De man verzoekt het hof, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de bestreden beschikking te vernietigen en opnieuw rechtdoende in hoger beroep:
I. de wijze van verdeling als volgt te bepalen: dat met betrekking tot het in depot gehouden deel van de opbrengst van de verkoop van de grond en opstallen aan de [adres2] te [plaats1] , als bedoeld in de depotovereenkomst van 1 september 2021, aan de man en aan de vrouw ieder een bedrag van € 122.445,21 toekomt, met verdeling van de (depot)kosten van de notaris bij helfte, en aan de man daarnaast nog het resterende bedrag van € 100.362,41 toekomt onder de verplichting voor de man om de gemeenschapsschulden van dat laatste bedrag te voldoen, waarna hij de helft van hetgeen van dat bedrag resteert aan de vrouw dient te voldoen, althans subsidiair door het hof in goede justitie te bepalen bedragen;
II. te bepalen primair dat de percelen grond aan de [adres3] en de [adres4] te [woonplaats2] (ook wel bekend onder de perceelnummers 13 en 14 van het project [naam2] ) aan de man worden toegedeeld, onder uitkering van de helft van de waarde daarvan aan de vrouw, althans subsidiair dat voornoemde percelen, indien financiering voor toedeling daarvan door de man onverhoopt niet lukt en na duidelijkheid over de situatie van de percelen, door partijen gezamenlijk wordt verkocht (aan een derde) met verdeling van de opbrengst na aftrek van de kosten bij helfte;
III. te bepalen dat het perceel grond en de opstallen aan de [adres5] 344 en 344a te [plaats2] door partijen gezamenlijk worden verkocht aan een derde en dat de verkoopopbrengst na aftrek van de verkoopkosten door partijen bij helfte worden gedeeld;
IV. te bepalen dat het perceel grond aan de [adres5] 403 te [plaats2] aan de man wordt toegedeeld, onder uitkering van de helft van de waarde daarvan aan de vrouw, althans subsidiair een door het hof in goede justitie te bepalen verdeling;
V. te bepalen dat de percelen grond aan de [adres5] 338 te [plaats2] aan de man worden toegedeeld, onder uitkering van de helft van de waarde daarvan aan de vrouw, althans subsidiair een door het hof in goede justitie te bepalen verdeling;
Vl. te bepalen dat de aandelen van partijen in [naam3] BV binnen twee weken na dagtekening van de in deze te wijzen beschikking aan de man worden geleverd, onder uitkering van de helft van de nader te bepalen waarde daarvan, alsmede te bepalen dat partijen binnen twee weken na de in deze te wijzen beschikking opdracht geven aan [naam6] Accountants (kantoorhoudende aan de [adres6] , [woonplaats2] ) om de waarde van voornoemde aandelen tussen partijen bindend te bepalen, althans subsidiair een door het hof in goede justitie te bepalen verdeling;
VII. te bepalen dat partijen binnen twee weken na de in deze te wijzen beschikking opdracht geven aan [naam6] Accountants (kantoorhoudende aan de [adres6] , [woonplaats2] ) om de jaarstukken 2020 en 2021 van [naam3] BV op te stellen en dat partijen de kosten daarvoor bij helfte dragen;
VIII. te bepalen dat de door de vrouw na 11 januari 2019 opgenomen bedragen van de bankrekeningen van [naam7] BV, [naam8] BV en [naam3] BV (pasnummers 006 en 008) binnen twee weken na dagtekening van de in deze te wijzen beschikking dienen te worden teruggestort op de respectievelijke bankrekeningen, althans subsidiair dat die opnamen worden verrekend met de uitkering van de helft van de waarde van de aan de man toe te delen aandelen in [naam3] BV, althans meer subsidiair een door het hof in goede justitie te bepalen verrekening;
IX. te bepalen dat de motorvoertuigen aan de man worden toegedeeld, onder uitkering van de helft van de waarde daarvan aan de vrouw, en ook te bepalen dat partijen elk de helft van de huur van de stalling dienen te dragen vanaf 30 december 2020;
X. te bepalen dat de vordering van partijen op hun zoon [naam4 ] ( [naam4 ] ) van € 20.525 en de vordering van partijen op [naam5] ( [naam5] ) van € 76.341 worden toegedeeld aan de vrouw, onder uitkering van de helft van de waarde daarvan en te bepalen dat de vrouw, bij uitsluiting van de man, de inning van die vorderingen op zich neemt, althans subsidiair een door het hof in goede justitie te bepalen verdeling;
XI. kosten rechtens.