Uitspraak
verzoekster,
1.Het verloop van de procedure
2.De beoordeling van het verzoek
toevoeging hof]: U als voorzitter in het bijzonder, maar het verzoek betreft de kamer van het hof Een voorbeeld van hoe u te werk gaat is nu ook de vraag aan mij wie ik wraak. U komt agressief over. U speelt op de man. U bent vooringenomen, althans zo komt u over. U vraagt waarom [naam5] niet aanwezig is en als ik zeg dat hij verhinderd is zegt u 'hij heeft iets belangrijkers te doen'. U geeft aan daar geen oordeel mee te willen geven, maar er ligt wel een oordeel in besloten. U heeft in feite al een oordeel over de eisvermeerdering, naar mijn mening is dit veel te voorbarig. Dit is ongepast. U ga/in het begin al aan dat de lengte van mijn spreekaantekeningen te lang was. Wetende dat er door de wederpartij een uitgebreide lijst van producties is gegeven. Zo zijn er meer voorbeelden te noemen."
objectiefgerechtvaardigd is. Komt vooringenomenheid of een gerechtvaardigd vennoeden daarvan vast te staan, dan lijdt de rechterlijke onpartijdigheid schade. De wrakingskamer zal het wrakingsverzoek tegen deze achtergrond beoordelen.
toonwaarop de voorzitter deze opmerking heeft gemaakt verwijst de wrakingskamer naar wat hiervoor (onder rov. 2.6) is overwogen.
voorlopigoordeel, maar dat door de voorzitter in feite een definitief oordeel werd gegeven, kan de wrakingskamer niet afleiden uit het proces-verbaal. Daarin zijn de bewoordingen van de voorzitter als volgt weergegeven:
"Dan is de vermeerdering toch een gevolg- als het geen sanctie genoemd mag worden-
van het instellen van hoger beroep? Als dat zo is, moet u ervan uitgaan dat het hof het vermeerderde bedrag niet zal toewijzen. Dat zal wellicht ook gevolgen hebben voor de proceskosten."Uit deze bewoordingen, die voor de wrakingskamer leidend zijn bij de beoordeling van het verzoek, kan niet worden afgeleid dat de voorzitter er niet voor zou openstaan terug te komen van het voorlopige oordeel ten aanzien van de eisvermeerdering. Uit de omstandigheid dat het voorlopig oordeel over de eisvermeerdering kennelijk ongunstig voor verzoekster uitviel, kan evenmin een grond voor vooringenomenheid van de voorzitter worden afgeleid.