Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift, tevens houdende een schorsingsverzoek, met producties, ingekomen op 7 december 2022;
- het verweerschrift in hoger beroep;
- een journaalbericht van mr. Huisman van 27 maart 2023 met een gewijzigd verzoek en een productie;
- een journaalbericht van mr. Keybeck van 28 maart 2023 met een begeleidende brief en producties;
- een journaalbericht van mr. Huisman van 30 maart 2023 met een productie, en
- een e-mail van mr. Keybeck van 17 mei 2023 met producties.
- de moeder met haar advocaat;
- de vader met zijn advocaat, en
- een vertegenwoordiger van de raad voor de kinderbescherming (verder: de raad).
3.De feiten
- in de zomervakanties in de oneven jaren de derde, vierde en zesde week, in de even jaren de eerste, tweede en vierde week, telkens ingaand op vrijdag om 18.00 uur en eindigend op zaterdag om 18.00 uur;
- in de herfst- en de voorjaarsvakantie (in België krokusvakantie genoemd), telkens ingaand op vrijdag 18.00 uur en eindigend op zondag om 17.00 uur;
- in de kerstvakanties in de even jaren de eerste week en in de oneven jaren de tweede week, telkens ingaand op vrijdag om 18.00 uur en eindigend op zondag om 17.00 uur;
- waarbij de (partner van de) moeder [de minderjarige] brengt en haalt.
4.De omvang van het geschil
- in de zomervakanties in de oneven jaren de derde, vierde en zesde week, in de even jaren de eerste, tweede en vierde week, telkens ingaand op vrijdag om 18.00 uur en eindigend op zaterdag om 18.00 uur;
- in de herfst- en de voorjaarsvakantie (in België krokusvakantie genoemd), telkens
- het verzoek van de vader tot wijziging van de hoofdverblijfplaats van [de minderjarige] afgewezen, en
- iedere verdere beslissing - waar onder het verzoek van moeder om haar alleen met het gezag over [de minderjarige] te belasten - aangehouden in verband met het te volgen ouderschapstraject.