Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Jeugdbescherming Gelderland,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 17 januari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van vijf minderjarige kinderen. De moeder, verzoekster in hoger beroep, heeft de bestreden beschikking van de rechtbank Gelderland van 3 oktober 2022 aangevochten, waarin de machtiging tot uithuisplaatsing van de kinderen bij de vader was verleend. De moeder heeft verzocht om schorsing van de uitvoerbaarverklaring van deze beschikking en om vernietiging van de bestreden beschikking, of in elk geval om een kortere duur van de uithuisplaatsing.
Het hof heeft in zijn overwegingen de belangen van de kinderen en de moeder tegen elkaar afgewogen. De moeder heeft na de breuk met de vader in een crisissituatie geleefd, waarbij er zorgen waren over haar welzijn en de invloed daarvan op de kinderen. De GI heeft intensieve ondersteuning geboden, maar er was onvoldoende verbetering in de thuissituatie van de moeder. Het hof heeft vastgesteld dat de moeder zich niet aan de aanwijzingen van de GI hield en dat er zorgen waren over de veiligheid en het welzijn van de kinderen.
Uiteindelijk heeft het hof geoordeeld dat de machtiging tot uithuisplaatsing op goede gronden was verleend en heeft het de bestreden beschikking bekrachtigd. De moeder is niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek tot schorsing van de uitvoerbaarverklaring. De beslissing van het hof benadrukt het belang van een veilige leefomgeving voor de kinderen en de noodzaak van een zorgvuldige afweging van de belangen van alle betrokkenen.