In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 17 mei 2023 een tussenarrest gewezen in het hoger beroep van een verdachte die eerder door de rechtbank Midden-Nederland was veroordeeld tot een gevangenisstraf van dertig maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 18 november 2022, waarin ook beslissingen waren genomen over schadevergoeding aan benadeelde partijen en de teruggave van inbeslaggenomen voorwerpen. Tijdens de regiezitting op 20 april 2023 zijn verzoeken van de verdediging besproken, waaronder het verzoek om een reclasseringsrapport op te maken ten behoeve van schorsing van de voorlopige hechtenis, zodat de verdachte zijn studie kan hervatten. De verdediging heeft ook verzocht om aansluiting bij onderzoekswensen van medeverdachten. De advocaten-generaal hebben op hun beurt verzocht om het horen van medeverdachten als getuigen in deze zaak.
Het hof heeft de verzoeken van de verdediging en het openbaar ministerie beoordeeld. Het verzoek om schorsing van de voorlopige hechtenis werd afgewezen, terwijl het hof het aansluitverzoek van de verdediging wel toekende. Het hof oordeelde dat het horen van getuigen niet noodzakelijk was, ondanks de mogelijkheid dat zij een andere verklaring zouden afleggen. Het hof heeft besloten het onderzoek te heropenen en de reclassering te verzoeken te rapporteren over de verdachte, met speciale aandacht voor de toepassing van het adolescentenstrafrecht. De zaak zal worden hervat op een nog nader te bepalen datum.