ECLI:NL:GHARL:2023:3356

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
18 april 2023
Publicatiedatum
19 april 2023
Zaaknummer
22/00011
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake aanslagen gemeentelijke- en waterschapsbelastingen en WOZ-waarde

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel, waarin de heffingsambtenaar van het gemeenschappelijk belastingkantoor Lococensus-Tricijn (GBLT) aanslagen heeft opgelegd voor onroerendezaakbelasting, rioolheffing, watersysteemheffing en zuiveringsheffing. Belanghebbende, eigenaar van een woning op Bungalowpark [naam3], betwist de hoogte van deze aanslagen en stelt dat hij dubbel betaalt, omdat hij ook bijdraagt aan de Vereniging van Eigenaren (VvE) van het park. De heffingsambtenaar heeft de bezwaren van belanghebbende ongegrond verklaard, waarna belanghebbende in beroep ging bij de rechtbank, die de uitspraak van de heffingsambtenaar bevestigde.

Tijdens de zitting van het Hof op 8 maart 2023 heeft belanghebbende zijn standpunt toegelicht, waarbij hij aanvoert dat de gemeentelijke heffingen onterecht zijn opgelegd, omdat de gemeente geen taken uitvoert op het park. Het Hof oordeelt dat de aanslagen conform de wet zijn opgelegd en dat er geen sprake is van dubbele betaling. De onroerendezaakbelasting vloeit in de algemene middelen van de gemeente en is niet direct gekoppeld aan specifieke prestaties. Het Hof concludeert dat belanghebbende, hoewel hij op het park woont, ook als inwoner van de gemeente Dronten profiteert van gemeentelijke diensten buiten het park.

Het Hof bevestigt dat de rioolheffing en watersysteemheffing zijn opgelegd voor diensten die niet door de VvE worden uitgevoerd en dat er geen grond is voor verrekening van de VvE-bijdrage met de aanslagen. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en het hoger beroep van belanghebbende wordt ongegrond verklaard.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN

locatie Arnhem
nummer: BK-ARN 22/00011
uitspraakdatum: 18 april 2023
Uitspraak van de twintigste enkelvoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[belanghebbende] te [woonplaats](hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 26 november 2021, nummer AWB 21/823, in het geding tussen belanghebbende en
de heffingsambtenaarvan het
gemeenschappelijk belastingkantoor Lococensus-Tricijn (GBLT)(hierna: de heffingsambtenaar)

1.Ontstaan en loop van het geding

1.1.
De heffingsambtenaar heeft belanghebbende bij biljet met dagtekening 28 februari 2021 voor een totaalbedrag van € 1.058,65 aangeslagen in de onroerendezaakbelasting, de rioolheffing, de watersysteemheffing ingezetenen, de zuiveringsheffing en de watersysteemheffing gebouwd. Op het betreffende aanslagbiljet is ook de WOZ-beschikking voor belanghebbendes onroerende zaak aan de [adres1] 38 te [woonplaats] (hierna: de woning) opgenomen.
1.2.
Bij uitspraken op bezwaar van 4 mei 2021 heeft de heffingsambtenaar de bezwaren van belanghebbende tegen voormelde belasting en heffingen ongegrond verklaard.
1.3.
Bij uitspraken op bezwaar van 3 augustus 2021 heeft de heffingsambtenaar het tegen de WOZ-waarde gemaakte bezwaar gegrond verklaard, de WOZ-waarde verlaagd van € 354.000, naar € 337.000 en de OZB-aanslag en aanslag watersysteemheffing gebouwd dienovereenkomstig verminderd.
1.4.
Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Overijssel (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
1.5.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.
1.6.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 8 maart 2023. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende, alsmede namens de heffingsambtenaar [naam1] en [naam2] . Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2.Vaststaande feiten

2.1.
Belanghebbende is eigenaar van de woning. De woning is gelegen op Bungalowpark [naam3] (hierna: het park). Eigenaren van woningen op het park zijn verplicht lid van de Vereniging van Eigenaren (hierna: de VvE). De leden van de VvE betalen een bijdrage voor beheer- en onderhoudskosten van het park. In onderhavig aanslagjaar ging het om een bedrag van € 996 per jaar (hierna: de VvE-bijdrage).
2.2.
Op het aanslagbiljet 2021 van het Waterschap Zuiderzeeland en de gemeente Dronten van 28 februari 2021 staan de volgende aanslagen vermeld:
Gemeentebelastingen:
- Onroerende-zaakbelasting eigenaar woning € 503,39
- Rioolheffing € 136,76
Waterschapsbelasting:
- Watersysteemheffing ingezetenen € 88,86
- Zuiveringsheffing meerpersoonshuishoudens € 184,50
- Watersysteemheffing gebouwd
€ 145,14
Totaal € 1.058,65
2.3.
Belanghebbende heeft bezwaar ingediend tegen de onder 2.2 vermelde belasting, heffingen en de WOZ-beschikking. In het bezwaarschrift van 22 februari 2021 is onder meer het volgende opgenomen:
“(…) Ik dien aan Uw instelling Euro 1058,65 per jaar te betalen, terwijl ik al aan de Vereniging van Eigenaren van Bungalowpark [naam3] reeds Euro 996,00 per jaar betaal voor de onderhoud etc. van ons park. Gezamenlijk dus Euro 2054,65. Het bedrag aan Uw instelling is onredelijk hoog, omdat wij de meeste kosten op het park voor onze eigen rekening nemen en geen beroep doen op financiële inspanningen van de Gemeente of andere instanties, zoals:
- Aanbrengen van nieuw asfalt en slijtlaag op de wegen in ons park
- Al het onderhoud aan de wegen, voet- en fietspaden
- Het vegen van alle wegen met een veegmachine en de randen daarvan
- Het ophalen van het vuil — wij mogen niet storten op de Gemeentelijke stortplaats, want wij krijgen geen pasje en moeten dus extra betalen. Wij lijken te worden gediscrimineerd.
- Het onderhoud van al het groen: maaien, zaaien, snoeien van bomen etc. en het afvoeren van het vuil/afval -h et snoeien van de wilgen geschied door een gespecialiseerd bedrijf en kost veel tijd en geld.
- Onderhoud van het speelveld voor de kinderen
- Onderhoud van de sloten en de slootkanten en de afvoer van dit vuil
- Schoffelen van de struiken in de plantsoentjes — derden worden ingehuurd
- Onderhoud van de riolering door een gespecialiseerd bedrijf, onlangs is een nieuwe rioolpomp geplaatst door [naam4] te [plaats1]
- Op het park staan geen glasbakken en/of tuinafvalkorven
- Wij beschikken en betalen een eigen Parkbeheerder. De Gemeente doet en betaalt helemaal NIETS!!!
- Alle machines die worden gebruikt zijn eigendom van de VVE en worden ook onderhouden door VVE
- Water, gas en licht voor het park worden betaald door de VVE
- De straatverlichting brandt op kosten van de VVE en het onderhoud ook
- Het onderhouden en schoonmaken van de afvoerputten zijn voor de VVE
- Er is veel zelfwerkzaamheid bij het onderhoud op het park, dit om de kosten zoveel mogelijk te beperken.
- Er wordt in de winter niet gestrooid in ons park — sterker nog het park is vanaf de openbare weg onbereikbaar — de krant en de post is in februari 2021 drie dagen niet bezorgd. Moet U bij de Burgemeester en Wethouders en de ambtenaren presteren. Het Huis van de Gemeente is dan te klein.
- Deze lijst met voorbeelden kan nog met vele andere zaken worden aangevuld, maar die zal ik U besparen.
- Er is in en om ons park geen enkele mogelijkheid om gebruik te maken van het Openbaar Vervoer. De Gemeente heeft de lusten en wij de lasten.”

3.Geschil

3.1.
In geschil is of de aanslagen in de onroerendezaakbelasting, de rioolheffing, de watersysteemheffing ingezetenen, de zuiveringsheffing en de watersysteemheffing gebouwd (hierna: de aanslagen) tot een juist bedrag zijn opgelegd. Het geschil spitst zich toe of terecht geen verrekening is toegepast voor de door belanghebbende gedane betalingen aan de VvE van het park waarop de woning gelegen is.
3.2.
Ter zitting van het Hof heeft belanghebbende verklaard dat de WOZ-waarde niet in geschil is. Tevens heeft belanghebbende aangegeven dat, afgezien van hetgeen belanghebbende heeft gesteld met betrekking tot de door hem voorgestane verrekening van de VvE-bijdrage, niet in geschil is dat de aanslagen conform de geldende wet- en regelgeving zijn opgelegd.

4.Beoordeling van het geschil

4.1.
Belanghebbende stelt, zakelijk weergegeven, dat de heffingsambtenaar bij het opleggen van de aanslagen ten onrechte geen rekening heeft gehouden met de door belanghebbende aan de VvE betaalde bijdrage. Ter onderbouwing van zijn standpunt voert belanghebbende aan dat de met de aanslagen gegenereerde opbrengsten worden gebruikt voor het bekostigen van gemeentelijke taken zoals het onderhoud van groen en infrastructuur, het parkeerbeheer en het inzamelen van afval. Op het park waar belanghebbende woont worden deze taken echter niet door de gemeente uitgeoefend maar via de VvE door de bewoners zelf of door derden die bekostigd worden uit de VvE-bijdragen. Volgens belanghebbende betaalt hij ‘voor vele zaken dubbel’. Om deze dubbele betaling weg te nemen, moeten de aanslagen worden verlaagd met een bedrag van in totaal € 700, aldus belanghebbende.
4.2.
De heffingsambtenaar stelt dat de aanslagen tot een juist bedrag zijn vastgesteld en dat voor de door belanghebbende gevraagde verrekening van de VvE-bijdrage geen grond aanwezig is. Voor zover belanghebbendes klachten zien op de gemeentelijk heffingen is geen sprake van verminderd profijt omdat belanghebbende profijt heeft van de gemeentelijke activiteiten die met de belastingopbrengsten worden bekostigd zodra hij zich buiten het park begeeft. Voor zover de klachten zien op belastingen geheven door het waterschap, is geen sprake van dubbele betaling omdat het waterschap taken uitoefent die niet door de VvE worden uitgeoefend. Voor zover sprake mocht zijn van dubbele betaling door belanghebbende is de oorzaak daarvan gelegen in de afspraken tussen belanghebbende en de VvE waarbij GBLT, de gemeente Dronten noch het waterschap Zuiderzeeland partij is, aldus de heffingsambtenaar.
4.3.
Naar het oordeel van het Hof doet de door belanghebbende gestelde dubbele betaling waarbij belanghebbende voor dezelfde diensten zowel betaalt aan de VvE als aan de gemeente Dronten dan wel het waterschap Zuiderzeeland zich niet voor. Daartoe overweegt het Hof als volgt.
4.4.
De onroerendezaakbelasting wordt – voor zover hier relevant – geheven van degenen die genot hebben van onroerende zaken. De opbrengst van die belasting is niet direct gekoppeld aan enige door de gemeente verrichte of te verrichten prestatie (artikel 220 van de Gemeentewet) maar vloeit in de algemene middelen van de gemeente en wordt onder meer aangewend voor onderhoud en beheer van de openbare ruimte en het verrichten van publieke diensten. Belanghebbende stelt zelf, onweersproken door de heffingsambtenaar, dat de gemeente geen taken uitoefent met betrekking tot het beheer en onderhoud van het park. De VvE-bijdrage is daarentegen juist bedoeld voor de beheer- en onderhoudskosten van het park. Dat maakt, naar het oordeel van het Hof, dat de door belanghebbende gestelde dubbele betaling zich niet voordoet. Ook kan naar het oordeel van het Hof niet met vrucht worden gesteld dat belanghebbende een verminderd nut heeft van de gemeentelijke voorzieningen die bekostigd worden uit de algemene middelen waaraan de inkomsten van de onroerendgoedbelasting toevloeien. Belanghebbende geldt, hoewel bewoner van het park, ook als inwoner van de gemeente Dronten en geniet zo de vruchten van de uit de algemenen middelen bekostigde gemeentelijke diensten en activiteiten die zich buiten het park afspelen.
4.5.
Op grond van de Gemeentewet kan een belasting worden geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan inzameling, transport en verwerking van huishoudelijk afvalwater en afvloeiend hemelwater (artikel 228a van de Gemeentewet). Van deze mogelijkheid heeft de gemeente Dronten gebruikgemaakt door de Verordening van de gemeenteraad Dronten houdende heffing en invordering rioolheffing 2021 ondertekend op 26 november 2020 en geldend van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021 (hierna: verordening rioolheffing). In deze verordening staat dat de rioolheffing wordt geheven van de gebruiker van een perceel van waaruit direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd (artikel 3, eerste lid verordening rioolheffing). De gemeentelijke riolering wordt daarbij omschreven als een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente (artikel 1, aanhef en onderdeel b, verordening rioolheffing). Niet in geschil is dat de riolering van het park niet in eigendom, beheer of onderhoud van de gemeente Dronten is. Belanghebbende stelt immers zelf, onweersproken door de heffingsambtenaar, dat de gemeente geen taken uitoefent met betrekking tot het riool op het park. Uit artikel 1, aanhef en onderdeel b van de Verordening in combinatie met artikel 3, eerste lid van de verordening rioolheffing volgt dan dat belanghebbende niet belastingplichtig is voor de rioolheffing voor zover het betreft de riolering op het park. Niet in geschil is dat het riool van het park is aangesloten op de gemeentelijke riolering. Dat maakt dat belanghebbende voldoet aan de voorwaarde van de belastingplicht zoals geformuleerd in artikel 3, eerste lid van de verordening rioolheffing. Nu de rioolheffing niet is opgelegd voor het gebruik van het riool op het park en belanghebbende gebruik maakt van het gemeentelijke riool, kan niet met vrucht worden gesteld dat sprake is van een dubbele betaling voor het gebruik van het riool op het park en evenmin dat belanghebbende door de aan hem in rekening gebrachte rioolheffing belasting betaalt voor een gemeentelijk riool waarvan hij geen gebruik maakt. Van dubbele rioolheffing is geen sprake, omdat het onder beheer van de VvE staande rioolstelsel een ander rioolstelsel is dan dat van de gemeente. Van tweemaal betalen voor hetzelfde rioolstelsel is derhalve geen sprake.
4.6.
Naar het oordeel van het Hof doet de door belanghebbende gestelde dubbele betaling zich evenmin voor met betrekking tot de watersysteemheffing en de zuiveringsheffing. Voor zover hier relevant, wordt de watersysteemheffing geheven ter bestrijding van kosten die zijn verbonden aan de zorg voor het watersysteem (artikel 117, eerste lid van de Waterschapswet), dat wil zeggen het geheel van zoet en zout oppervlakte water, het grondwater en de bijbehorende waterbodem, oevers, ecologie, waterkeringen en technische infrastructuren. De zuiveringsheffing wordt, eveneens voor zover relevant, geheven ter bestrijding van kosten die zijn verbonden aan de behartiging van de taak inzake het zuiveren van afvalwater (artikel 122d Waterschapswet). Uit het voorgaande blijkt dat de watersysteemheffing en de zuiveringsheffing geheven worden ter bekostiging van taken die een veel groter bereik hebben dan het gebied van het park waarop belanghebbende woont. Nu bovendien gesteld noch gebleken is dat de VvE dergelijke taken uitvoert op het park, kan met betrekking tot deze heffingen de door belanghebbende gestelde dubbele betaling zich niet voordoen.
4.7.
Aan het oordeel van het Hof doet niet af de stelling van belanghebbende dat de gemeente op het park geen huisvuil inzamelt. Het Hof overweegt hiertoe als volgt. Artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer bepalen dat de gemeente ervoor zorgdraagt dat huishoudelijk afval en grofhuisvuil wordt ingezameld. Ter bestrijding van de kosten die verbonden zijn aan dit beheer van huishoudelijke afvalstoffen, kan de gemeente een afvalstoffenheffing invoeren (artikel 15.33 Wet milieubeheer). Voor het onderhavige jaar heeft de gemeente Dronten van deze mogelijkheid gebruik gemaakt door in de Verordening afvalstoffenheffing 2021 van de Gemeente Dronten zoals aangenomen op 26 november 2020 en geldend van 10 december 2020 tot en met 31 december 2021 (hierna: verordening afvalstoffenheffing) een afvalstoffenheffing op te nemen (artikel 2, eerste lid verordening afvalstoffenheffing). Deze belasting wordt geheven “van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.” Uit deze bepaling blijkt dat de gemeente Dronten in principe een heffing kent voor de bekostiging van het ophalen van huishoudelijk afval. Zoals blijkt uit het aan belanghebbende uitgereikte aanslagbiljet (zie 2.3) heeft belanghebbende geen aanslag ontvangen in de afvalstoffenheffing. De door belanghebbende gestelde dubbele betaling voor het beheer van huishoudelijk afval op het park, doet zich aldus niet voor.
4.8.
Ten overvloede overweegt het Hof dat indien en voor zover er al sprake zou zijn van een dubbele betaling – in die zin dat belanghebbende voor een dienst betaald die zowel door de VvE als de gemeente Dronten of het waterschap Zuiderzeeland wordt verricht – de door belanghebbende voorgestane verrekening van een deel van de VvE-bijdrage met de aanslagen geen steun vindt in het recht. De privaatrechtelijke overeenkomst met de VvE maakt niet dat de aanslagen verminderd dienen te worden.
SlotsomOp grond van het vorenstaande is het hoger beroep ongegrond.

5.Griffierecht en proceskosten

Het Hof ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

6.Beslissing

Het Hof bevestigt de uitspraak van de Rechtbank,
Deze uitspraak is gedaan door mr. E. Breedveld, lid van de twintigste enkelvoudige belastingkamer, in tegenwoordigheid van dr. J.W.J. de Kort als griffier.
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 18 april 2023.
De griffier De voorzitter,
(J.W.J. de Kort) (E. Breedveld)
Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op 19 april 2023
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
Bepaalde personen die niet worden vertegenwoordigd door een gemachtigde die beroepsmatig rechtsbijstand verleent, mogen per post beroep in cassatie instellen. Dit zijn natuurlijke personen en verenigingen waarvan de statuten niet zijn opgenomen in een notariële akte. Als zij geen gebruik willen maken van digitaal procederen kunnen deze personen het beroepschrift in cassatie sturen aan
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).
Bij het instellen van beroep in cassatie moet het volgende in acht worden genomen:
1. bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak gevoegd;
2 - ( alleen bij procederen op papier) het beroepschrift moet ondertekend zijn;
3 - het beroepschrift moet ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. de dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;
d. de gronden van het beroep in cassatie.
Voor het instellen van beroep in cassatie is griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep in cassatie ontvangt de indiener een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad. In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten