In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 17 mei 2023 een tussenarrest gewezen in het hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 18 november 2022. De verdachte, geboren in 2002, was door de rechtbank veroordeeld tot een gevangenisstraf van dertig maanden, met aftrek van het voorarrest, en er waren beslissingen genomen over schadevergoeding aan benadeelde partijen en de teruggave van inbeslaggenomen voorwerpen. Zowel de verdachte als de officier van justitie hebben hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis.
Het hof heeft het onderzoek in deze zaak geopend op de regiezitting van 20 april 2023, waarbij de standpunten van de advocaten-generaal E.C. Lodder en A.M. Hermelink zijn gehoord, evenals de verdediging, vertegenwoordigd door mr. R.S. Imamkhan. De verdediging heeft verzoeken ingediend om getuigen te horen, waaronder medeverdachten, en heeft zich aangesloten bij verzoeken van de advocaten-generaal om getuigen te horen die mogelijk meer duidelijkheid kunnen geven over de gebeurtenissen van 14 juli 2021.
Het hof heeft de verzoeken van de advocaten-generaal om getuigen te horen afgewezen, maar heeft het aansluitverzoek van de verdediging toegewezen. Het hof heeft besloten dat als getuigen in de zaken van medeverdachten worden gehoord, deze ook in de zaak van de verdachte zullen worden gehoord. Tevens heeft het hof de reclassering opdracht gegeven om te rapporteren over de verdachte, met speciale aandacht voor de toepassing van het adolescentenstrafrecht. Het onderzoek is heropend en zal worden hervat op een nog nader te bepalen tijdstip.