Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
valse jaarrekeningen van [bedrijf 1] over de jaren 2015 en 2016;
valse werkgeversverklaringen van [bedrijf 1] op naam van [medeverdachte 1] en [persoon 2] ;
valse loonstroken van oktober, november, december 2016 [bedrijf 1] op naam van [medeverdachte 1] ;
valse loonstroken van april en februari 2017 [bedrijf 1] op naam van [medeverdachte 1] en [persoon 2] ;
een valse factuur van een auto, (Volkswagen Up, kenteken [X] );
op voornoemde jaarrekeningen van [bedrijf 1] (bij de posten “personeel, inhuur” en “liquide middelen”) fictieve bedragen opgenomen/vermeld;
op voornoemde werkgeversverklaringen fictieve bedragen aan (jaar)salaris voor [medeverdachte 1] en [persoon 2] opgenomen/vermeld;
op voornoemde loonstroken fictieve bedragen aan (maand)salaris opgenomen/vermeld;
op voornoemde factuur vermeld dat de auto verkocht is door [bedrijf 2] ;
de valse jaarrekening van 2015 van [bedrijf 1] aan [bedrijf 3] te (laten) sturen voor het verkrijgen van de financiering voor een KTM motor en/of bij de Kamer van Koophandel te (laten) deponeren voor het verkrijgen va de financiering van een Peugeot 308;
de valse jaarrekening van 2016 van [bedrijf 1] aan [bedrijf 4] te (laten) sturen voor het verkrijgen van de financiering voor de Peugeot 5008;
de valse loonstroken en de valse werkgevers verklaringen aan [persoon 3] en/of [persoon 4] te (laten) sturen voor het verkrijgen van een hypotheek voor de woning [straat] te [plaats] ;
de valse loonstrook van april 2017 te (laten) sturen aan [bedrijf 12] voor het verkrijgen van een creditcard;
de valse factuur aan [bedrijf 5] en/of [bedrijf 6] te (laten) sturen voor het verkrijgen van de financiering voor de Volkswagen Up.
Tijdens het faillissement enig(e) goed(eren) aan de boedel heeft onttrokken, te weten:
70.000 euro geleend aan [bedrijf 1] op 1 mei 2014 (voor de aankoop van een chalet);
(de waarde/opbrengst van) 72 aandelen in [bedrijf 7] verkregen op 8 maart 2017;
175.000 euro ontvangen (uit de lening van [persoon 5] d.d. 23 maart 2017);
100.000,- euro verkregen op een Luxemburgse rekening (van verdachte) en 50.000,- euro door verdachte contant ontvangen (vanuit de lening van [bedrijf 8] (d.d. 24 maart 2017);
(tot 1 juli 2016) Ter gelegenheid van het faillissement één of meer schuldeiser(s) op enige wijze wederrechtelijk heeft bevoordeeld, immers heeft hij, verdachte,
zijn lening aan [persoon 6] (gedeeltelijk) afgelost door 97.500,- euro aan die [persoon 6] terug te betalen (in 2014 en 2015);
zijn lening aan [persoon 7] (gedeeltelijk) afgelost door 195.000 euro aan die [persoon 7] terug te betalen (in de periode van 29 augustus 2013 tot en met 13 september 2013);
(tot 1 juli 2016) Lasten heeft verdicht en/of baten niet heeft verantwoord, te weten:
170.000,- euro door een lening van [persoon 6] d.d. 23 september 2013;
1.000.000,- euro door een lening van [bedrijf 9] d.d. 27 augustus 2013);
481.000,- euro aan contante stortingen op de bankrekening van [bedrijf 10] (in de periode van 10 juli 2012 tm 11 juni 2014;
Overweging met betrekking tot het bewijs
- in de woning van verdachte in de slaapkamer onder het matras 49 biljetten van € 500 zijn aangetroffen;
- deze biljetten vals waren door het ontbreken van het watermerk en de intaglio druktechniek;
- verdachte op de hoogte was van de valsheid op het moment dat hij de biljetten zag.
- de jaarrekeningen van [bedrijf 1] over de jaren 2015 en 2016;
- de werkgeversverklaringen van [bedrijf 1] op naam van [medeverdachte 1] en [persoon 2] ;
- de loonstroken van oktober, november en december 2016 van [bedrijf 1] ;
- de loonstroken van april en februari 2017 van [bedrijf 1] op naam van [medeverdachte 1] en [persoon 2] ;
- de factuur van de auto, VW Up, kenteken [X] .
- verdachte op 10 juli 2012 persoonlijk failliet is verklaard door de rechtbank Groningen;
- in de ten laste gelegde periode geen economische activiteiten werden verricht binnen [bedrijf 10] en [bedrijf 11] ;
- verdachte feitelijke leiding heeft gegeven aan voormelde rechtspersonen.
- Verdachte heeft tijdens geen enkel verhoor bij de politie verklaard over de herkomst van het geld of zelfs maar gesteld dat hij niet het oogmerk heeft gehad om de betreffende valse bankbiljetten als echt en onvervalst uit te geven of deze te doen uitgeven. Verdachte heeft in een laat stadium, te weten ter zitting van de rechtbank een inhoudelijke verklaring afgelegd. Die verklaring over de herkomst van het valse geld heeft verdachte bijna vier jaar later ter zitting van het hof geheel gewijzigd en voorzien van enkele niet te verifiëren details. Verdachte heeft uiteindelijk twee verschillende en andersluidende verklaringen afgelegd over het valse geld onder zijn matras.
- Verdachte heeft geen van zijn verklaringen ter zitting onderbouwd met namen, bedragen, stukken als facturen en orderbevestigingen of andere te verifiëren gegevens. Niet alleen is zijn verklaring pas in een heel laat stadium afgelegd, zijn verklaring is ook niet toetsbaar en niet verifieerbaar.
- Bovendien tart zijn verklaring elke logica. Niet valt in te zien dat verdachte als professionele handelspartij de betalingsachterstand van een zakelijke relatie laat oplopen tot een bedrag van € 24.500 of meer; dat hij dat bedrag vervolgens in een geseald pakket biljetten laat betalen zonder te controleren of het gehele bedrag voldaan is en in welke valuta; dat hij zich laat betalen in een hotel en niet op zijn kantoor en dat hij moet wachten tot hij de afnemer weer tegenkomt en kennelijk dus geen contactgegevens heeft van deze afnemer.
- medeverdachte [medeverdachte 2] heeft verklaard dat hij de jaarrekeningen van [bedrijf 1] over 2015 en 2016 valselijk in opdracht van verdachte heeft opgemaakt;
- medeverdachte [medeverdachte 2] ten aanzien van de jaarrekening heeft verklaard dat verdachte met de cijfers de boer op wilde, met [bedrijf 1] een financiering wilde verkrijgen en dat met de cijfers die er lagen niet ging lukken;
- in een op 21 februari 2017 tussen verdachte en [medeverdachte 2] gevoerd telefoongesprek waarin door [medeverdachte 2] tegen verdachte is gezegd:
- verdachte vanaf 3 april 2017 telefoongesprekken voerde met medewerkers van [bedrijf 4] over de aanschaf en financiering van een Peugeot 5008;
- een medewerker van [bedrijf 4] op 5 april 2017 een e-mail heeft gestuurd naar [e-mailadres 2] met als onderwerp “Peugeot 5008 order” waarin wordt gevraagd om onder meer de jaarcijfers van 2016;
- verdachte op 6 april 2017 door [bedrijf 4] is gebeld over de financiering, in welk gesprek verdachte heeft aangegeven dat [medeverdachte 2] de gegevens zal aanleveren.
- verdachte opzet heeft gehad op het valselijk opmaken van de jaarrekening over 2016;
- de jaarrekening bestemd was tot het dienen tot bewijs van enig feit, te weten de kredietwaardigheid van [bedrijf 1] ;
- verdachte opzet heeft gehad op het gebruik van de jaarrekening als ware deze echt en onvervalst;
- de jaarrekening daadwerkelijk als zodanig is gebruikt;
- verdachte ten aanzien van het valselijk opmaken en het gebruiken van de jaarrekening nauw en bewust heeft samengewerkt met medeverdachte [medeverdachte 2] .
- medeverdachte [medeverdachte 2] heeft verklaard dat hij de bedragen zelf verzon, en dat hij de jaarrekening heeft opgesteld aan de hand van de gegevens die verdachte had verstrekt, dat verdachte altijd zei “maak er maar een mooi plaatje van” en dat verdachte met de cijfers de boer op wilde, met [bedrijf 1] een financiering wilde verkrijgen en dat met de cijfers die er lagen niet ging lukken;
- verdachte vanaf 5 april gesprekken voerde met autobedrijf [bedrijf 14] in [plaats 2] ;
- verdachte in een telefoongesprek met een medewerker van [bedrijf 14] op 6 april 2017 onder meer heeft verklaard dat hij zijn bedrijfsgegevens zal sturen;
- verdachte op 6 april 2017 vanaf het e-mailadres [e-mailadres 1] de bedrijfsgegevens naar [bedrijf 14] heeft gestuurd;
- [medeverdachte 2] op 10 april 2017 vanaf het e-mailadres [e-mailadres 2] een KvK-uittreksel van [bedrijf 1] naar [bedrijf 14] heeft gestuurd;
- de financierende partij, [bedrijf 15] , in het interne acceptatiedocument dezelfde cijfers als in de jaarrekening over 2015 heeft vermeld;
- de financial leaseovereenkomst en het acceptatiecertificaat door verdachte zijn ondertekend;
- verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] beide per e-mail contact hebben gehad met [bedrijf 3] over de KTM en de financiering;
- verdachte de motorfiets heeft gekocht voor € 10.000,- en deze bij hem thuis is aangetroffen;
- medeverdachte [medeverdachte 2] heeft verklaard dat hij op verzoek van verdachte de stukken, waaronder de jaarrekening over 2015, naar [bedrijf 3] heeft gestuurd.
- verdachte opzet heeft gehad op het valselijk opmaken van de jaarrekening over 2015;
- de jaarrekening was bestemd tot het dienen tot bewijs van enig feit, te weten de kredietwaardigheid van [bedrijf 1] ;
- verdachte opzet heeft gehad op het gebruik van de jaarrekening als ware deze echt en onvervalst;
- de jaarrekening daadwerkelijk als zodanig is gebruikt, zowel ten aanzien van de Peugeot 308 als de KTM motorfiets;
- verdachte ten aanzien van het valselijk opmaken en het gebruiken van de jaarrekening nauw en bewust heeft samengewerkt met medeverdachte [medeverdachte 2] .
- medeverdachte [medeverdachte 2] heeft verklaard dat die auto nooit van [bedrijf 2] is geweest, verdachte hem vertelde dat hij (verdachte) een Volkswagen Up had gekocht voor zijn (verdachtes) zoon en daarvoor een factuur nodig had welke [medeverdachte 2] heeft gemaakt en de factuur met succes is gebruikt voor het aanvragen van een financial lease;
- de factuur is aangetroffen op de laptop van [medeverdachte 2] en ook – als bijlage bij de e-mail van [e-mailadres 3] naar [e-mailadres 4] – op de computer van verdachte;
- verdachte met de partner van de werkelijke verkopende partij telefoongesprekken heeft gevoerd over de betaling van de Volkswagen.
- verdachte opzet heeft gehad op het valselijk opmaken van de factuur van [bedrijf 2] ;
- de factuur was bestemd tot het dienen tot bewijs van enig feit, te weten de koop van de Volkswagen Up;
- verdachte opzet heeft gehad op het gebruik van de factuur als ware deze echt en onvervalst;
- de factuur daadwerkelijk als zodanig is gebruikt;
- verdachte ten aanzien van het valselijk opmaken en het gebruiken van de factuur nauw en bewust heeft samengewerkt met medeverdachte [medeverdachte 2] .
- de jaarrekeningen van [bedrijf 1] over de jaren 2015 en 2016;
- de werkgeversverklaringen van [bedrijf 1] op naam van [medeverdachte 1] en [persoon 2] ;
- de loonstroken van oktober, november en december 2016 van [bedrijf 1] op naam van [medeverdachte 1] ;
- de loonstroken van april en februari 2017 van [bedrijf 1] op naam van [medeverdachte 1] en [persoon 2] ;
- de factuur van [bedrijf 7] ten behoeve van de auto, VW Up, kenteken [X] .
kanontstaan. Dat laatste is het geval.
- verdachte van 3 januari 2011 tot en met 30 september 2015 enig aandeelhouder en formeel bestuurder was van [bedrijf 10] . [bedrijf 10] is op 30 september 2015 ontbonden omdat er sinds 2003 geen jaarrekeningen waren gedeponeerd en dat bij de belastingdienst geen omzet, inkomen of enige administratie bekend was;
- verdachte ter zitting van het hof heeft bevestigd dat sprake was van een lege BV zonder activiteiten en dat hij in 2011 voorafgaand aan zijn persoonlijk faillissement een bankrekening heeft geopend op naam van [bedrijf 10] ;
- medeverdachte [medeverdachte 1] , de echtgenote van verdachte, vanaf 1990 enig bestuurder en aandeelhouder was van [bedrijf 11] , zo blijkt onder meer uit een boekenonderzoek van de Belastingdienst dat afgesloten werd in 2015. De belastingdienst heeft in haar controlerapport genoteerd dat alle (bestuurs)activiteiten voor rekening komen van [persoon 2] die naar eigen zeggen bij iedere bestuurshandeling gemachtigd is door mevrouw [medeverdachte 1] . Bij de Belastingdienst zijn geen inkomen en geen omzet bekend en in genoemd boekenonderzoek heeft de Belastingdienst onder meer vastgesteld dat ontvangen bedragen mede gediend hebben ter financiering van persoonlijke uitgaven van verdachte en zijn partner, de ontvangen lening van [bedrijf 9] voornamelijk bestemd is geweest voor de aflossing van oude privé schulden van verdachte en zijn partner en dat overige leningen niet kunnen worden gestaafd met overeenkomsten of andere stukken;
- blijkens de gegevens van de Kamer van Koophandel, medeverdachte [medeverdachte 1] van 18 maart 2014 tot 8 maart 2017 als enig bestuurder van [bedrijf 7] geregistreerd stond. De naam is op 21 maart 2017 gewijzigd in [bedrijf 1] . Met ingang van 8 maart 2017 is [bedrijf 13] enig aandeelhouder en bestuurder van [bedrijf 1] . Alle aandelen van [bedrijf 7] / [bedrijf 1] waren in handen van medeverdachte [medeverdachte 1] en de kinderen van verdachte en zijn medeverdachte. Op 8 maart 2017 zijn alle 72 aandelen van medeverdachte [medeverdachte 1] verkocht aan [bedrijf 13] , vertegenwoordigd door [persoon 2] .
- verdachte ter zitting van het hof heeft verklaard dat hij de ondernemingen die op naam stonden van zijn vrouw heeft gebruikt en dat hij feitelijk bestuurder was en dat hij “maar marginaal” iets met die ondernemingen heeft gedaan;
- er in de ten laste gelegde periode geen zakelijke activiteiten (meer) werden verricht binnen [bedrijf 10] en [bedrijf 11] ;
- er in die periode geen sprake was van personeel of bedrijfspanden;
- verdachte de beschikking had over de bankrekeningen van deze rechtspersonen en daarmee privé-uitgaven deed;
- verdachte uit naam van [bedrijf 10] en [bedrijf 11] leningen aanging en/of afloste die met de bedrijfsvoering of activiteiten van beide BV’s niets van doen hadden;
- dat de kort voor persoonlijk faillissement geopende bankrekening van [bedrijf 10] , na dat faillissement gevoed werd met zeer grote bedragen waaronder contante stortingen van € 481.000 en “leningen”, onder andere een lening van € 990.000 van [bedrijf 11] terwijl van een zakelijke overeenkomst niet is gebleken. Dat dit bedrag afkomstig was van een lening van in totaal 1 miljoen euro van [bedrijf 9] aan [bedrijf 11] . Getuige [persoon 8] , bestuurder van [bedrijf 9] heeft verklaard dat [persoon 2] die 1 miljoen euro nodig had omdat verdachte en zijn gezin ernstig bedreigd werden door Turkse mannen, hetgeen een persoonlijk en geen zakelijk belang is;
- een deel van de door verdachte geleende gelden gestort werd op een Luxemburgse bankrekening [nummer] die door verdachte zelf geopend is en die door verdachte het meest werd gebruikt;
- en verdachte in een telefoongesprek met [persoon 7] over zijn (verdachtes) faillissement heeft gezegd:
- uit het proces-verbaal van bevindingen van FIU Nederland met bijlagen blijkt dat op 1 mei 2014 door verdachte een bedrag van € 51.000 in goederen is geleend aan [bedrijf 1] / [medeverdachte 1] ;
- op 1 mei 2014 door verdachte / [bedrijf 10] een bedrag van € 19.000 is geleend aan [bedrijf 1] / [medeverdachte 1] ;
- het betreffende chalet op 28 juli 2014 is geleverd aan [bedrijf 1] .
- verdachte een lening van € 175.000 heeft afgesloten bij [persoon 5] op 23 februari 2017 te Arnhem;
- [bedrijf 1] € 75.000 heeft ontvangen van [persoon 5] ;
- verdachte op 23 maart 2017 in een telefoongesprek aan [persoon 5] heeft gevraagd of het naar twee bankrekeningen mag en dat [persoon 5] in datzelfde telefoongesprek heeft aangegeven dat de “75” onderweg is;
- verdachte op 23 maart 2017 twee sms-berichten naar [persoon 5] heeft gestuurd, inhoudende respectievelijk “100k Luxemb aub” en “En rest naar NL”;
- verdachte ter zitting van het hof heeft verklaard dat [persoon 5] een woekerrente vroeg, hij (verdachte) de lening nodig had voor de aankoop van dranken en dat hij was “opgehangen” aan [persoon 5] .
- verdachte op 24 maart 2017 een lening van € 150.000 heeft afgesloten bij [bedrijf 8] , waarvan € 100.000 te ontvangen op de Luxemburgse bankrekening ten name van verdachte en € 50.000 contant; en
- verdachte ter zitting van het hof heeft bevestigd dat hij de lening tegen tien procent rente per jaar heeft gekregen ten behoeve van de aankoop van dranken.
- uit een overeenkomst 26 april 2017 tussen verdachte en [persoon 6] blijkt dat verdachte eerder € 170.000 heeft geleend van [persoon 6] en dat daarvan in 2014 en 2015 een bedrag van € 97.500 is afgelost per bank en in contanten en dat nog een bedrag van € 72.500 open staat.
- volgens een notitie op de achterkant van een bankafschrift verdachte twee keer € 25.000 per bank heeft afgelost en er drie bedragen van respectievelijk € 30.000, € 10.000 en
- vanaf de bankrekening gesteld ten name van [bedrijf 10] op vijf verschillende data in augustus en september 2013 in totaal € 195.000 aan [persoon 7] is overgemaakt met de omschrijving “aflossing”;
- [persoon 7] heeft over de lening verklaard:
- verdachte ter zitting van het hof heeft verklaard dat hij uit de door [persoon 8] (het hof begrijpt: [bedrijf 9] ) betaalde 1 miljoen euro onder meer het bedrag van
- [bedrijf 11] op 27 augustus 2013 een lening is aangegaan bij [bedrijf 9] voor een bedrag van € 1 miljoen;
- uit een rekeningafschrift van [bedrijf 10] blijkt dat op 15 augustus 2013 een bedrag van € 250.000 en op 28 augustus 2013 een bedrag van € 750.000 is ontvangen van [bedrijf 9] ;
- [persoon 8] , bestuurder van [bedrijf 9] , heeft bevestigd dat hij in totaal ruim € 2 miljoen aan verdachte en diens partner heeft geleend.
Bewezenverklaring
valse jaarrekeningen van [bedrijf 1] over de jaren 2015 en 2016;
valse werkgeversverklaringen van [bedrijf 1] op naam van [medeverdachte 1] en [persoon 2] ;
valse loonstroken van oktober, november, december 2016 [bedrijf 1] op naam van [medeverdachte 1] ;
valse loonstroken van april en februari 2017 [bedrijf 1] op naam van [medeverdachte 1] en [persoon 2] ;
een valse factuur van een auto, (Volkswagen Up, kenteken [X] );
op voornoemde jaarrekeningen van [bedrijf 1] (bij de posten “personeel, inhuur” en “liquide middelen”) fictieve bedragen opgenomen/vermeld;
op voornoemde werkgeversverklaringen fictieve bedragen aan (jaar)salaris voor [medeverdachte 1] en [persoon 2] opgenomen/vermeld;
op voornoemde loonstroken fictieve bedragen aan (maand)salaris opgenomen/vermeld;
op voornoemde factuur vermeld dat de auto verkocht is door [bedrijf 2] ;
de valse jaarrekening van 2015 van [bedrijf 1] aan [bedrijf 3] te (laten) sturen voor het verkrijgen van de financiering voor een KTM motor en/of bij de Kamer van Koophandel te (laten) deponeren voor het verkrijgen va de financiering van een Peugeot 308;
de valse jaarrekening van 2016 van [bedrijf 1] aan [bedrijf 4] te (laten) sturen voor het verkrijgen van de financiering voor de Peugeot 5008;
de valse loon stroken en de valse werkgevers verklaringen aan [persoon 3] en/of[persoon 4] te (laten) sturen voor het verkrijgen van een hypotheek voor de woning [straat] te [pleegplaats] ;
De valse loonstrook van april 2017 te (laten) sturen aan [bedrijf 12] voor het verkrijgen van een creditcard;
De valse factuur aan [bedrijf 5]en/of [bedrijf 6] te (laten) sturen voor het verkrijgen van de financiering voor de Volkswagen Up.
tijdens het faillissementenig(e)goed(eren)aan de boedel heeft onttrokken, te weten:
70.000 euro geleend aan [bedrijf 1] op 1 mei 2014 (voor de aankoop van een chalet);
(de waarde/opbrengst van) 72 aandelen in [bedrijf 7] verkregen op 8 maart 2017;
175.000 euro ontvangen (uit de lening van [persoon 5] ) d.d. 23 maart 2017;
100.000,- euro verkregen op een Luxemburgse rekening (van verdachte) en 50.000,- euro door verdachte contant ontvangen (vanuit de lening van [bedrijf 8] (d.d. 24 maart 2017);
(tot 1 juli 2016) ter gelegenheid van het faillissement één of meer schuldeiser(s) op enige wijze wederrechtelijk heeft bevoordeeld, immers heeft hij, verdachte,
zijn lening aan [persoon 6] (gedeeltelijk) afgelost door 97.500,- euro aan die [persoon 6] terug te betalen (in 2014 en 2015);
zijn lening aan [persoon 7] (gedeeltelijk) afgelost door 195.000 euro aan die [persoon 7] terug te betalen (in de periode van 29 augustus 2013 tot en met 13 september 2013);
(tot 1 juli 2016) Lasten heeft verdicht en/of baten niet heeft verantwoord, te weten:
170.000,- euro door een lening van [persoon 6] d.d. 23 september 2013;
1.000.000,- euro door een lening van [bedrijf 9] d.d. 27 augustus 2013);
481.000,- euro aan contante stortingen op de bankrekening van [bedrijf 10] (in de periode van 10 juli 2012 tot en met 11 juni 2014);
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
“het interesseert mij eigenlijk helemaal geen enne kut, of het er nou op ligt of niet er op ligt, ik heb er geen last van, ik heb er geen gemak van”.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
38 (achtendertig) maanden.
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- 1.00 STK Administratie 0.00
- 1.00 STK Administratie 0.00
- 4 1.00 STK Overige goederen Kl:zwart