ECLI:NL:GHARL:2023:418

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
17 januari 2023
Publicatiedatum
17 januari 2023
Zaaknummer
200.312.824
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van bewindvoerder wegens gewichtige redenen in hoger beroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 17 januari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake het ontslag van een bewindvoerder. De verzoeker, die onder bewind stond, had in eerste aanleg verzocht om het ontslag van zijn bewindvoerder, [belanghebbende2], wegens gewichtige redenen. De kantonrechter had op 5 april 2022 de bewindvoerder ambtshalve ontslagen en [belanghebbende1] benoemd als opvolgend bewindvoerder. De verzoeker ging in hoger beroep tegen deze beslissing met vijf grieven.

Tijdens de mondelinge behandeling op 13 december 2022 werd duidelijk dat de verzoeker niet aanwezig was bij de eerdere zitting waar het voornemen tot ontslag was besproken. Het hof oordeelde dat de kantonrechter de verzoeker niet in de gelegenheid had gesteld om zijn bezwaren naar voren te brengen, maar dat dit in hoger beroep was rechtgezet. Het hof concludeerde dat er gewichtige redenen waren voor het ontslag van [belanghebbende2], omdat deze niet tijdig rekening en verantwoording had afgelegd aan de kantonrechter, ondanks herhaalde waarschuwingen.

Het hof bekrachtigde de beschikking van de kantonrechter en oordeelde dat de verzoeker, indien hij [belanghebbende2] opnieuw als bewindvoerder wenste, dit aan de kantonrechter moest verzoeken. De grieven van de verzoeker werden verworpen, en de beslissing van de kantonrechter bleef in stand.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.312.824
(zaaknummer rechtbank Gelderland 9786593)
beschikking van 17 januari 2023
inzake
[verzoeker],
woonplaats [woonplaats1] ,
verzoeker in hoger beroep, verder te noemen: [verzoeker] ,
advocaat: mr. P.L.O. van de Waarsenburg in Nijmegen,
en
[belanghebbende1],
gevestigd in [vestigingsplaats1]
belanghebbende in hoger beroep,
en
[belanghebbende2],
gevestigd in [vestigingsplaats2] ,
belanghebbende in hoger beroep,
verder te noemen: [belanghebbende2] .

1.Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de kantonrechter (rechtbank Gelderland, sector kanton, zittingsplaats Zutphen) van 5 april 2022, uitgesproken onder voormeld zaaknummer.

2.Het geding in hoger beroep

2.1
Het verloop van de procedure blijkt uit het beroepschrift met producties, ingekomen op 5 juli 2022.
2.2
De mondelinge behandeling heeft op 13 december 2022 plaatsgevonden. Aanwezig waren:
- [verzoeker] , bijgestaan door zijn advocaat,
- een lid van het bestuur van de bewindvoerder, en
- [belanghebbende2] .

3.De feiten

3.1
De kantonrechter heeft bij beschikking van 29 juli 2019 over alle tegenwoordige en toekomstige goederen die toebehoren aan [verzoeker] een bewind in de zin van artikel 1:431 van het Burgerlijk Wetboek (BW) ingesteld en [belanghebbende2] tot bewindvoerder benoemd.
3.2
De kantonrechter heeft [belanghebbende2] op 4 januari 2022 bericht dat zij het voornemen heeft [belanghebbende2] ambtshalve wegens gewichtige redenen te ontslaan.
3.3
Op de mondelinge behandeling bij de kantonrechter van 18 januari 2022 waar dit voornemen is besproken was [belanghebbende2] aanwezig. [verzoeker] was niet aanwezig.

4.De omvang van het geschil

4.1
Bij de bestreden beschikking heeft de kantonrechter [belanghebbende2] ambtshalve ontslagen als bewindvoerder en de [belanghebbende1] als opvolgend bewindvoerder benoemd.
4.2
[verzoeker] is met vijf grieven in hoger beroep gekomen van de bestreden beschikking. [verzoeker] verzoekt het hof de bestreden beschikking te vernietigen.

5.De motivering van de beslissing

5.1
Op grond van artikel 1:448 lid 2 BW wordt een bewindvoerder ontslag verleend hetzij op eigen verzoek hetzij wegens gewichtige redenen of omdat de bewindvoerder niet meer voldoet aan de eisen om bewindvoerder te kunnen worden, zulks op verzoek van een medebewindvoerder of degene die gerechtigd is onderbewindstelling te verzoeken als bedoeld in artikel 432, eerste en tweede lid, dan wel ambtshalve. In dit hoger beroep is de vraag aan de orde of er gewichtige redenen zijn om (ambtshalve) ontslag te verlenen.
5.2
Het hof is van oordeel dat de beslissing van de kantonrechter tot ontslag van [belanghebbende2] in stand moet blijven. Het hof heeft daarvoor de volgende redenen.
5.3
Dat de kantonrechter [verzoeker] niet in de gelegenheid zou hebben gesteld zijn bezwaren tegen het voorgenomen ontslag van [belanghebbende2] als bewindvoerder naar voren te brengen, is geen reden voor vernietiging van de bestreden beschikking. Als dit al zo is, dan is dit nu rechtgezet doordat [verzoeker] zijn bezwaren in hoger beroep naar voren heeft gebracht. Grief 2 faalt.
5.4
Het hof is verder net als de kantonrechter van oordeel dat er gewichtige redenen zijn voor ontslag van [belanghebbende2] als bewindvoerder. Het is voor een goede uitvoering van het bewind in het belang van de rechthebbende nodig dat een bewindvoerder op tijd rekening en verantwoording aflegt aan de kantonrechter, zodat de rechter kan controleren of de bewindvoerder zijn taken naar behoren uitvoert. Op de mondelinge behandeling heeft [belanghebbende2] bevestigd dat hij meerdere keren door de kantonrechter erop is gewezen dat hij jaarlijks rekening en verantwoording moet afleggen, maar dat niet op tijd heeft gedaan. [belanghebbende2] heeft op de mondelinge behandeling toegelicht dat zijn prioriteit lag bij het op orde brengen van de zaken van cliënten en het klantencontact. [belanghebbende2] vindt het achteraf bezien begrijpelijk en terecht dat hij is ontslagen als bewindvoerder. Daarmee staat vast dat [belanghebbende2] is tekort geschoten in de uitvoering van zijn taken als bewindvoerder en dat er een gewichtige reden voor ontslag is. Dat [verzoeker] tevreden was over de samenwerking met [belanghebbende2] maakt dat niet anders. De grieven 1, 3 en 5 falen.
5.5
[verzoeker] wil graag dat [belanghebbende2] opnieuw zijn bewindvoerder wordt. Dat zou in deze procedure alleen kunnen door het ontslag ongedaan te maken. Dat zal het hof niet doen, omdat voor dat ontslag gewichtige redenen waren. Als [verzoeker] wil dat [belanghebbende2] opnieuw zijn bewindvoerder wordt moet hij dat aan de kantonrechter vragen. Benoeming van een andere bewindvoerder dan de [belanghebbende1] is in deze procedure bij het hof niet aan de orde, omdat [verzoeker] geen voorkeur voor een andere bewindvoerder (dan [belanghebbende2] ) heeft. Grief 4 faalt ook.
5.6
Het hof zal de bestreden beschikking bekrachtigen.

6.De beslissing

Het hof, beschikkende in hoger beroep:
bekrachtigt de beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Gelderland, sector kanton, zittingsplaats Zutphen, van 5 april 2022.
Deze beschikking is gegeven door mrs. J.H. Lieber, K.A.M.van Os-ten Have en I.J. Pieters, bijgestaan door mr. J.M. van Gastel-Goudswaard als griffier, en is op 17 januari 2023 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.