Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep, verder te noemen: de moeder,
Stichting Jeugdbescherming Gelderland,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 17 januari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over het gezamenlijk gezag van de ouders over hun minderjarige kind, geboren in 2016. De moeder, verzoekster in hoger beroep, heeft bezwaar gemaakt tegen de toekenning van het gezamenlijk gezag aan de vader, die zich tot nu toe terughoudend heeft opgesteld en geen druk uitoefent op de omgangsregeling. De vader, verweerder in hoger beroep, heeft verweer gevoerd en verzocht om bekrachtiging van de eerdere beschikking van de rechtbank Gelderland.
De rechtbank had eerder bepaald dat de ouders gezamenlijk het gezag over hun kind uitoefenen, ondanks de communicatieproblemen tussen hen. De moeder stelt dat de vader nooit voor het kind heeft gezorgd en dat er onvoldoende communicatie is om gezamenlijk gezag te rechtvaardigen. De vader daarentegen betoogt dat hij actief betrokken is en dat de samenwerking met de gecertificeerde instelling goed verloopt. De raad voor de kinderbescherming heeft geadviseerd om het gezamenlijk gezag in stand te houden, omdat er geen aanwijzingen zijn dat het kind hier last van heeft.
Het hof heeft de argumenten van beide partijen afgewogen en is tot de conclusie gekomen dat de moeder onvoldoende heeft aangetoond dat het gezamenlijk gezag een onaanvaardbaar risico voor het kind met zich meebrengt. Het hof heeft de eerdere beschikking van de rechtbank bekrachtigd, waarbij is bepaald dat de ouders gezamenlijk het gezag over hun kind uitoefenen. Het hof benadrukt dat beide ouders de verantwoordelijkheid hebben om de communicatie te verbeteren in het belang van het kind.