ECLI:NL:GHARL:2023:4934

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
13 juni 2023
Publicatiedatum
13 juni 2023
Zaaknummer
200.321.487
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Omzetting van curatele in bewind en mentorschap met betrekking tot verzoeker

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 13 juni 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de curatele van verzoeker, geboren in 1984. De kantonrechter had eerder op 20 oktober 2022 besloten om [naam1] B.V. tot curator van verzoeker te benoemen, nadat [naam2] als bewindvoerder was ontslagen. Verzoeker heeft tegen deze beschikking gegriefd en verzocht om omzetting van de curatele in een combinatie van bewind en mentorschap. Tijdens de mondelinge behandeling op 16 mei 2023 zijn verschillende belanghebbenden aanwezig geweest, waaronder verzoeker en zijn advocaat, alsook vertegenwoordigers van [naam1] en de moeder van verzoeker.

Het hof heeft vastgesteld dat verzoeker psychische problemen heeft en in het verleden verdovende middelen heeft gebruikt, waardoor hij niet in staat is zijn vermogensrechtelijke belangen adequaat waar te nemen. Het hof oordeelt dat curatele een te zware maatregel is en dat een bewind beter aansluit bij de situatie van verzoeker. Het hof heeft daarom besloten om de curatele om te zetten in bewind, waarbij [naam1] als bewindvoerder is benoemd, en heeft tevens een mentorschap ingesteld met de moeder van verzoeker als mentor. De beslissing is genomen in het belang van verzoeker, om ervoor te zorgen dat zijn belangen goed worden behartigd zonder dat hij zelf volledig de beschikking heeft over zijn geld.

De beschikking van de kantonrechter is vernietigd voor zover deze aan het oordeel van het hof onderworpen was. Het hof heeft de griffier opgedragen om de beschikking te publiceren in de Staatscourant en in te schrijven in het openbare Centraal Curatele- en Bewindregister, conform de wettelijke vereisten.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.321.487
(zaaknummers rechtbank Gelderland 9860810 en 10151754)
beschikking van 13 juni 2023
inzake
[verzoeker],
wonende te [woonplaats1] ,
verzoeker in hoger beroep,
verder ook: [verzoeker] ,
advocaat: mr. J.H. Brouwer te Apeldoorn,
Als overige belanghebbenden zijn aangemerkt:

1.[naam1] B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,
verder ook: [naam1] ,

2.[de moeder] ,

wonende te [woonplaats2] ,
verder ook: de moeder,

3.[de broer1] ,

wonende te [woonplaats1] ,
broer van [verzoeker] ,

4.[de broer2] ,

wonende te [woonplaats2] ,
broer van [verzoeker] .
en

5.[naam2] ,

wonende te [woonplaats3] ,
verder ook: [naam2] .

1.Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, van 20 oktober 2022, uitgesproken onder voormelde zaaknummers (verder ook te noemen: de bestreden beschikking).

2.Het geding in hoger beroep

2.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het beroepschrift met producties, ingekomen op 13 januari 2023; en
  • de brief van 6 maart 2023 van [naam1] .
2.2
De mondelinge behandeling heeft op 16 mei 2023 plaatsgevonden. Hierbij waren aanwezig:
  • [verzoeker] , met zijn advocaat;
  • mevrouw [naam3] namens [naam1] ;
  • de moeder en
  • [naam2] .

3.De feiten

3.1
[verzoeker] is geboren [in] 1984 in [woonplaats1] .
3.2
Bij beschikking van 8 september 2021 heeft de kantonrechter [naam2] tot bewindvoerder van [verzoeker] benoemd.
3.3
[naam2] heeft de kantonrechter op 6 mei 2022 verzocht hem te ontslaan als bewindvoerder. Op 13 juni 2022 heeft de moeder de kantonrechter verzocht om het bewind om te zetten in curatele, waarbij zij tot curator wordt benoemd. Op 12 oktober 2022 heeft [naam1] schriftelijk aan de kantonrechter verklaard bereid te zijn benoemd te worden tot curator van [verzoeker] .

4.De omvang van het geschil

4.1
Bij de bestreden beschikking heeft de kantonrechter:
  • [naam2] per 1 november 2022 ontslagen als bewindvoerder van [verzoeker] ; en
  • [naam1] per 1 november 2022 benoemd tot curator van [verzoeker] .
4.2
[verzoeker] is met een grief in hoger beroep gekomen van de bestreden beschikking. Hij verzoekt de bestreden beschikking te vernietigen voor zover daarbij per 1 november 2022 [naam1] tot curator werd benoemd en, opnieuw beschikkende, te bepalen dat [naam1] per 1 november 2022 tot bewindvoerder wordt benoemd en dat de moeder tot mentor van [verzoeker] wordt benoemd.

5.De motivering van de beslissing

Wettelijk kader curatele, bewind en mentorschap
5.1
Artikel 1: 378 lid 1 Burgerlijk Wetboek (BW) bepaalt dat een meerderjarige door de kantonrechter onder curatele kan worden gesteld, wanneer hij tijdelijk of duurzaam zijn belangen niet behoorlijk waarneemt of zijn veiligheid of die van anderen in gevaar brengt, als gevolg van
zijn lichamelijke of geestelijke toestand, dan wel
gewoonte van drank- of drugsmisbruik,
en een voldoende behartiging van die belangen niet met een meer passende en minder verstrekkende voorziening kan worden bewerkstelligd.
5.2
Op grond van artikel 1:431 lid 1 BW kan de kantonrechter, indien een meerderjarige als gevolg van
zijn lichamelijke of geestelijke toestand, dan wel
verkwisting of het hebben van problematische schulden,
tijdelijk of duurzaam niet in staat is ten volle zijn vermogensrechtelijke belangen behoorlijk waar te nemen, een bewind instellen over één of meer van de goederen die hem als rechthebbende toebehoren of zullen toebehoren.
5.3
Op grond van artikel 1:432 lid 4 BW dient een verzoek tot instelling van een bewind ten behoeve van een rechthebbende die onder curatele is gesteld, aanhangig te worden gemaakt bij de rechter die bevoegd is over opheffing van de curatele te beslissen. Deze rechter kan bij opheffing van een curatele ook ambtshalve overgaan tot instelling van het bewind.
5.4
Op grond van artikel 1:450 lid 1 BW kan de kantonrechter indien een meerderjarige als gevolg van zijn geestelijke of lichamelijke toestand tijdelijk of duurzaam niet in staat is of bemoeilijkt wordt zijn belangen van niet-vermogensrechtelijke aard zelf behoorlijk waar te nemen, een mentorschap instellen. Op grond van 1:452 lid 3 BW volgt de rechter bij de benoeming van de mentor de uitdrukkelijke voorkeur van de betrokkene, tenzij gegronde redenen zich tegen zodanige benoeming verzetten.
Omzetting curatele in bewind en mentorschap
5.5
Het hof zal de curatele over [verzoeker] zoals verzocht omzetten in een combinatie van bewind en mentorschap.
Uit de stukken en hetgeen tijdens de mondelinge behandeling is verteld blijkt dat [verzoeker] psychische problemen heeft en (volgens hemzelf: tot voor kort) verdovende middelen gebruikt. Het hof is van oordeel dat [verzoeker] als gevolg hiervan niet in staat is ten volle zijn vermogensrechtelijke belangen behoorlijk waar te nemen. Maar anders dan de kantonrechter acht het hof curatele een te zware maatregel: een bewind past beter bij de situatie van [verzoeker] . Het is op dit moment niet in [verzoeker] belang dat hij zelf volledig de beschikking zou krijgen over zijn geld. Dan is de kans aanwezig dat hij dit - net als eerder - op zou maken aan verdovende middelen. Het hof vindt het in het belang van [verzoeker] dat een bewindvoerder zijn vermogensrechtelijke belangen waarneemt.
5.6
Het hof zal [naam1] benoemen tot bewindvoerder. [naam1] is hiertoe ook bereid. Ook de moeder staat hier achter. Van bezwaren van [verzoeker] tegen de benoeming van [naam1] is het hof niet gebleken. Het hof zal bepalen dat de instelling van het bewind in het boedel- en curateleregister wordt geregistreerd.
5.7
Het hof zal, zoals [verzoeker] heeft verzocht, een mentorschap instellen en de moeder benoemen tot mentor. Uit de processtukken en hetgeen tijdens de mondelinge behandeling is besproken is het hof gebleken dat [verzoeker] als gevolg van zijn geestelijke of lichamelijke toestand tijdelijk of duurzaam niet in staat is of in elk geval bemoeilijkt wordt zijn belangen van niet-vermogensrechtelijke aard zelf behoorlijk waar te nemen. Het hof is van oordeel dat de moeder geschikt is om als mentor te worden benoemd. De moeder is, zo heeft zij ook op de zitting in hoger beroep nogmaals bevestigd, ook bereid mentor te worden van [verzoeker] .
5.8
Het hof heeft in zijn overwegingen betrokken dat [naam1] heeft verteld dat de instelling van een bewind, in combinatie met een mentorschap, in dit geval goed zou zijn. Ter zitting is gebleken dat ook de moeder en [naam2] achter een dergelijke beslissing staan.

6.De slotsom

6.1
Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen, slaagt de grief. Het hof zal de bestreden beschikking, voor zover aan zijn oordeel onderworpen, vernietigen en beslissen als volgt.
6.2
Het hof zal de griffier van het hof opdragen om deze beschikking te publiceren in de Staatscourant en aan te tekenen in het openbare Centraal Curatele- en Bewindregister, een en ander zoals voorgeschreven in artikel 1:390 en 1:391 BW en zoals hierna in het dictum vermeld.

7.De beslissing

Het hof, beschikkende in hoger beroep:
vernietigt de beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, van 20 oktober 2022, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, en in zoverre opnieuw beschikkende:
heft de ondercuratelestelling van [verzoeker] op en stelt de goederen die toebehoren of zullen toebehoren aan [verzoeker] , geboren [in] 1984 te [woonplaats1] , met ingang van heden onder bewind;
benoemt [naam1] Bewind B.V. met ingang van heden tot bewindvoerder van [verzoeker] ;
bepaalt dat deze uitspraak binnen tien dagen nadat zij ten uitvoer kan worden gelegd door de griffier zal worden bekendgemaakt in de Staatscourant;
bepaalt dat deze uitspraak door de griffier wordt ingeschreven in het openbare Centraal Curatele- en bewindregister;
stelt met ingang van heden een mentorschap in over [verzoeker] , geboren [in] 1984 te [woonplaats1] ;
benoemt [de moeder] tot mentor.
Deze beschikking is gegeven door mrs. J.B. de Groot, P.B. Kamminga en K.A.M. van Os-ten Have, bijgestaan door mr. I.M. Redert als griffier, en is op 13 juni 2023 uitgesproken door mr. K.A.M. van Os-ten Have in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.