Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de moeder met haar advocaat, en
- een vertegenwoordiger van de GI.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 6 juni 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [de minderjarige]. De moeder van [de minderjarige] had in hoger beroep beroep aangetekend tegen de beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Gelderland, die op 12 januari 2023 had besloten de ondertoezichtstelling van [de minderjarige] te verlengen tot 17 januari 2024. De moeder was van mening dat er geen ernstige ontwikkelingsbedreiging meer was en dat de verlenging van de ondertoezichtstelling niet gerechtvaardigd was. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen, waarbij het hof heeft gekeken naar de ontwikkeling van [de minderjarige] en de zorgen die door de gecertificeerde instelling (GI) waren geuit. De GI had aangevoerd dat er mogelijk sprake was van ouderonthechting en een loyaliteitsconflict, maar het hof oordeelde dat er geen bewijs was voor deze claims. Het hof concludeerde dat [de minderjarige] goed functioneerde en dat er geen grond was voor de verlenging van de ondertoezichtstelling. Het hof heeft de bestreden beschikking van de kinderrechter vernietigd en het verzoek van de GI tot verlenging van de ondertoezichtstelling afgewezen.