen. Wel verblijft hij pas korte tijd bij zijn zus en is het voor het hof van belang dat de positieve ontwikkeling bestendig is. Het hof acht het daarom op dit moment te vroeg voor beëindiging van de maatregel. Op basis van de stukken, waarin een voltooid psychiatrisch onderzoek ontbreekt, is het hof van oordeel dat niet vastgesteld kan worden dat het recidiverisico dat door de reclassering in de laatste rapportage wordt ingeschat als laag, ook laag blijft. Mocht na afloop van de komende termijn nog verlenging van de maatregel worden overwogen, dan zal een psychiatrisch of psychologisch onderzoek beschikbaar zijn. Als de positieve ontwikkeling zich volgens alle deskundigen doorzet, kan in oktober 2023 de maatregel worden beëindigd.
Gelet op de beslissing van het hof van 15 december 2022, ECLI:NL:GHARL:2022:10739, zal het hof de voorwaarde die ertoe strekt mee te werken aan een klinische time-outopname opheffen. In plaats daarvan biedt artikel 6:6:10a van het Wetboek van Strafvordering de grondslag voor een eventuele gedwongen crisisopname.

Beslissing

Het hof:
Bevestigtmet aanvulling en verbetering van gronden als voormeld de beslissing van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, van 25 november 2022 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde
[terbeschikkinggestelde].
Wijzigtde aan de voorwaardelijke beëindiging verbonden voorwaarden in die zin dat de verplichting vervalt dat de terbeschikkinggestelde zal meewerken aan een time-out in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of een andere instelling (voorwaarde 7).
Aldus gedaan door
mr. M. Keppels als voorzitter,
mr. M.E. van Wees en mr. P.C. Vegter als raadsheren,
en dr. W.J. Canton en drs. D.M.L. Versteijnen als raden,
in tegenwoordigheid van mr. M.A. Valé als griffier,
en op 15 juni 2023 in het openbaar uitgesproken.
mr. P.C. Vegter en de raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.