Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[verzoeker],
[de minderjarige4],
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gaat het om een verzoek van grootouders om een omgangsregeling met hun kleinkinderen. De grootouders, vertegenwoordigd door advocaat mr. L.J.A. Eshuis-Nijmeijer, hebben in hoger beroep een verzoek ingediend tegen de beslissing van de rechtbank Overijssel, die hun verzoek tot omgang met de kleinkinderen had afgewezen. De gecertificeerde instelling Stichting Jeugdbescherming Overijssel (GI) is verweerster in deze zaak. Het hof heeft in eerdere beschikkingen al bepaald dat de GI de grootouders jaarlijks moet informeren over het welzijn van de kinderen en hen foto's moet sturen. Tijdens de mondelinge behandeling op 25 april 2023 zijn de grootouders en vertegenwoordigers van het Leger des Heils aanwezig geweest, maar de pleegouders en de raad voor de kinderbescherming waren niet aanwezig.
Het hof heeft de situatie van elk van de vier minderjarigen afzonderlijk beoordeeld. Voor [de minderjarige1] is vastgesteld dat hij graag contact wil met zijn grootouders, en er zijn al stappen gezet om dit contact op te bouwen. Het hof heeft besloten dat de omgangsregeling voor [de minderjarige1] en [de minderjarige2] onder regie van het Leger des Heils moet plaatsvinden, waarbij het belang van de kinderen voorop staat. Voor [de minderjarige3] en [de minderjarige4] is het hof van oordeel dat omgang met de grootouders op dit moment niet in hun belang is, gezien hun traumatische ervaringen en de noodzaak voor stabiliteit in hun leven. Het hof heeft de eerdere beschikking van de rechtbank bekrachtigd voor deze twee kinderen, maar de beschikking voor [de minderjarige1] en [de minderjarige2] vernietigd en een omgangsregeling vastgesteld.
De beslissing van het hof is op 1 juni 2023 uitgesproken in het openbaar, waarbij de rechters E. de Boer, R. Feunekes en L. Hamer aanwezig waren, bijgestaan door griffier mr. K.E. Vaartjes-de Wit.