ECLI:NL:GHARL:2023:4263

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
17 mei 2023
Publicatiedatum
17 mei 2023
Zaaknummer
21-005140-22
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenarrest in hoger beroep inzake gevangenisstraf en verzoeken tot schorsing voorlopige hechtenis

In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 17 mei 2023 een tussenarrest gewezen in het hoger beroep van een verdachte die eerder door de rechtbank Midden-Nederland was veroordeeld tot een gevangenisstraf van dertig maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 18 november 2022, waarin ook beslissingen waren genomen over schadevergoeding aan benadeelde partijen en de teruggave van inbeslaggenomen voorwerpen. Tijdens de regiezitting op 20 april 2023 zijn verzoeken van de verdediging besproken, waaronder het verzoek om een reclasseringsrapport op te maken ten behoeve van schorsing van de voorlopige hechtenis, zodat de verdachte zijn studie kan hervatten. De verdediging heeft ook verzocht om aansluiting bij onderzoekswensen van medeverdachten. De advocaten-generaal hebben op hun beurt verzocht om het horen van medeverdachten als getuigen in deze zaak.

Het hof heeft de verzoeken van de verdediging en het openbaar ministerie beoordeeld. Het verzoek om schorsing van de voorlopige hechtenis werd afgewezen, terwijl het hof het aansluitverzoek van de verdediging wel toekende. Het hof oordeelde dat het horen van getuigen niet noodzakelijk was, ondanks de mogelijkheid dat zij een andere verklaring zouden afleggen. Het hof heeft besloten het onderzoek te heropenen en de reclassering te verzoeken te rapporteren over de verdachte, met speciale aandacht voor de toepassing van het adolescentenstrafrecht. De zaak zal worden hervat op een nog nader te bepalen datum.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-005140-22
Uitspraak d.d.: 17 mei 2023
TEGENSPRAAK
Tussenarrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 18 november 2022 met parketnummer 16-222488-21 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2003,
wonende te [adres] .

Het hoger beroep

Verdachte is bij vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 18 november 2022 veroordeeld tot een gevangenisstraf van dertig maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren en met daaraan verbonden een aantal bijzondere voorwaarden. Verder heeft de rechtbank beslist op de vorderingen tot schadevergoeding van de benadeelde partijen. Ook heeft de rechtbank beslist dat de inbeslaggenomen voorwerpen worden teruggegeven aan verdachte.
De verdachte en de officier van justitie hebben tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de regiezitting van het hof van 20 april 2023, met inachtneming van dat wat voorafgaand aan die zitting tijdens de door het hof gelaste schriftelijke rondes aan standpunten is uitgewisseld, en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg. Het onderzoek is formeel gesloten op 17 mei 2023.
Het hof heeft kennisgenomen van de standpunten van de advocaten-generaal mrs. E.C. Lodder en A.M. Hermelink. Daarnaast heeft het hof kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw mr. E.I.B. Hoffman naar voren is gebracht.
Verzoeken en standpunten van de verdediging
De verdediging heeft bij mail van 14 februari 2023 verzocht om:
I het opmaken van een reclasseringsrapport ten behoeve van schorsing van de
voorlopige hechtenis
De verdediging verzoekt om de reclassering opnieuw te laten rapporteren omtrent de mogelijkheden voor een schorsing van de voorlopige hechtenis op korte termijn, en meer in het bijzonder voor september 2023, zodat verdachte zijn studie weer kan oppakken.
II aansluitverzoek
De verdediging wenst zich te kunnen aansluiten bij onderzoekswensen van de medeverdachten.
Gedurende de schriftelijke procedure is van de verdediging geen nadere reactie ontvangen.
Ter terechtzitting van 20 april 2023 heeft de verdediging de verzoeken gehandhaafd en nader toegelicht. Door de verdediging is daarbij
ten aanzien van verzoek Iaangevoerd dat gelet op de eis van het openbaar ministerie in eerste aanleg een schorsing wel degelijk aan de orde zou kunnen zijn. Daarnaast is
ten aanzien van verzoek IIopgemerkt dat het verzoek ziet op het horen van getuigen.
Verzoek en standpunten van de advocaten-generaal
De advocaten-generaal hebben per mail van 13 februari 2023 verzocht om het (nogmaals) horen van alle verdachten als getuige in elkaars zaak. Naast de zeven verdachten die hoger beroep hebben ingesteld wordt ook verzocht om [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] als getuigen te horen. Hun vonnissen zijn onherroepelijk. Gelet hierop is het mogelijk dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] meer duidelijkheid willen en kunnen geven over de gebeurtenissen van 14 juli 2021 en over de rol van de zeven verdachten die wel in hoger beroep zijn gegaan.
Ten aanzien van de zeven verdachten die in hoger beroep zijn gegaan geldt, dat deze gedurende de procesgang in eerste aanleg geen volledige openheid van zaken hebben gegeven. Nu de rechtbank zich heeft uitgesproken over bewezenverklaring en straf zijn verdachten mogelijk bereid in hoger beroep wel naar waarheid en volledig te verklaren.
Dit brengt met zich de noodzaak de medeverdachten als getuigen te horen. Als het hof besluit tot het horen van deze getuigen, dan heeft het de voorkeur van het openbaar ministerie om deze getuigen te horen bij de raadsheer-commissaris, omdat zij zich aldaar zeer waarschijnlijk vrijer zullen voelen om te verklaren.
De advocaten-generaal hebben op 13 maart 2023 schriftelijk gereageerd op de verzoeken van de verdediging, inhoudende:
ten aanzien van verzoek I
Het openbaar ministerie ziet geen reden en ruimte voor schorsing van de voorlopige hechtenis en (dus) ook niet voor het doen opmaken van een rapport dienaangaande.
ten aanzien van verzoek II
Het openbaar ministerie heeft geen bezwaar tegen het aansluitverzoek.
Ter zitting van 20 april 2023 hebben de advocaten-generaal hun standpunten gehandhaafd.
Oordeel van het hof
Onderzoekswens advocaten-generaal
Het hof wijst dit verzoek af. Dat – kortgezegd – de mogelijkheid bestaat dat getuigen een andersluidende verklaring gaan afleggen is onvoldoende om te oordelen dat het noodzakelijk is om deze getuigen te horen. Dat de uitspraken in de zaken van de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] onherroepelijk zijn maakt het voorgaande niet anders.
Onderzoekswensen verdediging
Het hof wijst het aansluitverzoek toe. Indien in de zaken van de medeverdachten verzoeken tot het horen van getuigen worden gehonoreerd, worden deze getuigen in alle zaken gehoord.
Voor de planning van de verhoren gebruikt het hof de hiervoor in overleg met de verdediging en de advocaten-generaal gereserveerde data. Er wordt geen rekening gehouden met eventuele verhinderingen van de verdediging die zien op deze data.
Dit brengt mee dat ook in de zaak van verdachte [medeverdachte 3] , [persoon 1] , [persoon 2] , verbalisant/onderzoeksrechter met nummer [nummer] en de leider van het politieonderzoek in Spanje als getuigen worden gehoord door de raadsheer-commissaris.
In het bijzonder overweegt het hof dat het verhoor van (medeverdachte) [medeverdachte 3]
uitsluitendziet op de voiceberichten die via Telegram zouden zijn verstuurd door hem aan [persoon 3] .
Nu de voorlopige hechtenis van verdachte is geschorst behoeft het verzoek om het opmaken van een schorsingsrapportage door de reclassering geen verdere bespreking.
Ambtshalve beslissing
Het hof acht het noodzakelijk dat de reclassering ten behoeve van de inhoudelijke behandeling rapporteert over verdachte, waarbij de reclassering wordt verzocht expliciet in te gaan op de vraag of in de zaak van verdachte aanleiding bestaat over te gaan tot de toepassing van het adolescentenstrafrecht. Het hof geeft de advocaten-generaal de opdracht hiervoor zorg te dragen.
Heropening
Gezien het voorgaande wordt het onderzoek heropend.

BESLISSING

Het hof:
Heropent het onderzoek onder gelijktijdige schorsing daarvan.
Stelt de stukken in handen van de raadsheer-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in dit hof teneinde als getuigen te horen:
  • [medeverdachte 3] (wonende te [adres 1] );
  • [persoon 1] (wonende te [adres 2] );
  • [persoon 2] (wonende te [adres 3] );
en – zo mogelijk – via een digitale verbinding:
-
verbalisant/onderzoeksrechter met nummer [nummer] ;
-
de leider van het politieonderzoek in Spanje.
Het hof bepaalt dat het verhoor van (medeverdachte) [medeverdachte 3] bij de raadsheer-commissaris
uitsluitendziet op de voiceberichten die via Telegram zouden zijn verstuurd door die [medeverdachte 3] aan [persoon 3] .
Draagt de advocaten-generaal op er voor zorg te dragen dat de reclassering rapporteert ten behoeve van de inhoudelijke behandeling, waarbij de reclassering wordt verzocht expliciet in te gaan op de vraag of in de zaak van verdachte aanleiding bestaat over te gaan tot de toepassing van het adolescentenstrafrecht.
Bepaalt dat het onderzoek zal worden hervat tegen een nog nader te bepalen terechtzitting.
Beveelt de oproeping van de verdachte tegen het nog nader te bepalen tijdstip, met tijdige kennisgeving daarvan aan de raadsvrouw van verdachte en aan de benadeelde partijen en slachtoffer(s) en hun advocaten.
Aldus gewezen door
mr. E.M.J. Brink, voorzitter,
mr. G.A. Versteeg en mr. M.C. van Linde, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. J. Brink, griffier,
en op 17 mei 2023 ter openbare terechtzitting uitgesproken.