ECLI:NL:GHARL:2023:4261

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
17 mei 2023
Publicatiedatum
17 mei 2023
Zaaknummer
21-005190-22
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenarrest in hoger beroep inzake strafzaak met meerdere verdachten en verzoeken tot getuigenverhoren

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 17 mei 2023 een tussenarrest gewezen in het hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 18 november 2022. De verdachte was veroordeeld tot een gevangenisstraf van dertig maanden, met aftrek van het voorarrest, en er waren beslissingen genomen over schadevergoedingen en inbeslaggenomen voorwerpen. Zowel de verdachte als de officier van justitie hebben hoger beroep ingesteld. Tijdens de regiezitting op 20 april 2023 zijn verschillende verzoeken van de verdediging en het openbaar ministerie besproken. De verdediging heeft verzocht om het horen van medeverdachte [medeverdachte 3] als getuige, en om nader onderzoek naar de volgorde van Telegram voiceberichten. Het hof heeft het verzoek tot het horen van [medeverdachte 3] toegewezen, maar het verzoek om de medeverdachten als getuigen te horen is afgewezen. Het hof heeft ook besloten dat de reclassering moet rapporteren over de verdachte in het kader van de inhoudelijke behandeling, met speciale aandacht voor de toepassing van het adolescentenstrafrecht. Het onderzoek is heropend en zal worden hervat op een nog nader te bepalen datum.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-005190-22
Uitspraak d.d.: 17 mei 2023
TEGENSPRAAK
Tussenarrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 18 november 2022 met parketnummer 16-216622-21 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2003,
wonende te [adres] .

Het hoger beroep

Verdachte is bij vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 18 november 2022 veroordeeld tot een gevangenisstraf van dertig maanden, met aftrek van het voorarrest. Verder heeft de rechtbank beslist op de vorderingen tot schadevergoeding van de benadeelde partijen. Ook heeft de rechtbank beslist dat de inbeslaggenomen voorwerpen worden teruggegeven aan verdachte.
De verdachte en de officier van justitie hebben tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de regiezitting van het hof van 20 april 2023, met inachtneming van dat wat voorafgaand aan die zitting tijdens de door het hof gelaste schriftelijke rondes aan standpunten is uitgewisseld, en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg. Het onderzoek is formeel gesloten op 17 mei 2023.
Het hof heeft kennisgenomen van de standpunten van de advocaten-generaal mrs. E.C. Lodder en A.M. Hermelink. Daarnaast heeft het hof kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw mr. S.M. Hof naar voren is gebracht.
Verzoeken en standpunten van de verdediging
De verdediging heeft bij appelschriftuur van 16 december 2022 verzocht om:
I het horen van medeverdachte [medeverdachte 3]
De verdediging wil in de gelegenheid gesteld worden om [medeverdachte 3] te confronteren met de in haar optiek belastende voiceberichten en naar zijn reactie vragen in zijn hoedanigheid als getuige. Het gaat om materiaal waar [medeverdachte 3] nog niet eerder een verklaring over heeft afgelegd en waar de verdediging ook nog geen vragen over heeft kunnen stellen.
II nader onderzoek naar de volgorde van de Telegram voiceberichten en de reactie van [persoon 3]
De verdediging meent dat het van groot belang is om duidelijkheid te verkrijgen over de volgorde 1) omdat de verdediging [medeverdachte 3] onder andere wil horen als getuige over de inhoud van deze voiceberichten 2) omdat de verdediging meent dat de volgorde van groot belang zou kunnen zijn. Juist omdat er meermalen wordt verwezen naar ‘die guy’ en bij een andere volgorde, de berichten mogelijkerwijs anders geïnterpreteerd zouden kunnen worden. Daarnaast wenst de verdediging in het bezit gesteld te worden van de Telegramberichten (inclusief de gesproken voiceberichten) tussen [persoon 3] en [medeverdachte 3] in de periode 13 juli 2021 tot en met de aanhouding van [medeverdachte 3] .
III aansluitverzoek
De verdediging wenst in de gelegenheid te worden gesteld om te kunnen aansluiten bij eventuele andere onderzoekswensen van de medeverdachten.
Gedurende de schriftelijke procedure heeft de verdediging op 13 februari 2023 per mail de verzoeken toegelicht en aangevuld. Daarbij is
ten aanzien van verzoek IIIaangevoerd dat de verdediging zich graag aansluit bij het verzoek van de verdediging van [medeverdachte 4] tot het horen van de medeverdachten. De medeverdachten zijn (in verschillende samenstellingen) aanwezig geweest/hebben onderdeel uitgemaakt van de vechtpartij. De verdediging acht het van belang in de gelegenheid gesteld te worden eventuele vragen te stellen wanneer nieuwe informatie wordt verstrekt dan wel over verdachte wordt gesproken.
Ter terechtzitting van 20 april 2023 heeft de verdediging aangevoerd dat verzoek II niet wordt gehandhaafd. De verzoeken I en III zijn gehandhaafd, waarbij het aansluitverzoek nader is geconcretiseerd tot:
  • het (eventueel schriftelijk) horen van de leider van het onderzoek in Spanje
  • het horen van de medeverdachten
  • het horen van [getuige 6]
  • het horen van [getuige 3] en [getuige 8]
Ook wenst de verdediging in de gelegenheid te worden gesteld eventuele andere getuigenverhoren bij te wonen.
Verzoek en standpunten van de advocaten-generaal
De advocaten-generaal hebben per mail van 13 februari 2023 verzocht om het (nogmaals) horen van alle verdachten als getuige in elkaars zaak. Naast de zeven verdachten die hoger beroep hebben ingesteld wordt ook verzocht om [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] als getuigen te horen. Hun vonnissen zijn onherroepelijk. Gelet hierop is het mogelijk dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] meer duidelijkheid willen en kunnen geven over de gebeurtenissen van 14 juli 2021 en over de rol van de zeven verdachten die wel in hoger beroep zijn gegaan.
Ten aanzien van de zeven verdachten die in hoger beroep zijn gegaan geldt, dat deze gedurende de procesgang in eerste aanleg geen volledige openheid van zaken hebben gegeven. Nu de rechtbank zich heeft uitgesproken over bewezenverklaring en straf zijn verdachten mogelijk bereid in hoger beroep wel naar waarheid en volledig te verklaren.
Dit brengt met zich de noodzaak de medeverdachten als getuigen te horen. Als het hof besluit tot het horen van deze getuigen, dan heeft het de voorkeur van het openbaar ministerie om deze getuigen te horen bij de raadsheer-commissaris, omdat zij zich aldaar zeer waarschijnlijk vrijer zullen voelen om te verklaren.
De advocaten-generaal hebben op 13 maart 2023 schriftelijk gereageerd op de verzoeken van de verdediging – voor zover hier van belang – inhoudende:
ten aanzien van verzoek I
Het openbaar ministerie stelt zich op het standpunt dat het verzoek tot het horen van medeverdachte [medeverdachte 3] kan worden toegewezen, nu het openbaar ministerie zelf heeft verzocht om het horen van alle (mede-)verdachten. Bovendien zijn de voiceberichten, waarover de verdediging vragen wil stellen, na het verhoor van de getuigen bij de rechter-commissaris binnengekomen.
ten aanzien van verzoek III
Het openbaar ministerie heeft geen bezwaar tegen het aansluitverzoek.
Ter zitting van 20 april 2023 hebben de advocaten-generaal hun standpunten gehandhaafd.
Oordeel van het hof
Onderzoekswens advocaten-generaal
Het hof wijst dit verzoek af. Dat – kortgezegd – de mogelijkheid bestaat dat getuigen een andersluidende verklaring gaan afleggen is onvoldoende om te oordelen dat het noodzakelijk is om deze getuigen te horen. Dat de uitspraken in de zaken van de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] onherroepelijk zijn maakt het voorgaande niet anders.
Onderzoekswensen verdediging
Op 2 december 2022 is door verdachte appel tegen het vonnis ingesteld. De verzoeken zijn bij appelschriftuur van 16 december 2022 – en dus binnen 14 dagen na het instellen van het hoger beroep – ingediend.
I Het horen van medeverdachte [medeverdachte 3]
Op dit verzoek is het noodzaakcriterium van toepassing.
Het hof acht het noodzakelijk om medeverdachte [medeverdachte 3] als getuige te (doen) horen over de voiceberichten die via Telegram zouden zijn verstuurd door hem aan [persoon 3] , nu de verdediging nog niet eerder de mogelijkheid heeft gehad de getuige over deze informatie te bevragen. Het verzoek wordt dan ook toegewezen, waarbij het hof nadrukkelijk bepaalt dat het verhoor uitsluitend ziet op dit onderwerp.
Het hof bepaalt dat het verhoor zal plaatsvinden bij de raadsheer-commissaris.
II Aansluitverzoek
Het hof wijst het aansluitverzoek toe. Voor zover in de zaken van de medeverdachten verzoeken tot het horen van getuigen worden gehonoreerd, worden deze getuigen in alle zaken gehoord. Voor de planning van de verhoren gebruikt het hof de hiervoor in overleg met de verdediging en de advocaten-generaal gereserveerde data. Er wordt geen rekening gehouden met eventuele verhinderingen van de verdediging die zien op deze data.
Dit brengt mee dat ook in de zaak van verdachte [persoon 1] , [persoon 2] , verbalisant/onderzoeksrechter met nummer [nummer] en de leider van het politieonderzoek in Spanje als getuigen worden gehoord door de raadsheer-commissaris.
Ambtshalve beslissing
Het hof acht het noodzakelijk dat de reclassering ten behoeve van de inhoudelijke behandeling rapporteert over verdachte, waarbij de reclassering wordt verzocht expliciet in te gaan op de vraag of in de zaak van verdachte aanleiding bestaat over te gaan tot de toepassing van het adolescentenstrafrecht. Het hof geeft de advocaten-generaal de opdracht hiervoor zorg te dragen.
Heropening
Gezien het voorgaande wordt het onderzoek heropend.

BESLISSING

Het hof:
Heropent het onderzoek onder gelijktijdige schorsing daarvan.
Stelt de stukken in handen van de raadsheer-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in dit hof teneinde als getuigen te horen:
  • [medeverdachte 3] (wonende te ’ [adres 1] );
  • [persoon 1] (wonende te [adres 2] );
  • [persoon 2] (wonende te [adres 3] );
en – zo mogelijk – via een digitale verbinding:
-
verbalisant/onderzoeksrechter met nummer [nummer] ;
-
de leider van het politieonderzoek in Spanje.
Het hof bepaalt dat het verhoor van (medeverdachte) [medeverdachte 3] bij de raadsheer-commissaris
uitsluitendziet op de voiceberichten die via Telegram zouden zijn verstuurd door die [medeverdachte 3] aan [persoon 3] .
Draagt de advocaten-generaal op er voor zorg te dragen dat de reclassering rapporteert ten behoeve van de inhoudelijke behandeling, waarbij de reclassering wordt verzocht expliciet in te gaan op de vraag of in de zaak van verdachte aanleiding bestaat over te gaan tot de toepassing van het adolescentenstrafrecht.
Bepaalt dat het onderzoek zal worden hervat tegen een nog nader te bepalen terechtzitting.
Beveelt de oproeping van de verdachte tegen het nog nader te bepalen tijdstip, met tijdige kennisgeving daarvan aan de raadsvrouw van verdachte en aan de benadeelde partijen en slachtoffer(s) en hun advocaten.
Aldus gewezen door
mr. E.M.J. Brink, voorzitter,
mr. G.A. Versteeg en mr. M.C. van Linde, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. J. Brink, griffier,
en op 17 mei 2023 ter openbare terechtzitting uitgesproken.