ECLI:NL:GHARL:2023:3721

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
20 april 2023
Publicatiedatum
3 mei 2023
Zaaknummer
P23/0042
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Penitentiair strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de beslissing van de rechtbank Amsterdam inzake terbeschikkingstelling en verlenging van de tbs

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 20 april 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam van 10 januari 2023. De rechtbank had de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde met een jaar verlengd en de voorwaarden gewijzigd. Het hof heeft echter geoordeeld dat de verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren noodzakelijk is voor de veiligheid van anderen, gezien het recidiverisico en de bereidheid van de terbeschikkinggestelde om zich te laten behandelen door een FACT-team. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank vernietigd en de terbeschikkingstelling met twee jaren verlengd, terwijl het ook enkele voorwaarden heeft gewijzigd en opgeheven. De terbeschikkinggestelde is onderzocht door deskundigen die hebben gerapporteerd over zijn geestelijke toestand en recidivegevaar. Het hof heeft geconcludeerd dat de terbeschikkingstelling moet worden voortgezet om de maatschappij te beschermen en de terbeschikkinggestelde te resocialiseren. De beslissing is openbaar uitgesproken en de voorwaarden zijn aangepast om de terbeschikkinggestelde te begeleiden in zijn behandeling en resocialisatie.

Uitspraak

TBS P23/0042
Beslissing van 20 april 2023
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] ( [land] ) op [geboortedatum] ,
wonend op het adres [adres] .
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam van 10 januari 2023. [1] Deze beslissing houdt in de verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van één jaar en – impliciet – wijziging van de voorwaarden en afwijzing van het verzoek tot opheffing van de voorwaarde betreffende ambulante behandeling.
Het hof heeft gelet op dezelfde stukken als de rechtbank en daarnaast op:
– het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
– de beslissing waarvan beroep;
– de akte van 13 januari 2023 waarbij de terbeschikkinggestelde beroep heeft ingesteld;
– het aanvullend verlengingsadvies van Reclassering Nederland (hierna: de reclassering) van 24 maart 2023;
– het voortgangsverslag van de reclassering van 24 maart 2023.
Het hof heeft ter zitting van 6 april 2023 gehoord de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman, mr. A. Zeeman, advocaat te Amsterdam, en de advocaat-generaal, mr. R.J.A. Segerink.

Overwegingen

Het standpunt van de terbeschikkinggestelde
Een terbeschikkingstelling strekt tot beveiliging van de maatschappij en tot resocialisatie van de terbeschikkinggestelde. Wat dit laatste betreft, is relatief recent een nieuwe situatie ontstaan doordat de terbeschikkinggestelde zelfstandig is gaan wonen. Dat is een belangrijke stap geweest, ook in het licht van de totale duur van de maatregel. Dit doet ook de vraag rijzen hoe de beveiliging van de maatschappij in deze nieuwe situatie moet worden vormgegeven. Uit de stukken blijkt dat de terbeschikkinggestelde zijn afspraken nakomt en goed contact heeft met de betrokken instellingen. De uitzondering hierop is de samenwerking met [zorginstelling 1] . In 2021 is al vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde zijn behandelplafond heeft bereikt. Tegen deze achtergrond en gegeven de beperkte meerwaarde van verdere behandeling, kan het huidige kader worden voortgezet zonder de voorwaarde van een behandeling bij [zorginstelling 1] . Ook zonder die voorwaarde is het risicomanagement afdoende. De raadsman heeft bepleit dat het hof zal beslissen tot opheffing van de voorwaarde betreffende ambulante behandeling door een FACT-team van [zorginstelling 1] .
Het standpunt van het openbaar ministerie
De reclassering en de rapporteurs hebben geadviseerd de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren. In afwijking daarvan heeft de rechtbank de duur van de verlenging beperkt tot een jaar, dit om de terbeschikkinggestelde perspectief te bieden. Daarmee heeft de rechtbank dus een uitzondering gemaakt op het uitgangspunt dat een terbeschikkinggestelde perspectief uit zichzelf dient te halen. De rechtbank heeft het geheel van voorwaarden gewijzigd door opheffing van de voorwaarden betreffende drugs en alcohol. De behandelvoorwaarde heeft de rechtbank wel laten voortbestaan. Rapporteur Haan heeft gerapporteerd dat er een duidelijke indicatie is voor verdere behandeling. De uitweg uit de huidige impasse zou naar het inzicht van de rapporteur niet moeten zijn dat de behandelvoorwaarde wordt geschrapt voordat er zicht is op het actuele gedrag van de terbeschikkinggestelde binnen een relatie. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot bevestiging van de beslissing van de rechtbank, met de kanttekening dat er ook wel redenen zijn om de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren.
Het oordeel van het hof
Verbeterde lezing van de beslissing van de rechtbank
Uit de beslissing van de rechtbank blijkt weliswaar dat zij heeft beslist tot opheffing en wijziging van een aantal voorwaarden, maar de rechtbank heeft verzuimd deze beslissing op te nemen in het dictum. Hetzelfde geldt voor de beslissing tot afwijzing van het verzoek tot opheffing van de voorwaarde betreffende ambulante behandeling. Het hof merkt dit aan als een kennelijke vergissing en leest het dictum van de rechtbank verbeterd.
Vernietiging van de beslissing van de rechtbank
Het hof vernietigt de beslissing van de rechtbank, omdat het hof tot een ander oordeel komt met betrekking tot de duur van de verlenging van de terbeschikkingstelling.
Indexdelict
De terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege is opgelegd bij arrest van het gerechtshof Amsterdam van 21 oktober 2005. De maatregel is opgelegd voor:
– de voortgezette handeling van
opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden en
diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, in een woning, door iemand die zich aldaar tegen de wil van de rechthebbende bevindt en
– belaging.
De terbeschikkingstelling is onder meer opgelegd voor een misdrijf dat is gericht tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Daarom is de terbeschikkingstelling niet in duur beperkt.
Bij beslissing van 16 december 2021 van de rechtbank Amsterdam is de verpleging van overheidswege voorwaardelijk beëindigd.
Stoornis en recidivegevaar
In het kader van deze verlengingsprocedure is de terbeschikkinggestelde onderzocht door psychiater drs. M.M. Sprock en psycholoog drs. A.E. Haan. De deskundigen hebben naar aanleiding van dat onderzoek een rapport uitgebracht op 14 november 2022 respectievelijk 18 november 2022. Beide deskundigen hebben gerapporteerd dat bij de terbeschikkinggestelde sprake is van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de vorm van een narcistische en antisociale persoonlijkheidsstoornis. Psychiater Sprock heeft gerapporteerd dat het recidiverisico bij beëindiging van de maatregel kan oplopen naar matig op de middellange en lange termijn. Psycholoog Haan heeft de kans op herhaling van soortgelijke strafbare feiten als de indexdelicten bij het wegvallen van het huidige kader ingeschat als matig tot hoog.
Verlenging van de terbeschikkingstelling
Gelet op het voorgaande is het hof van oordeel dat het belang van de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat de terbeschikkingstelling wordt verlengd.
Duur verlenging
Het hof heeft als uitgangspunt dat de terbeschikkingstelling verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling en resocialisatie van de terbeschikkinggestelde in het bestaande juridische kader meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van met een termijn van een jaar. Het hof ziet in dit geval geen aanleiding om van dit uitgangspunt af te wijken. Hierbij neemt het hof in aanmerking dat de terbeschikkinggestelde (vooralsnog) niet bereid is tot het naleven van de gestelde voorwaarde dat hij zich laat behandelen door een FACT-team van [zorginstelling 1] of een soortgelijke zorgverlener.
Wijziging van de voorwaarden
Net als de rechtbank wijzigt het hof de voorwaarde betreffende ‘meewerken aan time-out’ om deze in overeenstemming te brengen met bestendige rechtspraak van het hof (vgl. ECLI:NL:GHARL:2022:10739). Eveneens conform de beslissing van de rechtbank beslist het hof tot opheffing van de voorwaarden betreffende ‘begeleid wonen of maatschappelijke opvang’, een drugsverbod en een alcoholverbod.
Afwijzing van het verzoek tot opheffing van de voorwaarde betreffende ambulante behandeling
Het hof beslist tot afwijzing van het verzoek tot opheffing van de voorwaarde betreffende ambulante behandeling door een FACT-team van [zorginstelling 1] of een soortgelijke zorgverlener. Naar het oordeel van het hof is deze voorwaarde, bezien in het geheel van gestelde voorwaarden, noodzakelijk ter bescherming van de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen. Om het recidiverisico terug te brengen tot een aanvaardbaar niveau is het aangewezen dat de terbeschikkinggestelde meewerkt aan een ambulante behandeling die gericht is op delictpreventie en de wijze waarop hij omgaat met (intieme) relaties.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt de beslissing van de rechtbank Amsterdam van 10 januari 2023 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde, [terbeschikkinggestelde] .
Verlengt de terbeschikkingstelling met een termijn van
twee jaren.
Wijzigt de voorwaarde betreffende ‘meewerken aan time-out’ waardoor deze komt te luiden zoals hierna weergegeven.
Heft op de voorwaarden betreffende ‘begeleid wonen of maatschappelijke opvang’, een drugsverbod en een alcoholverbod.
Wijst af het verzoek tot opheffing van de voorwaarde betreffende ambulante behandeling.
Stelt vast dat de voorwaarden door bovenstaande wijziging en opheffing als volgt komen te luiden.
Geen strafbaar feit plegen
De terbeschikkinggestelde maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit.
Meewerken aan reclasseringstoezicht
De terbeschikkinggestelde werkt mee aan het reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere in:
– de terbeschikkinggestelde meldt zich op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is;
– de terbeschikkinggestelde laat een of meer vingerafdrukken nemen en laat een geldig identiteitsbewijs zien. Dit is nodig om de identiteit van de terbeschikkinggestelde vast te stellen;
– de terbeschikkinggestelde houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om de terbeschikkinggestelde te helpen bij het naleven van de voorwaarden;
– de terbeschikkinggestelde helpt de reclassering aan een actuele foto waarop zijn/haar gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid;
– de terbeschikkinggestelde werkt mee aan huisbezoeken;
– de terbeschikkinggestelde geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
– de terbeschikkinggestelde vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering;
– de terbeschikkinggestelde werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met de terbeschikkinggestelde, als dat van belang is voor het toezicht.
Meewerken aan time-out
Als de reclassering dat nodig vindt en de terbeschikkinggestelde daarmee instemt, kan de terbeschikkinggestelde voor een time-out worden opgenomen in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling. Deze time-out duurt totdat de reclassering of de terbeschikkinggestelde deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar.
Niet naar het buitenland
De terbeschikkinggestelde gaat niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden, zonder toestemming van de reclassering.
Ambulante behandeling
De terbeschikkinggestelde laat zich behandelen door FACT [zorginstelling 1] of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start zo spoedig mogelijk. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De terbeschikkinggestelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. De terbeschikkinggestelde is reeds aangemeld voor behandeling.
Contactverbod
De terbeschikkinggestelde heeft of zoekt op geen enkele wijze ‑ direct of indirect ‑ contact met zijn ex-partner (de moeder van zijn dochter, tevens slachtoffer van het indexdelict), zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt.
Aanvullende voorwaarden
– de terbeschikkinggestelde werkt mee aan ambulante (woon)begeleiding door [zorginstelling 2] op het moment dat hij zelfstandig woont, indien dat nodig wordt geacht;
– de terbeschikkinggestelde werkt mee aan het behouden van zijn zinvolle dagbesteding;
– de terbeschikkinggestelde geeft inzage in zijn financiën en indien nodig wordt er bewindvoering of budgetbeheer gestart.
– de terbeschikkinggestelde geeft openheid over zijn sociale netwerk en relaties;
– het is de terbeschikkinggestelde niet toegestaan om zonder overleg en instemming van de reclassering en op eigen initiatief contact op te nemen met zijn dochter;
– de terbeschikkinggestelde geeft inzicht in uitbreiding van zijn netwerk, met name in geval van relationele ontwikkelingen;
– de terbeschikkinggestelde maakt zijn seksualiteitsbeleving bespreekbaar;
– de terbeschikkinggestelde volgt op adequate wijze zijn dagprogramma.
Aldus gedaan door
mr. M. Keppels, voorzitter,
mr. A.B.A.P.M. Ficq en mr. P.C. Vegter, raadsheren,
drs. I.E. Troost en drs. E.L.M. Klein Haneveld, raden,
in tegenwoordigheid van mr. D. van der Geld, griffier,
en op 20 april 2023 in het openbaar uitgesproken.
De raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Op de beslissing is abusievelijk vermeld dat deze is uitgesproken op 24 januari 2023.