Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Het onderzoek van de zaak
- bevestiging van het vonnis van de politierechter ten aanzien de bewezenverklaring, de strafoplegging en de beslissing op de vordering van de benadeelde partij
- gedeeltelijke toewijzing van de vordering na voorwaardelijke veroordeling, met dien verstande dat, in plaats van het opleggen van een gevangenisstraf voor de duur van 2 weken, een nader door het gerechtshof uit te rekenen taakstraf wordt gelast en de vordering voor het overige deel wordt afgewezen.
Het vonnis waartegen het hoger beroep is gericht
- de verdachte ter zake van de aan hem onder 1 en 2 tenlastegelegde feiten veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 80 uren, subsidiair 40 dagen hechtenis;
- de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde] integraal toegewezen voor het bedrag van € 600,00, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 1 maart 2020 te [pleegplaats] opzettelijk en wederrechtelijk 2 (ramen van) deuren, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan het UMCG toebehoorde, heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt.
hij op of omstreeks 1 maart 2020 te [pleegplaats] , een ambtenaar, [benadeelde] , hoofdagent politie Noord-Nederland, gedurende en/of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening heeft mishandeld door hem op zijn neus, althans tegen zijn gezicht, te slaan en/of te stompen en/of tegen zijn knie te schoppen.
Overweging met betrekking tot het bewijs
Bewezenverklaring
hij op 1 maart 2020 te [pleegplaats] opzettelijk en wederrechtelijk 2 ramen van deuren, toebehorende aan het UMCG, heeft vernield.
hij op 1 maart 2020 te [pleegplaats] , een ambtenaar, [benadeelde] , hoofdagent politie Noord-Nederland, gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening heeft mishandeld door hem op zijn neus te slaan en tegen zijn knie te schoppen.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
- de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd;
- de omstandigheid dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan vernieling van de ramen van de deuren op de afdeling van het UMCG. De verdachte heeft door zijn handelen overlast en schade veroorzaakt. Het is voorstelbaar dat een vernieling in een ziekenhuis gevoelens van onveiligheid oproept. Dit terwijl een ziekenhuis een plek is waar bezoekers zich bij uitstek veilig zouden moeten voelen;
- de omstandigheid dat de verdachte zich tevens schuldig heeft gemaakt aan mishandeling van een politieagent door hem op zijn neus te slaan en tegen zijn knie te schoppen, waarbij hij hem pijn en letsel heeft toegebracht. De verdachte heeft door zijn handelen een inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van [benadeelde] , die op dat moment zijn werk deed en de orde probeerde te handhaven.
- de inhoud van het hem betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie van 23 april 2023, waaruit blijkt dat hij eerder ter zake van andersoortige strafbare feiten onherroepelijk is veroordeeld. Tevens volgt daaruit dat de verdachte na de pleegdatum van de in deze zaken ter beoordeling staande feiten onherroepelijk is veroordeeld ter zake van een verkeersvoorschrift. Daarmee is artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing;
- de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, voor zover daarvan uit het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg en in hoger beroep is gebleken. De verdachte werkt als ZZP’er in de steigerbouw waarvan hij goed kan rondkomen. Hij woont zelfstandig en heeft vier kinderen die bij de moeder wonen.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Vordering na voorwaardelijke veroordeling
BESLISSING
taakstrafvoor de duur van
80 (tachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
40 (veertig) dagen hechtenis.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
€ 600,00 (zeshonderd euro) bestaande uit immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
taakstrafvoor de duur van
60 (zestig) uren, bij gebreke van het naar behoren verrichten te vervangen door
14 (veertien) dagen hechtenis.