Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[appellante]
1.[geïntimeerde1]
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.Het oordeel van het hof
Inleiding
“Bovendien heeft inmiddels de kantonrechter van de rechtbank Overijssel (bij vonnis van 27 juli 2021) het tijdstip waarop de huurovereenkomst met [appellante] eindigt, vastgesteld op 1 februari 2022. Dat door [appellante] hoger beroep [is] ingesteld van dit vonnis en dit vonnis niet uitvoerbaar bij voorraad is verklaard, neemt niet weg dat naar de huidige stand van zaken er een vonnis ligt op grond waarvan de huurovereenkomst eindigt binnen afzienbare tijd. Daarmee bestaat er een reële kans dat het tot een einde van de huurovereenkomst komt.”Al deze feiten en omstandigheden leidden tot het oordeel dat het verhelpen van de gebreken uitgaven vereist die in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs niet van [geïntimeerde1] te vergen zijn (2.34).