5.6Het hof acht zich op grond van de thans beschikbare informatie onvoldoende voorgelicht om een verantwoorde beslissing te kunnen nemen. Daarom zal het hof de behandeling van de zaak aanhouden en de raad verzoeken een onderzoek in te stellen naar de vraag welke zorgregeling het meest in het belang van [de minderjarige1] en [de minderjarige2] is. Indien de raad in het kader van het onderzoek proefcontacten tussen (een van) de kinderen en de vader noodzakelijk acht, dient aan die proefcontacten door de ouders te worden meegewerkt. De raad bepaalt plaats, tijd en duur van die proefcontacten. Het hof verzoekt de raad te rapporteren en te adviseren over de volgende vragen:
Welke zorgregeling is het meest in het belang van [de minderjarige1] en [de minderjarige2] ?
Hoe is de relatie tussen partijen op ouderniveau? Is er een herkenbaar patroon in de wijze waarop zij met elkaar omgaan?
Kan de ouderrelatie zodanig worden hersteld/ verbeterd, dat de kinderen buiten de strijd van partijen blijven en de kinderen geen last hebben van de communicatie tussen de ouders? Zo ja, wat is hiervoor nodig?
In hoeverre is ieder van de ouders in staat om bij de uitvoering van een zorgregeling rekening te houden met de behoeften van de kinderen?
In hoeverre zijn de ouders in staat elkaar ruimte te bieden voor (onbelast) contact met de kinderen?
In hoeverre kan de vader de zorgregeling met de kinderen vormgeven en hanteren?
Indien dat is aangewezen, is hierbij professionele begeleiding nodig en zo ja, voor wie en aan welke hulpverlening/ begeleiding wordt gedacht?
g. In hoeverre kan de moeder de kinderen ondersteunen in de zorgregeling met de vader?
Indien dat is aangewezen, is hierbij professionele begeleiding nodig en zo ja, voor wie en aan welke hulpverlening/ begeleiding wordt gedacht?
h. Indien een (wijziging van de) zorgregeling is aangewezen, hoe kan deze vorm krijgen, zodanig dat deze de ontwikkeling van de kinderen ten goede komt? Indien dat is aangewezen, is hierbij professionele begeleiding nodig en zo ja, voor wie en aan welke hulpverlening/ begeleiding wordt gedacht?
i. In hoeverre komen er uit het onderzoek bevindingen naar voren die niet aan de orde zijn gekomen in de onderzoeksvragen, maar wel van belang zijn voor de ontwikkeling en opvoeding van de kinderen?